Teneinde de samenwerking tussen beide landen op het gebied van wetenschap, onderwijs
en opvoeding te ontwikkelen zullen de Overeenkomstsluitende Partijen bevorderen:
-
a) het uitwisselen van professoren van universiteiten, van wetenschappelijke medewerkers
van instellingen van hoger onderwijs en van wetenschappelijk onderzoek, alsmede van
vertegenwoordigers van wetenschappelijke genootschappen en andere geleerden, o.m.
voor het geven van colleges, voor wetenschappelijk werk of oriëntatiebezoeken volgens
overeengekomen programma's;
-
b) het uitnodigen van geleerden van het ene land voor internationale conferenties en
symposia, welke in het andere land worden gehouden, daarbij rekening houdend met de
belangstelling en mogelijkheden over en weer;
-
c) het uitwisselen van wetenschappelijke uitgaven en publikaties, studie- en leerboeken
tussen wetenschappelijke instellingen en onderwijsinrichtingen;
-
d) het verstrekken van studiebeurzen aan studenten of jonge wetenschappelijke werkers
van een der Overeenkomstsluitende Partijen voor studie, stages of wetenschappelijk
werk aan onderwijsinstellingen van de andere Overeenkomstsluitende Partij;
-
e) het uitwisselen van deskundigen op het gebied van opvoeding en middelbaar onderwijs,
met inbegrip van technisch onderwijs en beroepsopleiding, alsook op het terrein van
de vorming buiten schoolverband;
-
f) het uitwisselen van deskundigen op het gebied van de geneeskunde en de gezondheidszorg;
-
g) het uitwisselen van delegaties en individuele specialisten op wederzijds aanvaardbare
technisch-wetenschappelijke gebieden.
Iedere Partij zal aan alle personen en delegaties die uit het andere land komen op
grond van deze Overeenkomst, alle medewerking verlenen bij hun studie of wetenschappelijk
onderzoek of bij het uitvoeren van de overeengekomen verblijfsprogramma's.
De Partijen zullen studie maken van de voorwaarden op basis waarvan zij de gelijkwaardigheid
zullen kunnen erkennen der diploma's en academische titels welke door de universiteiten
en andere onderwijsinstellingen van elk der beide landen worden verstrekt of toegekend.
Met het doel de betrekkingen op het gebied van cultuur en kunst te ontwikkelen zullen
de Overeenkomstsluitende Partijen bevorderen:
-
a) het organiseren van reizen van personen uit het culturele leven en kunstenaars, zoals
schrijvers, schilders, componisten, uitvoerende kunstenaars enz., alsmede van specialisten,
werkzaam in cultureel-edukatieve instellingen (musea, bibliotheken enz.);
-
b) de activiteiten van leerstoelen en lectoraten, alsmede het houden van lezingen over
de taal en de cultuur van het andere land in de onderwijsinstellingen van het eigen
land;
-
c) het organiseren van concerten en toneelvoorstellingen, tournee's van solisten en ensembles;
-
d) het organiseren van kunsttentoonstellingen en andere tentoonstellingen van culturele
aard;
-
e) het vertalen van literaire werken van het andere land;
-
f) het uitwisselen van boeken, periodieken en andere uitgaven van wetenschappelijke,
technische, culturele of algemeen edukatieve aard tussen bibliotheken en andere instellingen
van beide landen, zulks eveneens via commerciële kanalen;
-
g) het ontwikkelen van de samenwerking op het gebied van radio en televisie;
-
h) het uitwisselen van wetenschappelijke en edukatieve films, films over kunst en cultuur,
alsmede andere contacten op het gebied van de filmkunst:
-
i) het uitwisselen van muziekopnamen en ander materiaal dat kan bijdragen tot de kennis
van de muziekcultuur van het andere land, alsmede het uitwisselen van opnamen op het
gebied van taal, toneelkunst enz.;
-
j) het ontwikkelen van het toerisme, teneinde leven, werk en cultuur van het andere land
beter te leren kennen;
-
k) het ontwikkelen van de uitwisseling op het gebied van de sport.
Ter uitvoering van de onderhavige Overeenkomst hebben de Overeenkomstsluitende Partijen
besloten een Gemengde Commissie op te richten, bestaande uit vijf vertegenwoordigers
van elk der beide Partijen.
De Commissie, welke beurtelings te 's-Gravenhage en te Moskou bijeenkomt, zal telkens
een programma voor een periode van twee jaar opstellen voor uitwisselingen en contacten,
waarover de onderhavige Overeenkomst handelt.
Het voorzitterschap van de Commissie zal worden bekleed door het hoofd van de delegatie
van dat land, waar de zitting wordt gehouden.
Het door de Gemengde Commissie voor een periode van twee jaar opgestelde programma
zal worden uitgevoerd op basis van afspraken, o.a. ter regeling van financiële voorwaarden,
tussen de betrokken overheidsinstanties, culturele, wetenschappelijke en andere instellingen
of organisaties van beide landen welke zich met deze vraagstukken bezighouden.
Het door de Gemengde Commissie opgestelde programma sluit het houden van manifestaties,
welke niet in het programma zijn opgenomen doch waarop de onderhavige Overeenkomst
betrekking heeft, niet uit.
De Overeenkomstsluitende Partijen zijn van oordeel dat de in de onderhavige Overeenkomst
voorziene uitwisselingen en andere vormen van samenwerking worden verwezenlijkt op
basis van wederkerigheid en met inachtneming van de in elk der beide landen geldende
wetten en regelen.
De Overeenkomstsluitende Partijen zijn van inzicht dat door talrijke organisaties,
welke zich in elk der beide landen bezighouden met maatschappelijke activiteiten,
in de geest van deze Overeenkomst een nuttige bijdrage kan worden geleverd terzake
van de culturele betrekkingen tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Sowjet-Unie.
Genoemde organisaties zullen kwesties, hun onderlinge culturele contacten betreffende,
zelf regelen.
Deze Overeenkomst, welke wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft zal gelden voor
het Rijk in Europa, zal worden bekrachtigd.
De akten van bekrachtiging zullen zo spoedig mogelijk te Moskou worden uitgewisseld.
De Overeenkomst zal in werking treden op de datum van de uitwisseling van de akten
van bekrachtiging.
De onderhavige Overeenkomst zal van kracht blijven voor een tijdvak van zes jaar.
Indien zij niet zes maanden vóór de datum van beëindiging door een van beide Partijen
is opgezegd, zal zij stilzwijgend worden verlengd, met dien verstande dat elk van
de Overeenkomstsluitende Partijen zich in dat geval het recht voorbehoudt haar op
ieder tijdstip op te zeggen met inachtneming van een termijn van zes maanden.