Bijlage Examenreglement staatsexamens voortgezet onderwijs 2025, voor staatsexamen
vwo, staatsexamen havo en staatsexamen vmbo als bedoeld in artikel 1
Volgens artikel 2, derde lid, onderdeel a, van de Wet College voor toetsen en examens en artikel 2.81, eerste lid van de WVO 2020 stelt het College bij regeling het examenreglement voor de staatsexamens vo vast.
Het examenreglement omvat procedurele en organisatorische regelingen voor de uitvoering
van het centraal examen en het college-examen, en inhoudelijke bepalingen.
Artikel 1. Begripsbepaling
Voor de toepassing van dit Reglement wordt verstaan onder:
Artikel 2. Aanmelden
-
1. Kandidaten die niet zijn ingeschreven op een school voor voortgezet speciaal onderwijs
kunnen zich aanmelden voor 1 januari 2025. Het bevoegd gezag van een school voor voortgezet
speciaal onderwijs kan zijn leerlingen aanmelden voor 1 december 2024.
-
2. De kandidaat die op of na 1 december 2024 is geplaatst in een inrichting als bedoeld
in artikel 1, onder b, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen, een gesloten accommodatie als bedoeld in artikel 6.2.2 van de Jeugdwet, of een residentiële instelling voor gehandicaptenzorg, jeugdhulpverlening of jeugdgezondheidszorg,
waarbij behandeling of opvang en onderwijs vanuit één plan noodzakelijk is vanwege
de aard of de duur van de behandeling of opvang, kan worden aangemeld voor 1 maart
2025.
-
3. Wijzigingen op de aanmelding kunnen worden doorgegeven tot uiterlijk 1 februari 2025.
-
4. Een afwijkende wijze van examineren als bedoeld in artikel 4.34 Uitvoeringsbesluit WVO 2020 of een andere voorziening moet voor 1 februari 2025 per email of brief bij DUO worden
aangevraagd.
-
5. De kandidaat die staat ingeschreven op een school of instelling welke bevoegd is om
examens af te nemen kan zich niet aanmelden voor een staatsexamen, tenzij:
-
a. De kandidaat examen wil afleggen in een extra vak dat de school van inschrijving niet
aanbiedt en dat vak wil betrekken bij het diploma-onderzoek door de school in dat
jaar, of
-
b. De kandidaat deelneemt aan het vavo en door de instelling van inschrijving niet is
aangemeld voor examinering in dat vak.
-
6. Een kandidaat mag zich aanmelden voor zowel meerdere vakken als meerdere niveaus,
met de volgende randvoorwaarden:
-
a. Een kandidaat mag zich per niveau aanmelden voor maximaal één vak meer dan nodig voor
het behalen van een diploma in een van de profielen.
-
b. Het is niet toegestaan dat een kandidaat:
-
1°. zich bij de staatsexamens aanmeldt voor één en hetzelfde vak voor meerdere niveaus;
-
2°. zich aanmeldt voor één en hetzelfde vak, al dan niet voor hetzelfde niveau, bij de
staatsexamens en een school of instelling bevoegd om examens af te nemen;
-
3°. zich in een jaar waarin hij niet opgaat voor een diploma aanmeldt voor twee verschillende
vakken van verschillende niveaus waarvan de examens beide in het eerste tijdvak vallen
en op hetzelfde moment zullen worden afgenomen;
-
4°. zich aanmeldt voor het vak wiskunde én het college-examen rekenen;
-
5°. zich aanmeldt voor het college-examen rekenen in een jaar waarin hij niet opgaat voor
een diploma.
-
c. Als een kandidaat zich bij de staatsexamens aanmeldt voor twee vakken van hetzelfde
niveau waarvan de schriftelijke examens in het eerste tijdvak samenvallen, krijgt
hij voor één van deze examens uitstel naar het tweede tijdvak.
-
d. Als een kandidaat opgaat voor een diploma voor een bepaald niveau en één of meer vakken
op een hoger niveau wil doen, wordt hem, indien dit door het samenvallen van examens
nodig is, voor het examen op het hogere niveau uitstel verleend naar het tweede tijdvak.
Artikel 3. Indeling examen
-
1. Het staatsexamen bestaat uit een aantal vakken. Daaraan wordt voor havo, vwo, vmbo-tl
en vmbo-gl een profielwerkstuk toegevoegd en voor leerlingen bij wie wiskunde geen
deel uitmaakt van het vakkenpakket, een college-examen rekenen.
-
2. Een staatsexamenvak bestaat uit een centraal examen en/of een college-examen. Het
centraal examen is identiek aan het centraal examen voor de dagscholen.
Het college-examen bestaat uit:
-
a. een schriftelijke toets en een mondeling examen,
-
b. een schriftelijke toets,
-
c. een mondeling examen, of
-
d. een praktisch examen.
-
3. De vakinformatie bevat, naast de door Onze Minister vastgestelde onderwerpen voor
het centraal examen, regels omtrent alle onderdelen van het college-examen.
In de vakinformatie wordt in elk geval aangegeven:
-
a. welke onderdelen van het examenprogramma tijdens het centraal examen en welke onderdelen
tijdens het college-examen worden getoetst;
-
b. de wijze waarop het college-examen plaatsvindt;
-
c. welke hulpmiddelen tijdens het centraal examen en college-examen zijn toegestaan;
-
d. de regels voor de wijze waarop het cijfer voor het college-examen en het eindcijfer
tot stand komt.
Artikel 4. Examendossier, werkstukken
-
1. Het examendossier is het geheel van de onderdelen van het college-examen, zoals dit
in de vakinformatie is vastgelegd.
-
2. Tenzij dit anders staat vermeld in de vakinformatie, moeten werkstukken, boekenlijsten,
artikelen, songteksten en gedichten, onderwerpen van presentaties vóór 1 april 2025
in tweevoud worden opgestuurd naar DUO, staatsexamens vo, Postbus 30158, 9700 LK,
Groningen. Van het tijdig ingezonden materiaal ontvangt de kandidaat een ontvangstbevestiging.
Voor kandidaten die het staatsexamen afleggen op de BES-eilanden geldt dat dit materiaal
op de eerste dag van het schriftelijk examen moeten worden ingeleverd bij de plaatselijk
voorzitter van de schriftelijke examens.
-
3. Werkstukken voor tekenen en handvaardigheid en posters voor posterpresentaties dienen
te worden meegebracht naar het college-examen.
-
4. Voor kandidaten ingeschreven op een school voor voortgezet speciaal onderwijs liggen
de werkstukken op de in de vakinformatie genoemde datum klaar ter controle door de
locatievoorzitter mondeling.
-
5. Wanneer het materiaal als bedoeld in het tweede lid niet tijdig door DUO (afdeling
staatsexamens vo) is ontvangen of niet tijdig is ingeleverd bij de plaatselijke voorzitter
van de schriftelijke examens, wordt de kandidaat voor het betreffende vak niet opgeroepen
voor het college-examen of wordt de reeds verstuurde oproep ingetrokken. De kandidaat
wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld.
Artikel 5. Onregelmatigheden
-
1. Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig onderdeel van het staatsexamen of deelstaatsexamen
dan wel ten aanzien van een aanspraak op ontheffing, aan enige onregelmatigheid schuldig
maakt of heeft gemaakt, kan het college maatregelen nemen. De kandidaat krijgt daarvan
schriftelijk bericht.
-
2. De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, die afhankelijk van de aard van de onregelmatigheid
ook in combinatie met elkaar kunnen worden genomen, zijn:
-
a. het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het college-examen of het centraal
examen;
-
b. het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan één of meer toetsen van het
college-examen en/of het centraal examen van het betreffende vak en/of van alle vakken.
-
c. het ongeldig verklaren van één of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het
college-examen en/of het centraal examen;
-
d. minder vergaande maatregelen dan die, bedoeld onder a tot en met c.
-
3. Indien de onregelmatigheid pas wordt ontdekt na afloop van het examen, kan het college
de kandidaat het betreffende diploma of certificaat en de cijferlijst onthouden, of
kan het college bepalen dat aan de betrokken kandidaat dat diploma of certificaat
en die cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt nadat opnieuw examen is afgelegd
in de door het college aan te wijzen onderdelen en op de door het college te bepalen
wijze.
-
4. Het besluit waarbij een in het eerste lid bedoelde maatregel wordt genomen, wordt
tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de inspectie en, indien de kandidaat minderjarig
is, aan de wettelijke vertegenwoordigers van de kandidaat.
-
5. De kandidaat kan tegen een besluit waarbij een in het eerste lid bedoelde maatregel
wordt genomen, bezwaar maken bij het college. De termijn voor het indienen van een
bezwaarschrift bedraagt vijf dagen nadat het besluit aan de kandidaat is bekendgemaakt
op de voorgeschreven wijze. Het college beslist binnen 14 dagen na ontvangst van het
bezwaarschrift, tenzij hij deze termijn gemotiveerd verlengt met ten hoogste 14 dagen.
Het college stelt bij zijn beslissing zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog
in de gelegenheid zal worden gesteld het examen geheel of gedeeltelijk af te leggen
of opnieuw af te leggen. Het college deelt zijn beslissing op het bezwaar mee aan
de kandidaat, de inspectie en, indien de kandidaat minderjarig is, aan de wettelijke
vertegenwoordigers van de kandidaat.
-
6. De kandidaat die zonder een door het college aanvaarde reden afwezig is bij enig onderdeel
van het staatsexamen of deelstaatsexamen in een vak, is uitgesloten van verdere deelname
aan het centraal examen en het college-examen in dit vak. Een eventueel al afgelegd
centraal examen en/of al afgelegde onderdelen van het college-examen in dit vak wordt/worden
ongeldig verklaard.
Artikel 6. Examenafname schriftelijk, digitaal, praktisch en mondeling
-
1. Een kandidaat wordt alleen toegelaten tot het examen indien hij de examenoproep een
geldig identiteitsbewijs kan tonen.
-
2. Bij een examenonderdeel dat digitaal of schriftelijk wordt afgenomen, dient de kandidaat
30 minuten voor aanvang van het examen in de examenzaal aanwezig te zijn.
-
3. Een kandidaat die te laat komt bij een examenonderdeel dat digitaal of schriftelijk
wordt afgenomen of bij een praktisch examen, mag tot uiterlijk een half uur na de
aanvang van de examenzitting tot het examen worden toegelaten. Zijn examen eindigt
uiterlijk op het aangegeven eindtijdstip van deze examenzitting.
Indien een kandidaat meer dan een half uur te laat komt bij één van de hier genoemde
examenonderdelen komt het examen(onderdeel) te vervallen.
-
4. De kandidaat wordt 5 minuten voor aanvang van de voorgeschreven voorbereidingstijd
verwacht. De precieze aard van deze voorbereiding staat in de vakinformatie. Indien
een kandidaat zich te laat voor de voorbereiding meldt, wordt de tijd die de kandidaat
te laat is, niet gecompenseerd. Zijn examen begint op het in het rooster aangegeven
tijdstip.
-
5. Als de kandidaat zich minder dan 5 minuten na het in het rooster aangegeven begintijdstip
van zijn mondeling examen meldt bij de examinatoren, dan wordt het examen gewoon afgenomen.
De door de kandidaat gemiste tijd wordt aan het eind van het examen toegevoegd. Bij
de beoordeling wordt geen rekening gehouden met het feit dat de kandidaat zich niet
of te kort heeft kunnen voorbereiden.
Als de kandidaat zich 5 minuten of meer na het in het rooster aangegeven begintijdstip
van zijn mondeling examen meldt bij de examinatoren, dan komt dit examen te vervallen.
-
6. Een kandidaat die tijdens een zitting onwel wordt, kan onder begeleiding het examenlokaal
verlaten. In overleg met de kandidaat beoordeelt de locatievoorzitter of de door hem
aangewezen vervanger, of de kandidaat het werk mag hervatten. Indien dat zo is, kan
de gemiste tijd aan het eind van de zitting worden ingehaald. Indien de kandidaat
het werk niet kan hervatten, overlegt de locatievoorzitter met de examenleiding. Wanneer
het examen ongeldig wordt verklaard, wordt de kandidaat, indien mogelijk, op een ander
moment in de gelegenheid gesteld het examen opnieuw afleggen.
-
7. Indien een kandidaat om een geldige reden, ter beoordeling van het college,
-
a. in het eerste tijdvak verhinderd is bij één of meer schriftelijke toetsen of examens,
wordt hij in de gelegenheid gesteld in het tweede of derde tijdvak de gemiste toetsen
of examens alsnog af te leggen. Het uitstel wordt verleend voor niet meer vakken dan
die nodig zijn voor één profiel, met dien verstande dat een kandidaat die op meerdere
niveaus examen doet, slechts voor één niveau uitstel kan krijgen;
-
b. in het eerste tijdvak verhinderd is bij een of meer mondelinge of praktische examens,
wordt hij in de gelegenheid gesteld in het derde of vierde tijdvak de gemiste examens
alsnog af te leggen. Het uitstel wordt verleend voor niet meer vakken dan die nodig
zijn voor één profiel, met dien verstande dat een kandidaat die op meerdere niveaus
examen doet, slechts voor één niveau uitstel kan krijgen;
Een uitzondering op onderdelen a en b wordt alleen gemaakt, als uitstel verlenen op
twee of meer niveaus nodig is in verband met het halen van een diploma. In één examenjaar
kan een kandidaat slechts eenmaal uitstel worden verleend voor onderdelen van het
college-examen naar een volgend tijdvak.
-
8. Om in aanmerking te komen voor uitstel naar een ander examenmoment, meldt de kandidaat
binnen 8 dagen na afwezigheid zijn afwezigheid per mail via staatsexamens@duo.nl of
schriftelijk bij DUO, afdeling staatsexamens vo, Postbus 30158, 9700 LK Groningen.
In het verzoek dient te worden vermeld:
-
a. Naam en adres van de kandidaat;
-
b. Datum van het gemiste examen en het desbetreffende vak;
-
c. De reden van de absentie/verhindering;
-
d. Bij ziekte of ongeval: naam, adres en telefoonnummer van de geconsulteerde arts;
-
e. Andere situatie van overmacht: bewijs van de onmogelijkheid om aan het examen deel
te nemen.
De kandidaat of zijn wettelijke vertegenwoordigers leveren de gevraagde informatie.
-
9. Wanneer de kandidaat in het staatsexamenjaar een examenvak niet afrondt, komen de
reeds behaalde resultaten voor het betreffende vak te vervallen.
Artikel 7. Gang van zaken tijdens het examen
-
1. Tenzij anders is bepaald, dient schriftelijk werk te worden gemaakt op papier van
de staatsexamens. De kandidaat voorziet elk papier van zijn naam, examennummer en
vermeldt, indien van toepassing, het type grafische rekenmachine.
-
2. In het programma van toetsen en afsluiting zijn per vak de toegestane hulpmiddelen
vastgesteld. De programma’s zijn gepubliceerd als vakinformatie op de site van DUO.
-
3. Het examenwerk mag niet met potlood worden gemaakt. Deze bepaling is niet van toepassing
op tekeningen.
-
4. De kandidaat mag geen papier, andere hulpmiddelen of informatiedragers, tabellen en
boeken dan voorgeschreven, apparatuur waaronder begrepen digitale hulpmiddelen, horloges
en middelen met een telefoon- of camerafunctie, jassen en tassen meenemen in de examenzaal.
-
5. De surveillanten mogen materialen en hulpmiddelen tijdens de zitting controleren en
algemene aanwijzingen geven.
-
6. De kandidaat die iets wil vragen steekt een hand op en wacht op een reactie van een
van de surveillanten. Tijdens het examen mag de kandidaat alleen met toestemming van
een surveillant de examenruimte verlaten.
-
7. Na het verstrijken van de examentijd stopt het examen. Nadat al het examenwerk is
ingenomen of de apparatuur is afgesloten bij digitale afnames, mag de kandidaat de
examenruimte verlaten.
-
8. Eenmaal ingeleverd werk mag niet worden gewijzigd of aangevuld.
-
9. Examenwerk dat door de kandidaat buiten de examenruimte is gebracht, verliest zijn
geldigheid.
-
10. Alle opgaven en verstrekte papieren blijven tijdens de zitting in de examenruimte.
Artikel 8. Beoordeling mondeling of praktisch college-examen
-
1. In de vakinformatie is aangegeven waarop de kandidaat tijdens het college-examen wordt
beoordeeld en is de weging van de cijfers voor de verschillende onderdelen vastgelegd.
-
2. Inhoudelijke toetsing van een werkstuk of boekenlijst gebeurt tijdens de afname van
het mondeling of het praktisch gedeelte van het college-examen. In de vakinformatie
is aangegeven welke invloed de beoordeling van het werkstuk, de bijbehorende presentatie
en de beantwoording van daarover gestelde vragen heeft bij de bepaling van het cijfer
voor het college-examen.
Artikel 9. Uitslagregeling vmbo
Onverlet artikel 3.35 Uitvoeringsbesluit WVO 2020, is de kandidaat die het staatsexamen theoretische of gemengde leerweg in het vmbo
heeft afgelegd zonder het vak wiskunde in zijn vakkenpakket geslaagd, indien hij het
college-examen rekenen heeft afgelegd.
Artikel 10. Uitslagregeling havo / vwo
-
1. Onverlet artikel 3.34 Uitvoeringsbesluit WVO 2020, is de kandidaat voor het staatsexamen havo zonder wiskunde in zijn vakkenpakket
geslaagd, indien hij het college-examen rekenen heeft afgelegd.
-
2. Bij de uitslagbepaling voor havo en vwo wordt het gemiddelde van de eindcijfers van
tenminste de volgende onderdelen aangemerkt als het eindcijfer van één vak, genaamd
het combinatiecijfer, voor zover voor deze onderdelen een eindcijfer is bepaald:
-
a. maatschappijleer en het profielwerkstuk.
Daaraan kan via inwisseling worden toegevoegd:
-
b. culturele kunstzinnige vorming,
-
c. literatuur,
-
d. klassieke culturele vorming,
-
e. algemene natuurwetenschappen,
-
f. godsdienst of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs.
