Subsidieregeling procesondersteuning opschaling renovatieprojecten (SPOR)

[Regeling vervalt per 01-01-2028.]
Geraadpleegd op 12-11-2024.
Geldend van 08-11-2023 t/m heden

Regeling van de Minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties van 30 oktober 2023, nr. 2023-0000602558, houdende vaststelling van regels voor subsidiëring van procesondersteuning ten behoeve van de vraagbundeling van duurzame renovatieprojecten (Subsidieregeling procesondersteuning opschaling renovatieprojecten)

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • bouwbedrijf: bedrijf dat in een handelsregister van een lidstaat van de Europese Unie of een van de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, is ingeschreven in de sectie bouwnijverheid of een vergelijkbare sectie;

  • de-minimisverordening: Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU L 352/1), dan wel later daarvoor in de plaats tredende Europese regelgeving;

  • energiebesparende isolatiemaatregel: isolatiemaatregel genoemd in artikel 5, derde lid;

  • huurwoning: in Nederland gelegen voor verhuur bestemde bestaande woonruimte als bedoeld in artikel 233 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, die als zodanig verhuurd is geweest alvorens een eventuele renovatie plaatsvindt en in de basisregistratie, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen met een woonfunctie is geregistreerd, niet zijnde een woonwagen, woonboot of een woning die wordt verhuurd in het kader van vakantiebestedingsbedrijf aan personen die in die woning voor een korte periode verblijf houden;

  • Kaderbesluit: Kaderbesluit BZK-subsidies;

  • koopwoning: woning van een eigenaar-bewoner;

  • meldcode: code beschikbaar gesteld door de minister per soort isolatiemateriaal voor energiebesparende isolatiemaatregelen;

  • mijlpalenplanning: planning met activiteiten voor het duurzame renovatieproject;

  • minister: Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties;

  • penvoerder: woningeigenaar van één van de woningen binnen het samenwerkingsverband, natuurlijk persoon of rechtspersoon die als gemachtigde van het samenwerkingsverband optreedt of een medewerker van een woningcorporatie, niet zijnde de procesondersteuner;

  • procesondersteuner: natuurlijk persoon of rechtspersoon die belast is met de ondersteuning van het voorbereidings-, besluitvormings- en afstemmingsproces binnen een samenwerkingsverband met het doel de verduurzaming van woningen te bereiken;

  • renovatieproject: project als bedoeld in artikel 5, tweede lid;

  • samenwerkingsverband: verband zonder rechtspersoonlijkheid niet zijnde een vennootschap, dat samenwerkt ten behoeve van de voorbereiding en uitvoering van een renovatieproject en bestaat ten minste uit twee woningeigenaren die in totaal ten minste 100 huurwoningen in het renovatieproject inbrengen of ten minste 30 woningeigenaren. Daarnaast mag een samenwerkingsverband bestaan uit twee of meer verenigingen;

  • Verbouwstromen: het ondersteuningsprogramma voor procesondersteuners zoals ingericht vanuit het uitvoeringsprogramma Verbouwstromen, bestaande uit meerdere individueel te volgen modules en een communityprogramma waarbinnen procesondersteuners informatie, ervaringen en leerpunten delen en kansen en knelpunten signaleren;

  • verduurzamingsplan: planmatige beschrijving van de energiebesparende isolatiemaatregelen die een samenwerkingsverband zal verrichten met het oog op verduurzaming van de woningen, inclusief planning, getekende offertes en een evaluatie over het samenwerkingsproces om te komen tot een verduurzamingsplan;

  • vereniging: vereniging van eigenaars, woonvereniging of wooncoöperatie;

  • vereniging van eigenaars: vereniging van de eigenaars als bedoeld in artikel 112, eerste lid, onderdeel e, van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek;

  • woning: bestaande gebouwde onroerende zaak, die een zelfstandige woongelegenheid vormt alvorens renovatie plaatsvindt en in de basisregistratie, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen, met een woonfunctie is geregistreerd, dan wel een bestaand appartement dat een zelfstandige woongelegenheid vormt alvorens renovatie plaatsvindt en in voornoemde basisregistratie met een woonfunctie is geregistreerd, niet zijnde een woonwagen, woonboot of een woning die wordt verhuurd in het kader van vakantiebestedingsbedrijf aan personen die in die woning voor een korte periode verblijf houden;

  • woningcorporatie: krachtens artikel 19, eerste lid, van de Woningwet toegelaten instelling;

  • woningeigenaar: woningcorporatie, natuurlijk persoon of rechtspersoon die een of meer voor verhuur bestemde woningen in eigendom heeft, eigenaar-bewoner dan wel een vereniging.

Artikel 2. Doel van de regeling

Deze regeling heeft tot doel het opschalen van duurzame renovatieprojecten van woningen te stimuleren door het subsidiëren van procesondersteuning voor samenwerkingsverbanden bij de bundeling van renovatieplannen voor woningen voorafgaande aan de uitvoering van de renovatie.

Artikel 3. Staatssteun

Bij verstrekking van subsidie op grond van deze regeling voor de activiteiten, bedoeld in artikel 5, eerste lid, wordt toepassing gegeven aan de de-minimisverordening.

Artikel 4. Subsidieplafond en wijze van verdeling

  • 1 Het subsidieplafond voor aanvragen op grond van deze regeling is:

    • a. in 2023: € 3.340.000;

    • b. in 2024: € 6.660.000;

    • c. in 2025: € 5.000.000; en

    • d. in 2026: € 4.000.000.

  • 2 De minister verdeelt het beschikbare bedrag op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

  • 3 Indien er meer aanvragen zijn ontvangen op één dag waarbij toekenning van al deze aanvragen zou leiden tot overschrijding van het betreffende subsidieplafond, wordt de onderlinge rangorde op volgorde van binnenkomst vastgesteld.

Artikel 5. Subsidieactiviteiten en -voorwaarden

  • 1 De minister kan subsidie verstrekken aan de penvoerder voor de kosten voor een procesondersteuner voor het opstellen of het pogen op te stellen van een door alle partijen geaccordeerd verduurzamingsplan en het ondersteunen van een samenwerkingsverband ten behoeve van de voorbereiding van een gezamenlijk renovatieproject voor de verduurzaming van een aantal woningen binnen het samenwerkingsverband, mits het renovatieproject voldoet aan de eisen, bedoeld in het tweede lid.

  • 2 Een renovatieproject bestaat uit de verduurzaming van ten minste 30 koopwoningen of 100 huurwoningen met een bouwjaar tot 1995, waarbij voor alle woningen tenminste een combinatie van dezelfde twee energiebesparende isolatiemaatregelen genoemd in het derde lid, worden uitgevoerd.

  • 3 Energiebesparende isolatiemaatregelen zijn het door een bouwbedrijf laten aanbrengen van isolatiemateriaal, dat is voorzien van een prestatieverklaring of meldcode, voor één of meer van de volgende typen energiebesparende isolatiemaatregelen:

    • a. dakisolatie dan wel zolder- of vlieringvloerisolatie, waarbij:

      • 1°. ten minste 20 vierkante meter van de oppervlakte van het bestaande dak in de bestaande thermische schil dan wel, indien de zolder of vliering onverwarmd is, van ten minste 20 vierkante meter van de oppervlakte van de bestaande zolder- of vlieringvloer, wordt geïsoleerd;

      • 2°. het isolatiemateriaal een Rd-waarde van ten minste 3,5 m2K/W heeft; en

      • 3°. het aanbrengen van lokaal gespoten PIR of PUR gebeurt met HFK-vrije blaasmiddelen;

    • b. gevelisolatie, waarbij:

      • 1°. ten minste 10 vierkante meter van de oppervlakte van de binnen- of buitengevel van de bestaande thermische schil wordt geïsoleerd; en

      • 2°. het isolatiemateriaal een Rd-waarde van ten minste 3,5 m2K/W heeft;

    • c. glas-, kozijnpaneel- of deurisolatie in de bestaande thermische schil door het vervangen van ten minste 8 vierkante meter, gemeten op basis van binnenwerkse maten, door:

      • 1°. glas, kozijnpanelen of deuren door HR++ glas, eventueel in combinatie met nieuwe isolerende kozijnpanelen of nieuwe isolerende deuren met een Ud-waarde van ten hoogste 1,5 W/m2K; of

      • 2°. glas, kozijnpanelen of deuren door triple-glas, in combinatie met een nieuw isolerend kozijn met een Uf-waarde van ten hoogste 1,5 W/ m2K, eventueel in combinatie met nieuwe isolerende kozijnpanelen of nieuwe isolerende deuren met een Ud-waarde van ten hoogste 1,0 W/m2K;

    • d. spouwmuurisolatie, waarbij:

      • 1°. ten minste 10 vierkante meter van de oppervlakte van bestaande spouwmuren in de bestaande thermische schil wordt geïsoleerd;

      • 2°. het isolatiemateriaal een Rd-waarde van ten minste 1,1 m2K/W heeft; en

      • 3°. het aanbrengen van lokaal gespoten PIR of PUR gebeurt met HFK-vrije blaasmiddelen;

    • e. vloer- dan wel bodemisolatie, waarbij:

      • 1°. ten minste 20 vierkante meter van de oppervlakte van de bestaande vloer of de bestaande bodem in de bestaande thermische schil wordt geïsoleerd;

      • 2°. het isolatiemateriaal een Rd-waarde van ten minste 3,5 m2K/W heeft; en

      • 3°. het aanbrengen van lokaal gespoten PIR of PUR gebeurt met HFK-vrije blaasmiddelen.

  • 4 Het verduurzamingsplan is opgesteld door de procesondersteuner, en bevat ten minste één door de woningeigenaren getekende offerte voor alle uit te voeren energiebesparende isolatiemaatregelen bij alle woningen, van uitvoerders van het renovatieproject.

  • 5 Subsidie op grond van het eerste lid, wordt slechts eenmaal per woning die onderdeel is van een samenwerkingsverband verstrekt.

  • 6 Op grond van het eerste lid, kan ook subsidie worden verstrekt, indien de bedoelde activiteiten ook uit anderen hoofde zijn of worden gesubsidieerd of gefinancierd.

  • 8 In afwijking van het zesde lid wordt geen subsidie verstrekt ten behoeve van het samenwerkingsverband als blijkt dat een begunstigde van staatssteun meer steun ontvangt dan is toegestaan op basis van de de-minimisverordening.

Artikel 6. Aanvraag van de subsidie

  • 1 De aanvraag voor subsidieverlening wordt door de penvoerder van het samenwerkingsverband, in de periode van 13 november 2023 tot en met 31 december 2026 ingediend, met gebruikmaking van een door de minister elektronisch beschikbaar gesteld formulier op de website van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

  • 2 De aanvraag bevat onverminderd artikel 11, derde lid, van het Kaderbesluit in ieder geval de volgende gegevens en verklaringen:

    • a. gegevens van de deelnemers binnen het samenwerkingsverband, waaronder de naam, het post- en bezoekadres en eventueel de nummers waaronder de ondernemingen zijn geregistreerd bij de Kamer van Koophandel;

    • b. gegevens over de penvoerder, waaronder de naam, het post- en bezoekadres, het e-mailadres, het telefoonnummer en het bankrekeningnummer of nummers waarop het subsidiebedrag dient te worden overgemaakt;

    • c. de naam en adres van de procesondersteuner en het nummer waaronder de procesondersteuner of de onderneming waar hij werkzaam is geregistreerd bij de Kamer van Koophandel;

    • d. een schatting van het aantal woningen en het adres van die beoogde woningen voor het renovatieproject binnen het samenwerkingsverband ten behoeve waarvan subsidie wordt aangevraagd;

    • e. een machtiging- en intentieformulier waaruit blijkt dat de penvoerder gemachtigd is te handelen namens de woningeigenaren die deelnemer zijn aan het samenwerkingsverband;

    • f. het CV en de ondertekende offerte van de procesondersteuner;

    • g. een mijlpalenplanning; en

    • h. twee door de minister beschikbaar gestelde ondertekende referentieformulieren over de procesondersteuner, waaruit blijkt dat die aantoonbare ervaring in de collectieve verduurzaming van de gebouwde omgeving of bestaande woningen heeft.

  • 3 Een aanvraag als bedoeld in het eerste lid bevat naast de gegevens en bescheiden, bedoeld in het tweede lid, tevens een verklaring per eigenaar van een of meerdere huurwoningen, waaruit blijkt dat deze begunstigde van staatssteun niet meer steun ontvangt dan is toegestaan op grond van de de-minimisverklaring.

Artikel 7. Hoogte van de subsidie

  • 1 Het subsidiebedrag voor een samenwerkingsverband met een verduurzamingsplan voor ten minste 100 huurwoningen en minimaal twee woningeigenaren bedraagt € 75.000 plus € 1.000 per extra koopwoning of € 750 per extra huurwoning binnen het samenwerkingsverband, tot een maximum totaalbedrag van € 200.000.

  • 2 Het subsidiebedrag voor een samenwerkingsverband met een verduurzamingsplan voor ten minste 30 koopwoningen bedraagt € 30.000 plus € 1.000 per extra koopwoning of € 750 per extra huurwoning binnen het samenwerkingsverband, tot een maximum totaalbedrag van € 200.000.

  • 3 Het subsidiebedrag voor een samenwerkingsverband met een verduurzamingsplan voor ten minste 100 huurwoningen en minimaal 30 koopwoningen bedraagt € 105.000 plus € 1.000 per extra koopwoning of € 750 per extra huurwoning binnen het samenwerkingsverband, tot een maximum totaalbedrag van € 200.000.

Artikel 8. Afwijzingsgronden

De minister beslist afwijzend op een deel of de gehele aanvraag voor subsidie indien:

  • a. een deelnemer aan het samenwerkingsverband, het samenwerkingsverband of de penvoerder reeds subsidie heeft ontvangen voor de kosten voor een procesondersteuner voor een woning in het renovatieproject op grond van deze regeling;

  • b. reeds met het renovatieproject of het opstellen van het verduurzamingsplan is begonnen;

  • c. gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd niet of niet geheel zullen worden uitgevoerd of het samenwerkingsverband of de procesondersteuner niet of naar verwachting niet geheel zal voldoen aan de verplichtingen;

  • d. de mijlpalenplanning niet realistisch uitgevoerd kan worden;

  • e. de aanvraag voor subsidie betrekking heeft op een renovatieproject ten behoeve van het realiseren van een vergroting van het woonoppervlakte of de wooninhoud in ieder geval door:

    • 1°. het realiseren van een nieuwe aanbouw;

    • 2°. het realiseren van een nieuwe dakkapel;

    • 3°. het betrekken van een aan- of inpandige garage bij de woning;

    • 4°. het vergroten van het bestaande dak-, gevel-, vloer- of glasoppervlakte;

  • f. de procesondersteuner niet aan de eisen, bedoeld in artikel 6, tweede lid, onderdelen c en h voldoet; of

  • g. de procesondersteuner niet deelneemt aan het programma Verbouwstromen, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a.

Artikel 9. Subsidieverplichtingen

  • 1 De subsidieontvanger is verplicht:

    • a. Voor 64 uur, of 32 uur indien de procesondersteuner eerder heeft deelgenomen aan het programma Verbouwstromen dan wel bij renovatieprojecten met minder dan 50 woningen, verdeeld over 24 maanden na de beschikking tot subsidieverlening de procesondersteuner van het samenwerkingsverband deel te laten nemen aan het programma Verbouwstromen;

    • b. het verduurzamingsplan op te stellen binnen 24 maanden na de beschikking tot subsidieverlening;

    • c. de in het kader van de subsidieverlening gevoerde administratie te bewaren tot tien belastingjaren na de datum van de beschikking tot subsidievaststelling;

    • d. bij eventuele wijzigingen in het samenwerkingsverband één jaar na het ontvangen van de beschikking tot subsidieverlening met een nieuw machtiging- en intentieformulier aan tonen dat het samenwerkingsverband gewijzigd, uitgebreid of gereduceerd is; en

    • e. één jaar na het ontvangen van de beschikking tot subsidieverlening een voortgangsverslag van de procesondersteuner op te sturen waarin wordt aangetoond dat de procesondersteuner bezig is met het opstellen van het verduurzamingsplan.

  • 2 Indien het opstellen van het verduurzamingsplan binnen de termijn, genoemd in het eerste lid, onderdeel b, buiten de schuld van de subsidieontvanger niet mogelijk is, kan de minister die termijn op schriftelijk en gemotiveerd verzoek van de subsidieontvanger eenmaal met ten hoogste zes maanden verlengen.

Artikel 10. Wijze van subsidieverstrekking en voorschot

  • 2 De minister verleent bij het besluit tot subsidieverlening een voorschot van € 25.000.

Artikel 11. Aanvraag tot subsidievaststelling

  • 1 De aanvraag tot subsidievaststelling wordt ingediend door de penvoerder van het samenwerkingsverband met gebruikmaking van een door de minister elektronisch beschikbaar gesteld formulier op de website van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

  • 2 Een aanvraag tot subsidievaststelling bevat ten minste:

    • a. indien van toepassing, de wijziging van gegevens van deelnemers binnen het samenwerkingsverband ten opzichte van de beschikking tot subsidieverlening, waaronder de naam, het post- en bezoekadres en eventueel de nummers waaronder de ondernemingen zijn geregistreerd bij de Kamer van Koophandel;

    • b. indien van toepassing, gegevens van een nieuwe penvoerder, waaronder de naam, het post- en bezoekadres, het e-mailadres, het telefoonnummer en het bankrekeningnummer of nummers waarop het resterende subsidiebedrag dient te worden overgemaakt;

    • c. indien van toepassing, gegevens van een nieuwe procesondersteuner waaronder de naam, adres en het nummer waaronder de procesondersteuner of de onderneming waar hij werkzaam is geregistreerd bij de Kamer van Koophandel;

    • d. de omvang van de vast te stellen subsidie;

    • e. bij een wijziging van penvoerder, een machtigingsformulier waaruit blijkt dat de penvoerder gemachtigd is te handelen namens de woningeigenaren die deelnemen aan het samenwerkingsverband.

  • 3 Onverminderd artikel 24, eerste, tweede en derde lid, van het Kaderbesluit gaat de aanvraag tot subsidievaststelling vergezeld van het geaccordeerde verduurzamingsplan waarin in ten minste is opgenomen:

    • a. per woning binnen het renovatieproject van het samenwerkingsverband: adres en naam van de eigenaar;

    • b. een gespecificeerde begroting, die inzicht geeft in de geraamde uitgaven voor de activiteiten en de energiebesparende isolatiemaatregelen van het renovatieproject;

    • c. een tijdsplanning van het uitvoeren van het renovatieproject;

    • d. een getekende offerte of offertes voor alle woningen van het samenwerkingsverband, van een bouwbedrijf of bouwbedrijven die de energiebesparende isolatiemaatregelen van het renovatieproject uitvoeren met daarin ten minste de meldcode voor het isolatiemateriaal dat gebruikt is en bijhorende oppervlakte, en indien er geen meldcode beschikbaar is gesteld: een omschrijving van het soort energiebesparende isolatiemaatregel met de naam, het type, het merk, de dikte, Rd-waarde van het isolatiemateriaal dat gebruikt is; en

    • e. een evaluatie van het proces tot het komen van het verduurzamingsplan.

  • 4 In afwijking van het derde lid kan, indien het samenwerkingsverband na de beschikking tot subsidieverlening niet of niet binnen de gestelde termijn tot overeenstemming komen over een verduurzamingsplan, een aanvraag tot vaststelling van ten hoogste het voorschot worden ingediend. Deze aanvraag bevat ten minste:

    • a. een schriftelijke verklaring met argumentatie van de procesondersteuner en penvoerder waarom het samenwerkingsverband niet tot een verduurzamingsplan is gekomen;

    • b. een concept verduurzamingsplan en een korte rapportage van de procesondersteuner en penvoerder welke activiteiten er zijn verricht in de poging om tot een geaccordeerd verduurzamingsplan te komen; en

    • c. een overzicht van de kosten die zijn gemaakt door de procesondersteuner voor het samenwerkingsverband onderbouwd met facturen en betaalbewijzen.

Artikel 12. Inwerkingtreding en verval

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2028, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op subsidies die op grond van deze regeling zijn verleend.

Artikel 13. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling procesondersteuning opschaling renovatieprojecten (SPOR).

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties,

H.M. de Jonge