De inzet van strafrecht alleen is onvoldoende om de ondermijning van de maatschappij
door mensenhandel tegen te gaan. Mensenhandel, ongeacht of het regionaal, nationaal
of internationaal georganiseerd is, moet integraal worden bestreden. Daarom werken
het OM, de politie en andere opsporingsdiensten zoals de Nederlandse Arbeidsinspectie
(NLA) en de Koninklijke Marechaussee (KMar), zoveel mogelijk samen met relevante publieke
partners. Op regionaal niveau zijn gemeenten cruciale samenwerkingspartners. Zo hebben
gemeenten bij het tegengaan van seksuele uitbuiting sinds de opheffing van het bordeelverbod
in 2000 door middel van een vergunningenstelsel een belangrijk instrument om de exploitatie
van prostitutie en seksinrichtingen lokaal te reguleren. Op nationaal niveau zijn
onder andere de Belastingdienst en de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) belangrijke
samenwerkingspartners. Naast samenwerking met overheidsdiensten kan (op ad hoc basis)
worden samengewerkt met bijvoorbeeld hulpverleningsinstanties (Ngo’s) en private organisaties.
Voor zover de samenwerkingspartners bevoegdheden in het kader van de bestuursrechtelijke
handhaving hebben, mogen deze bevoegdheden (zoals het uitoefenen van toezicht) niet
gebruikt worden voor strafrechtelijke handhaving, zoals de opsporing van strafbare
feiten (art. 3:3 van de Algemene wet bestuursrecht). De overgang van bestuursrechtelijk naar strafrechtelijk optreden dient steeds goed
bewaakt te worden. De gezamenlijke aanpak van mensenhandel dient een punt van aandacht
te zijn van de lokale driehoek. Voor de bestrijding van mensenhandel op internationaal
niveau zijn onder meer Eurojust, Europol en ambassades belangrijke samenwerkingspartners.
De integrale aanpak maakt het mogelijk om, conform het barrièremodel, zo veel mogelijk drempels tegen mensenhandel op te werpen door strafrechtelijke,
bestuursrechtelijke en/of fiscale interventies te plegen. Om de integrale aanpak van
mensenhandel te versterken, heeft de samenwerking tussen overheidsorganisaties een
vaste vorm gekregen in het EMM, de tien Regionale Informatie- en Expertisecentra (RIEC’s)
en het Landelijk Informatie- en Expertisecentrum (LIEC). Het EMM is een samenwerkingsverband
tussen de politie, KMar, NLA, IND en het OM. Deze vijf organisaties stellen hun signalen
en informatie over strafrechtelijke onderzoeken naar mensenhandel en mensensmokkel
ter beschikking aan het EMM, waar een vertaling plaatsvindt naar operationele, tactische
en strategische producten aan de hand waarvan de betrokken organisaties hun strafrechtelijke
en/of publiekrechtelijke bevoegdheden kunnen toepassen. De tien RIEC’s vormen een
informatieknooppunt voor casuïstiek voor regionale partners, stellen adviezen op en stemmen projectmatig bestuursrechtelijke, strafrechtelijke
en fiscale interventies af met regionale partners. Het LIEC zorgt voor verbinding tussen de RIEC’s onderling en landelijke partners,
ondersteunt de RIEC’s en coördineert de landelijke aanpak bij regio-overstijgende
criminaliteitsproblemen.