Publicatiepiek op wetten.overheid.nl.
Per 1 juli 2025 wordt er een groot aantal regelingen gewijzigd. Mogelijk zijn nog niet alle wijzigingen verwerkt op de datum van inwerkingtreding en ziet u een oude versie van de tekst. Raadpleeg bij twijfel de bekendmaking. Deze publicatiepiek vangt aan op 16 juni en zal tot 1 augustus 2025 duren.

Tijdelijke wet inframarginale elektriciteitsheffing

[Regeling vervalt op nader te bepalen datum].
Geraadpleegd op 09-07-2025.
Geldend van 01-12-2022 t/m 24-07-2024

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. begripsbepalingen

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Terugwerkende kracht

Stb. 2024, 224, datum inwerkingtreding 25-07-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-12-2022.

Hoofdstuk 2. Belastingplichtige, belastbaar feit, heffingstijdvak, heffingsgrondslag en tarief

Artikel 2. inframarginale elektriciteitsheffing

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Onder de naam inframarginale elektriciteitsheffing wordt een belasting geheven van producenten van elektriciteit als bedoeld in artikel 3, eerste lid.

Terugwerkende kracht

Stb. 2024, 224, datum inwerkingtreding 25-07-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-12-2022.

Artikel 3. belastbaar feit

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 De inframarginale elektriciteitsheffing wordt geheven over de marktinkomsten uit elektriciteit die in Nederland is opgewekt met behulp van een inframarginale energiebron of steenkool, met een productie-installatie met een geïnstalleerd vermogen als bedoeld in artikel 2, onderdeel 16, van verordening 2016/631 vanaf 1 megawatt en die is ingevoed op het elektriciteitsnet of een directe lijn.

  • 3 Voor de toepassing van de inframarginale elektriciteitsheffing worden onder marktinkomsten niet verstaan:

    • a. marktinkomsten uit elektriciteit als bedoeld in het eerste lid die is opgewekt binnen een demonstratieproject als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van verordening 2022/1854;

    • b. marktinkomsten uit elektriciteit als bedoeld in het eerste lid, die door een balanceringsdienstverlener is aangeboden op de balanceringsenergiemarkt en daar is geactiveerd;

    • c. inkomsten met betrekking tot elektriciteit als bedoeld in het eerste lid, uit de compensatie voor redispatching en compensatiehandel.

Terugwerkende kracht

Stb. 2024, 224, datum inwerkingtreding 25-07-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-12-2022.

Artikel 4. heffingstijdvak

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 De inframarginale elektriciteitsheffing wordt geheven over marktinkomsten uit elektriciteit als bedoeld in artikel 3, eerste lid, die door de producent is opgewekt en ingevoed met ingang van 1 december 2022 tot 1 juli 2023.

  • 2 De inframarginale elektriciteitsheffing wordt verschuldigd op het tijdstip waarop het heffingstijdvak eindigt.

Terugwerkende kracht

Stb. 2024, 224, datum inwerkingtreding 25-07-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-12-2022.

Artikel 5. heffingsgrondslag

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 De inframarginale elektriciteitsheffing wordt geheven over de som van de belastbare marktinkomsten uit door de producent in de kalendermaanden van het heffingstijdvak opgewekte en ingevoede elektriciteit als bedoeld in artikel 3, eerste lid, welke som blijkt uit het marktinkomstenverslag.

  • 2 In afwijking van het eerste lid blijkt de som van de belastbare marktinkomsten:

    • a. indien een nieuw marktinkomstenverslag is ingediend overeenkomstig artikel 14 uit dat nieuwe marktinkomstenverslag;

    • b. indien Onze Minister voor Klimaat en Energie ambtshalve de som van de belastbare marktinkomsten heeft vastgesteld overeenkomstig artikel 15 uit die ambtshalve vaststelling.

Terugwerkende kracht

Stb. 2024, 224, datum inwerkingtreding 25-07-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-12-2022.

Artikel 6. tarief

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

De inframarginale elektriciteitsheffing bedraagt 90% van de som van de belastbare marktinkomsten uit elektriciteit als bedoeld in artikel 3, eerste lid, die door de producent is opgewekt en ingevoed in de kalendermaanden van het heffingstijdvak.

Terugwerkende kracht

Stb. 2024, 224, datum inwerkingtreding 25-07-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-12-2022.

Hoofdstuk 3. Berekening belastbare marktinkomsten

Artikel 7. belastbare marktinkomsten uit in een kalendermaand opgewekte en ingevoede elektriciteit

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 De belastbare marktinkomsten uit door de producent in een kalendermaand opgewekte en ingevoede elektriciteit als bedoeld in artikel 3, eerste lid, zijn gelijk aan de som van de belastbare marktinkomsten uit door de producent in een kalendermaand uit elk van de energiebronnen waarvoor ingevolge artikel 9 een afzonderlijk vrijgesteld bedrag geldt, opgewekte en ingevoede elektriciteit als bedoeld in artikel 3, eerste lid.

  • 2 Indien de belastbare marktinkomsten uit door de producent in een kalendermaand uit een energiebron waarvoor ingevolge artikel 9 een afzonderlijk vrijgesteld bedrag geldt, opgewekte en ingevoede elektriciteit als bedoeld in artikel 3, eerste lid, kleiner zijn dan nul, worden deze voor die kalendermaand op nihil gesteld.

  • 3 De belastbare marktinkomsten uit door de producent in een kalendermaand uit een energiebron waarvoor ingevolge artikel 9 een afzonderlijk vrijgesteld bedrag geldt, opgewekte en ingevoede elektriciteit als bedoeld in artikel 3, eerste lid, worden berekend volgens de formule:

    BM = sHE(uur) x (GME(uur) – VB)

    waarin

    BM staat voor: belastbare marktinkomsten uit door de producent in een kalendermaand uit een energiebron waarvoor ingevolge artikel 9 een afzonderlijk vrijgesteld bedrag geldt, opgewekte en ingevoede elektriciteit als bedoeld in artikel 3, eerste lid, uitgedrukt in euro’s

    sHE(uur) staat voor: de som van de hoeveelheden door de producent in de kalendermaand per uur uit de energiebron, bedoeld in artikel 9, opgewekte en ingevoede elektriciteit als bedoeld in artikel 3, eerste lid, minus de hoeveelheid van deze elektriciteit die is ingezet voor redispatch of compensatiehandel, uitgedrukt in megawatturen

    GME(uur) staat voor: gemiddelde marktinkomsten per megawattuur uit door de producent in de kalendermaand per uur uit de energiebron opgewekte en ingevoede elektriciteit als bedoeld in artikel 3, eerste lid, bedoeld in artikel 8, uitgedrukt in euro’s per megawattuur

    VB staat voor: vrijgesteld bedrag van de marktinkomsten voor de energiebron, bedoeld in artikel 9, uitgedrukt in euro’s per megawattuur.

  • 4 Indien de door de producent in een kalendermaand uit een energiebron waarvoor ingevolge artikel 9 een afzonderlijk vrijgesteld bedrag geldt, opgewekte en ingevoede elektriciteit, bedoeld in artikel 3, eerste lid, is opgewekt met behulp van een hybride productie-installatie die gebruikmaakt van energiebronnen waarvoor het vrijgestelde bedrag, bedoeld in artikel 9, verschilt, wordt bij de berekening, bedoeld in het derde lid, de hoeveelheid per uur met deze productie-installatie opgewekte en ingevoede elektriciteit als bedoeld in artikel 3, eerste lid, berekend op basis van de verhouding van de aandelen van de in de kalendermaand uit deze energiebronnen opgewekte elektriciteit.

  • 5 Indien de elektriciteit, bedoeld in artikel 3, eerste lid, is opgewekt met behulp van een hybride productie-installatie als bedoeld in het vierde lid, wordt het aandeel van de in de kalendermaand opgewekte elektriciteit:

    • a. voor biomassabrandstoffen of een andere inframarginale energiebron, die tevens is een hernieuwbare energiebron als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel t, van de Elektriciteitswet 1998, gesteld op de hoeveelheid elektriciteit waarvoor garanties van oorsprong voor duurzame elektriciteit voor de betreffende kalendermaand zijn uitgegeven;

    • b. voor steenkool of een inframarginale energiebron, die niet is een hernieuwbare energiebron als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel t, van de Elektriciteitswet 1998, gesteld op de hoeveelheid elektriciteit waarvoor certificaten van oorsprong voor de betreffende kalendermaand zijn uitgegeven.

  • 6 Indien voor de met behulp van een hybride productie-installatie als bedoeld in het vijfde lid, in een kalendermaand opgewekte elektriciteit geen garanties van oorsprong voor duurzame elektriciteit of certificaten van oorsprong zijn uitgegeven, wordt het aandeel van de in de kalendermaand opgewekte elektriciteit:

  • 7 Bij ministeriële regeling:

    • a. worden nadere regels gesteld over de wijze waarop de hoeveelheid opgewekte en ingevoede elektriciteit, bedoeld in het derde en vierde lid, wordt bepaald; en

    • b. kunnen nadere regels worden gesteld ten behoeve van de toepassing van het vierde, vijfde en zesde lid.

Terugwerkende kracht

Stb. 2024, 224, datum inwerkingtreding 25-07-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-12-2022.

Artikel 8. gemiddelde marktinkomsten per megawattuur uit in een kalendermaand per uur opgewekte en ingevoede elektriciteit

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 De gemiddelde marktinkomsten per megawattuur uit door de producent in een kalendermaand per uur uit een energiebron waarvoor ingevolge artikel 9 een afzonderlijk vrijgesteld bedrag geldt, opgewekte en ingevoede elektriciteit als bedoeld in artikel 3, eerste lid, worden berekend volgens de formule:

    GME(uur) = sME(uur)/sHE(uur)

    waarin

    GME(uur) staat voor: gemiddelde marktinkomsten per megawattuur uit door de producent in de kalendermaand per uur uit een energiebron waarvoor ingevolge artikel 9 een afzonderlijk vrijgesteld bedrag geldt, opgewekte en ingevoede elektriciteit als bedoeld in artikel 3, eerste lid, uitgedrukt in euro’s per megawattuur

    sME(uur) staat voor: de som van de marktinkomsten uit door de producent in de kalendermaand per uur uit de energiebron opgewekte en ingevoede elektriciteit als bedoeld in artikel 3, eerste lid, uitgedrukt in euro’s

    sHE(uur) staat voor: de som van de hoeveelheid door de producent in de kalendermaand per uur uit de energiebron opgewekte en ingevoede elektriciteit als bedoeld in artikel 3, eerste lid, minus de hoeveelheid van deze elektriciteit die is ingezet voor redispatch of compensatiehandel, uitgedrukt in megawatturen.

  • 2 Indien de elektriciteit, bedoeld in het eerste lid, is opgewekt uit wind- of zonne-energie worden de gemiddelde marktinkomsten per megawattuur, bedoeld in het eerste lid, gecorrigeerd voor onbalans met de onbalanskosten per megawattuur voor elektriciteit opgewekt uit windenergie op land, windenergie op zee of zonne-energie, zoals voor het betreffende kalenderjaar berekend door het Planbureau voor de Leefomgeving ten behoeve van de vaststelling door Onze Minister voor Klimaat en Energie van de correcties voor de subsidieverlening voor de opwekking van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen krachtens de Kaderwet EZK- en LNV subsidies.

  • 3 De marktinkomsten uit door de producent in de kalendermaand per uur uit een energiebron als bedoeld in artikel 9 opgewekte en ingevoede elektriciteit als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt berekend volgens de formule:

    ME(uur) = HE(uur) x P(uur)

    waarin

    ME(uur) staat voor: marktinkomsten uit door de producent in de kalendermaand per uur uit de energiebron opgewekte en ingevoede elektriciteit als bedoeld in artikel 3, eerste lid, uitgedrukt in euro’s

    HE(uur) staat voor: hoeveelheid door de producent in een uur in de kalendermaand uit een energiebron als bedoeld in artikel 9 opgewekte en ingevoede elektriciteit als bedoeld in artikel 3, eerste lid, minus de hoeveelheid van deze elektriciteit die is ingezet voor redispatch of compensatiehandel, uitgedrukt in megawatturen

    P(uur) staat voor: prijs voor elektriciteit voor het betreffende uur in de kalendermaand op de day-ahead-markt voor de biedzone Nederland op de voorafgaande dag, uitgedrukt in euro’s per megawattuur.

