Algemeen
1. De Overeenkomstsluitende Partijen nemen op zich alle nodige maatregelen te treffen
om een veilige en doeltreffende uitvoering van de overeengekomen diensten te verzekeren.
Hiertoe zal elke Overeenkomstsluitende Partij ten dienste van de luchtvaartuigen van
de luchtvaartmaatschappij die door de andere Overeenkomstsluitende Partij is aangewezen
alle diensten op het gebied van radio, verlichting, technische uitrusting, meteorologie
en dergelijke, welke nodig zijn om de overeengekomen diensten uit te voeren, ter beschikking
stellen.
2. De inlichtingen en de hulp welke overeenkomstig de bepalingen van deze Bijlage
door elke Overeenkomstsluitende Partij worden verschaft, zullen aan de redelijk te
stellen eisen van de door de andere Overeenkomstsluitende Partij aangewezen luchtvaartmaatschappij
voldoen.
Verstrekking van inlichtingen
3. De door elke Overeenkomstsluitende Partij te verschaffen inlichtingen zullen omvatten
bijzonderheden betreffende de voor de overeengekomen diensten te gebruiken luchtvaartterreinen
en de uitwijkhavens, de routes welke binnen het grondgebied van die Overeenkomstsluitende
Partij moeten worden gevolgd, de beschikbare radio en andere navigatie hulpmiddelen,
en andere faciliteiten en procedures op het gebied van de verkeersleiding.
4. De inlichtingen zullen mede omvatten alle terzake dienende meteorologische informaties
welke vóór en gedurende vluchten op de overeengekomen diensten ter beschikking moeten
worden gesteld. De luchtvaartautoriteiten van de Overeenkomstsluitende Partijen zullen
elkaar op de hoogte stellen van de codes welke voor de verzending van meteorologische
berichten worden gebruikt en zij zullen afspraken maken omtrent een passende geldigheidsduur
van meteorologische verwachtingen, daarbij rekening houdende met de dienstregelingen
welke voor de overeengekomen diensten zijn vastgesteld.
5. De luchtvaartautoriteiten van de Overeenkomstsluitende Partijen zullen voorzien
in een doorlopende dienst om de inlichtingen welke volgens lid 3 en lid 4 van deze
Bijlage worden verstrekt, steeds actueel te houden en onmiddellijk te waarschuwen,
wanneer wijzigingen plaats vinden. Dit zal geschieden in de vorm van NOTAMS, welke via de radio, per telex of per post worden verzonden, dit laatste echter alleen
indien aan de geadresseerde tijdig van tevoren kennis kan worden gegeven. NOTAMS welke
via de radio of per telex worden verzonden, zullen worden overgebracht in de Internationale
NOTAM-code; gedrukte NOTAMS, welke per post worden verzonden, zullen worden verschaft
in de Russische of de Engelse taal.
Vliegplannen en verkeersleidingsprocedures
6. De bemanningen van luchtvaartuigen welke op de overeengekomen diensten worden gebezigd
door de luchtvaartmaatschappij aangewezen door een Overeenkomstsluitende Partij, zullen
volledig op de hoogte zijn van de verkeersleidingsprocedures gebruikt door de luchtvaartautoriteiten
van de andere Overeenkomstsluitende Partij.
7. De luchtvaartautoriteiten van elke Overeenkomstsluitende Partij zullen vóór iedere
vlucht de bemanningen van de door de andere Overeenkomstsluitende Partij aangewezen
luchtvaartmaatschappij schriftelijk inlichten omtrent de omstandigheden op de route
en zonodig deze inlichtingen mondeling aanvullen. Deze inlichtingen vóór de vlucht
zullen inhouden informaties omtrent de toestand van de luchtvaartterreinen, de navigatiehulpmiddelen
welke voor de uitvoering van de vlucht nodig zijn, alsmede verklaringen omtrent de
weerstoestand op dat ogenblik op de gehele route en op de plaats van bestemming en
de weersverwachting voor de plaats van bestemming.
8. Vóór iedere vlucht zal de gezagvoerder van het luchtvaartuig een vliegplan ter
goedkeuring indienen bij de verkeersleidingsautoriteiten in het land waar de vlucht
begint. De vlucht zal worden uitgevoerd overeenkomstig het goedgekeurde vliegplan.
In het vliegplan zullen geen wijzigingen worden aangebracht dan met toestemming van
de betrokken verkeersleidingsautoriteiten, tenzij zich noodgevallen voordoen waarbij
onmiddellijk optreden is vereist; in zodanige gevallen zullen de desbetreffende verkeersleidingsautoriteiten
zo spoedig mogelijk omtrent de wijziging in het vliegplan worden ingelicht.
9. De gezagvoerder van het luchtvaartuig zal ervoor zorgdragen, dat een voortdurende
luisterdienst op de radiofrequenties van de desbetreffende verkeersleidingsinstanties
wordt onderhouden en dat onmiddellijk op de frequenties van die autoriteiten kan worden
uitgezonden.
10. Tenzij hieromtrent anders wordt overeengekomen tussen de luchtvaartautoriteiten
van de Overeenkomstsluitende Partijen, zal de communicatie tussen luchtvaartuigen
en verkeersleidingsautoriteiten plaats vinden door middel van radiotelefonie, in het
Russisch of Engels wanneer gewerkt wordt met stations in de Sovjet Unie en in het
Engels of Russisch wanneer gewerkt wordt met stations in Nederland. Als communicatie
door middel van radiotelefonie onmogelijk is, zal door middel van radiotelegrafie
worden gewerkt, waarbij gebruik wordt gemaakt van de internationale Q-code.
Uitrusting van luchtvaartuigen
11. De luchtvaartuigen, gebezigd op de overeengekomen diensten door de luchtvaartmaatschappij,
aangewezen door elke Overeenkomstsluitende Partij, zullen voor zover mogelijk zodanig
zijn uitgerust, dat zij gebruik kunnen maken van het „Instrumental Landing System”
en van een of meer daartoe geëigende navigatiehulpmiddelen welke op het grondgebied
van de andere Overeenkomstsluitende Partij ter beschikking staan.
12. De luchtvaartuigen, gebezigd op de overeengekomen diensten, zullen zijn uitgerust
met radioapparatuur voor het onderhouden van de communicatie met de betrokken verkeersleidingsautoriteiten
en met hulpmiddelen voor een veilige nadering van een luchtvaartterrein.
Vlucht- en Verkeersleidingsprocedures
13. Voor de doeleinden van deze Bijlage zullen de vlucht-, verkeersleidings- en andere
procedures, welke binnen het grondgebied van elke Overeenkomstsluitende Partij van
kracht zijn, toepassing vinden.
Internationale normen
14. In beginsel zullen voor de in deze Bijlage omschreven doeleinden de normen, procedures
en codes worden gebruikt, welke door de Internationale Burgerlijke Luchtvaart Organisatie
(ICAO) (en, waar toepasselijk, de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO)) zijn vastgesteld
of aanbevolen.
Telex faciliteiten
15. Voor de uitwisseling van inlichtingen welke noodzakelijk zijn voor de uitvoering
van de overeengekomen diensten, met inbegrip van de verzending van NOTAMS, en voor
verkeersleidingsdoeleinden, zullen de luchtvaartautoriteiten van de Overeenkomstsluitende
Partijen een directe tweezijdige radio- of kabelverbinding tot stand brengen tussen
de op de grondgebieden van de Overeenkomstsluitende Partijen gelegen eindpunten van
de overeengekomen diensten.
Kosten en heffingen
16. De kosten en heffingen te betalen voor het gebruik binnen het grondgebied van
elk van de Overeenkomstsluitende Partijen van luchthavens, installaties en technische
hulpmiddelen zullen van de door de andere Overeenkomstsluitende Partij aangewezen
luchtvaartmaatschappij worden geheven overeenkomstig de tarieven en heffingen welke
officieel vastgesteld en van kracht zijn in dat grondgebied.