De vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Gemeenschap,
in het kader van de Raad bijeen,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, hierna „het Verdrag" genoemd,
Gelet op de Partnerschapsovereenkomst tussen de ACS en de EG, ondertekend te Cotonou (Benin) op 23 juni 2000, hierna de „ACS-EG-Overeenkomst"
genoemd,
Gezien het ontwerp van de Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
-
1. De vertegenwoordigers van de Gemeenschap zullen gemeenschappelijke standpunten dienen
in te nemen in de bij de ACS-EG-Overeenkomst ingestelde Raad van Ministers, hierna „ACS-EG-Raad van Ministers" genoemd; bij de
toepassing van de besluiten, aanbevelingen en adviezen van deze Raad kan, naar gelang
het geval, optredenvan de Gemeenschap, gemeenschappelijk optreden van de lidstaten
of optreden van een afzonderlijke lidstaat noodzakelijk zijn.
-
2. De lidstaten dienen derhalve duidelijk aan te geven op welke wijze de door de vertegenwoordigers
van de Gemeenschap in de ACS-EG-Raad van Ministers in te nemen gemeenschappelijke
standpunten zullen worden vastgesteld op de gebieden die onder hun bevoegdheid vallen;
voorts dienen zij ook op deze gebieden maatregelen te treffen voor de toepassing van
besluiten, aanbevelingen en adviezen van deze Raad die een gemeenschappelijk optreden
van de lidstaten of optreden van een afzonderlijke lidstaat noodzakelijk zouden kunnen
maken.
-
3. De Raad moet door de lidstaten, ten aanzien van de terreinen die door de ACS-EG-Overeenkomst worden bestreken en die binnen hun bevoegdheid vallen, worden gemachtigd tot het
vaststellen van de passende besluiten krachtens de artikelen 96 en 97 van de ACS-EG-Overeenkomst.
-
4. Bepaald moet worden dat de lidstaten elkaar en de Commissie in kennis stellen van
alle verdragen, overeenkomsten, akkoorden en regelingen en alle onderdelen van verdragen,
overeenkomsten, akkoorden en regelingen die betrekking hebben op in de ACS-EG-Overeenkomst behandelde onderwerpen en tussen een of meer lidstaten en een of meer ACS-staten
zijn of zullen worden gesloten.
-
5. Voorts dient te worden bepaald volgens welke procedures de lidstaten hun eventuele
onderlinge geschillen over de ACS-EG-Overeenkomst zullen beslechten,
Het gemeenschappelijk standpunt dat de vertegenwoordigers van de Gemeenschap in de
ACS-EG-Raad van Ministers en het ACS-EG-Comité van Ambassadeurs moeten innemen, wanneer
deze aangelegenheden behandelen die onder de bevoegdheid van de lidstaten vallen,
wordt door de Raad met eenparigheid van stemmen vastgesteld, op voorstel van de Commissie
of van een lidstaat, na raadpleging van de Commissie.
De lidstaten treffen maatregelen voor de toepassing van de besluiten en aanbevelingen
van de ACS-EG-Raad van Ministers of het ACS-EG-Comité van Ambassadeurs op de gebieden
die onder de bevoegdheid van de lidstaten vallen.
Het standpunt dat de lidstaten innemen ten aanzien van de uitvoering van de artikelen 11 ter, 96 en 97 van de ACS-EG-Overeenkomst, wanneer hiermee aangelegenheden die onder hun bevoegdheid vallen gemoeid zijn, wordt
vastgesteld door de Raad overeenkomstig de in de bijlage opgenomen procedure.
Indien de voorgenomen maatregelen betrekking hebben op gebieden die onder de bevoegdheid
van de lidstaten vallen, kan de Raad tevens een besluit nemen op initiatief van een
lidstaat.
Alle verdragen, overeenkomsten, akkoorden en regelingen en alle onderdelen van verdragen,
overeenkomsten, akkoorden en regelingen die betrekking hebben op in de ACS-EG-Overeenkomst behandelde onderwerpen en tussen een of meer lidstaten en een of meer ACS-staten
zijn of zullen worden gesloten, worden, ongeacht hun vorm of aard, zo spoedig mogelijk
door de betrokken lidstaat of lidstaten ter kennis gebracht van de overige lidstaten
en van de Commissie. Over de aldus ter kennis gebrachte tekst wordt op verzoek van
een lidstaat of van de Commissie in de Raad beraadslaagd.
Een lidstaat die het nodig oordeelt van artikel 98 van de ACS-EG-Overeenkomst gebruik te maken op gebieden die onder de bevoegdheid van de lidstaten vallen, dient
vooraf de overige lidstaten en de Commissie te raadplegen.
Indien de ACS-EG-Raad van Ministers zijn standpunt moet bepalen ten aanzien van het
optreden van de in de eerste alinea bedoelde lidstaat, is het door de Gemeenschap
in te nemen standpunt dat van de betrokken lidstaat, tenzij de vertegenwoordigers
van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, anders besluiten.
Geschillen tussen lidstaten in verband met de ACS-EG-Overeenkomst, de daaraan gehechte bijlagen en protocollen, alsmede de voor de toepassing van de
genoemde ACS-EG-Overeenkomst getekende interne akkoorden, worden op verzoek van de
meest gerede partij aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen voorgelegd
op de wijze vastgesteld in het Verdrag en in het aan het Verdrag gehechte protocol betreffende het statuut van het Hof van Justitie.
Op voorstel van de Commissie of van een lidstaat na raadpleging van de Commissie,
kunnen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van
de Raad bijeen, dit akkoord te allen tijde met eenparigheid van stemmen wijzigen.
Dit akkoord wordt door elke lidstaat goedgekeurd overeenkomstig zijn grondwettelijke
voorschriften. De regering van elke lidstaat stelt het secretariaat-generaal van de
Raad in kennis van de voltooiing van de procedures die voor de inwerkingtreding van
dit akkoord zijn vereist.
Indien aan het bepaalde in de eerste alinea is voldaan, treedt dit akkoord in werking
op dezelfde datum als de ACS-EG-OvereenkomstDe datum van inwerkingtreding van de ACS-EG-Overeenkomst zal door het secretariaat-generaal
van de Raad worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen..
Dit akkoord heeft dezelfde geldigheidsduur als de ACS-EG-Overeenkomst.
Dit akkoord, opgesteld in één exemplaar in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse,
de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse,
de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Sloveense, de Slowaakse, de
Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, zijnde de twintig teksten gelijkelijk
authentiek, wordt nedergelegd in het archief van het Secretariaat-generaal van de
Raad, dat een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift doet toekomen aan de regeringen
van elk van de ondertekenende staten.