  • 4 Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld over:

    • a. de wijze waarop de hoeveelheid opgewekte en ingevoede elektriciteit, bedoeld in het derde lid, wordt bepaald;

    • b. de onbalanskosten, bedoeld in het tweede lid;

    • c. de prijs voor elektriciteit op de day-ahead-markt voor de biedzone Nederland voor de uren in de kalendermaanden van het heffingstijdvak, bedoeld in het derde lid.

Terugwerkende kracht

Stb. 2024, 224, datum inwerkingtreding 25-07-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-12-2022.

Artikel 9. vrijgesteld bedrag van de marktinkomsten

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Het bedrag van de marktinkomsten per megawattuur dat is vrijgesteld van de inframarginale elektriciteitsheffing is:

  • a. € 285 voor elektriciteit als bedoeld in artikel 3, eerste lid, die is opgewekt uit gasvormige biomassabrandstoffen;

  • b. € 240 voor elektriciteit als bedoeld in artikel 3, eerste lid, die is opgewekt uit vaste biomassabrandstoffen;

  • c. € 130 voor elektriciteit als bedoeld in artikel 3, eerste lid, die is opgewekt uit een andere inframarginale energiebron, tenzij die elektriciteit is opgewekt met behulp van een productie-installatie als bedoeld in onderdeel d;

  • d. het geldende fasebedrag of basisbedrag dan wel tenderbedrag voor elektriciteit als bedoeld in artikel 3, eerste lid, die is opgewekt uit een andere inframarginale energiebron met behulp van een productie-installatie waarvoor krachtens de Kaderwet EZK- en LNV subsidies subsidie is verleend voor de opwekking van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen en voor die subsidie een fasebedrag of basisbedrag dan wel tenderbedrag geldt dat, zonder toepassing van een correctiefactor voor windenergie, hoger is dan € 130 per megawattuur;

  • e. € 130 voor elektriciteit als bedoeld in artikel 3, eerste lid, die is opgewekt uit steenkool, ofwel het bedrag dat volgt uit onderstaande formule, indien dit hoger is dan € 130:

(PS + PE x emissiefactor) x efficiëntie + 40

waarin

PS staat voor: gewogen maandgemiddelde van de dagelijkse prijs van steenkool in de maand waarvoor het vrijgestelde bedrag van de marktinkomsten wordt bepaald volgens de API2 Rotterdam Coal Future, op de Intercontinental Exchange (ICE) Futures Europe, van de eerstvolgende kalendermaand na de kalendermaand waarvoor het vrijgestelde bedrag van de marktinkomsten wordt bepaald, uitgedrukt in euro’s per ton

PE staat voor: prijs van broeikasgasemissierechten als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer (ETS-prijs) in de kalendermaand waarvoor het vrijgesteld bedrag van de marktinkomsten wordt bepaald, zijnde het gewogen gemiddelde in die kalendermaand van de dagelijkse termijnkoersen voor één jaar van broeikasgasemissierechten voor levering in december van het betreffende kalenderjaar op de Intercontinental Exchange (ICE) Endex (slotverkoopkoersen), uitgedrukt in euro’s per ton CO2

emissiefactor staat voor: emissiefactor in ton CO2 per ton volgens de standaard CO2-emissiefactoren in de Nederlandse lijst van energiedragers en standaard CO2-emissiefactoren, versie januari 2022 (NIR 2022 standaardwaarden) zoals gepubliceerd door de rijksdienst voor ondernemend Nederland (RVO)

en

efficiëntie wordt berekend volgens de formule:

1/((energiedichtheid/3600) x elektrisch rendement)

waarin

energiedichtheid staat voor: energiedichtheid in megajoule per ton volgens de standaard CO2 emissiefactoren in de Nederlandse lijst van energiedragers en standaard CO2 emissiefactoren, versie januari 2022 (NIR 2022 standaardwaarden) zoals gepubliceerd door de rijksdienst voor ondernemend Nederland (RVO), uitgedrukt in megajoule per ton

elektrisch rendement staat voor: elektrisch rendement op basis van de verleende omgevingsvergunning, uitgedrukt in procenten.

Terugwerkende kracht

Stb. 2024, 224, datum inwerkingtreding 25-07-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-12-2022.

Artikel 10. alternatief voor berekening belastbare marktinkomsten uit in een kalendermaand opgewekte en ingevoede elektriciteit

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 In afwijking van artikel 7, derde lid, en artikel 8, kan een producent de belastbare marktinkomsten uit door hem in een kalendermaand opgewekte en ingevoede elektriciteit als bedoeld in artikel 3, eerste lid, voor elk van de kalendermaanden in het heffingstijdvak en elk van de energiebronnen waarvoor ingevolge artikel 9 een afzonderlijk bedrag geldt, berekenen met overeenkomstige toepassing van de formule, bedoeld artikel 7, derde lid, met dien verstande dat:

    • a. GME staat voor: gemiddelde marktinkomsten per megawattuur uit in de kalendermaand uit de energiebron, opgewekte en ingevoede elektriciteit als bedoeld in artikel 3, eerste lid, uitgedrukt in euro’s per megawattuur;

    • b. de gemiddelde marktinkomsten per megawattuur, bedoeld in onderdeel a, worden berekend volgens de formule:

    GME = ME/HE

    waarin

    GME staat voor: gemiddelde marktinkomsten per megawattuur uit door de producent in de kalendermaand uit de energiebron opgewekte en ingevoede elektriciteit als bedoeld in artikel 3, eerste lid, uitgedrukt in euro’s per megawattuur

    ME staat voor: marktinkomsten uit door de producent in de kalendermaand uit de energiebron opgewekte en ingevoede elektriciteit als bedoeld in artikel 3, eerste lid, uitgedrukt in euro’s

    HE staat voor: de hoeveelheid door de producent in de kalendermaand uit de energiebron opgewekte en ingevoede elektriciteit als bedoeld in artikel 3, eerste lid, minus de hoeveelheid van deze elektriciteit die door een balanceringsdienstverlener is aangeboden op de balanceringsenergiemarkt en daar is geactiveerd, of is ingezet voor redispatch of compensatiehandel, uitgedrukt in megawatturen.

  • 2 Indien de producent deel uitmaakt van een groep als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en door hem opgewekte en ingevoede elektriciteit als bedoeld in artikel 3, eerste lid, verkoopt aan een verbonden groepsmaatschappij die deze elektriciteit vervolgens verkoopt op een elektriciteitsmarkt, worden in het kader van de toepassing van deze wet de inkomsten uit eerstgenoemde verkoop aangemerkt als marktinkomsten van de producent uit deze elektriciteit en worden de belastbare marktinkomsten uit deze elektriciteit gesteld op de overeenkomstig artikel 7 en het eerste lid berekende, door de verbonden groepsmaatschappij gerealiseerde belastbare marktinkomsten uit deze elektriciteit bij laatstgenoemde verkoop.

  • 3 In afwijking van het tweede lid, worden, indien de elektriciteit door de producent wordt verkocht aan een verbonden groepsmaatschappij die de eindafnemer is of die de elektriciteit verkoopt op een Nederlandse retailmarkt voor elektriciteit, de belastbare marktinkomsten uit deze elektriciteit gesteld op de uitgaven van de verbonden groepsmaatschappij voor aankoop van deze elektriciteit, met dien verstande dat, indien deze uitgaven lager zijn dan de uitgaven bij vergelijkbare aankoopovereenkomsten die op de groothandelsmarkt voor elektriciteit worden gesloten tussen onafhankelijke partijen, de uitgaven voor aankoop van de elektriciteit worden gesteld op de uitgaven bij deze vergelijkbare aankoopovereenkomsten.

  • 4 Het tweede respectievelijk derde lid is van overeenkomstige toepassing indien de elektriciteit door de producent wordt verkocht aan een verbonden groepsmaatschappij en de elektriciteit binnen de groep wordt doorverkocht aan een verbonden groepsmaatschappij die deze elektriciteit verkoopt op een elektriciteitsmarkt respectievelijk die de eindafnemer is of die de elektriciteit verkoopt op een Nederlandse retailmarkt voor elektriciteit.

  • 5 Een vergelijkbare aankoopovereenkomst als bedoeld in het derde lid, is een aankoopovereenkomst die:

    • a. op dezelfde datum is gesloten;

    • b. geldt voor hetzelfde tijdstip van aanvang van levering van de elektriciteit; en

    • c. dezelfde looptijd heeft.

  • 6 Indien de producent of een met hem in een groep als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek verbonden groepsmaatschappij met toepassing van het tweede of vierde lid, in het heffingstijdvak marktinkomsten realiseert uit elektriciteit die voor een deel bestaat uit door de producent in een kalendermaand van het heffingstijdvak uit een energiebron, waarvoor ingevolge artikel 9 een afzonderlijk vrijgesteld bedrag geldt, opgewekte en ingevoede elektriciteit als bedoeld in artikel 3, eerste lid, worden deze marktinkomsten aangemerkt als marktinkomsten uit deze elektriciteit voor het aandeel van deze elektriciteit in deze marktinkomsten.

  • 7 Het aandeel van de elektriciteit in de marktinkomsten, bedoeld in het zesde lid, wordt bepaald op basis van:

    • a. het door de producent of de met de producent in een groep als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek verbonden groepsmaatschappij in de periode voorafgaand aan 1 juni 2022 gehanteerde administratiesysteem waaruit dit aandeel blijkt en op basis waarvan de producent of de met de producent in een groep als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek verbonden groepsmaatschappij marktinkomsten toerekent of kan toerekenen aan door de producent opgewekte elektriciteit uit een energiebron waarvoor ingevolge artikel 9 een afzonderlijk vrijgesteld bedrag geldt; of

    • b. indien onderdeel a niet kan worden toegepast, het aandeel van de hoeveelheid door de producent in de kalendermaand uit de betreffende energiebron opgewekte en ingevoede elektriciteit als bedoeld in artikel 3, eerste lid, in de totale hoeveelheid elektriciteit waaruit de marktinkomsten, bedoeld in het zesde lid, zijn gerealiseerd en waarvoor een afzonderlijke administratie wordt bijgehouden in het door de producent of de met de producent in een groep als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek verbonden groepsmaatschappij in de periode voorafgaand aan 1 juni 2022 gehanteerde administratiesysteem.

  • 8 Bij ministeriële regeling:

    • a. worden nadere regels gesteld over de wijze waarop de hoeveelheid opgewekte en ingevoede elektriciteit, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, en het zevende lid, onderdeel b, wordt bepaald;

    • b. kunnen nadere regels worden gesteld over de toepassing van het derde en vijfde lid;

    • c. kunnen nadere regels worden gesteld over de toepassing van het zevende lid.

Terugwerkende kracht

Stb. 2024, 224, datum inwerkingtreding 25-07-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-12-2022.

Hoofdstuk 4. Marktinkomstenverslag en administratieplicht

[Treedt in werking op 25-07-2024]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Hoofdstuk 5. Wijze van heffing en invordering

Artikel 19. Algemene wet inzake rijksbelastingen en Invorderingswet 1990

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stb. 2024, 224, datum inwerkingtreding 25-07-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-12-2022.

Artikel 20. voldoening op aangifte

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 De verschuldigde belasting wordt op aangifte voldaan.

Terugwerkende kracht

Stb. 2024, 224, datum inwerkingtreding 25-07-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-12-2022.

Artikel 21. naheffing, teruggaaf en verjaring

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Indien de belasting die op aangifte behoort te worden voldaan geheel of gedeeltelijk niet is betaald, of indien te veel is betaald, heft de inspecteur, in afwijking in zoverre van artikel 20, eerste lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de te weinig geheven belasting na, respectievelijk verleent de inspecteur teruggaaf van hetgeen te veel is geheven.

  • 2 Indien een nieuw marktinkomstenverslag is ingediend overeenkomstig artikel 14 of de som van de belastbare marktinkomsten ambtshalve door Onze Minister voor Klimaat en Energie is vastgesteld overeenkomstig artikel 15 en onherroepelijk is geworden, met als gevolg dat:

    • a. te weinig is geheven, dan heft de inspecteur de te weinig geheven belasting na;

    • b. te veel is geheven, dan verleent de inspecteur teruggaaf van de te veel geheven belasting.

  • 3 De vaststelling van de naheffingsaanslag of de teruggaafbeschikking, bedoeld in het tweede lid, geschiedt binnen twaalf weken na het tijdstip waarop het nieuwe marktinkomstenverslag is ingediend of de ambtshalve vaststelling van de som van de belastbare marktinkomsten onherroepelijk is geworden.

  • 4 Indien het tijdstip waarop een nieuw marktinkomstenverslag, bedoeld in artikel 5, tweede lid, onderdeel a, wordt ingediend, is gelegen na het verloop van vijf jaren na het einde van het kalenderjaar waarin de belastingschuld inzake de inframarginale elektriciteitsheffing is ontstaan of de teruggaaf is verleend, vervalt de bevoegdheid tot het opleggen van een naheffingsaanslag, bedoeld in artikel 20 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, of het verlenen van teruggaaf twaalf weken na het indienen van dit marktinkomstenverslag.

  • 5 Indien het tijdstip waarop de ambtshalve vaststelling van de som van de belastbare marktinkomsten, bedoeld in artikel 5, tweede lid, onderdeel b, onherroepelijk is geworden, is gelegen na het verloop van vijf jaren na het einde van het kalenderjaar waarin de belastingschuld inzake de inframarginale elektriciteitsheffing is ontstaan of de teruggaaf is verleend, vervalt de bevoegdheid tot het opleggen van een naheffingsaanslag, bedoeld in artikel 20 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen of het verlenen van teruggaaf twaalf weken na het hiervoor bedoelde tijdstip.

  • 6 De teruggaaf, bedoeld in het eerste lid, tweede lid, onderdeel b, vierde of vijfde lid wordt vastgesteld bij voor bezwaar vatbare beschikking.

Terugwerkende kracht

Stb. 2024, 224, datum inwerkingtreding 25-07-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-12-2022.

Artikel 22. belastingrente

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Met betrekking tot een naheffingsaanslag als bedoeld in artikel 21, tweede lid, onderdeel a, wordt belastingrente als bedoeld in Hoofdstuk VA van de Algemene wet inzake rijksbelastingen in rekening gebracht. De belastingrente wordt enkelvoudig berekend over het tijdvak dat aanvangt op 1 april 2025 en eindigt op de dag voorafgaand aan de dag waarop de naheffingsaanslag invorderbaar is ingevolge artikel 9 van de Invorderingswet 1990 en heeft als grondslag de nageheven inframarginale elektriciteitsheffing. Het tijdvak waarover de belastingrente wordt berekend eindigt uiterlijk veertien weken na het tijdstip waarop het nieuwe marktinkomstenverslag is ingediend of de ambtshalve vaststelling van de som van de belastbare marktinkomsten onherroepelijk is geworden.

  • 2 Ingeval een teruggaafbeschikking als bedoeld in artikel 21, tweede lid, onderdeel b, wordt vastgesteld na twaalf weken na het tijdstip waarop het nieuwe marktinkomstenverslag is ingediend of de ambtshalve vaststelling van de som van de belastbare marktinkomsten onherroepelijk is geworden, wordt belastingrente als bedoeld in Hoofdstuk VA van de Algemene wet inzake rijksbelastingen vergoed. De belastingrente wordt enkelvoudig berekend over het tijdvak dat aanvangt op de dag na die twaalf weken en eindigt veertien dagen na de dagtekening van de teruggaafbeschikking en heeft als grondslag het terug te geven bedrag aan inframarginale elektriciteitsheffing.

Terugwerkende kracht

Stb. 2024, 224, datum inwerkingtreding 25-07-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-12-2022.

Hoofdstuk 6. Overige en slotbepalingen

Artikel 23. gegevensverstrekking

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Onze Minister voor Klimaat en Energie, de Autoriteit Consument en Markt en de rijksbelastingdienst verstrekken elkaar op verzoek de gegevens die nodig zijn voor de uitvoering van deze wet.

Terugwerkende kracht

Stb. 2024, 224, datum inwerkingtreding 25-07-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-12-2022.

Artikel 24. bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak

[Treedt in werking op 25-07-2024]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 25. inwerkingtreding en werkingsduur

[Treedt in werking op 25-07-2024]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 26. citeertitel

[Treedt in werking op 25-07-2024]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen