Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname betreffende ontwikkelingssamenwerking, Paramaribo, 25-11-1975

[Regeling treedt in werking op nader te bepalen tijdstip.]
[Regeling wordt (deels) voorlopig toegepast per 25-11-1975.]
Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 25-11-1975 t/m heden

Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname betreffende ontwikkelingssamenwerking

Authentiek : NL

Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname betreffende ontwikkelingssamenwerking

[Wordt voorlopig toegepast per 25-11-1975]

De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden

en

de Regering van de Republiek Suriname,

Zich baserende op de inhoud van het Protocol dat werd uitgegeven naar aanleiding van de van 18 tot en met 21 mei 1974 te 's-Gravenhage gehouden Regeringsconferentie tussen Nederland, Suriname en de Nederlandse Antillen,

Verlangende de Republiek Suriname in staat te stellen zich op zo kort mogelijke termijn zelfstandig te ontwikkelen,

Zijn overeengekomen als volgt:

Artikel 1

[Wordt voorlopig toegepast per 25-11-1975]

Het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname zullen zoveel mogelijk samenwerken op alle gebieden waarbij de economieën der beide landen aanvullend en stimulerend op elkaar kunnen inwerken, in die zin dat daardoor het welvaartsverschil tussen beide landen kan verminderen en de economische groei en goede welvaartsspreiding binnen de Republiek Suriname kunnen worden bevorderd, opdat de economische weerbaarheid van dit land op efficiënte wijze en zo snel mogelijk kan worden bereikt.

Artikel 2

[Wordt voorlopig toegepast per 25-11-1975]

Uitgangspunt voor de ontwikkelingssamenwerking tussen beide landen is het Surinaamse meerjarenontwikkelingsprogramma zoals aangegeven in het Rapport van de Surinaams-Nederlandse commissie van deskundigen „Programma voor de sociaal-economische ontwikkeling van Suriname”, van januari 1975, met de daarbij behorende bijlagen. Het geheel van de projecten en de deelprogramma's die uitgevoerd worden op basis van dit meerjarenprogramma, zullen worden gericht op de vergroting van de economische weerbaarheid van de Republiek Suriname, vergroting van de werkgelegenheid, verbetering van de levensomstandigheden der gehele bevolking en de regionale spreiding.

Artikel 3

[Wordt voorlopig toegepast per 25-11-1975]

Voor de uitvoering van het Surinaamse meerjarenontwikkelingsprogramma zullen worden aangewend Surinaamse besparingen en begrotingsmiddelen, Nederlandse financiële en technische hulp, hulp door andere donorlanden, internationale organisaties, het Europees Ontwikkelings Fonds alsmede particuliere investeringen. Het Koninkrijk der Nederlanden zal daarenboven alle medewerking aan de Republiek Suriname verlenen om een snelle en efficiënte realisatie van het gehele programma mogelijk te maken. De Republiek Suriname aanvaardt de consequenties van de programma-uitvoering en zal de eigen middelen en inkomsten zoveel mogelijk opvoeren ten einde naar vermogen aan de benodigde middelen bij te dragen.

Artikel 4

[Wordt voorlopig toegepast per 25-11-1975]

Teneinde de Republiek Suriname in staat te stellen onbelast met schulden uit het verleden aan de uitvoering van het meerjarenontwikkelingsprogramma te werken, verleent het Koninkrijk der Nederlanden algehele kwijtschelding van de op de datum van de onafhankelijkheid bestaande schuld, zoals gespecificeerd in Bijlage 1, die een integrerend deel van de Overeenkomst vormt.

Artikel 5

[Wordt voorlopig toegepast per 25-11-1975]

Het Koninkrijk der Nederlanden stelt voor een periode van 10 tot 15 jaar in totaal Nfl 3500 mln beschikbaar voor de uitvoering van het meerjarenontwikkelingsprogramma. Dit bedrag is als volgt opgebouwd:

  • - Nfl 2700 mln is bestemd voor medefinanciering van projecten en programma's welke onderdeel uitmaken van het Surinaamse meerjarenontwikkelingsprogramma; voor sociaal-educatieve ontwikkelingsprojecten en voor mede-financiering van ontwikkelingsprojecten van particuliere organisaties, universiteiten en de Financieringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden;

  • - indien na besteding van het bedrag van Nfl 2700 mln het programma nog niet volledig is gerealiseerd, is het Koninkrijk der Nederlanden bereid tot een maximum van Nfl 300 mln het resterende tekort te financieren op basis van strikte pariteit met Surinaamse besparingen;

  • - voor het verstrekken van garanties te verlenen op ontwikkelingsleningen van ontwikkelingsfondsen en -banken ten behoeve van projecten deel uitmakend van het meerjarenprogramma is, voor zover noodzakelijk, Nfl 500 mln beschikbaar. Materialisering van deze garanties zal ten laste komen van de in deze periode dan wel daarna te verlenen ontwikkelingshulp.

Behalve de hierboven genoemde bedragen blijft het restant van de in het verleden gecommitteerde doch niet uitgegeven Nederlandse hulp voor de Republiek Suriname ten bedrage van ongeveer Nfl 350 mln beschikbaar.

Artikel 6

[Wordt voorlopig toegepast per 25-11-1975]

Op basis van het Surinaamse meerjarenontwikkelingsprogramma stelt de Republiek Suriname jaarlijks een plan vast, met toelichting. Deze planopstelling is een Surinaamse aangelegenheid.

Artikel 7

[Wordt voorlopig toegepast per 25-11-1975]

De Republiek Suriname doet jaarlijks voorstellen voor de financiering en uitvoering in het kader van de Nederlandse ontwikkelingshulp van projecten en programma's welke deel uitmaken van het uit het Surinaamse meerjarenontwikkelingsprogramma af te leiden jaarplan.

Artikel 8

[Wordt voorlopig toegepast per 25-11-1975]

Beide landen benoemen elk een commissie van drie deskundigen voor gezamenlijk overleg. De benoeming zal zodanig plaatsvinden dat er rekening wordt gehouden met de continuïteit bij de programma-uitvoering. De commissies kunnen zich doen bijstaan door andere deskundigen.

Artikel 9

[Wordt voorlopig toegepast per 25-11-1975]

De in artikel 7 genoemde voorstellen worden besproken in de aldus gevormde gezamenlijke commissie van deskundigen, welke deze toetst aan het Surinaamse meerjarenontwikkelingsprogramma en aan de criteria zoals genoemd in artikel 2.

Artikel 10

[Wordt voorlopig toegepast per 25-11-1975]

Indien er in deze gezamenlijke commissie geen overeenstemming wordt bereikt, vindt overleg plaats tussen de beide Overeenkomstsluitende Partijen.

Artikel 11

[Wordt voorlopig toegepast per 25-11-1975]

De procedures die bij de voorbereiding en uitvoering van projecten en programma's, te financieren uit hulp van het Koninkrijk der Nederlanden, in acht genomen moeten worden, zullen in onderling overleg tussen de bevoegde autoriteiten van het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname worden vastgelegd.

Artikel 12

[Wordt voorlopig toegepast per 25-11-1975]

De gezamenlijke commissie zal ook adviseren over de verslagen die het Planbureau jaarlijks dient uit te brengen met betrekking tot de realisatie van het programma en het beheer der middelen.

Artikel 13

[Wordt voorlopig toegepast per 25-11-1975]

Bij de uitvoering van het programma zal de Republiek Suriname, gehoord de gezamenlijke commissie, waar het economisch en technisch verantwoord is, zoveel mogelijk prioriteit verlenen aan levering van kapitaalgoederen en diensten uit het Koninkrijk der Nederlanden boven die uit andere ontwikkelde landen.

Het Koninkrijk der Nederlanden zal binnen het kader van internationale regelingen en instellingen zijn beleid afstemmen op de bevordering van de afzet van in de Republiek Suriname geproduceerde goederen in en buiten het Koninkrijk der Nederlanden.

Artikel 14

[Wordt voorlopig toegepast per 25-11-1975]

Het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname stellen zich ten doel te bevorderen dat uit het Koninkrijk der Nederlanden afkomstige particuliere investeringen ten goede komen aan de ontwikkeling van de Surinaamse economie. Zij zullen deze particuliere investeringen stimuleren.

Indien de Republiek Suriname zou willen overgaan tot Surinamisering van investeringen kan voor de financiering daarvan een beroep worden gedaan op de in artikel 5 genoemde middelen.

Artikel 15

[Wordt voorlopig toegepast per 25-11-1975]

Het Koninkrijk der Nederlanden verklaart zich bereid ook na de voltooiing van het Surinaamse meerjarenontwikkelingsprogramma de Republiek Suriname ontwikkelingshulp te verlenen. Over de omvang, aard en duur daarvan zal, gehoord het advies van de gezamenlijke commissie over de resultaten van het Surinaamse meerjarenontwikkelingsprogramma, overleg tussen beide Overeenkomstsluitende Partijen plaatsvinden voordat de uitvoering van het programma is voltooid.

Artikel 16

[Wordt voorlopig toegepast per 25-11-1975]

Ten behoeve van het ter uitvoering van de onderhavige Overeenkomst door het Koninkrijk der Nederlanden uitgezonden personeel en het beschikbaar gestelde materieel zijn de voorzieningen van toepassing die zijn vermeld in de bij deze Overeenkomst gevoegde Bijlage 2, die een integrerend deel van de Overeenkomst vormt.

Artikel 17

[Wordt voorlopig toegepast per 25-11-1975]

Wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden geldt deze Overeenkomst alleen voor het Rijk in Europa.

Artikel 18

[Wordt voorlopig toegepast per 25-11-1975]

Deze Overeenkomst treedt in werking nadat beide partijen elkaar hebben medegedeeld dat in hun land aan de terzake geldende constitutionele vereisten is voldaan en werkt terug tot de datum van onafhankelijkwording van de Republiek Suriname.

Niettegenstaande het bepaalde in het voorgaande lid zal de Overeenkomst voorlopig worden; toegepast met ingang van de datum van haar ondertekening.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekende gevolmachtigden, daartoe behoorlijk gemachtigd door hun onderscheiden Regeringen, deze Overeenkomst hebben ondertekend.

GEDAAN te Paramaribo op 25 november 1975 in twee exemplaren, in de Nederlandse taal.

Voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden

(w.g.) J. M. DEN UYL

Voor de Regering van de Republiek Suriname

(w.g.) H. A. E. ARRON

Bijlage 1. , behorende bij artikel 4 van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname betreffende ontwikkelingssamenwerking

[Wordt voorlopig toegepast per 25-11-1975]

Specificatie kwijtschelding van schulden van Suriname jegens Nederland.

Overbruggingslening

Nfl 50 601 890,29

2½% 30-jarige annuïteitenlening 1971

 

(Tienjarenplan, Aanvullend Opbouw Plan, Extra Ontwikkelingshulp)

Nfl 124 091 289,46

Vijfjarenplan 1967 t/m 1971 Zachte lening

Nfl 104 049 729,10

Vijfjarenplan 1967 t/m 1971 Normale lening

Nfl 22 684 526,11

Vijfjarenplan 1971 t/m 1976 Niet-geconsolideerde lening

Nfl 60 156 296,44 1)

 

Nfl 361 583 731,40

1)

Na volledig gebruik van de toezeggingen, vervat in het Vijfjarenplan 1972 t/m 1976 wordt dit 40% van Nfl 400 mln. ofwel Nfl 160 mln. Thans hieronder nog beschikbaar

NfL 99 843 703,56

Schuld van de Stichting Machinale Landbouw jegens Nederland, overgebleven bij de financiële sanering in 1965

Nfl. 56 029 177,00

Totaal kwijt te schelden schuld

Nfl. 517 456 611,96

Bijlage 2. , behorende bij artikel 16 van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname betreffende ontwikkelingssamenwerking

[Wordt voorlopig toegepast per 25-11-1975]

Artikel 1

[Wordt voorlopig toegepast per 25-11-1975]

  • a De Regering van de Republiek Suriname stelt schadeloos en vrijwaart de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Nederlandse deskundigen, adviseurs, vertegenwoordigers en het overige Nederlandse personeel voor elke niet-contractuele wettelijke aansprakelijkheid, voortvloeiend uit enig handelen of nalaten van een of meer van de genoemde personen tijdens hun werkzaamheden voor of in verband met deze Overeenkomst die de dood of lichamelijk letsel van derden of schade aan eigendommen van derden hebben veroorzaakt - voorzover althans deze niet door verzekering wordt gedekt - en ziet van haar kant af van het instellen van enige vordering wegens niet-contractuele wettelijke aansprakelijkheid, tenzij deze aansprakelijkheid het gevolg is van opzet of grove schuld van een of meer der genoemde personen.

  • b In geval de Regering van de Republiek Suriname de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden of een of meer van de genoemde personen vrijwaart van het instellen van een vordering wegens niet-contractuele wettelijke aansprakelijkheid overeenkomstig lid a van dit artikel, is de Regering van de Republiek Suriname gerechtigd alle rechten uit te oefenen die de Nederlandse Regering of deze personen geldend zou kunnen maken.

  • c Indien de Regering van de Republiek Suriname zulks verzoekt, verschaft de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden de bevoegde autoriteiten van de Republiek Suriname de noodzakelijke administratieve of juridische bijstand voor een goede regeling van de problemen die eventueel kunnen ontstaan bij toepassing van lid a en lid b van dit artikel.

Artikel 2

[Wordt voorlopig toegepast per 25-11-1975]

De Regering van de Republiek Suriname:

  • a. stelt het Nederlandse personeel vrij van alle belastingen en andere fiscale heffingen met betrekking tot iedere betaling wegens salarissen, toelagen en emolumenten die zij van de Nederlandse Regering ontvangen;

  • b. stelt het Nederlandse personeel en hun gezinsleden vrij van betaling van invoer- en douanerechten op nieuwe of gebruikte huishoudelijke goederen en persoonlijke bezittingen, hieronder begrepen beroepsuitrusting, die in de Republiek Suriname worden ingevoerd binnen zes maanden na hun aankomst, mits zodanige goederen weer uit de Republiek Suriname worden uitgevoerd ten tijde van het vertrek of binnen een zodanige periode als door de Regering van de Republiek Suriname wordt toegestaan;

  • c. regelt de invoer, vrij van rechten, of de aankoop uit entrepot van één motorvoertuig door het Nederlandse personeel binnen zes maanden na de eerste aankomst in de Republiek Suriname, met dien verstande dat een zodanig voertuig indien doorverkocht aan een persoon die niet dezelfde voorrechten geniet, wordt aangeslagen voor een evenredig bedrag aan invoerrechten, gebaseerd op de geschatte waarde van het voertuig ten tijde van de doorverkoop;

  • d. verstrekt het Nederlandse personeel en zijn gezinsleden kosteloze inreisvisa, verblijfs- en werkvergunningen;

  • e. verleent het Nederlandse personeel, wat hun Nederlandse salarissen, toelagen en emolumenten betreft, de voorrechten ten aanzien van overmaking van gelden op de meest gunstige voorwaarden, te weten rekeningen voor niet-ingezetenen;

  • f. biedt het Nederlandse personeel en hun gezinnen in de Republiek Suriname in tijden van nationale of internationale crises alle faciliteiten voor repatriëring;

  • g. vrijwaart het Nederlandse personeel van gerechtelijke acties met betrekking tot alle handelingen van dat personeel, daaronder begrepen alle gesproken of geschreven woorden, verricht in zijn officiële hoedanigheid;

  • h. voorziet het Nederlandse personeel van identiteitspapieren teneinde dit personeel te verzekeren van de volle medewerking van de desbetreffende autoriteiten van de Republiek Suriname bij de uitoefening van zijn taak.

Artikel 3

[Wordt voorlopig toegepast per 25-11-1975]

De Regering van de Republiek Suriname heeft het recht de terugroeping te verzoeken van elke deskundige indien diens gedrag bij de uitoefening van zijn functie of zijn persoonlijk gedrag een zodanige maatregel wettigt. Alvorens dit recht uit te oefenen raadpleegt de Regering van de Republiek Suriname de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden. Indien de Regering van de Republiek Suriname daarom verzoekt zal de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden zorgdragen voor een vervanging van de teruggeroepen deskundige.

Artikel 4

[Wordt voorlopig toegepast per 25-11-1975]

De Regering van de Republiek Suriname stelt het door de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden in verband met de uitvoering van een project te verschaffen materieel (met inbegrip van motorvoertuigen) en voorraden vrij van alle invoerrechten en andere officiële heffingen.

Artikel 5

[Wordt voorlopig toegepast per 25-11-1975]

Het gehele materieel en alle voorraden die door de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden worden bijgedragen ten behoeve van de uitvoering van een project, blijven voor de duur van de Nederlandse bijstand aan het project het eigendom van genoemde Regering.

Bij beëindiging van de Nederlandse bijstand aan een project worden het materieel en de voorraden in eigendom overgedragen aan de Regering van de Republiek Suriname, tenzij een en ander nog gebruikt dient te worden voor enig ander project van technische samenwerking waarbij beide Regeringen zijn betrokken.

Naar boven