U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervallen per 01-01-2024.]Geraadpleegd op 14-09-2024. Geldend van 01-01-2023 t/m 01-06-2023
Beleidsregel Handhaving openbaarmaking jaarverantwoording
Gelet op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels op met betrekking tot de volgende haar toekomende of onder haar verantwoordelijkheid uitgeoefende bevoegdheden.
De NZa houdt op grond van artikel 16, sub e, van de Wet marktordening gezondheidszorg (hierna: Wmg) toezicht op de naleving van artikel 40b van de Wmg. Artikel 40b van de Wmg voorziet in de verplichting voor een zorgaanbieder om zich jaarlijks te verantwoorden door het openbaar maken van een jaarverantwoording.
Stcrt. 2023, 15133, datum inwerkingtreding 02-06-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze aanhef. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
In deze beleidsregel wordt, tenzij anders vermeld, verstaan onder:
NZa: zorgautoriteit als bedoeld in artikel 3 van de Wmg;
CJIB: Centraal Justitieel Incassobureau;
Convenant NZa-CJIB: Convenant inzake het Innen en Incasso arrangement dat door het CJIB in opdracht van de NZa wordt ingezet voor de aangeleverde vorderingen;
combinatie-instelling: een zorgaanbieder die tevens
1) jeugdhulpaanbieder als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel 1 van de Jeugdwet of gecertificeerde instelling is; of
2) Veilig Thuis-organisatie als bedoeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 is;
Inspectie gezondheidzorg: Inspectie gezondheidszorg en jeugd;
regeling: Regeling openbare jaarverantwoording WMG;
Wmg: Wet marktordening gezondheidszorg.
Stcrt. 2023, 15133, datum inwerkingtreding 02-06-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.
Het doel van deze beleidsregel is om vast te leggen op welke wijze de NZa vanaf het boekjaar 2022 toeziet op de naleving van de verplichting van een zorgaanbieder om een jaarverantwoording tijdig, volledig en juist openbaar te maken. Ook beschrijft deze beleidsregel de wijze waarop de NZa deze verplichting handhaaft en hoe zij daarbij de haar in hoofdstuk 6 van de Wmg toegekende bevoegdheden inzet.
Deze beleidsregel is van toepassing op zorgaanbieders en geen rechtspersoonlijkheid bezittende verbanden van zorgaanbieders, met uitzondering van de in artikel 5a van het Besluit uitbreiding en beperking werkingssfeer WMG genoemde categorieën van zorgaanbieders.
Deze beleidsregel is ook van toepassing op combinatie-instellingen.
1 De NZa houdt toezicht op de naleving van de verplichting als bedoeld in artikel 40b, eerste lid, van de Wmg. Op grond van voorgenoemd artikel dient een zorgaanbieder zich jaarlijks te verantwoorden door het openbaar maken van een jaarverantwoording.
2 Zorgaanbieders dienen voor het bij of krachtens artikel 40b van de Wmg gestelde tijdstip zorg te dragen voor een volledige en juiste jaarverantwoording over het boekjaar. Deze jaarverantwoording dient te voldoen aan de in de regeling gestelde voorschriften.
3 De NZa controleert ten aanzien van de zorgaanbieders de nakoming van de jaarverantwoording, overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens de bepalingen van artikel 40b van de Wmg en de Regeling structurele informatieverstrekking bedrijfsvoering WMG, met kenmerk TH/NR-025.
4 De NZa stelt samenwerkingsafspraken op met de Inspectie gezondheidszorg en het CIBG ten aanzien van het toezicht op de naleving van de verplichting van artikel 40b van de Wmg.
5 Voor het bij of krachtens artikel 40b van de Wmg gestelde tijdstip streeft de NZa ernaar om stappen te nemen – naast generieke bekendmaking van de regelgeving en toelichtingen daarop door het Ministerie van VWS – richting zorgaanbieders om hen te helpen te voldoen aan de openbaarmakingsplicht van artikel 40b van de Wmg.
1 Indien een zorgaanbieder artikel 40b, eerste lid, van de Wmg niet naleeft, kan de NZa een last onder dwangsom opleggen. Alvorens een last onder dwangsom op te leggen aan de zorgaanbieder stelt de NZa in beginsel door middel van een voornemen tot het opleggen van een last onder dwangsom de zorgaanbieder in de gelegenheid om aan te geven waarom de NZa af zou moeten zien van het opleggen van een last onder dwangsom.
2 De NZa legt een last onder dwangsom op aan een zorgaanbieder in het geval hij aan het einde van de termijn volgend uit het voornemen tot het opleggen van de last onder dwangsom nog steeds niet (volledig) aan de verplichting van artikel 40b van de Wmg heeft voldaan en de eventuele zienswijze geen grondslag biedt om van de last onder dwangsom af te zien.
3 De begunstigingstermijn van de last onder dwangsom bedraagt vier kalenderweken.
4 De verbeuringstermijn van de last onder dwangsom bedraagt tien kalenderweken. Voor iedere kalenderweek dat de zorgaanbieder die gehouden is een jaarverantwoording openbaar te maken niet aan haar verplichtingen heeft voldaan wordt een dwangsom van € 1.000,– per kalenderweek opgelegd, met een maximum van € 10.000,–.
5 In afwijking van het vierde lid bedraagt de dwangsom € 500,– per kalenderweek, met een maximum van € 5.000,–, indien:
a. een zorgaanbieder als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de regeling voldoet aan het bepaalde in artikel 4, eerste lid van de regeling;
b. een zorgaanbieder als bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel a, van de regeling voldoet aan het bepaalde in artikel 4, eerste lid, van de regeling waarbij voor ‘netto-omzet’ wordt gelezen ‘som der bedrijfsbaten’;
c. een zorgaanbieder als bedoeld in artikel 2, vierde lid van de regeling;
d. een zorgaanbieder als bedoeld in artikel 2, vijfde lid, van de regeling indien ingevolge de subsidieregeling minder dan € 125.000 subsidie is verleend.
6 Alvorens een tweede last onder dwangsom op te leggen ter aanmaning van de zorgaanbieder om te voldoen aan de verplichting van artikel 40b van de Wmg, stelt de NZa door middel van een tweede voornemen last onder dwangsom de zorgaanbieder in de gelegenheid om aan te geven waarom de NZa af zou moeten zien van het opleggen van een last onder dwangsom.
7 Indien een zorgaanbieder na het opleggen van de last onder dwangsom bedoeld in het tweede lid niet voldoet aan artikel 40b van de Wmg, kan de NZa een tweede last onder dwangsom opleggen.
8 De begunstigingstermijn van de tweede last onder dwangsom bedraagt vier kalenderweken.
9 De verbeuringstermijn bedraagt tien kalenderweken. Voor iedere kalenderweek dat de zorgaanbieder die gehouden is een jaarverantwoording openbaar te maken niet aan haar verplichtingen heeft voldaan wordt een dwangsom van € 2.500,– per kalenderweek opgelegd, met een maximum van € 25.000,–.
10 In afwijking van het negende lid bedraagt de dwangsom € 1.250,– per kalenderweek, met een maximum van € 12.500,–, indien:
a. een zorgaanbieder als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de regeling voldoet aan het bepaalde in artikel 4, eerste lid,van de regeling;
c. een zorgaanbieder als bedoeld in artikel 2, vierde lid, van de regeling;
11 Alvorens over te gaan tot invordering van verbeurde dwangsommen stelt de NZa de zorgaanbieder in de gelegenheid een zienswijze te geven.
12 Indien een zorgaanbieder na het opleggen van twee lasten onder dwangsom nog niet voldoet aan artikel 40b van de Wmg, dan kan de NZa op grond van artikel 85 van de Wmg een bestuurlijke boete opleggen.
13 Alvorens een bestuurlijke boete op te leggen, stelt de NZa de zorgaanbieder in de gelegenheid om een zienswijze over het voornemen tot het opleggen van een bestuurlijke boete naar voren te brengen.
14 De NZa maakt in beginsel geen gebruik van haar bevoegdheid om een aanwijzing op te leggen.
15 Indien een zorgaanbieder na het opleggen van een of twee lasten onder dwangsom nog niet voldoet aan artikel 40b van de Wmg, dan kan de NZa besluiten om een onderzoek te starten naar de ordelijkheid en controleerbaarheid van de bedrijfsvoering op grond van artikel 40a van de Wmg.
16 Indien een zorgaanbieder na het opleggen van twee lasten onder dwangsom nog niet voldoet aan artikel 40b van de Wmg, dan kan de NZa besluiten om de zaak over te dragen voor strafrechtelijke vervolging aan de daartoe bevoegde partij. Het niet naleven van artikel 40b van de Wmg is een economisch delict (artikel 1 onder 2° van de Wet op de economische delicten).
17 Inning en incasso van verbeurde dwangsommen en bestuurlijke boetes geschiedt door het CJIB, namens de NZa.
1 De NZa kan, overeenkomstig wet- en regelgeving en haar daarop gebaseerde beleid inzake openbaarmaking, handhavingsbesluiten openbaar maken door publicatie op haar website.
2 Op de openbaarmaking is de Wet open overheid van toepassing.
Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze beleidsregel wordt de beleidsregel met kenmerk TH/BR-035 ingetrokken.
Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij ingevolge artikel 5, aanhef en onder e, van de Bekendmakingswet, wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2023.
De beleidsregel ligt ter inzage bij de NZa en is te raadplegen op www.nza.nl
Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel Handhaving openbaarmaking jaarverantwoording.
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Beleidsregel Handhaving openbaarmaking jaarverantwoording", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.