Het Koninkrijk België,
de Republiek Bulgarije,
de Tsjechische Republiek,
het Koninkrijk Denemarken,
de Bondsrepubliek Duitsland,
de Republiek Estland,
Ierland,
de Helleense Republiek,
het Koninkrijk Spanje,
de Franse Republiek,
de Italiaanse Republiek,
de Republiek Cyprus,
de Republiek Letland,
de Republiek Litouwen,
het Groothertogdom Luxemburg,
de Republiek Hongarije,
Malta,
het Koninkrijk der Nederlanden,
de Republiek Oostenrijk,
de Republiek Polen,
de Portugese Republiek,
Roemenië,
de Republiek Slovenië,
de Slowaakse Republiek,
de Republiek Finland,
het Koninkrijk Zweden,
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,
hierna „de lidstaten” genoemd, vertegenwoordigd door de Raad van de Europese Unie,
en van
De Europese Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,
hierna „de Gemeenschappen” genoemd, vertegenwoordigd door de Raad van de Europese
Unie en de Commissie,
enerzijds, en
de Republiek Albanië, anderzijds,
Gelet op artikel 6, lid 2 van de Toetredingsakte,
Overwegende hetgeen volgt: