Subsidieregeling rechtsbijstand en mediation Wet bescherming klokkenluiders

[Regeling vervalt per 01-02-2028.]
Geraadpleegd op 07-10-2024.
Geldend van 01-02-2024 t/m 31-07-2024

Subsidieregeling van het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand tot het verstrekken van subsidie voor rechtsbijstand en mediation ten behoeve van bescherming bij een melding van een vermoeden van een misstand als bedoeld in de Wet bescherming klokkenluiders (Subsidieregeling rechtsbijstand en mediation Wet bescherming klokkenluiders)

Het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand,

gelet op de artikelen 33e, derde lid, en 37b van de Wet op de rechtsbijstand, waarin is bepaald dat het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand subsidie kan verstrekken ten behoeve van en met het oog op de verlening van rechtsbijstand en mediation voor bijzondere doeleinden en projecten en artikel 3a, tweede lid, onder c, van de Wet bescherming klokkenluiders waarin is bepaald dat de afdeling advies van het Huis voor klokkenluiders tot taak heeft een melder van een vermoeden van een misstand, degene die een melder bijstaat en een betrokken derde te verwijzen naar instanties of organisaties die juridische of psychosociale ondersteuning kunnen verlenen,

besluit:

Hoofdstuk I. Algemeen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a. advocaat: de advocaat die op basis van artikel 6 van deze regeling is toegelaten tot deze subsidieregeling;

  • b. afdeling advies van het Huis voor klokkenluiders: de afdeling advies, bedoeld in artikel 1 Wbk;

  • c. bestuur: het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand, bedoeld in artikel 3 Wrb;

  • d. betrokken derde: een betrokken derde als bedoeld in artikel 1 Wbk;

  • e. Bvr: Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000;

  • f. degene die een melder bijstaat: degene die een melder bijstaat als bedoeld in artikel 1 Wbk;

  • g. mediation: mediation als bedoeld in artikel 1 Wrb in een geschil tussen de rechtzoekende en zijn (voormalige) werkgever of opdrachtgever dat is ontstaan naar aanleiding van een melding van een vermoeden van een misstand;

  • h. mediator: de mediator die op basis van artikel 7 van deze regeling is toegelaten tot deze subsidieregeling;

  • i. misstand: een misstand als bedoeld in artikel 1 Wbk;

  • j. melder: een melder als bedoeld in artikel 1 van de Wbk, alsmede een natuurlijke persoon die in de context van zijn werkgerelateerde activiteiten voornemens is een melding van een vermoeden van een misstand te doen;

  • k. procedure: procedure als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, Bvr;

  • l. regeling: Subsidieregeling rechtsbijstand en mediation bij een vermoeden van een misstand;

  • m. rechtsbijstand: rechtsbijstand als bedoeld in artikel 1 Wrb door een advocaat aan een rechtzoekende ter zake van een rechtsbelang van de rechtzoekende in verband met een (voorgenomen) melding van een vermoeden van een misstand;

  • n. rechtzoekende: een melder, degene die een melder bijstaat of een betrokken derde die aanspraak maakt op rechtsbijstand of mediation op grond van deze regeling;

  • o. toevoeging: de toevoeging als bedoeld in de Wrb ten behoeve van mediation of rechtsbijstand zoals bedoeld onder ‘g’ respectievelijk onder ‘m’ van dit artikel;

  • p. vergoeding: de op grond van deze regeling vast te stellen subsidie;

  • q. vermoeden van een misstand: een vermoeden van een misstand als bedoeld in artikel 1 Wbk;

  • r. Wbk: Wet bescherming klokkenluiders;

  • s. Wrb: Wet op de rechtsbijstand.

Artikel 2. Doel

Deze regeling heeft tot doel subsidie te verstrekken ten behoeve van en met het oog op de verlening van kosteloze rechtsbijstand en mediation aan melders van een vermoeden van een misstand, degenen die een melder bijstaan en betrokken derden. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan de rechtsbescherming van deze personen en de oplossing van misstanden in de zin van de Wbk, en in het bijzonder aan het verhogen van de meldingsbereidheid en het voorkomen en de-escaleren van conflicten tussen de werkgever en melders, degenen die een melder bijstaan en betrokken derden.

Artikel 3. Rechtsgrondslag

Voor zover in deze regeling geen afwijkende regeling wordt getroffen of bepalingen worden uitgesloten, geldt hetgeen is geregeld in de Wrb en de daarop berustende bepalingen.

Hoofdstuk II. De vergoeding voor rechtsbijstand en mediation

Artikel 4. De vergoedingen voor rechtsbijstandsverlening en mediation

  • 1 Voor de rechtsbijstand aan de rechtzoekende zoals bedoeld in deze regeling waarbij sprake is van een doorverwijzing als bedoeld in artikel 9, wordt aan een advocaat, in afwijking van de bijlage bij het Bvr, een vergoeding van 22 punten toegekend ter zake van het verlenen van rechtsbijstand in:

    • a. een procedure bij benadeling als bedoeld in de artikelen 17e en 17ea Wbk;

    • b. een procedure bij aansprakelijkheidstelling als bedoeld in artikel 17f Wbk, of

    • c. een strafzaak waarbij de rechtzoekende verdachte is van of getuige is bij een overtreding of misdrijf die rechtstreeks verband houdt met een melding van een vermoeden van een misstand.

  • 2 Artikel 5, tweede lid, Bvr is niet van toepassing indien een procedure tussentijds is beëindigd, mits een bewijs dat de procedure aanhangig is gemaakt als bedoeld in artikel 12 aan het bestuur kan worden overlegd.

  • 3 Voor de mediation aan de rechtzoekende zoals bedoeld in deze regeling waarbij sprake is van een doorverwijzing als bedoeld in artikel 9, wordt aan een mediator een vergoeding van 10 punten toegekend voor mediation bij benadeling als bedoeld in de artikelen 17e en 17ea Wbk of aansprakelijkheidstelling als bedoeld in artikel 17f Wbk.

Artikel 5. Kosteloze rechtsbijstand en mediation voor de rechtzoekende

  • 1 In afwijking van de artikelen 34 en 35 Wrb is de rechtsbijstand en mediation voor de rechtzoekende kosteloos. Er wordt geen eigenbijdrage opgelegd en bij de toepassing van deze regeling wordt de financiële draagkracht van de rechtzoekende buiten beschouwing gelaten.

Hoofdstuk III. Voorwaarden

Artikel 6. Voorwaarden tot deelname voor advocaten

  • 1 De regeling is van toepassing op advocaten die voldoen aan de voorwaarde in artikel 8, tweede lid, en de in de bijlage onder I genoemde deelnamecriteria.

  • 2 Advocaten kunnen een gemotiveerd verzoek tot deelname indienen bij het bestuur.

Artikel 7. Voorwaarden tot deelname voor mediators

  • 1 De regeling is van toepassing op mediators die voldoen aan de voorwaarde, bedoeld in artikel 8, tweede lid, en de in de bijlage onder II genoemde deelnamecriteria.

  • 2 Mediators kunnen een gemotiveerd verzoek tot deelname indienen bij het bestuur.

Artikel 8. Online-training

[Treedt in werking op 01-08-2024]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Hoofdstuk IV. Aanvraag rechtsbijstand en mediation

Artikel 9. Aanvraag voor matching rechtsbijstand en mediation

  • 1 Een aanvraag voor matching ten behoeve van rechtsbijstand of mediation kan door een rechtzoekende bij het bestuur worden ingediend na een schriftelijke doorverwijzing van de afdeling advies van het Huis voor klokkenluiders.

  • 2 Een doorverwijzing als bedoeld in het eerste lid, wordt door de afdeling advies van het Huis voor klokkenluiders alleen gegeven aan een rechtzoekende indien naar haar oordeel sprake is van een redelijk vermoeden van een misstand en bevat:

    • a. een motivering voor de doorverwijzing ten behoeve van rechtsbijstand of mediation voor een of meer specifieke procedures als bedoeld in artikel 4, eerste lid, dan wel situaties als bedoeld in artikel 4, derde lid, en

    • b. in geval van mediation de naam van de werkgever.

  • 3 De rechtzoekende dient voor de aanvraag van matching voor rechtsbijstand of mediation gebruik te maken van het door het bestuur opgestelde formulier ‘Aanvraag matching rechtsbijstand/mediation Wbk’, waarbij een afschrift van de doorverwijzing, bedoeld in het eerste lid, wordt gevoegd.

Artikel 10. Matching advocaat of mediator

  • 1 Op basis van de gegevens in het formulier, bedoeld in artikel 9, derde lid, matcht het bestuur een aan de regeling deelnemende advocaat, respectievelijk mediator, door de rechtzoekende een keuze te geven uit door het bestuur voorgestelde advocaten, respectievelijk mediators.

  • 2 In afwijking van het eerste lid, kan de rechtzoekende, die beschikt over een doorverwijzing als bedoeld in artikel 9, eerste lid, de keuze maken voor een andere advocaat dan wel mediator, die aan de regeling deelneemt.

Artikel 11. Aanvraag toevoeging

De advocaat of mediator dient voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 4, een aanvraag voor toevoeging in bij het bestuur. Voor deze aanvraag voor rechtsbijstand of mediation gebruikt de advocaat respectievelijk de mediator een gestandaardiseerd aanvraagformulier van het bestuur, en voegt hierbij een toelichting op het rechtsprobleem waarop de betreffende aanvraag voor rechtsbijstand of mediation ziet, de noodzaak ervan en waarom deze verband houdt met de melding of de mogelijke benadeling als gevolg van de melding als bedoeld in artikel 4, eerste lid.

Artikel 12. Aanvraag van de vergoeding

Binnen zes maanden na afronding van de werkzaamheden die in het kader van deze regeling worden vergoed, vraagt de toegevoegde advocaat of mediator de vergoeding aan met het formulier ‘Aanvraag vergoeding rechtsbijstand of mediation Wbk’. Bij dit formulier voegt de advocaat respectievelijk mediator, indien van toepassing en afhankelijk van de wijze waarop de procedure is beëindigd, de uitspraak, de beslissing of het proces-verbaal. Daarbij stuurt de advocaat of mediator een specificatie van de met die rechtsbijstandverlening gemoeide tijdsbesteding overeenkomstig door het bestuur gestelde regels en het vastgestelde tijdregistratieformulier. In geval van tussentijdse beëindiging als bedoeld in artikel 4, tweede lid, voegt de advocaat bij dit formulier de dagvaarding of het verzoekschrift.

Hoofdstuk V. Overige bepalingen

Artikel 13. Monitoring en evaluatiebepaling

  • 1 Voor de meting van onder meer de tijdsbesteding voor de verrichte werkzaamheden zal het Kenniscentrum van de Raad voor Rechtsbijstand in opdracht van het bestuur een monitor opzetten.

  • 2 Het aantal punten voor de vergoeding van rechtsbijstand, bedoeld in artikel 4, eerste lid, en voor mediation, bedoeld in artikel 4, derde lid, kan naar aanleiding van de uitkomsten van de monitor na een verzoek van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en goedkeuring van de Minister voor Rechtsbescherming worden bijgesteld.

  • 3 In opdracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vindt twee jaar na inwerkingtreding van deze regeling een evaluatie plaats naar de doeltreffendheid en effecten van deze regeling.

Hoofdstuk VI. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 14. Overgangsbepaling

  • 1 Indien namens de rechtzoekende voorafgaand aan inwerkingtreding van deze regeling al een toevoeging is verleend in een procedure als bedoeld in artikel 4, eerste lid, of voor mediation als bedoeld in artikel 4, derde lid, onder oplegging van een eigen bijdrage, maar de rechtsbijstand of mediation overeenkomstig artikel 28, eerste lid, aanhef en onder a, Wrb niet reeds feitelijk is verleend en voldaan wordt aan de voorwaarden voor toevoeging in deze regeling, kan de advocaat of mediator vragen om wijziging van die toevoeging, zodat overeenkomstig artikel 5 geen eigen bijdrage wordt opgelegd.

  • 2 Indien de advocaat of mediator voorafgaand aan inwerkingtreding van deze regeling met de rechtzoekende afspraken heeft gemaakt over betaling van de kosten voor rechtsbijstand in een procedure als bedoeld in artikel 4, eerste lid, of in mediation als bedoeld in artikel 4, derde lid, maar de rechtsbijstand of mediation overeenkomstig artikel 28, eerste lid, aanhef en onder a, Wrb niet reeds feitelijk is verleend en voldaan wordt aan de voorwaarden voor toevoeging in deze regeling, kan alsnog rechtsbijstand of mediation op grond van deze regeling worden aangevraagd. De beleidsregels van de Raad bij tussentijds aangevangen rechtsbijstand zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 15. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling rechtsbijstand en mediation Wet bescherming klokkenluiders.

Artikel 16. Inwerkingtreding

  • 1 Deze regeling treedt in werking op 1 februari 2024, met uitzondering van artikel 8 dat op 1 augustus 2024 in werking treedt.

  • 2 Deze regeling vervalt op 1 februari 2028, met dien verstande dat de regeling van toepassing blijft op toevoegingen die door de Raad voor deze datum op grond van deze regeling zijn verleend.

’s-Hertogenbosch, 4 januari 2024

Bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand,

I.D. Nijboer

Algemeen directeur/Bestuurder

Bijlage Deelnamecriteria voor advocaten en mediators

I. Deelnamecriteria advocaten

Voor deelname aan deze regeling gelden voor advocaten de volgende cumulatieve voorwaarden:

  • 1. De advocaat staat ingeschreven bij de Raad voor Rechtsbijstand.

  • 2. De advocaat staat minimaal twee jaar ingeschreven bij de Raad voor Rechtsbijstand voor de specialisatie arbeidsrecht of minimaal twee jaar ingeschreven in het rechtsgebiedenregister van de NOvA:

    • a. op het gebied van het arbeidsrecht, of

    • b. op het gebied van het ambtenarenrecht.

  • 3. Deelnemende advocaten mogen in de voorgaande vijf kalenderjaren van het verzoek:

  • 4. De advocaat verklaart bij zijn deelnameverzoek:

    • a. akkoord te zijn met de verstrekking van zijn persoonsgegevens aan de deken van de Lokale orden van advocaten; en

    • b. bereid te zijn om mee te werken aan de monitoring van deze regeling door het Kenniscentrum van de Raad voor Rechtsbijstand en de evaluatie in opdracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

II. Deelname criteria mediators

Voor deelname aan deze regeling gelden voor mediators de volgende cumulatieve voorwaarden:

  • 1. De mediator staat ingeschreven bij de Raad voor Rechtsbijstand als mediator.

  • 2. De mediator staat minimaal drie jaar ingeschreven bij de Raad voor Rechtsbijstand voor het affiniteitsgebied ‘arbeid’, ‘arbeidsvoorwaarden’ of ‘ontslag’ of minimaal drie jaar ingeschreven in het register van de Mediatorsfederatie Nederland (MfN) voor het aandachtsgebied van ‘werk’.

  • 3. Deelnemende mediators mogen in de voorgaande vijf kalenderjaren van het verzoek:

    • a. niet tuchtrechtelijk veroordeeld zijn door de Stichting Tuchtrechtspraak Mediators; en

    • b. geen tekortkomingen hebben in de kwaliteit/kwantiteit van de dienstverlening (goedgekeurde peer reviews MfN-register).

  • 34. De mediator verklaart bij zijn deelnameverzoek akkoord te zijn met de verstrekking van zijn persoonsgegevens aan de MfN en bereid te zijn om mee te werken aan de monitoring van deze regeling door het Kenniscentrum van de Raad voor Rechtsbijstand en de evaluatie in opdracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.