De Regering van het Koninkrijk België, de Regering van het Koninkrijk Denemarken,
de Regering van de Republiek Finland, de Regering van de Franse Republiek, de Regering
van de Bondsrepubliek Duitsland, de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden, de
Regering van het Koninkrijk Noorwegen, de Regering van de Russische Federatie, de
Regering van het Koninkrijk Zweden, de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië
en Noord-Ierland, de Regering van de Verenigde Staten van Amerika, de Europese Gemeenschap
en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (hierna te noemen de „Partijen"),
Gelet op het Gezamenlijk Verdrag inzake de veiligheid van het beheer van bestraalde splijtstof
en inzake de veiligheid van het beheer van radioactief afval van 5 september 1997 (hierna te noemen het „Gezamenlijk Verdrag");
Overwegende dat het Gezamenlijk Verdrag bepaalt dat bestraalde splijtstof en radioactief
afval binnen militaire of defensieprogramma's dienen te worden beheerd in overeenstemming
met de in dat Verdrag neergelegde doelstellingen, ook als zij daarvan uitgesloten
zijn, onverminderd het bepaalde in artikel 3 van dat Verdrag;
Voorts gelet op het Verdrag inzake nucleaire veiligheid van 17 juni 1994;
In herinnering roepend het belang dat in het Gezamenlijk Verdrag wordt gehecht aan
internationale samenwerking ter verhoging van de veiligheid van het beheer van bestraalde
splijtstof en van radioactief afval door middel van bilaterale en multilaterale mechanismen;
Opnieuw het belang bevestigend dat Partijen hechten aan de beginselen vervat in de
desbetreffende internationale verdragen inzake nucleaire aansprakelijkheid voor de
verlening van internationale bijstand op dit gebied;
Erkennend het werk van de Contact Expert Group for International Radwaste Projects, opgericht onder auspiciën van het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie teneinde
kwesties inzake internationale samenwerking op het gebied van het beheer van radioactief
afval en aanverwante aangelegenheden in de Russische Federatie te behandelen alsmede
haar bijdrage aan de ontwikkeling van een allesomvattend internationaal plan van aanpak;
Geleid door de wens de praktische samenwerking te vergemakkelijken teneinde de veiligheid
van het beheer van bestraalde splijtstof en radioactief afval in de Russische Federatie
te bevorderen, in het bijzonder door de uitvoering van projecten in de Russische Federatie
die kunnen worden aangewezen door de Contact Expert Group for International Radwaste Projects;
In herinnering roepend de beginselverklaring van de leden en waarnemers van de Raad
voor het Europees-Arctische Barentsz-zeegebied (BEAC) die Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland, IJsland, Italië, Nederland, Noorwegen,
Polen, de Russische Federatie, Zweden, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten
vertegenwoordigden betreffende het multilaterale nucleaire milieuprogramma in de Russische
Federatie, op 5 maart 1999 ondertekend te Bod⊘ (Noorwegen), waarin de deelnemers verklaarden
bereid te zijn te onderhandelen over een multilateraal kaderverdrag inzake de noodzakelijke
voorwaarden voor het verlenen van internationale bijstand op dit gebied;
Zijn het volgende overeengekomen: