De Verdragsluitende Partijen,
Zich bewust van het belang van het behoud van het milieu en van de handhaving van
de ongerepte staat van het ecosysteem van de zeeën rond Antarctica;
Gezien de concentratie van levende rijkdommen in de Antarctische wateren en de toegenomen
belangstelling voor de mogelijkheden die deze rijkdommen bieden als bron voor de eiwitvoorziening;
Beseffend dat er dringend maatregelen moeten worden genomen om de instandhouding van
de levende rijkdommen in de Antarctische wateren te waarborgen;
Overwegende dat het van essentieel belang is de kennis van het Antarctische mariene
ecosysteem en de onderdelen daarvan te verruimen, zodat bij de besluitvorming over
de exploitatie kan worden uitgegaan van betrouwbare wetenschappelijke gegevens;
Van oordeel zijnde dat voor de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische
wateren internationale samenwerking vereist is, met inachtneming van de bepalingen
van het Verdrag inzake Antarctica en met de actieve deelneming van alle Staten die betrokken zijn bij wetenschappelijk
onderzoek of exploitatie in de Antarctische wateren;
Zich bewust van de hoofdverantwoordelijkheid van de Consultatieve Partijen bij het
Verdrag inzake Antarctica voor de bescherming en instandhouding van het Antarctische milieu en inzonderheid
van de verantwoordelijkheid die krachtens artikel IX, eerste lid, onder f), van het Verdrag inzake Antarctica op hen rust ten aanzien van de bescherming en instandhouding van de fauna en flora
in Antarctica;
Verwijzende naar de maatregelen die de Consultatieve Partijen bij het Verdrag inzake Antarctica reeds hebben genomen, inzonderheid naar de overeengekomen maatregelen voor de instandhouding
van de fauna en flora op Antarctica (Agreed Measures for the Conservation of Antarctic
Fauna and Flora) en de bepalingen van het Verdrag inzake de instandhouding van Antarctische
zeehonden (Convention for the Conservation of Antarctic Seals);
Indachtig de bezorgdheid die ten aanzien van de instandhouding van de levende rijkdommen
in de Antarctische wateren door de Consultatieve Partijen is uitgesproken tijdens
de Negende Consultatieve Vergadering van het Verdrag inzake Antarctica, en het belang van de bepaligen van Aanbeveling IX-2, die hebben geleid tot de opstelling van dit Verdrag;
In de overtuiging dat het in het belang van de gehele mensheid is dat de wateren rond
het Antarctische continent uitsluitend voor vreedzame doeleinden worden gebruikt en
niet het toneel worden van strijd, noch het voorwerp van internationale geschillen;
Erkennende, in het licht van het voorgaande, dat het wenselijk is een gepaste regeling
vast te stellen voor het aanbevelen, stimuleren, goedkeuren en coördineren van de
maatregelen en wetenschappelijke studies die nodig zijn voor de instandhouding van
de levende organismen in de Antarctische wateren;