De eerste verdeling van actieve quotums ingevolge artikel III, Afdeling I, zesde lid, van het Verdrag geschiedt op zodanige wijze, dat elke Staat-Partij verplicht is over zijn grondgebied een aantal observatievluchten te dulden dat niet groter is dan 75 procent, naar beneden afgerond op het eerstvolgende hele getal, van het individuele passieve quotum, toegekend als uiteengezet in Afdeling 1, paragraaf 1, van deze Bijlage. Op deze grondslag, en voor de Staten-Partijen die onderhandelingen hebben gevoerd in het kader van de „Open Luchtruim"-Conferentie te Wenen, is de eerste wederzijdse verdeling geldig vanaf de datum van inwerkingtreding van het Verdrag tot 31 december van het daaropvolgende jaar; zij geldt slechts ten aanzien van de Staten-Partijen die het Verdrag hebben bekrachtigd. De eerste verdeling wordt hieronder uiteengezet:
De Bondsrepubliek Duitsland heeft het recht drie observatievluchten uit te voeren boven het grondgebied van de groep Staten-Partijen de Republiek Wit-Rusland en de Russische Federatie, en één observatievlucht boven het grondgebied van Oekraïne;
De Verenigde Staten van Amerika hebben het recht acht observatievluchten uit te voeren boven het grondgebied van de groep Staten-Partijen de Republiek Wit-Rusland en de Russische Federatie, en één observatievlucht, tezamen met Canada, boven het grondgebied van Oekraïne;
De groep Staten-Partijen de Republiek Wit-Rusland en de Russische Federatie heeft het recht twee observatievluchten uit te voeren boven het grondgebied van de Benelux, als genoemd in artikel XIV van het Verdrag, twee observatievluchten boven het grondgebied van Canada, twee observatievluchten boven het grondgebied van het Koninkrijk Denemarken, drie observatievluchten boven het grondgebied van de Franse Republiek, drie observatievluchten boven het grondgebied van de Bondsrepubliek Duitsland, één observatievlucht boven het grondgebied van de Griekse Republiek, twee observatievluchten boven het grondgebied van de Italiaanse Republiek, twee observatievluchten boven het grondgebied van het Koninkrijk Noorwegen, twee observatievluchten boven het grondgebied van de Republiek Turkije, drie observatievluchten boven het grondgebied van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, en vier observatievluchten boven het grondgebied van de Verenigde Staten van Amerika;
Het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, de Benelux genoemd, hebben het recht één observatievlucht uit te voeren boven het grondgebied van de groep Staten-Partijen de Republiek Wit-Rusland en de Russische Federatie, en één observatievlucht boven het grondgebied van de Republiek Polen;
De Republiek Bulgarije heeft het recht één observatievlucht uit te voeren boven het grondgebied van de Griekse Republiek, één observatievlucht boven het grondgebied van de Italiaanse Republiek, en één observatievlucht boven het grondgebied van de Republiek Turkije;
Canada heeft het recht twee observatievluchten uit te voeren boven het grondgebied van de groep Staten-Partijen de Republiek Wit-Rusland en de Russische Federatie, één observatievlucht boven het grondgebied van de Tsjechische en Slowaakse Federatieve Republiek, één observatievlucht boven het grondgebied van de Republiek Polen, en één observatievlucht, tezamen met de Verenigde Staten van Amerika, boven het grondgebied van Oekraïne;
Het Koninkrijk Denemarken heeft het recht één observatievlucht uit te voeren boven het grondgebied van de groep Staten-Partijen de Republiek Wit-Rusland en de Russische Federatie, en één observatievlucht boven het grondgebied van de Republiek Polen;
Het Koninkrijk Spanje heeft het recht één observatievlucht uit te voeren boven het grondgebied van de Tsjechische en Slowaakse Federatieve Republiek;
De Franse Republiek heeft het recht drie observatievluchten uit te voeren boven het grondgebied van de groep Staten-Partijen de Republiek Wit-Rusland en de Russische Federatie, en één observatievlucht boven het grondgebied van Roemenië;
Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland heeft het recht drie observatievluchten uit te voeren boven het grondgebied van de groep Staten-Partijen de Republiek Wit-Rusland en de Russische Federatie, en één observatievlucht boven het grondgebied van Oekraïne;
De Griekse Republiek heeft het recht één observatievlucht uit te voeren boven het grondgebied van de Republiek Bulgarije, en één observatievlucht boven het grondgebied van Roemenië;
De Republiek Hongarije heeft het recht één observatievlucht uit te voeren boven het grondgebied van Roemenië, en één observatievlucht boven het grondgebied van Oekraïne;
De Italiaanse Republiek heeft het recht twee observatievluchten uit te voeren boven het grondgebied van de groep Staten-Partijen de Republiek Wit-Rusland en de Russische Federatie, één observatievlucht boven het grondgebied van de Republiek Hongarije, en één observatievlucht, tezamen met de Republiek Turkije, boven het grondgebied van Oekraïne;
Het Koninkrijk Noorwegen heeft het recht twee observatievluchten uit te voeren boven het grondgebied van de groep Staten-Partij en de Republiek Wit-Rusland en de Russische Federatie, en één observatievlucht boven het grondgebied van de Republiek Polen;
De Republiek Polen heeft het recht één observatievlucht uit te voeren boven het grondgebied van de Bondsrepubliek Duitsland, één observatievlucht boven het grondgebied van de groep Staten-Partijen de Republiek Wit-Rusland en de Russische Federatie, en één observatievlucht boven het grondgebied van Oekraïne;
Roemenië heeft het recht één observatievlucht uit te voeren boven het grondgebied van de Republiek Bulgarije, één observatievlucht boven het grondgebied van de Griekse Republiek, één observatievlucht boven het grondgebied van de Republiek Hongarije, en één observatievlucht boven het grondgebied van Oekraïne;
De Tsjechische en Slowaakse Federatieve Republiek heeft het recht één observatievlucht uit te voeren boven het grondgebied van de Bondsrepubliek Duitsland, en één observatievlucht boven het grondgebied van Oekraïne;
De Republiek Turkije heeft het recht twee observatievluchten uit te voeren boven het grondgebied van de groep Staten-Partijen de Republiek Wit-Rusland en de Russische Federatie, één observatievlucht boven het grondgebied van de Republiek Bulgarije, en twee observatievluchten, waarvan één tezamen met de Italiaanse Republiek, boven het grondgebied van Oekraïne;
Oekraïne heeft het recht één observatievlucht uit te voeren boven het grondgebied van de Tsjechische en Slowaakse Federatieve Republiek, één observatievlucht boven het grondgebied van de Republiek Hongarije, één observatievlucht boven het grondgebied van de Republiek Polen, één observatievlucht boven het grondgebied van Roemenië, en twee observatievluchten boven het grondgebied van de Republiek Turkije.