-
a. „grondgebied", met betrekking tot het Koninkrijk der Nederlanden, het grondgebied
van het Koninkrijk in Europa;
-
b. „bevoegde autoriteit", met betrekking tot het Koninkrijk der Nederlanden, de minister
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van Nederland; met betrekking tot het Koninkrijk
Thailand de minister van Werkgelegenheid en Sociaal Welzijn;
-
c. „bevoegd orgaan", met betrekking tot het Koninkrijk der Nederlanden betreffende de
takken van sociale zekerheid genoemd in artikel 2, eerste lid, onder a, b en c: het
Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen; betreffende de takken van sociale zekerheid
genoemd in artikel 2, eerste lid, onder d, e en f: de Sociale Verzekeringsbank; met
betrekking tot het Koninkrijk Thailand het Bureau voor Sociale Zekerheid;
of elke organisatie bevoegd tot het uitvoeren van een taak die momenteel wordt uitgevoerd
door voornoemde organen;
-
d. „instantie", elke organisatie die betrokken is bij de uitvoering van dit Verdrag,
met inbegrip van onder meer de bevolkingsregisters, geboorte-, overlijdens- en huwelijksregisters,
belastingautoriteiten, arbeidsbureaus, scholen en andere onderwijsinstellingen, handelsautoriteiten,
de politie, het gevangeniswezen en immigratiediensten;
-
e. „wetgeving", de wetgeving met betrekking tot de takken van sociale zekerheid genoemd
in artikel 2;
-
f. „uitkering", elke uitkering in geld of elk pensioen krachtens de wetgeving;
-
g. „uitkeringsgerechtigde", een persoon die een uitkering aanvraagt of recht heeft op
een uitkering;
-
h. „gezinslid", een persoon die als zodanig wordt omschreven of aangemerkt door de wetgeving;
-
i. „wonen", regulier wonen;
-
j. „verblijven", tijdelijk wonen.