Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, Brussel, 17-03-1993

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-01-1994 t/m heden

Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte

Authentiek : NL

Protocol tot aanpassing van de overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte

De Europese Economische Gemeenschap,

De Europese Gemeenschap van Kolen en Staal,

Het Koninkrijk België,

Het Koninkrijk Denemarken,

De Bondsrepubliek Duitsland,

De Helleense Republiek,

De Franse Republiek,

Ierland,

De Italiaanse Republiek,

Het Groothertogdom Luxemburg,

Het Koninkrijk der Nederlanden,

De Portugese Republiek,

Het Koninkrijk Spanje,

Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,

en,

De Republiek Finland,

De Republiek IJsland,

Het Vorstendom Liechtenstein,

Het Koninkrijk Noorwegen,

De Republiek Oostenrijk,

Het Koninkrijk Zweden,

hierna de „overeenkomstsluitende partijen” genoemd;

Overwegende dat de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna de EER-Overeenkomst genoemd, op 2 mei 1992 te Porto werd ondertekend;

Overwegende dat in artikel 129, lid 2, van de EER-Overeenkomst is bepaald dat deze door de overeenkomstsluitende partijen overeenkomstig hun onderscheidene grondwettelijke bepalingen zal worden bekrachtigd of goedgekeurd;

Overwegende dat het duidelijk is geworden dat een van de ondertekenaars van de EER-Overeenkomst, de Zwitserse Bondsstaat, niet in staat is de EER-Overeenkomst te bekrachtigen;

Overwegende dat de andere ondertekenaars van de EER-Overeenkomst nog steeds volledig achter de doelstellingen van de Overeenkomst staan en vastbesloten zijn deze zo spoedig mogelijk ten uitvoer te leggen;

Overwegende dat een nieuwe datum voor de inwerkingtreding van de EER-Overeenkomst moet worden vastgesteld;

Overwegende dat bijzondere bepalingen moeten worden opgesteld om de EER-Overeenkomst ten aanzien van het Vorstendom Liechtenstein in werking te doen treden;

Overwegende dat het nodig is de EER-Overeenkomst op enkele plaatsen te wijzigen als gevolg van de niet-bekrachtiging door Zwitserland;

Overwegende dat het dienstig is bij het aanbrengen van deze wijzigingen ook een bepaling op te nemen die de wens van de overeenkomstsluitende partijen tot uiting brengt het Zwitserland in de toekomst mogelijk te maken aan de EER deel te nemen,

Hebben besloten het volgende Protocol te sluiten;

Artikel 1

  • 1 De EER-Overeenkomst, zoals bij dit Protocol gewijzigd, treedt in werking op de dag waarop dit Protocol tussen de Europese Economische Gemeenschap, de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, hun Lid-Staten en de Republiek Finland, de Republiek IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, de Republiek Oostenrijk en het Koninkrijk Zweden in werking treedt.

  • 2 Wat het Vorstendom Liechtenstein betreft, treedt de EER-Overeenkomst, zoals bij dit Protocol gewijzigd, in werking op de datum die door de EER-Raad wordt vastgesteld, mits de EER-Raad:

    • - besloten heeft dat aan de voorwaarde van artikel 121, onder b), van de EER-Overeenkomst is voldaan, namelijk dat de goede werking van de Overeenkomst niet wordt geschaad, en

    • - de nodige besluiten heeft genomen met name wat de toepassing op Liechtenstein betreft van de door de Raad en het Gemengde Comité van de EER reeds vastgestelde maatregelen.

  • 3 Liechtenstein zal worden uitgenodigd aan de in lid 2 bedoelde besluiten van de Raad van de EER deel te nemen.

Artikel 15

De volgende bepalingen van de EER-Overeenkomst:

  • - artikel 81, onder a), b), e) en f);

  • - artikel 82;

  • - Protocol 30, lid 2, eerste en tweede alinea;

  • - Protocol 31, artikel 1, lid 1, onder a), b) en c), artikel 4, leden 1, 3 en 4, artikel 5, lid 3, eerste en tweede alinea, en

  • - Protocol 32,

treden op 1 januari 1994 in werking.

Artikel 21

De bepalingen, verwijzingen, bijzondere aanpassingen, perioden en data betreffende Liechtenstein in de EER-Overeenkomst, zoals bij dit Protocol gewijzigd, zijn slechts van toepassing wanneer de EER-Overeenkomst, zoals bij dit Protocol gewijzigd, overeenkomstig artikel 1, lid 2, van dit Protocol ten aanzien van Liechtenstein in werking is getreden.

Artikel 22

  • 1 Dit Protocol is opgesteld in één exemplaar, in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de IJslandse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Noorse, de Portugese, de Spaanse en de Zweedse taal, zijnde elk van deze teksten gelijkelijk authentiek.

  • 2 Dit Protocol wordt door de overeenkomstsluitende partijen bekrachtigd of goedgekeurd overeenkomstig hun onderscheidene grondwettelijke bepalingen.

    Het wordt neergelegd bij het Secretariaat-Generaal van de Raad van de Europese Gemeenschappen dat voor eensluidend gewaarmerkte afschriften aan alle andere overeenkomstsluitende partijen zal toezenden.

    De akten van bekrachtiging of goedkeuring zullen worden nedergelegd bij het Secretariaat-Generaal van de Raad van de Europese Gemeenschappen dat alle andere overeenkomstsluitende partijen hiervan in kennis stelt.

  • 3 Dit Protocol treedt op 1 juli 1993 in werking, mits alle in artikel 1, lid 1, genoemde overeenkomstsluitende partijen hun akten van bekrachtiging of goedkeuring van de EER-Overeenkomst en dit Protocol voor die datum hebben neergelegd. Na die datum zal dit Protocol in werking treden op de eerste dag van de maand volgende op de laatste neerlegging. Indien dit echter minder dan vijftien dagen vóór het begin van de volgende maand geschiedt, treedt dit Protocol eerst in werking op de eerste dag van de tweede maand na deze neerlegging.

  • 4 Wat Liechtenstein betreft treedt dit Protocol in werking na neerlegging van de akten van bekrachtiging van de EER-Overeenkomst en dit Protocol, op de datum die door de EER-Raad overeenkomstig artikel 1, lid 2, is vastgesteld.

GEDAAN te Brussel, de zeventiende maart negentienhonderd drieënnegentig.

Slotakte

De gevolmachtigden van:

de Europese Economische Gemeenschap

de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal,

hierna „de Gemeenschap” te noemen, en van:

Het Koninkrijk België,

Het Koninkrijk Denemarken,

de Bondsrepubliek Duitsland,

de Franse Republiek,

de Helleense Republiek,

Ierland,

de Italiaanse Republiek,

Het Groothertogdom Luxemburg,

Het Koninkrijk der Nederlanden,

de Portugese Republiek,

Het Koninkrijk Spanje,

Het Verenigd Koninkrijk van Groot Brittannië en Noord-Ierland,

Verdragsluitende Partijen bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal,

hierna „de Lid-Staten van de EG” te noemen,

en

de gevolmachtigden van:

de Republiek Finland,

de Republiek IJsland,

Het Vorstendom Liechtenstein,

Het Koninkrijk Noorwegen,

de Republiek Oostenrijk,

Het Koninkrijk Zweden,

hierna „de EVA-Staten” te noemen,

bijeengekomen te Brussel op zeventien maart in het jaar negentienhonderddrieënnegentig voor de ondertekening van het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hebben de volgende teksten aangenomen:

  • I. het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte;

  • II. de in artikel 20 van het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte bedoelde bijlage, die aan het Protocol gehecht is.

De gevolmachtigden van de Gemeenschap en van de Lid-Staten van de EG en de gevolmachtigden van de EVA-Staten hebben de aan deze Slotakte gehechte Gemeenschappelijke Verklaring aangenomen.

Bovendien hebben de gevolmachtigden van de Gemeenschap en van de Lid-Staten van de EG en de gevolmachtigden van de EVA-Staten het proces-verbaal van overeenkomst aangenomen dat aan deze Slotakte is gehecht en dat bindende kracht heeft.

De gevolmachtigden van de Gemeenschap en van de Lid-Staten van de EG en de gevolmachtigden van de EVA-Staten hebben nota genomen van de aan deze Slotakte gehechte verklaring van de Regering van Frankrijk.

De gevolmachtigden van de Gemeenschap en van de Lid-Staten van de EG en de gevolmachtigden van de EVA-Staten hebben er nota van genomen dat de verwijzingen naar Zwitserland welke zijn vervat in de volgende Gemeenschappelijke Verklaringen, opgenomen in en gehecht aan de op 2 mei 1992 te Porto ondertekende Slotakte, zijn vervallen:

  • 3. Gemeenschappelijke Verklaring betreffende een overgangsperiode voor de afgifte of opstelling van documenten inzake het bewijs van oorsprong en

  • 8. Gemeenschappelijke Verklaring inzake het vervoer van goederen over de weg.

De gevolmachtigden van de Gemeenschap en van de Lid-Staten van de EG en de gevolmachtigden van de EVA-Staten hebben er eveneens nota van genomen dat de volgende overeenkomsten, neergelegd in het proces-verbaal van overeenkomst dat aan de op 2 mei 1992 te Porto ondertekende Slotakte is gehecht, zijn vervallen:

  • - ad Protocol 16 en bijlage VI,

  • - ad bijlage VII (betreffende ingenieurs, van de „Stiftung der Schweizerischen Register der Ingenieure”).

Zij zijn overeengekomen dat onder „ad Protocol 47” van het proces-verbaal van overeenkomst de woorden „de Gemeenschap en Zwitserland respectievelijk” worden geschrapt.

