De Partijen bij dit Verdrag,
Herinnerend aan beginsel 1 van de Verklaring van Stockholm inzake het Menselijk Leefmilieu,
Tevens herinnerend aan beginsel 10 van de Verklaring van Rio inzake Milieu en Ontwikkeling,
Voorts herinnerend aan de resoluties van de Algemene Vergadering 37/7 van 28 oktober
1982 inzake het Wereldnatuurhandvest en 45/94 van 14 december 1990 inzake de noodzaak
een gezond milieu te waarborgen voor het welzijn van individuen,
Herinnerend aan het Europees Handvest inzake Milieu en Gezondheid aangenomen op de
Eerste Europese Conferentie inzake Milieu en Gezondheid van de Wereldgezondheidsorganisatie
in Frankfurt-am-Main, Duitsland, op 8 december 1989,
Bevestigend de noodzaak de toestand van het milieu te beschermen, in stand te houden
en te verbeteren en een duurzame en milieuhygiënisch verantwoorde ontwikkeling te
waarborgen,
Erkennend dat adequate bescherming van het milieu van wezenlijk belang is voor het
welzijn van de mens en het genot van de fundamentele mensenrechten, waaronder het
recht op leven zelf,
Tevens erkennend dat een ieder het recht heeft te leven in een milieu dat passend
is voor zijn of haar gezondheid en welzijn en de plicht heeft, zowel individueel als
tezamen met anderen, het milieu te beschermen en te verbeteren in het belang van de
huidige en toekomstige generaties,
Overwegend dat, om dit recht te kunnen doen gelden en deze plicht te kunnen vervullen,
burgers toegang tot informatie, recht op inspraak in de besluitvorming en toegang
tot de rechter inzake milieuaangelegenheden moeten hebben, en in dit verband erkennend
dat burgers bijstand nodig kunnen hebben om hun rechten uit te oefenen,
Erkennend dat, op milieugebied, een verbeterde toegang tot informatie alsmede inspraak
in besluitvorming de kwaliteit en de uitvoering van besluiten verbeteren, bijdragen
tot de bewustheid bij het publiek van milieuvraagstukken, het publiek de gelegenheid
bieden om zijn bezorgdheid te uiten en bestuursorganen in staat stellen naar behoren
rekening te houden met deze bezorgdheid,
Aldus beogend de verantwoording en transparantie van de besluitvorming te bevorderen
en de publieke steun voor besluiten over het milieu te versterken,
Erkennend dat transparantie in alle geledingen van de overheid gewenst is, en wetgevende
lichamen uitnodigend de beginselen van dit Verdrag in hun handelingen ten uitvoer
te brengen,
Tevens erkennend dat het publiek bekend dient te zijn met de procedures voor inspraak
in besluitvorming op milieugebied, er vrije toegang toe dient te hebben en dient te
weten hoe deze te gebruiken,
Voorts het belang erkennend van de onderscheiden rollen die individuele burgers, niet-gouvernementele
organisaties en de particuliere sector kunnen spelen in het beschermen van het milieu,
Geleid door de wens milieu-educatie te stimuleren ter bevordering van het begrip van
het milieu en duurzame ontwikkeling en bij het publiek een wijdverbreide bewustheid
van, en inspraak aan te moedigen in, besluiten die invloed hebben op het milieu en
die duurzame ontwikkeling beïnvloeden,
Gelet op, in dit verband, het belang van gebruikmaking van de media en van elektronische
of andere, toekomstige vormen van communicatie,
Het belang erkennend van geheel in besluitvorming van de overheid geïntegreerde milieu-overwegingen
en derhalve van de noodzaak voor bestuursorganen te beschikken over nauwkeurige, uitvoerige
en actuele milieu-informatie,
Erkennend dat bestuursorganen milieu-informatie bezitten in het openbaar belang,
Geleid door de wens het publiek, met inbegrip van organisaties, toegang te geven tot
doelmatige mechanismen van rechtspraak, opdat zijn rechtmatige belangen worden beschermd
en het recht wordt toegepast,
Gelet op het belang dat adequate productinformatie wordt verstrekt aan consumenten,
om hen in staat te stellen weloverwogen milieukeuzes te maken,
Erkennend de bezorgdheid van het publiek over de doelbewuste introductie in het milieu
van genetisch gemodificeerde organismen en de noodzaak van grotere transparantie en
meer inspraak in de besluitvorming op dit gebied,
Overtuigd dat de uitvoering van dit Verdrag zal bijdragen tot het versterken van de
democratie in de regio van de Economische Commissie voor Europa (ECE) van de Verenigde
Naties,
Zich bewust van de rol die de ECE in dit opzicht heeft gespeeld en herinnerend aan,
onder meer, de richtsnoeren van de ECE inzake de toegang tot milieu-informatie en
inspraak in milieubesluitvorming, bekrachtigd in de Ministeriële Verklaring aangenomen
op de Derde Ministeriële Conferentie „Milieu voor Europa" in Sofia, Bulgarije, op
25 oktober 1995,
Indachtig de relevante bepalingen van het Verdrag inzake milieu-effectrapportage in grensoverschrijdend verband, tot stand gekomen te Espoo, Finland, op 25 februari 1991, en het Verdrag inzake de grensoverschrijdende gevolgen van industriële ongevallen en het Verdrag inzake de bescherming en het gebruik van grensoverschrijdende waterlopen en
internationale meren, beide tot stand gekomen te Helsinki op 17 maart 1992, en andere regionale verdragen,
Zich ervan bewust dat het aannemen van dit Verdrag een bijdrage zal vormen aan het
verder versterken van het proces „Milieu voor Europa" en aan de resultaten van de
Vierde Ministeriële Conferentie in Aarhus, Denemarken, in juni 1998,
Zijn het volgende overeengekomen: