Besluit aanwijzing Halt-feiten 2024

Geraadpleegd op 07-10-2024.
Geldend van 01-07-2024 t/m heden

Besluit van 14 juni 2024, houdende aanwijzing van de strafbare feiten als bedoeld in artikel 77e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht (Besluit aanwijzing Halt-feiten 2024)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 17 januari 2024, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 5168009;

Gelet op artikel 77e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 24 april 2024, nr. W16.24.00006/II);

Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 7 juni 2024, nr. 5475757;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 2

  • 1 Een Halt-afdoening kan worden aangeboden indien:

    • a. een strafbaar feit van geringe ernst is begaan;

    • b. het strafbare feit eenvoudig is vast te stellen;

    • c. de verdachte het strafbare feit bekent; en

    • d. het strafbare feit en de verdachte zich lenen voor een pedagogische benadering.

  • 2 Een Halt-afdoening kan ten hoogste twee keer worden aangeboden.

Artikel 3

De strafbare feiten waarvoor een Halt-afdoening kan worden aangeboden door de opsporingsambtenaar zijn:

Artikel 4

  • 2 Voor de strafbare feiten uit artikel 3 waarbij de schade de maximale schadebedragen te boven gaat, kan de opsporingsambtenaar, na verleende toestemming daartoe van de officier van justitie en met inachtneming van de voorwaarden genoemd in artikel 2, eerste lid, en de omstandigheden van het geval, een Halt-afdoening aanbieden, indien het schadebedrag niet meer bedraagt dan € 2.500 per dader en de totale schade niet meer dan € 7500, dan wel de waarde van het goed niet meer bedraagt dan € 1.000.

Artikel 5

Met inachtneming van de uitzonderlijke omstandigheden van het geval en na verleende toestemming daartoe van de officier van justitie, kan de opsporingsambtenaar in individuele zaken:

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 14 juni 2024

Willem-Alexander

De Minister voor Rechtsbescherming,

F.M. Weerwind

Uitgegeven de eenentwintigste juni 2024

De Minister van Justitie en Veiligheid,

D. Yeşilgöz-Zegerius