Tenslotte hebben de gevolmachtigden van de Gemeenschap en van de Lid-Staten van de EG en de gevolmachtigden van de EVA-Staten met betrekking tot de verklaringen, opgenomen in en gehecht aan de op 2 mei 1992 te Porto ondertekende Slotakte, nota genomen van het volgende:

  • I. De onderstaande verklaringen zijn vervallen:

    • 10. Verklaring van de regering van Zwitserland inzake vrijwaringsmaatregelen;

    • 11. Verklaring van de Europese Gemeenschap;

    • 12. Verklaring van de regering van Zwitserland betreffende de invoering van een aanvullende opleiding na het behalen van het diploma van architect in de instellingen voor hoger technisch onderwijs;

    • 16. Verklaring van de regering van Zwitserland betreffende het gebruik van de vrijwaringsclausule in verband met kapitaalbewegingen;

    • 17. Verklaring van de Europese Gemeenschap;

    • 34. Verklaring van de regering van Zwitserland betreffende douanerechten van fiscale aard;

    • 36. Verklaring van de regering van Zwitserland betreffende de Overeenkomst tussen de EEG en de Zwitserse Bondsstaat inzake het goederenvervoer over de weg en per spoor.

  • II. In de volgende verklaringen is de verklaring van de regering van Zwitserland of de verklaring van de Europese Gemeenschap met betrekking tot Zwitserland vervallen:

    • 2. Verklaring van de regeringen van Liechtenstein en Zwitserland betreffende alcoholmonopolies;

    • 13. Verklaring van de regeringen van Oostenrijk en Zwitserland betreffende audiovisuele diensten;

    • 14. Verklaring van de regeringen van Liechtenstein en Zwitserland betreffende administratieve bijstand;

    • 15. Verklaring van de Europese Gemeenschap;

    • 33. Verklaring van de Europese Gemeenschap en de regeringen van Oostenrijk, Finland, Liechtenstein, Zweden en Zwitserland betreffende produkten van de walvisvangst;

    • 35. Verklaring van de Europese Gemeenschap betreffende bilaterale overeenkomsten.

Gemeenschappelijke Verklaring

  • 1. Hoewel zij het resultaat van het Zwitserse referendum van 6 december 1992 volledig respecteren, betreuren de Partijen bij de EER-Overeenkomst het dat als gevolg van het niet-deelnemen van Zwitserland de EER niet tussen de aanvankelijk voorziene Overeenkomstsluitende Partijen tot stand kon worden gebracht.

  • 2. De Partijen bij de EER-Overeenkomst hebben er nota van genomen dat de Zwitserse autoriteiten een eventuele toekomstige deelname aan de EER open hebben gelaten. Zij zullen een Zwitserse deelname aan de EER met instemming begroeten en zijn bereid onderhandelingen aan te vangen indien Zwitserland ingevolge artikel 128 van de EER-Overeenkomst, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de EER-Overeenkomst, een aanvraag indient.

  • 3. Een toekomstige deelname van Zwitserland aan de EER dient te worden gebaseerd op de resultaten welke zijn neergelegd in de oorspronkelijke EER-Overeenkomst en de op hetzelfde tijdstip gesloten bilaterale overeenkomsten, alsmede op eventuele latere wijzigingen in die overeenkomsten.

Proces-verbaal van Overeenkomst

De Overeenkomstsluitende Partijen zijn het volgende overeengekomen:

ad artikel 15

De specifieke datum voor de inwerkingtreding van de in artikel 15 bedoelde bepalingen houdt verband met moeilijkheden van begrotingstechnische aard en vormen geen beletsel voor bilaterale of multilaterale samenwerking op de desbetreffende gebieden; voorts zal deze datum niet van invloed zijn op de in artikel 85 van de EER-Overeenkomst bedoelde samenwerking.

Ten einde de ordelijke inwerkingtreding van de in artikel 15 bedoelde bepalingen te waarborgen kunnen de deskundigen van de EVA-Staten tijdens de periode tot 1 januari 1994 voorlopig zitting nemen in de comités die de EG-Commissie bijstaan bij het beheer of de ontwikkeling van de activiteiten van de Gemeenschap op de onder deze bepalingen vallende gebieden.

Elke EVA-Staat draagt de kosten die deze deelname voor hem met zich brengt.

ad artikel 20

Bijlage IV (Energie)

In de term „handel tussen de EVA-Staten", wordt onder „EVA" die EVA-Staten verstaan waarvoor de EER-Overeenkomst in werking is getreden;

Bijlage XIV (Mededinging)

1. 389 R 4064: Verordening (EEG) nr. 4064/89 van de Raad

In de termen „EVA-dimensie”, aanpassingen a), b) en h), „omzet op het grondgebied van de EVA”, aanpassingen b) en j), en „ingezetenen van een EVA-Staat”, aanpassing j), wordt onder „EVA” die EVA-Staten verstaan waarvoor de EER-Overeenkomst in werking is getreden.

Verklaring van de Regering van de Franse Republiek

Frankrijk verklaart dat de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte niet van toepassing is op de landen en gebieden overzee die in overeenstemming met het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap geassocieerd zijn met de Europese Economische Gemeenschap.

GEDAAN te Brussel, de zeventiende maart negentienhonderd drieënnegentig.

Naar boven