Artikel 1
[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2018. Zie het
overzicht van wijzigingen]
-
1 In alle lidstaten worden de leden van het Europees Parlement volgens een stelsel
van evenredige vertegenwoordiging, hetzij volgens het lijstenstelsel, hetzij volgens
het stelsel van één overdraagbare stem, gekozen.
Afhankelijk van de specifieke nationale kenmerken kunnen de lidstaten kiesdistricten
voor de verkiezing van het Europees Parlement instellen of voorzien in andere kiesindelingen,
evenwel zonder dat over het geheel genomen afbreuk wordt gedaan aan het beginsel van
evenredige vertegenwoordiging.
Artikel 3
[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2018. Zie het
overzicht van wijzigingen]
De lidstaten kunnen bepalen dat er een minimumdrempel voor de verdeling van de zetels
wordt vastgesteld. Die drempel mag niet hoger dan 5 % van de op nationaal niveau uitgebrachte
stemmen zijn.
Elke lidstaat kan een maximum vaststellen voor de uitgaven van de kandidaten in verband
met de verkiezingscampagne.
-
1 De periode van vijf jaar waarvoor de leden van het Europees Parlement zijn gekozen
begint bij de opening van de eerste zitting na iedere verkiezing.
Zij wordt uitgebreid of bekort overeenkomstig artikel 11, lid 2, tweede alinea.
Artikel 7
[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2004. Zie het
overzicht van wijzigingen]
-
2 Met ingang van de verkiezing van het Europees Parlement in 2004 is de hoedanigheid
van lid van het Europees Parlement onverenigbaar met die van lid van een nationaal
parlement.
In afwijking daarvan en onverminderd lid 3:
-
– mogen leden van het Ierse parlement die bij een latere verkiezing voor het Europees
Parlement gekozen worden, een dubbel mandaat uitoefenen tot de volgende verkiezingen
voor het Ierse parlement, waarna de eerste alinea van dit lid van toepassing is;
-
– mogen leden van het parlement van het Verenigd Koninkrijk die in de periode van vijf
jaar voorafgaand aan de verkiezing van het Europees Parlement in 2004 tevens lid zijn
van het Europees Parlement, een dubbel mandaat uitoefenen tot de verkiezingen voor
het Europees Parlement in 2009, waarna de eerste alinea van dit lid van toepassing
is.
-
4 De leden van het Europees Parlement in het Europees Parlement waarop tijdens de in
artikel 5 bedoelde periode van vijf jaar de leden 1, 2 en 3 van toepassing zijn, worden
vervangen overeenkomstig artikel 13.
Behoudens de bepalingen van deze akte gelden voor de verkiezingsprocedure in elke
lidstaat de nationale bepalingen.
Die nationale bepalingen, die eventueel rekening kunnen houden met de eigenheden van
de lidstaten, mogen echter over het geheel genomen geen afbreuk doen aan het beginsel
van evenredige vertegenwoordiging.
Artikel 9
[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2018. Zie het
overzicht van wijzigingen]
Bij de verkiezing van de leden van het Europees Parlement in het Europees Parlement
mag niemand meer dan eenmaal zijn stem uitbrengen.
Artikel 11
[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2004. Zie het
overzicht van wijzigingen]
-
2 De latere verkiezingen vinden plaats in de overeenkomstige periode van het laatste
jaar van de in artikel 5 bedoelde periode van vijf jaar.
Indien het onmogelijk blijkt de verkiezingen in de Gemeenschap in die periode te houden,
stelt de Raad, met eenparigheid van stemmen, na raadpleging van het Europees Parlement
uiterlijk een jaar voor het einde van de in artikel 5 bedoelde periode van vijf jaar
een andere verkiezingsperiode vast, die ten vroegste twee maanden voor en uiterlijk
een maand na de periode valt welke voortvloeit uit het bepaalde in de vorige alinea.
Of procedure gebaseerd op beginselen die alle lidstaten gemeen hebben, onderzoekt
het Europees Parlement de geloofsbrieven van de leden van het Europees Parlement.
Hiertoe neemt het Europees Parlement nota van de officieel door de lidstaten bekendgemaakte
uitslagen en beslist het over de bezwaren die eventueel kunnen worden ingebracht op
grond van de bepalingen van deze akte met uitsluiting van de nationale bepalingen
waarnaar deze akte verwijst.
-
2 Behoudens de overige bepalingen van deze akte, schrijft elke lidstaat passende procedures
voor om de zetels die vacant zijn geworden, voor de rest van de in artikel 5 bedoelde
periode van vijf jaar te doen bezetten.
-
3 Wanneer de wetgeving van een lidstaat uitdrukkelijk voorschrijft dat het mandaat
van een lid van het Europees Parlement vervalt, loopt het mandaat van de betrokkene
ten einde op grond van de bepalingen van die wetgeving. De bevoegde nationale autoriteiten
brengen het Europees Parlement daarvan op de hoogte.
Artikel 14
[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2004. Zie het
overzicht van wijzigingen]
Indien het noodzakelijk blijkt maatregelen ter uitvoering van deze akte te nemen,
stelt de Raad op voorstel van het Europees Parlement en na raadpleging van de Commissie
deze maatregelen met eenparigheid van stemmen vast, na een akkoord met het Europees
Parlement te hebben nagestreefd in een overlegcommissie waarin de Raad en vertegenwoordigers
van het Europees Parlement zitting hebben.
Deze akte is opgesteld in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de
Griekse, de Ierse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse en de Zweedse
taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.
De bijlagen I en II vormen een integrerend bestanddeel van deze akte.
De bepalingen van deze akte treden in werking op de eerste dag van de maand die volgt
op de ontvangst van de laatste van de in het besluit bedoelde kennisgevingen.