Gelet op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking
tot een haar toekomende of onder haar verantwoordelijkheid uitgeoefende bevoegdheid.
Met deze beleidsregel biedt de NZa haar stakeholders inzicht in het beleid voor de inzet van handhavingsinstrumenten. Daarmee geeft de
NZa gevolg aan artikel 75 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg). Volgens dit artikel dient openbaar te worden gemaakt hoe de toegekende taken
en bevoegdheden op het terrein van de handhaving worden uitgevoerd. De NZa gebruikt
handhaving voor het bereiken van haar missie: ‘toegankelijke en betaalbare zorg voor
iedereen in Nederland, nu en in de toekomst’. De NZa volgt in haar handhavingsbeleid
belangrijke inzichten die op het gebied van toezicht in binnen- en buitenland doorgang
hebben gevonden, zoals een risico- en probleemoriëntatie, professionaliteit, transparantie
en een efficiënte mix van instrumenten.
Onder handhaving verstaat de NZa: al het handelen van de NZa dat bijdraagt aan normnaleving
door zorgaanbieders, zorgverzekeraars, Wlz-uitvoerders en het CAK, door toepassing
van activiteiten als onder meer preventie, signalering, oordeelsvorming, sturing en
het opleggen van sancties.
Deze beleidsregel legt de nadruk op de overwegingen die hierbij een rol spelen. Voor
formele procedures wordt verwezen naar onder meer de betreffende artikelen in hoofdstuk 6 van de Wmg, de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de jurisprudentie. Als bijkomende omstandigheden in het concrete geval van
een overtreding daartoe aanleiding geven, kan de NZa afwijken van deze beleidsregel.
De normen en regels waarop de NZa toezicht houdt staan met name in de Wmg, de Zorgverzekeringswet (Zvw), de Wet langdurige zorg (Wlz) en in de daaruit voortvloeiende regelgeving.
De NZa is opgericht per 1 oktober 2006. De zorg is sindsdien voortdurend in beweging.
Evenzo zijn de inzichten in effectief handhaven aan verandering onderhevig. De NZa
heeft met de huidige actualisering van deze beleidsregel beoogd om uiting te geven
aan de in de praktijk gangbare methode om handhaving ‘maatwerk’ te laten zijn en het
effect voorop te stellen. Indien nieuwe ontwikkelingen dit nodig maken, zal de NZa
in de toekomst deze beleidsregel opnieuw van aanpassingen voorzien.
De NZa heeft, net als andere markttoezichthouders, het toezicht vormgegeven met risicogebaseerd
en probleemoplossend toezicht. De NZa bewaakt primair de publieke waarden van toegankelijke
en betaalbare zorg, nu en in de toekomst. Om gedrag dat afbreuk doet aan deze publieke
waarden te identificeren, maakt de NZa gebruik van onder andere meldingen en klachten
van bijvoorbeeld brancheorganisaties, burgers, zorgverzekeraars, zorgkantoren en zorgaanbieders.
Maar de NZa analyseert zelf ook data (kwalitatief en kwantitatief) om onwenselijke
gedragingen te identificeren. De NZa neemt niet elke individuele klacht in onderzoek,
maar benut de informatie uit de klachten wel voor haar toezicht om prioriteiten te
stellen en bewijs te vergaren. Zo pakt de NZa problemen in de zorg aan. De NZa is
echter geen instantie voor de oplossing van individuele klachten van bijvoorbeeld
burgers. Daarvoor zijn er wegen van individuele geschilbeslechting.
De NZa kan handhavingsmaatregelen nemen ten aanzien van individuele partijen om normnaleving
in de zorg te bevorderen. Als sectorspecifieke toezichthouder neemt de NZa concrete
handhavingsmaatregelen als dat passend is, waar nodig na afstemming met andere toezichthouders
zoals de Autoriteit Consument & Markt (ACM), De Nederlandsche Bank (DNB) en de Inspectie
Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). Deze procedure dient onder meer de zorgvuldigheid.
Voor informatie over situaties waarin afstemming aan de orde is wordt verwezen naar
de Wmg en de betreffende samenwerkingsprotocollen, te raadplegen op www.nza.nl en de websites
van genoemde toezichthouders.
Leeswijzer
In hoofdstuk 2 staan algemene uitgangspunten voor de handhaving. Hoofdstuk 3 bevat uitleg over de algemene kenmerken van de verschillende bevoegdheden. Ook gaat
de NZa in op het onderscheid van bestuursrechtelijk en strafrechtelijk optreden en
het overleg met het Openbaar Ministerie. In hoofdstuk 4 wordt tot slot ingegaan op de manier waarop de NZa communiceert over deze beleidsregel
en over concrete handhavingsmaatregelen.
Inwerkingtreding
Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2022. Indien de Staatscourant
waarin de beleidsregel ingevolge artikel 5, aanhef en onder e, van de Bekendmakingswet, wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2021, treedt de beleidsregel in
werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin
de beleidsregel wordt geplaatst en werkt zij terug tot en met 1 januari 2022. De beleidsregel
ligt ter inzage bij de NZa en is te raadplegen op www.nza.nl.
Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze beleidsregel wordt de beleidsregel ‘Handhaving’,
met kenmerk TH/BR-016, ingetrokken.
Citeerregel
Deze beleidsregel wordt aangehaald als: ‘Beleidsregel Handhaving’.