Tijdelijke experimentenwet nieuwe stembiljetten

Toekomstige wijziging(en) op 01-10-2032.
Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2022.
Zie het overzicht van wijzigingen.
[Regeling vervalt per 01-10-2032.]
Geraadpleegd op 03-12-2024.
Geldend van 01-01-2023 t/m heden

Wet van 1 juni 2022, houdende tijdelijke regels voor experimenten met nieuwe stembiljetten (Tijdelijke experimentenwet nieuwe stembiljetten)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het ter bevordering van de uitvoerbaarheid van de stemopneming en het toegankelijker maken van het stemmen wenselijk is tijdelijke regels vast te stellen voor experimenten met nieuwe stembiljetten ten behoeve van het gebruik in het stemlokaal;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

§ 1. Algemene bepaling

Artikel 1. Begripsbepaling

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • Onze Minister: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

§ 2. Het experiment

Artikel 2. Doel en deelname

  • 1 Onze Minister kan besluiten dat bij een verkiezing als bedoeld in de Kieswet of de Wet algemene regels herindeling een experiment plaatsvindt met als doel de invoering van een stembiljet met een handzaam formaat, ten behoeve van het gebruik in het stemlokaal, dat:

    • a. eenvoudig te tellen is, ter bevordering van de uitvoerbaarheid en daarmee de kwaliteit van de stemopneming; en

    • b. geschikt is voor het afbeelden van logo’s van politieke groeperingen, ter bevordering van de toegankelijkheid van het stemmen.

  • 2 Onze Minister kan, behoudens in het geval, bedoeld in het derde lid, na instemming van de gemeenteraad, een gemeente aanwijzen waar wordt geëxperimenteerd.

  • 3 Bij een verkiezing van de leden van de Eerste Kamer kan Onze Minister, na instemming van provinciale staten, een provincie aanwijzen waar wordt geëxperimenteerd.

Artikel 3. Afwijken van de Kieswet

  • 1 De experimenten vinden voor zover mogelijk plaats overeenkomstig hetgeen bij en krachtens de Kieswet is bepaald.

  • 3 De voordracht voor een krachtens het tweede lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Artikel 4. Voorzieningen

  • 1 Onze Minister wijst de voorzieningen aan die bij een experiment worden gebruikt.

  • 2 Een voorziening wordt slechts aangewezen indien:

    • a. de inzet van de voorziening geen afbreuk doet aan het geheime karakter van de stemming; en

    • b. de transparantie, controleerbaarheid en betrouwbaarheid van de verkiezing niet worden verminderd.

  • 3 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de voorzieningen.

§ 3. Registratie van logo’s ten behoeve van het experiment

Artikel 5. Registratie van logo’s voor de verkiezing van leden van de Tweede Kamer

Iedere politieke groepering die een aanduiding heeft ingeschreven of inschrijft in het register, bedoeld in artikel G 1 van de Kieswet, dient bij het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, indien bij deze verkiezing sprake is van een experiment als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze wet, een schriftelijk verzoek in, als bedoeld in artikel G 1a, eerste lid, van de Kieswet, om het logo waarmee zij voor die verkiezing op de kandidatenlijst wenst te worden vermeld, bij te schrijven in het register. Indien een politieke groepering waarvan wel een aanduiding in het register staat ingeschreven op de tweeënveertigste dag voor de kandidaatstelling geen logo heeft geregistreerd, wordt voor de toepassing van de registraties in het verkiezingsproces enkel gebruik gemaakt van de in het register opgenomen aanduiding van de politieke groepering.

Artikel 6. Registratie van logo’s voor de verkiezing van de leden van provinciale staten

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2022. Zie het overzicht van wijzigingen]

  • 1 Iedere politieke groepering die een aanduiding heeft ingeschreven of inschrijft in het register, bedoeld in artikel G 2 van de Kieswet, en waarvan het logo niet reeds bij het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer is geregistreerd, dient bij het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de provinciale staten, indien bij deze verkiezing sprake is van een experiment als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze wet, een schriftelijk verzoek in om het logo waarmee zij voor die verkiezing op de kandidatenlijst wenst te worden vermeld, bij te schrijven in het register. De verzoeken die zijn ontvangen of aangevuld als bedoeld in artikel 4:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, na de tweeënveertigste dag voor de kandidaatstelling, blijven voor de daaropvolgende verkiezing buiten behandeling. Indien een politieke groepering waarvan wel een aanduiding in het register staat ingeschreven op die dag geen logo heeft geregistreerd, wordt voor de toepassing van de registraties in het verkiezingsproces enkel gebruik gemaakt van de in het register opgenomen aanduiding van de politieke groepering.

