De Regeringen van de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Oostenrijk, het Koninkrijk
België, het Koninkrijk Denemarken, Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek,
het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk Noorwegen, het Koninkrijk der Nederlanden,
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, het Koninkrijk Zweden
en de Zwitserse Bondsstaat,
Partijen bij het Verdrag van 29 juli 1960 inzake wettelijke aansprakelijkheid op het
gebied van de kernenergie, gesloten in het kader van de Organisatie voor Europese
Economische Samenwerking en Ontwikkeling, thans de Organisatie voor Economische Samenwerking
en Ontwikkeling en zoals gewijzigd bij het op 28 januari 1964 te Parijs gesloten Aanvullend
Protocol, bij het op 16 november 1982 te Parijs gesloten Protocol en bij het op 12
februari 2004 te Parijs gesloten Protocol (hierna te noemen „Verdrag van Parijs”);
Geleid door de wens de maatregelen waarin dat Verdrag voorziet aan te vullen, ten
einde het bedrag der vergoeding voor schade, veroorzaakt door het gebruik van kernenergie
voor vreedzame doeleinden, te verhogen,
Zijn overeengekomen als volgt: