Briefwisseling tussen de Nederlandse, de Belgische en de Luxemburgse Regeringen, enerzijds, [...] inzake de afschaffing van de visumplicht, Boedapest, 16-01-1991

Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 01-02-1991 t/m heden

Briefwisseling tussen de Nederlandse, de Belgische en de Luxemburgse Regeringen, enerzijds, en de Hongaarse Regering, anderzijds, houdende een overeenkomst inzake de afschaffing van de visumplicht

Authentiek : NL

Nr. I

Boedapest, 9 januari 1991

Excellentie,

Wij hebben de eer Uwe Excellentie ter kennis te brengen, dat de Regeringen van de BENELUXlanden, gezamenlijk optredend op grond van de op 11 april 1960 te Brussel ondertekende Overeenkomst tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden inzake de verlegging van de personencontrole naar de buitengrenzen van het BENELUXgebied, bereid zijn met de Regering van de Hongaarse Republiek onderstaande overeenkomst inzake de afschaffing van de visumplicht te sluiten:

  • 1. In deze Overeenkomst wordt verstaan:

    onder „de BENELUXlanden”: het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden;

    onder „het BENELUXgebied”: de gezamenlijke grondgebieden in Europa van het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden.

  • 2. De onderdanen van de Hongaarse Republiek kunnen voor een verblijf van ten hoogste drie maanden het BENELUXgebied zonder visum binnenkomen op uitsluitend vertoon van een geldig nationaal paspoort.

  • 3. De onderdanen van, de BENELUXlanden kunnen voor een verblijf van ten hoogste drie maanden het grondgebied van de Hongaarse Republiek zonder visum binnenkomen op uitsluitend vertoon van een geldig nationaal paspoort.

  • 4. Voor een verblijf van meer dan drie maanden dienen de in deze Overeenkomst bedoelde onderdanen vóór hun vertrek de daartoe vereiste machtiging aan te vragen via de diplomatieke of consulaire vertegenwoordiger van het land waarheen zij zich wensen te begeven.

    Deze verplichting geldt niet voor houders van een diplomatiek of een dienstpaspoort die aangewezen zijn om hun functies uit te oefenen bij een diplomatieke zending of een consulaire vertegenwoordiging.

  • 5. De onderdanen van de BENELUXlanden die zich op regelmatige wijze in Hongarije ophouden en onderdanen van Hongarije die zich op regelmatige wijze in een der BENELUXlanden ophouden kunnen het land waar zij zich bevinden zonder visum verlaten en weder binnenkomen op vertoon van een geldig nationaal paspoort en een geldige verblijfstitel.

  • 6. Elke Regering houdt zich het recht voor de toegang tot haar land te weigeren aan personen die niet in het bezit zijn van de vereiste inreispapieren, die niet beschikken over voldoende middelen van bestaan, die als ongewenst zijn gesignaleerd of die beschouwd worden als personen die de openbare rust, de openbare orde of de nationale veiligheid in gevaar kunnen brengen.

  • 7. Behoudens de voorgaande bepalingen blijven de in de BENELUXlanden en in de Hongaarse Republiek van kracht zijnde wetten en voorschriften met betrekking tot de binnenkomst, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, alsmede met betrekking tot het verrichten van enigerlei arbeid, onverlet.

  • 8. Elke Regering verplicht zich te allen tijde en zonder formaliteiten weder tot haar grondgebied toe te laten:

    • a. haar eigen onderdanen die zich op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij bevinden;

    • b. personen die dat grondgebied zijn binnengekomen op vertoon van een door de Belgische, Luxemburgse, Nederlandse of Hongaarse autoriteiten afgegeven geldig nationaal paspoort, zelfs indien de nationaliteit van die personen wordt betwist.

  • 9. Deze Overeenkomst treedt in werking op 1 februari 1991 voor de duur van een jaar. Indien de Overeenkomst niet 30 dagen voor het verstrijken van die periode is opgezegd, wordt zij geacht voor onbepaalde tijd te zijn verlengd. Na de eerste periode van een jaar kan elk der ondertekenende Regering de Overeenkomst opzeggen door 30 dagen van tevoren de Belgische Regering daarvan mededeling te doen.

    De opzegging door een van de ondertekenende Regeringen heeft de beëindiging van de Overeenkomst tot gevolg.

    De Belgische Regering stelt de andere ondertekenende Regeringen in kennis van de ontvangst van de in dit lid bedoelde mededeling.

  • 10. Met uitzondering van lid 8 kan de toepassing van deze Overeenkomst door elk der Overeenkomstsluitende Partijen worden opgeschort.

    Van deze opschorting dient onverwijld via de diplomatieke kanalen kennis te worden gegeven aan de Belgische Regering. Deze zal de andere ondertekenende Regeringen van de ontvangst van deze kennisgeving op de hoogte stellen. Hetzelfde geldt voor het ongedaan maken van de opschorting.

  • 11. Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, kan de toepassing van deze Overeenkomst tot Aruba en de Nederlandse Antillen worden uitgebreid door kennisgeving van de Nederlandse Regering aan de Regering van de Hongaarse Republiek.

    Indien de Regering van de Hongaarse Republiek bereid is met de Regeringen van de BENELUXlanden een overeenkomst met bovengenoemde bepalingen te sluiten, hebben wij de eer Uwe Excellentie voor te stellen, dat deze brief en die met gelijkluidende inhoud, welke Uwe Excellentie wordt verzocht aan ieder van ons te richten, als overeenkomst tussen de Regering van de Hongaarse Republiek en de Regeringen van de BENELUXlanden zouden gelden.

    Wij maken van deze gelegenheid gebruik om Uwe Excellentie opnieuw de verzekering van onze bijzondere hoogachting te geven.

Voor het Koninkrijk België:

W. Verkammen, Ambassadeur

(w.g.) W. VERKAMMEN

Voor het Groothertogdom Luxemburg:

J. Reuter, Ambassadeur

(w.g.) J. REUTER

Voor het Koninkrijk der Nederlanden:

H. J. Van Oordt, Ambassadeur

(w.g.) H. J. VAN OORDT

Zijne Excellentie

Dr. Géza Jeszenszky

Minister van Buitenlandse Zaken van de Hongaarse Republiek

Boedapest

MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN VAN DE HONGAARSE REPUBLIEK

Excellenties,

Ik heb het genoegen de ontvangst te bevestigen van Uw brief van 9 januari 1991, waarvan de tekst als volgt luidt:

[Red: (zoals in Nr. I)]

Ik heb de eer te bevestigen dat de in Uw brief vervatte voorstellen de instemming hebben van de Regering van de Hongaarse Republiek.

Uw brief en dit antwoord vormen een overeenkomst tussen de Regering van de Hongaarse Republiek en de Regeringen van de Beneluxlanden inzake de afschaffing van de visumplicht die op 1 februari 1991 in werking zal treden.

Boedapest, l6 januari 1991.

(w.g.) GEZA JESZENSZKY

(Dr. Géza Jeszenszky)

Aan Hunne Exellenties

de Ambassadeurs van het Koninkrijk België,

het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden in de Hongaarse Republiek

Naar boven