  • 2 Artikel G 1a, tweede tot en met zesde lid, van de Kieswet is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat:

    • a. voor het tweede lid, onderdeel c, wordt gelezen «het logo geheel of in hoofdzaak overeenstemt met een reeds op grond van dit artikel of een op grond van artikel G 1a van de Kieswet, geregistreerd logo van een andere politieke groepering, of met een logo waarvoor reeds eerder op grond van dit artikel een registratieverzoek is ontvangen, en daardoor verwarring te duchten is»;

    • b. in afwijking van het derde lid, tweede volzin, van de beslissing mededeling wordt gedaan in het provinciaal blad.

Artikel 7. Registratie van logo’s voor de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2022. Zie het overzicht van wijzigingen]

  • 1 Iedere politieke groepering die een aanduiding heeft ingeschreven of inschrijft in het register, bedoeld in artikel G 2a van de Kieswet, en waarvan het logo niet reeds bij het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer is geregistreerd, dient bij het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur, indien bij deze verkiezing sprake is van een experiment als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze wet, een schriftelijk verzoek in om het logo waarmee zij voor die verkiezing op de kandidatenlijst wenst te worden vermeld, bij te schrijven in het register. De verzoeken die zijn ontvangen of aangevuld als bedoeld in artikel 4:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, na de tweeënveertigste dag voor de kandidaatstelling, blijven voor de daaropvolgende verkiezing buiten behandeling. Indien een politieke groepering waarvan wel een aanduiding in het register staat ingeschreven op die dag geen logo heeft geregistreerd, wordt voor de toepassing van de registraties in het verkiezingsproces enkel gebruik gemaakt van de in het register opgenomen aanduiding van de politieke groepering.

  • 2 Artikel G 1a, tweede tot en met zesde lid, van de Kieswet is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat:

    • a. voor het tweede lid, onderdeel c, wordt gelezen «het logo geheel of in hoofdzaak overeenstemt met een reeds op grond van dit artikel of een op grond van artikel G 1a van de Kieswet, geregistreerd logo van een andere politieke groepering, of met een logo waarvoor reeds eerder op grond van dit artikel een registratieverzoek is ontvangen, en daardoor verwarring te duchten is»;

    • b. in afwijking van het derde lid wordt van de beslissing mededeling gedaan aan de gemachtigde en op de in het waterschap gebruikelijke wijze.

Artikel 8. Registratie van logo’s voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2022. Zie het overzicht van wijzigingen]

  • 1 Iedere politieke groepering die een aanduiding heeft ingeschreven of inschrijft in het register, bedoeld in artikel G 3 van de Kieswet, en waarvan het logo niet reeds bij het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, onderscheidenlijk provinciale staten, is geregistreerd, dient bij het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad, indien bij deze verkiezing sprake is van een experiment als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze wet een schriftelijk verzoek in om het logo waarmee zij voor die verkiezing op de kandidatenlijst wenst te worden vermeld, bij te schrijven in het register. De verzoeken die zijn ontvangen of aangevuld als bedoeld in artikel 4:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, na de tweeënveertigste dag voor de kandidaatstelling, blijven voor de daaropvolgende verkiezing buiten behandeling. Indien een politieke groepering waarvan wel een aanduiding in het register staat ingeschreven op die dag geen logo heeft geregistreerd, wordt voor de toepassing van de registraties in het verkiezingsproces enkel gebruik gemaakt van de in het register opgenomen aanduiding van de politieke groepering.

  • 2 Artikel G 1a, tweede tot en met zesde lid, van de Kieswet is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat:

    • a. voor het tweede lid, onderdeel c, wordt gelezen «het logo geheel of in hoofdzaak overeenstemt met een reeds op grond van dit artikel, een op grond van artikel 6 of een op grond van artikel G 1a van de Kieswet, geregistreerd logo van een andere politieke groepering, of met een logo waarvoor reeds eerder op grond van dit artikel een registratieverzoek is ontvangen, en daardoor verwarring te duchten is»;

    • b. in afwijking van het derde lid wordt van de beslissing mededeling gedaan aan de gemachtigde en op de in de gemeente gebruikelijke wijze.

Artikel 9. Registratie van logo’s voor de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2022. Zie het overzicht van wijzigingen]

  • 1 Iedere politieke groepering die een aanduiding heeft ingeschreven of inschrijft in het register, bedoeld in artikel Q 6 van de Kieswet, en waarvan het logo niet reeds bij het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer is geregistreerd, dient bij het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer, indien bij deze verkiezing sprake is van een experiment als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze wet, een schriftelijk verzoek in om het logo waarmee zij voor die verkiezing op de kandidatenlijst wenst te worden vermeld, bij te schrijven in het register. De verzoeken die zijn ontvangen of aangevuld als bedoeld in artikel 4:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, na de negenentwintigste dag voor de kandidaatstelling, blijven voor de daaropvolgende verkiezing buiten behandeling. Indien een politieke groepering waarvan wel een aanduiding in het register staat ingeschreven op die dag geen logo heeft geregistreerd, wordt voor de toepassing van de registraties in het verkiezingsproces enkel gebruik gemaakt van de in het register opgenomen aanduiding van de politieke groepering.

  • 2 Artikel G 1a, tweede tot en met zesde lid, van de Kieswet is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat voor het tweede lid, onderdeel c, wordt gelezen «het logo geheel of in hoofdzaak overeenstemt met een reeds op grond van dit artikel of een op grond van artikel G 1a van de Kieswet, geregistreerd logo van een andere politieke groepering, of met een logo waarvoor reeds eerder op grond van voornoemde artikelen een registratieverzoek is ontvangen, en daardoor verwarring te duchten is».

Artikel 10. Publicatie en doorwerking van logo’s

  • 4 Een geregistreerd logo van een politieke groepering werkt niet door indien de aanduiding van de politieke groepering niet doorwerkt.

§ 4. Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Artikel 11. Toepassingsbereik

  • 1 Deze wet is mede van toepassing in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, met inachtneming van het in deze paragraaf bepaalde.

  • 2 De bij of krachtens deze wet gestelde bepalingen betreffende de verkiezing van de leden van de gemeenteraad, onderscheidenlijk provinciale staten, zijn, voor zover deze paragraaf niet anders bepaalt, van overeenkomstige toepassing op de verkiezing van de leden van de eilandsraad, onderscheidenlijk het kiescollege.

  • 3 Voor de toepassing van artikel 2 wordt:

    • a. in plaats van «gemeenteraad» gelezen «eilandsraad»;

    • b. in plaats van «gemeente» of «provincie» gelezen «openbaar lichaam»;

    • c. in plaats van «provinciale staten» gelezen «het kiescollege».

Artikel 12. Registratie, publicatie en doorwerking van logo’s

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2022. Zie het overzicht van wijzigingen]

  • 1 Indien het betreft een verzoek om registratie van een logo ten behoeve van de verkiezing van de leden van een kiescollege, wordt:

    • a. in artikel 6, eerste lid, in plaats van «voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer» gelezen «voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer of voor de verkiezing van de leden van de eilandsraad»;

    • b. in artikel 6, tweede lid, in plaats van «een reeds op grond van dit artikel of een op grond van artikel G 1a van de Kieswet» gelezen «een reeds op grond van dit artikel, een op grond van artikel 8, in samenhang met artikel 11, tweede lid, of een op grond van artikel G 1a van de Kieswet, geregistreerd logo van een andere politieke groepering, of met een logo waarvoor reeds eerder op grond van dit artikel een registratieverzoek is ontvangen, en daardoor verwarring te duchten is».

  • 2 In de publicatie, bedoeld in artikel Ya 15, derde lid, van de Kieswet doet het centraal stembureau tevens mededeling van de ingevolge deze wet door hem geregistreerde logo’s van politieke groeperingen, voor zover de registratie daarvan onherroepelijk is.

§ 5. Overige bepalingen

Artikel 16. Evaluatie

Elk experiment wordt geëvalueerd. Bij de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 3, tweede lid, worden de criteria voor de evaluatie geregeld.

Artikel 19. Samenloop Wet elektronische publicaties (35 218)

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2022. Zie het overzicht van wijzigingen]

[Red: Wijzigt deze wet.]

Artikel 20. Samenloop Wijziging van de Kieswet in verband met de definitieve invoering van het nieuwe stembiljet voor kiezers buiten Nederland (35 670)

[Red: Wijzigt deze wet.]

Artikel 22. Inwerkingtreding

  • 1 Deze wet, met uitzondering van de artikelen 17 en 18, treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en vervalt tien jaar na het tijdstip van inwerkingtreding.

  • 2 Artikel 17 treedt in werking met ingang van tien jaar na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet.

  • 3 Artikel 18 treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel 23. Citeertitel

Deze wet wordt aangehaald als: Tijdelijke experimentenwet nieuwe stembiljetten.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage, 1 juni 2022

Willem-Alexander

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

H.G.J. Bruins Slot

Uitgegeven de dertigste september 2022

De Minister van Justitie en Veiligheid,

D. Yeşilgöz-Zegerius