Artikel 11. Herkansing
-
1. De vmbo-kandidaat die voor het profielwerkstuk de kwalificatie 'niet afgerond' heeft
gekregen maar bij een beoordeling ‘voldoende’ of ‘goed’ in hetzelfde examenjaar in
aanmerking komt voor een diploma vmbo, krijgt in het derde of vierde tijdvak één keer
de gelegenheid opnieuw een profielwerkstuk in te leveren en te presenteren. Dit beperkt
niet het recht van de kandidaat op herkansing voor een college-examen in een bepaald
vak.
-
2. Na vaststelling van de uitslag wordt aan de kandidaat die daarvoor in aanmerking komt,
een herkansingsformulier uitgereikt, samen met een overzicht van zijn behaalde cijfers.
De kandidaat kan, binnen de daarvoor gestelde termijn, aangeven of hij aan de herkansing
wenst deel te nemen en voor welk vak of welke vakken. De gestelde termijn staat vermeld
op het herkansingsformulier.
-
3. Herkansingen worden afgenomen in het derde tijdvak of, zo nodig, in het vierde tijdvak.
Het College kan besluiten het centraal examen of een schriftelijk onderdeel van het
college-examen bij de herkansing mondeling te laten afnemen.
-
4. Bij vakken waarbij het college-examen uit een schriftelijk en een mondeling onderdeel
bestaat, kan een kandidaat toestemming vragen bij de herkansing slechts één van beide
onderdelen te doen. Als een onderdeel van het college-examen niet opnieuw wordt geëxamineerd,
geldt voor dat onderdeel het resultaat dat eerder in het lopende examenjaar is behaald.
Artikel 12. Uitreiking diploma en cijferlijst
Aan een voor een staatsexamen vwo, havo of vmbo geslaagde kandidaat wordt een diploma
uitgereikt. Op het diploma wordt vermeld:
Artikel 13. Certificaat
In aanvulling op hetgeen bepaald in artikel 4.32 van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020, wordt een certificaat uitgereikt met dien verstande dat indien een examen in een
vak dat op een certificaat voorkomt uit meerdere onderdelen bestaat, alle onderdelen
in hetzelfde jaar dienen te zijn afgelegd.
Artikel 14. Ontheffingen/vrijstellingen
Op basis van een diploma of getuigschrift, niet zijnde een diploma of certificaat
vwo, havo, vmbo en mavo kan een kandidaat een verzoek om ontheffing voor één of meer
vakken indienen. Een verzoek om ontheffing dient voor 1 januari van het kalenderjaar
waarin men examen wil afleggen, te worden ingediend.
Artikel 15. Inzien van schriftelijk examenwerk
-
1. Op ten minste twee momenten in het examenjaar wordt kandidaten de mogelijkheid geboden,
centraal in het land, hun schriftelijk examenwerk in te zien. Voor deze inzage moeten
kandidaten zich uiterlijk 14 dagen voor de gewenste datum per mail bij DUO aanmelden.
De data worden op de site van DUO gepubliceerd. Bij inzage op één van deze inzagedagen
geldt dat het werk van maximaal vier vakken kan worden ingezien. Inzage op andere
momenten vindt, na afspraak, uitsluitend bij DUO in Groningen plaats.
-
2. Voor kandidaten die hun examen afnemen op de BES-eilanden geldt dat het College de
mogelijkheid regelt hun schriftelijk examenwerk in te zien op een nader te bepalen
datum in het derde tijdvak op Bonaire. De datum zal op de site van DUO worden gepubliceerd.
Kandidaten die van deze mogelijkheid gebruik willen maken, moeten zich uiterlijk 14 dagen
voor aanvang van het derde tijdvak per mail bij DUO hebben aangemeld.
Artikel 16. Geheimhouding
Iedereen die betrokken is bij de examinering en daarbij de beschikking krijgt over
gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs kan vermoeden,
is verplicht tot geheimhouding daarvan.
Artikel 17. Aansprakelijkheid
Examenfunctionarissen zijn nimmer aansprakelijk voor schade of letsel van de kandidaat
en derden veroorzaakt tijdens een examenonderdeel van het staatsexamen, behalve als
er sprake is van grove schuld of nalatigheid. De kandidaat vrijwaart de examenfunctionarissen
tegen aanspraken van derden ter zake van schade en/of letsel veroorzaakt tijdens een
examenonderdeel van het staatsexamen, behalve als er sprake is van grove schuld of
nalatigheid.
Artikel 18. Gevallen onvoorzien
In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist, namens het college,
de programmamanager staatsexamens vo.