1
|
Wet natuurbescherming
|
Artikel 3.1
|
Het verbod om bepaalde vogelsoorten te doden, te vangen of te verstoren, alsmede om
hun nesten, rustplaatsen of eieren te vernielen, te beschadigen of weg te nemen.
|
Alleen voor zover de activiteit gericht is op het beschermen van vogels.
|
Wet natuurbescherming
|
Artikel 3.10, eerste lid, onderdeel c, jo. bijlage, onderdeel B
|
Het verbod om bepaalde vaatplanten in hun natuurlijke verspreidingsgebied te plukken,
te verzamelen, af te snijden, te ontwortelen of te vernielen
|
Alleen voor zover de activiteit gericht is op het beschermen van vaatplanten van de
soort akkerboterbloem, bosboterbloem, groene nachtorchis, kalkboterbloem, kleine ereprijs,
liggende ereprijs of vroege ereprijs.
|
5
|
Wet natuurbescherming
|
Artikel 3.1
|
Het verbod om bepaalde vogelsoorten te doden, te vangen of te verstoren, alsmede om
hun nesten, rustplaatsen of eieren te vernielen, te beschadigen of weg te nemen.
|
Alleen voor zover de activiteit gericht is op het beschermen van vogels d.m.v. een
rustperiode, nestenclave of nestbeschermer.
|
6
|
Meststoffenwet in samenhang met de Uitvoeringsregeling meststoffenwet
|
Artikel 7 jo. de artikelen 8, onderdelen a en b, 9, 10 en 12, eerste tot en met derde lid, van de Meststoffenwet jo. de artikelen 24 tot en met 29 van de Uitvoeringsregeling meststoffenwet
|
Het verbod in enig kalenderjaar op een bedrijf meststoffen op of in de bodem te brengen,
tenzij de stikstofgebruiksnorm en de gebruiksnorm voor dierlijke meststoffen in acht
zijn genomen.
|
|
Meststoffenwet in samenhang met de Uitvoeringsregeling meststoffenwet
|
Artikel 7 jo. de artikelen 8, onderdeel c, 11 en 12, vierde en vijfde lid, van de Meststoffenwet jo. de artikelen 29a tot en met 34 van de Uitvoeringsregeling meststoffenwet
|
Het verbod in enig kalenderjaar op een bedrijf meststoffen op of in de bodem te brengen,
tenzij de fosfaatgebruiksnorm in acht is genomen.
|
|
Besluit gebruik meststoffen
|
Artikel 3b
|
Het verbod om in de periode 1 september tot en met 31 januari op het gebruik van dierlijke
meststoffen, stikstofkunstmest, zuiveringsslib, compost, herwonnen fosfaten, overige
organische meststoffen of een mengsel daarvan tegelijkertijd met het beregenen, bevloeien
of infiltreren van de bodem.
|
Alleen voor zover de activiteit gericht is op het gebruik van een bodemverbeteraar
welke valt onder één van de genoemde categorieën.
|
Besluit gebruik meststoffen
|
Artikel 4, eerste en tweede lid
|
Het verbod op het gebruik, voor zover het vaste dierlijke mest betreft, in de van
de grondsoort afhankelijke periode.
|
Alleen voor zover de activiteit gericht is op het uitrijden van ruige stalmest.
|
Activiteitenbesluit milieubeheer
|
Artikel 3:78, tweede lid, jo. de artikelen 3:84 en 3:85
|
Het verbod om in een teeltvrije zone meststoffen te gebruiken, tenzij de daarbij behorende
voorschriften in acht zijn genomen.
|
Alleen voor zover de activiteit in een teeltvrije zone wordt uitgevoerd.
|
Uitvoeringsregeling GLB 2023
|
Artikel 32, onderdeel b, jo. bijlage 4, paragraaf 2, onder 4 en 4a
|
Het verbod om in een verplichte bufferstrook meststoffen te gebruiken.
|
Alleen voor zover de activiteit in een verplichte bufferstrook wordt uitgevoerd.
|
7
|
Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden
|
Artikel 20, eerste lid, slechts in samenhang met artikel 55, eerste en tweede zin, van Verordening (EG) nr. 1107/2009
|
De verplichting dat een middel dat gebruikt wordt als gewasbeschermingsmiddel, in
Nederland toegelaten moet zijn. Het gewasbeschermingsmiddel moet gebruikt worden volgens
de voorschriften die ‘overeenkomstig artikel 31 zijn vastgesteld en op het etiket nader zijn aangegeven’.
|
|
Activiteitenbesluit milieubeheer
|
Artikel 3:78, eerste lid, jo. de artikelen 3:78a tot en met 3:83
|
Het verbod om in een teeltvrije zone gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken, tenzij
de daarbij behorende voorschriften in acht zijn genomen.
|
Alleen voor zover de activiteit in een teeltvrije zone wordt uitgevoerd.
|
Uitvoeringsregeling GLB 2023
|
Artikel 32, onderdeel b, jo. bijlage 4, paragraaf 2, onder 4 en 4a
|
Het verbod om in een verplichte bufferstrook chemische gewasbeschermingsmiddelen of
biociden te gebruiken.
|
Alleen voor zover de activiteit in een verplichte bufferstrook wordt uitgevoerd.
|
19a
|
Wet natuurbescher-ming
|
Artikel 3.10, eerste lid, onderdeel c jo. bijlage, onderdeel B
|
Het verbod om bepaalde vaatplanten in hun natuurlijke verspreidingsgebied te plukken,
te verzamelen, af te snijden, te ontwortelen of te vernielen.
|
Alleen voor zover de activiteit gericht is op het beschermen van vaatplanten van de
soort akkerboterbloem, bosboterbloem, groene nachtorchis, kalkboterbloem, kleine ereprijs,
liggende ereprijs of vroege ereprijs.
|
22
|
Uitvoeringsregeling GLB 2023
|
Artikel 32, onderdeel b, jo. bijlage 4, paragraaf 4, onder 8, achtste lid
|
Het verbod om een houtopstand (anders dan bij wijze van dunning) zonder voorafgaande
tijdige kennisgeving of in strijd met een kapverbod te (doen) vellen, of te (doen)
vellen zonder deze te herbeplanten op een bosbouwkundig verantwoorde wijze.
|
Alleen voor zover de activiteit wordt uitgevoerd op een houtopstand als bedoeld in
artikel 4.2 van de Wet natuurbescherming
|
Uitvoeringsregeling GLB 2023
|
Artikel 32, onderdeel b, jo. bijlage 4, paragraaf 4, onder 8, negende lid
|
Het verbod om heggen en bomen te snoeien in de periode 15 maart t/m 15 juli en in
het geval buiten die periode door vogels wordt gebroed.
|
|
30
|
Meststoffenwet in samenhang met de Uitvoeringsregeling meststoffenwet
|
Artikel 7 jo. de artikelen 8, onderdelen a en b, 9, 10 en 12, eerste tot en met derde lid, van de Meststoffenwet jo. de artikelen 24 tot en met 29 van de Uitvoeringsregeling meststoffenwet
|
Het verbod in enig kalenderjaar op een bedrijf meststoffen op of in de bodem te brengen,
tenzij de stikstofgebruiksnorm en de gebruiksnorm voor dierlijke meststoffen in acht
zijn genomen.
|
|
Meststoffenwet in samenhang met de Uitvoeringsregeling meststoffenwet
|
Artikel 7 jo. de artikelen 8, onderdeel c, 11 en 12, vierde en vijfde lid, jo. de artikelen 29a tot en met 34 van de Uitvoeringsregeling meststoffenwet
|
Het verbod in enig kalenderjaar op een bedrijf meststoffen op of in de bodem te brengen,
tenzij de fosfaatgebruiksnorm in acht is genomen.
|
|
Besluit gebruik meststoffen
|
Artikel 3b
|
Het verbod om in de periode 1 september tot en met 31 januari op het gebruik van dierlijke
meststoffen, stikstof-kunstmest, zuiveringsslib, compost, herwonnen fosfaten, overige
organische meststoffen of een mengsel daarvan tegelijkertijd met het beregenen, bevloeien
of infiltreren van de bodem.
|
Alleen voor zover de activiteit gericht is op het gebruik van een bodemverbeteraar
welke valt onder één van de genoemde categorieën.
|
Besluit gebruik meststoffen
|
Artikel 4, eerste en tweede lid
|
Het verbod op het gebruik, voor zover het vaste dierlijke mest betreft, in de van
de grondsoort afhankelijke periode.
|
Alleen voor zover de activiteit gericht is op het uitrijden van ruige stalmest.
|
Activiteitenbesluit milieubeheer
|
Artikel 3:78, tweede lid, jo. de artikelen 3:84 en 3:85
|
Het verbod om in een teeltvrije zone meststoffen te gebruiken, tenzij de daarbij behorende
voorschriften in acht zijn genomen.
|
Alleen voor zover de activiteit in een teeltvrije zone wordt uitgevoerd.
|
Uitvoeringsregeling GLB 2023
|
Artikel 32, onderdeel b, jo. bijlage 4, paragraaf 1, onder 3
|
Het verbod om gewasresten op bouwland na de oogst te verbranden zonder vergunning
van het college van Burgemeester en Wethouders.
|
|
Uitvoeringsregeling GLB 2023
|
Artikel 32, onderdeel b, in samenhang met bijlage 4, paragraaf 2, onder 4 en 4a
|
Het verbod om in een verplichte bufferstrook meststoffen te gebruiken.
|
Alleen voor zover de activiteit in een verplichte bufferstrook wordt uitgevoerd.
|
38
|
Wet natuurbescherming
|
Artikel 3.5, eerste tot en met vierde lid
|
Het verbod om in het wild levende dieren van de soorten, genoemd in bijlage IV, onderdeel
a, bij de Habitatrichtlijn, bijlage II bij het Verdrag van Bern of bijlage I bij het
Verdrag van Bonn, met uitzondering van de soorten, bedoeld in artikel 1 van de Vogelrichtlijn,
in hun natuurlijk verspreidingsgebied opzettelijk te doden of te vangen, alsmede om
hun eieren opzettelijk te vernielen of te rapen of hun voortplantings- en rustplaatsen
te beschadigen of te vernielen.
|
Alleen voor zover het gaat om de predatorsoort wolf of otter
|
Wet natuurbescherming
|
Artikel 3.10, eerste lid, onderdelen a en b
|
Het verbod om in het wild levende zoogdieren, bedoeld in onderdeel A van de bijlage bij de Wet natuurbescherming, opzettelijk te doden of te vangen, alsmede om hun vaste voortplantings- en rustplaatsen
opzettelijk te beschadigen of te vernielen.
|
Alleen voor zover het gaat om de predatorsoort vos, boommarter, bunzing, hermelijn,
steenmarter of wezel
|