Regeling opvang ontheemden Oekraïne

Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 01-10-2023 t/m heden

Regeling van de Minister van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 1 april 2022, nummer 3936963, houdende regels voor de huisvesting en verzorging van ontheemden als gevolg van het oorlogsgeweld in Oekraïne (Regeling opvang ontheemden Oekraïne)

De Minister van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 4, tweede lid, van de Wet verplaatsing bevolking;

Besluiten:

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

Artikel 1

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. burgemeester: de burgemeester van de gemeente waarin de opvangvoorziening gelegen is;

  • b. opvangvoorziening: een accommodatie waarin onderdak wordt geboden aan ontheemden;

  • c. ontheemde: de vreemdeling die tijdelijke bescherming geniet als bedoeld in artikel 1 van de Vreemdelingenwet 2000, omdat hij onder de reikwijdte valt van het Uitvoeringsbesluit van 4 maart 2022 van de richtlijn 2001/55/EG of een verlenging daarvan;

  • d. richtlijn: richtlijn 2001/55/EG van de raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen (PbEU L 212/12);

  • e. uitvoeringsbesluit: uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van de Raad van 4 maart 2022 tot vaststelling van het bestaan van een massale toestroom van ontheemden uit Oekraïne in de zin van artikel 5 van Richtlijn 2001/55/EG, en tot invoering van tijdelijke bescherming naar aanleiding daarvan (PbEU 2022, L 71);

  • f. Minister: de Minister van Justitie en Veiligheid;

  • g. gezinsleden: de volgende leden van het gezin van de ontheemde die in verband met de tijdelijke bescherming in Nederland aanwezig zijn:

    • 1°. echtgenoten of aan gehuwden gelijkgestelde partners;

    • 2°. hun minderjarige kinderen, mits zij ongehuwd en van hun afhankelijk zijn;

    • 3°. de vader, moeder, of een andere volwassene die volgens het recht of de praktijk in Nederland verantwoordelijk is voor de minderjarige en ongehuwde ontheemde;

  • h. gemeentelijke opvangvoorziening: door of vanwege de burgemeester aangeboden of beschikbaar gestelde opvangvoorziening voor ontheemden;

  • i. particuliere opvangvoorziening: opvangvoorziening voor ontheemden, anders dan:

    • 1°. een gemeentelijke opvangvoorziening; of

    • 2°. een woning van de ontheemde of van een gezinslid van de ontheemde;

  • j. loondervingsuitkering: een uitkering krachtens de verplichte verzekering op grond van de Werkloosheidswet, de Ziektewet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, alsmede een uitkering of inkomensvoorziening op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, van de Wet arbeid en zorg aan de werknemer of de gelijkgestelde, bedoeld in artikel 3:6, eerste lid, van die wet, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen en de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen;

  • k. alleenstaande minderjarige ontheemde: ontheemde die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en die zonder begeleiding of verzorging van een ouder of voogd in Nederland verblijft;

  • l. begeleider: meerderjarige begeleider van een alleenstaande minderjarige ontheemde, niet zijnde de ouder of voogd, die met de alleenstaande minderjarige ontheemde in dezelfde gemeentelijke of particuliere opvanglocatie verblijft.

Artikel 2

  • 1 De burgemeester draagt zorg voor de opvang van ontheemden. De in de eerste volzin bedoelde taak is niet van toepassing op alleenstaande minderjarige ontheemden.

  • 2 De burgemeester verstrekt aan de ontheemde die wordt opgevangen in een gemeentelijke opvangvoorziening of een particuliere opvangvoorziening, binnen een redelijke termijn, maar ten hoogste vijftien dagen na de aanvang van de opvang in een gemeentelijke of particuliere opvangvoorziening informatie over:

    • a. de geldende verstrekkingen alsook over de verplichtingen die de ontheemde moet nakomen in verband met de opvangvoorzieningen;

    • b. organisaties of groepen van personen die specifieke rechtsbijstand verlenen;

    • c. de opvangvoorzieningen, waaronder medische zorg;

    • d. de geldende verplichtingen over inschrijving in de Basisregistratie Personen en uitschrijving bij verhuizing.

  • 3 De burgemeester zorgt ervoor dat de in het tweede lid bedoelde informatie schriftelijk wordt verstrekt in een taal die de ontheemde begrijpt of waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat hij deze begrijpt. In voorkomende gevallen kan deze informatie tevens mondeling verstrekt worden zonder begeleider.

Hoofdstuk II. Toelating tot de opvang

Artikel 3

De burgemeester kan een tijdelijke alternatieve opvangvoorziening beschikbaar stellen die voldoet aan de minimumnormen zoals opgenomen in deze regeling indien:

  • a. er geen opvangvoorziening meer beschikbaar is; of

  • b. de specifieke situatie en bijzondere opvangbehoeften van een kwetsbare ontheemde andersoortige opvang vereist.

Artikel 4

  • 1 De burgemeester kan een ontheemde uitsluiten van de opvang, bedoeld in het artikel 2, eerste lid, indien:

    • a. de ontheemde rechtens van zijn vrijheid is ontnomen;

    • b. door de Minister belast met de uitvoering van de Vreemdelingenwet 2000 is geoordeeld dat betrokkene tijdelijke bescherming wordt geweigerd vanwege het bepaalde in artikel 28 van de Richtlijn;

    • c. de ontheemde tevens de Nederlandse nationaliteit bezit.

  • 2 Het recht op opvang van een ontheemde wiens asielaanvraag die recht op opvang heeft gegeven is afgewezen, eindigt indien de tijdelijke bescherming is geëindigd en de vertrektermijn als bedoeld in artikel 62 van de Vreemdelingenwet 2000 is verstreken.

Hoofdstuk III. Eisen aan de opvangvoorziening

Artikel 5

  • 1 De opvangvoorziening voldoet aan een toereikend huisvestingsniveau, waaronder ten minste wordt begrepen de aanwezigheid van een adequate bescherming tegen weersinvloeden, van verwarming, sanitaire voorzieningen en zit- en slaapgelegenheid.

  • 2 Indien mogelijk wordt voorzien in de gelegenheid tot het bereiden van maaltijden.

  • 3 Van de in het eerste lid genoemde criteria kan worden afgeweken gedurende de eerste acute opvang.

Hoofdstuk IV. De verstrekkingen gedurende de gemeentelijke opvang

Artikel 6

  • 1 De opvang omvat in elk geval de volgende verstrekkingen:

    • a. onderdak in opvangvoorzieningen die een toereikend huisvestingsniveau bieden;

    • b. een maandelijkse financiële toelage ten behoeve van voedsel, kleding en andere persoonlijke uitgaven, tenzij de ontheemde inkomsten uit arbeid heeft;

    • c. recreatieve en educatieve activiteiten;

    • d. een verzekering tegen de financiële gevolgen van wettelijke aansprakelijkheid; en

    • e. betaling van buitengewone kosten.

  • 2 De burgemeester draagt er zorg voor dat tijdens de opvang:

    • a. de ontheemde bescherming van zijn gezinsleven geniet;

    • b. de ontheemde de mogelijkheid heeft om te communiceren met familieleden, juridisch adviseurs of raadslieden en vertegenwoordigers van de Hoge Commissaris der Verenigde Naties voor Vluchtelingen en andere relevante, internationale en niet-gouvernementele organisaties en instanties;

    • c. aan de ontheemde in de leerplichtige leeftijd onderwijs wordt geboden.

  • 3 De burgemeester stelt voor elke opvangvoorziening een huishoudelijk reglement op waarin tenminste passende maatregelen zijn opgenomen om geweldpleging en gendergerelateerd geweld, met inbegrip van aanranding en seksuele intimidatie, te voorkomen en de verplichting van de ontheemde om:

    • a. de huisregels na te leven die zijn neergelegd in het reglement van de desbetreffende opvangvoorziening;

    • b. gevolg te geven aan de aanwijzingen van het personeel van de desbetreffende opvangvoorziening;

    • c. schoonmaakwerkzaamheden te verrichten in en rond de woonruimte; en

    • d. toegang te verlenen aan het personeel van de opvangvoorziening tot zijn woonruimte indien een redelijk vermoeden bestaat dat de ontheemde de huisregels overtreedt of indien dit voor het beheer van de opvangvoorziening redelijkerwijs noodzakelijk is.

Artikel 7

  • 1 De burgemeester kan de verstrekkingen, bedoeld in artikel 6, eerste lid, beperken of intrekken indien:

    • a. de opvang van de ontheemde beëindigd wordt omdat opvang (of onderdak) elders is voorzien;

    • b. de ontheemde de opvang definitief verlaat of gedurende een periode van 28 dagen niet in de opvang is verschenen zonder de burgemeester hiervan op de hoogte te stellen;

    • c. de ontheemde ernstig inbreuk maakt op de verplichtingen, genoemd in artikel 6, derde lid;

    • d. de ontheemde een ernstige vorm van geweld pleegt jegens medebewoners die in dezelfde opvangvoorziening verblijven, aan personen die werkzaam zijn in de voorziening, of aan anderen.

  • 2 De burgemeester kan de verstrekkingen, bedoeld in artikel 6, eerste lid, aanhef en onder b, geheel of ten dele intrekken indien de ontheemde of een meerderjarig gezinslid inkomsten uit arbeid in Nederland of in een ander land heeft en zulks blijkt uit de door de ontheemde opgegeven informatie over zijn inkomsten uit arbeid of indien de ontheemde of een meerderjarig gezinslid een loonderveringsuitkering of een toeslag op grond van de Toeslagenwet ontvangt. Hierbij geldt de eerste dag van de daaropvolgende maand als peildatum.

Artikel 8

  • 1 De burgemeester kan de verstrekkingen, bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder b, terugvorderen indien de verstrekkingen ten onrechte of tot een te hoog bedrag zijn verstrekt aan de ontheemde.

  • 2 De burgemeester vordert niet meer terug dan er is verstrekt.

Artikel 9

  • 1 De burgemeester bepaalt in welke opvangvoorziening binnen de gemeente een ontheemde wordt geplaatst en is bevoegd een ontheemde naar een andere voorziening binnen de gemeente over te plaatsen indien dit in het belang van de openbare orde of de veiligheid van andere ontheemden noodzakelijk wordt geacht.

  • 2 Bij de uitoefening van de bevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, zorgt de burgemeester ervoor dat de eenheid van het gezin in de mate van het mogelijke en met instemming van de betrokken gezinsleden bewaard wordt.

Artikel 10

  • 1 De door de ontheemde te ontvangen financiële toelage, bedoeld in artikel 6, eerste lid, aanhef en onder b, van deze regeling, bestaat uit een bedrag ten behoeve van voedsel en een bedrag ten behoeve van kleding en andere persoonlijke uitgaven conform de Bekostigingsregeling opvang ontheemden Oekraïne.

  • 2 De hoogte van het bedrag ten behoeve van voedsel, bedoeld in het eerste lid, in de opvangvoorziening waarin de ontheemden volledig zelf het eigen eten verzorgen, wordt berekend aan de hand van de volgende bedragen per persoon, per maand:

    • a. bij een éénpersoonshuishouden of een huishouden bestaande uit twee gezinsleden: € 242,48 per volwassene of alleenstaande minderjarige ontheemde, en € 200,65 per andere minderjarige;

    • b. bij een huishouden bestaande uit drie gezinsleden: € 193,98 per volwassene, en € 160,64 per minderjarige;

    • c. bij een huishouden bestaande uit vier of meer gezinsleden: € 169,74 per volwassene, en € 140,34 per minderjarige.

  • 3 De hoogte van het bedrag voor kleding en andere persoonlijke uitgaven, bedoeld in het eerste lid, is: € 60,71 per persoon, per maand.

  • 4 De financiële toelage wordt maandelijks op de eerste van de maand en op een door de burgemeester vastgestelde plaats aan de ontheemde beschikbaar gesteld.

  • 5 De burgemeester kan ten aanzien van de uitkering van de financiële toelage deze, of enkel de toelage voor voedsel dan wel de toelage voor kleding en andere persoonlijke uitgaven, in natura verstrekken.

  • 6 De financiële toelage voor een ontheemde jonger dan 18 jaar, die een kind is van, onder voogdij staat van, of begeleid wordt door, een of meer in de desbetreffende opvangvoorziening verblijvende ontheemden wordt uitbetaald aan één van die ontheemden.

  • 7 Aan een ontheemde die overeenkomstig de Regeling Medische zorg Asielzoekers, verblijft in een instelling voor langdurige zorg die niet een gemeentelijke opvang is, verstrekt de burgemeester het bedrag voor kleding en andere persoonlijke uitgaven, bedoeld in het vierde lid.

  • 8 De burgemeester draagt zorg voor de maaltijden in de gemeentelijke opvangvoorziening waarin de bewoners niet in de gelegenheid zijn deze zelf te verzorgen.

Artikel 11

  • 2 Buitengewone kosten zijn noodzakelijke kosten die vanwege hun aard of hoogte in redelijkheid niet geacht worden door de ontheemde zelf te worden betaald.

  • 3 Buitengewone kosten worden slechts betaald indien vooraf door de burgemeester aan de ontheemde toestemming is verleend voor het maken van deze kosten, met uitzondering van kosten die voortvloeien uit noodsituaties waarin geen mogelijkheid bestond tot het verzoeken om toestemming.

  • 4 De toestemming, bedoeld in het derde lid, wordt uitsluitend verleend indien de kosten noodzakelijk zijn en niet op andere wijze in de betaling kan worden voorzien.

  • 5 Kosten die samenhangen met een door de ontheemde gepleegde onrechtmatige daad, gepleegd misdrijf of begane overtreding zijn in ieder geval geen buitengewone kosten, als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 11a

  • 1 Een ontheemde kan door de burgemeester nader aan te wijzen werkzaamheden verrichten in en rondom de gemeentelijke opvangvoorziening, voor de uitvoering waarvan een vergoeding kan worden gegeven.

  • 2 De burgemeester zorgt voor een evenredige verdeling van het aanbod van werkzaamheden als bedoeld in het eerste lid, over de in de opvangvoorziening verblijvende ontheemden die daarvoor in aanmerking wensen te komen.

  • 3 De vergoeding die een ontheemde ontvangt voor het verrichten van werkzaamheden als bedoeld in het eerste lid, bedraagt niet meer dan € 14,– per week.

Hoofdstuk V. Verstrekkingen in particuliere opvangvoorzieningen

Artikel 12

  • 1 De burgemeester verstrekt maandelijks een financiële toelage aan ontheemden die in een particuliere opvangvoorziening verblijven binnen de gemeentegrens en zijn ingeschreven in de Basisregistratie Personen.

  • 2 De door de ontheemde in particuliere opvangvoorzieningen te ontvangen financiële toelage, bestaat uit een bedrag ten behoeve van voedsel, kleding en andere persoonlijke uitgaven en uit een wooncomponent.

  • 3 De hoogte van het bedrag ten behoeve van voedsel, bedoeld in het tweede lid, wordt berekend aan de hand van de volgende bedragen per persoon, per maand:

    • a. bij een éénpersoonshuishouden of een huishouden bestaande twee gezinsleden: € 242,48 per volwassenen of alleenstaande minderjarige ontheemden, en € 200,65 per kind tot 18 jaar;

    • b. bij een huishouden bestaande uit drie gezinsleden: € 193,98 per volwassene, en € 160,64 per kind tot 18 jaar;

    • c. bij een huishouden bestaande uit vier of meer gezinsleden: € 169,74 per volwassene, en € 140,34 kind tot 18 jaar.

  • 4 De hoogte van het bedrag voor kleding en andere persoonlijke uitgaven, bedoeld in het tweede lid, is: € 60,71 per persoon, per maand.

  • 5 De hoogte van de wooncomponent, bedoeld in het tweede lid, bedraagt per persoon € 80,91 per maand.

  • 6 De financiële toelage wordt maandelijks op de eerste dag van de maand en op een door de burgemeester vastgestelde plaats aan de ontheemde beschikbaar gesteld.

  • 7 De financiële toelage voor een ontheemde jonger dan 18 jaar, die een kind is van, onder voogdij staat van, of begeleid wordt door, een of meer in de desbetreffende opvangvoorziening verblijvende ontheemden wordt uitbetaald aan één van die ontheemden.

  • 8 De burgemeester draagt zorg voor een verzekering ten behoeve van de ontheemde tegen de financiële gevolgen van wettelijke aansprakelijkheid van de ontheemde jegens een derde.

  • 9 De burgemeester draagt zorg voor de betaling van buitengewone kosten.

  • 10 Aan een ontheemde die overeenkomstig de regeling medische zorg asielzoekers, verblijft in een instelling voor langdurige zorg die niet een particuliere opvanglocatie is en die zorg draagt voor de maaltijden, verstrekt de burgemeester het bedrag voor kleding en andere persoonlijke uitgaven, bedoeld in het vierde lid.

Artikel 13

  • 1 De burgemeester kan de verstrekkingen, bedoeld in artikel 12, eerste lid, beperken of intrekken indien:

    • a. de particuliere opvang van de ontheemde beëindigd wordt omdat opvang (of onderdak) elders is voorzien;

    • b. de ontheemde de particuliere opvang definitief verlaat of gedurene een periode van 28 dagen niet in de particuliere opvang is verschenen.

  • 2 De burgemeester kan de verstrekkingen, bedoeld in artikel 12, eerste lid, geheel of ten dele intrekken indien de ontheemde of een meerderjarig lid van zijn gezin inkomsten uit arbeid in Nederland of in een ander land heeft en zulks blijkt uit de door de ontheemde opgegeven informatie over zijn inkomsten uit arbeid of indien de ontheemde of een meederjarig gezinslid een loonderveringsuitkering als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel d, van de Toeslagenwet ontvangt.

Artikel 14

  • 1 De burgemeester kan de verstrekkingen, bedoeld in artikel 12, eerste lid, terugvorderen voor zover de verstrekkingen:

    • a. ten onrechte of tot een te hoog bedrag zijn verstrekt aan de ontheemde.

  • 2 De burgemeester vordert niet meer terug dan er is verstrekt.

Hoofdstuk VI. Kwetsbare personen

Artikel 15

  • 1 De burgemeester houdt bij uitvoering van deze regeling rekening met de specifieke situatie van kwetsbare ontheemden zoals minderjarigen, personen met een handicap, ouderen, zwangere vrouwen, alleenstaande ouders met minderjarige kinderen, personen met ernstige ziekten en personen met mentale stoornissen.

  • 2 Ten uitvoering van het eerste lid bepaalt de burgemeester of de ontheemde bijzondere opvangbehoeften heeft.

  • 3 Indien de ontheemde overeenkomstig het tweede lid bijzondere opvangbehoefte heeft, wordt naast verstrekkingen, bedoeld in artikel 6, eerste lid en artikel 12, specifieke steun en begeleiding geboden.

Artikel 16

Bij de uitoefening van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 9, eerste lid, zorgt de burgemeester ervoor dat:

  • a. minderjarige kinderen van ontheemden of minderjarige ontheemden worden gehuisvest bij hun ouders, bij hun ongehuwde broers of zussen of bij de volwassene die krachtens het recht of de praktijk van Nederland voor hen verantwoordelijk is, mits het in het belang van de betrokken minderjarige is;

  • b. afhankelijke meerderjarige ontheemden met bijzondere opvangbehoeften worden ondergebracht bij meerderjarige nauwe verwanten die zich reeds in Nederland bevinden en die volgens het recht of de praktijk voor hen verantwoordelijk zijn.

Artikel 17

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop het koninklijk besluit van 31 maart 2022, houdende inwerkingstelling van de artikelen 2c en 4 van de Wet verplaatsing bevolking in werking treedt.

Artikel 18

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling opvang ontheemden Oekraïne.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 1 april 2022

De Minister van Justitie en Veiligheid,

D. Yeşilgöz-Zegerius

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

E. van der Burg

Naar boven