Regeling aanvullende bekostiging vo-scholen in uitzonderlijke omstandigheden

Geraadpleegd op 10-12-2024.
Geldend van 15-06-2023 t/m 31-12-2023

Regeling van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 30 augustus 2021, nr. VO/29097410, houdende regels voor de aanvullende bekostiging voor vo-scholen in uitzonderlijke omstandigheden (Regeling aanvullende bekostiging vo-scholen in uitzonderlijke omstandigheden)

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 2. Aanvullende bekostiging uitzonderingsscholen

  • 1 De minister verstrekt aanvullende bekostiging aan het bevoegd gezag van een school die op grond van artikel 4.25, vierde lid, van de wet in stand wordt gehouden of wordt bekostigd.

  • 2 De aanvullende bekostiging wordt volgens onderstaande tabel bepaald op basis van het onderwijsaanbod op de school of scholengemeenschap en het aantal bekostigde leerlingen dat op de teldatum op de school of scholengemeenschap staat ingeschreven:

    Onderwijsaanbod

    Aantal leerlingen op de teldatum

    Hoogte aanvullende bekostiging

    vbo of mavo

    minder dan 130

    3 keer het bedrag voor de hoofdvestiging

    130 tot en met 200

    2 keer het bedrag voor de hoofdvestiging

    meer dan 200

    € 0

    mavo, havo en vwo

    minder dan 130

    5,5 keer het bedrag voor de hoofdvestiging

    130 tot en met 250

    4,5 keer het bedrag voor de hoofdvestiging

    meer dan 250

    € 0

    vbo, mavo, havo en vwo

    minder dan 130

    7 keer het bedrag voor de hoofdvestiging

    130 tot en met 300

    6 keer het bedrag voor de hoofdvestiging

    meer dan 300

    € 0

  • 4 Een bevoegd gezag komt ook voor de aanvullende bekostiging, bedoeld in het tweede lid, in aanmerking als het een school heeft met een nevenvestiging die voldoet aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 4, onderdeel a, van de Beleidsregel uitzonderingsscholen VO 2013. De aanvullende bekostiging heeft alleen betrekking op die nevenvestiging en wordt bepaald op basis van het onderwijsaanbod op de nevenvestiging en het aantal leerlingen dat op de teldatum op de nevenvestiging staat ingeschreven. Bij opheffing van de nevenvestiging vervalt het recht op de aanvullende bekostiging.

Artikel 3. Aanvullende bekostiging vestigingen met een breed onderwijsaanbod

  • 1 De minister verstrekt aanvullende bekostiging voor vestigingen met een breed onderwijsaanbod.

  • 2 Een scholengemeenschap heeft een vestiging met een breed onderwijsaanbod indien op de vestiging op de teldatum leerlingen staan ingeschreven in:

    • a. de eerste twee leerjaren van het voortgezet onderwijs;

    • b. het vierde leerjaar van het vbo;

    • c. het vierde leerjaar van het mavo;

    • d. het vijfde leerjaar van het havo; en

    • e. het zesde leerjaar van het vwo.

Artikel 3a. Aanvullende bekostiging schoolcampus met een breed onderwijsaanbod

  • 1 De Minister kan de aanvullende bekostiging, bedoeld in artikel 3, op aanvraag van het bevoegd gezag ook verstrekken indien:

    • a. het in artikel 3, tweede lid, onderdelen a tot en met e, bedoelde onderwijs binnen een scholengemeenschap is verdeeld over twee vestigingen, die hemelsbreed gemeten maximaal 300 meter van elkaar gelegen zijn; en

    • b. er door het bevoegd gezag een bijdrage wordt geleverd aan het tegengaan van segregatie doordat de leerlingen van de verschillende schoolsoorten samenkomen op de vestigingen in reguliere onderwijstijd. Het bevoegd gezag voldoet hieraan indien:

      • 1°. de eerste twee leerjaren, bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel a, van het vbo tot en met vwo wordt verzorgd op één van de vestigingen; of

      • 2°. onderwijs in de leerjaren, bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel b tot en met e, van het vbo tot en met het vwo, wordt verzorgd op één van de vestigingen; of

      • 3°. het bevoegd gezag aantoont dat minimaal 50% van de leerlingen minimaal 20% van hun onderwijstijd gedurende het schooljaar onderwijs volgt op beide vestigingen.

  • 2 De hemelsbreed gemeten afstand tussen twee vestigingen wordt berekend door de afstand in meters te bepalen met de formule: √((x1 – x2)2 + (y1 – y2)2), waarin x1 en y1 de BAG-coördinaten zijn van het adres van de ene vestiging en x2 en y2 de BAG-coördinaten zijn van het adres van de andere vestiging. Daarbij wordt uitgegaan van de adresgegevens van beide vestigingen zoals opgenomen in de Basisregistratie Instellingen.

  • 3 Het bevoegd gezag kan voor een vestiging één keer gebruikmaken van de aanvraag, bedoeld in het eerste lid.

  • 4 Een aanvraag als bedoeld in het eerste lid wordt uiterlijk op 1 mei van enig kalenderjaar bij de Minister ingediend. Aanvragen die na 1 mei zijn ontvangen, worden afgewezen. De aanvraag geschiedt met gebruikmaking van het aanvraagformulier in de bijlage.

  • 5 In afwijking van het vierde lid wordt de aanvraag in 2022 uiterlijk op 1 juni bij de Minister ingediend. De aanvraag wordt afgewezen als deze na 1 juni is ontvangen.

  • 6 De Minister besluit voor 1 augustus van het kalenderjaar van aanvraag of de aanvullende bekostiging wordt toegekend. De aanvullende bekostiging wordt jaarlijks in november uitbetaald. De toekenning geldt tot en met het jaar 2026, mits voldaan blijft worden aan de voorwaarden uit het eerste lid.

  • 7 Het bevoegd gezag maakt er bij de Minister schriftelijk melding van indien niet meer wordt voldaan aan het eerste lid. De toekenning zal dan voor het kalenderjaar daaropvolgend stoppen.

Artikel 4. Aanvullende bekostiging maritiem vbo

  • 1 De minister verstrekt aanvullende bekostiging aan het bevoegd gezag van een school die het vbo-profiel maritiem en techniek, bedoeld in artikel 2.26, tweede lid, onderdeel e, van de wet, aanbiedt als het gebruik van opleidingsschepen, simulatoren en gespecialiseerde praktijklokalen, al dan niet in combinatie met een maritieme leeromgeving, een onlosmakelijk onderdeel vormt van het maritiem vbo op de school.

  • 2 De aanvullende bekostiging bestaat in 2023 uit:

    • a. een bedrag per school ter hoogte van € 2.520.928,97 voor de kosten van het gebruik van opleidingsschepen, simulatoren en gespecialiseerde praktijklokalen;

    • b. een bedrag per leerling ter hoogte van € 1.621,24 voor de kosten van het gebruik van opleidingsschepen, simulatoren en gespecialiseerde praktijklokalen; en

    • c. een bedrag per school ter hoogte van € 2.283.651,29 voor de kosten van de maritieme leeromgeving.

  • 3 De aanvullende bekostiging bestaat in 2024 uit:

    • a. een bedrag per school ter hoogte van € 2.520.928,97 voor de kosten van het gebruik van opleidingsschepen, simulatoren en gespecialiseerde praktijklokalen;

    • b. een bedrag per leerling ter hoogte van € 1.621,24 voor de kosten van het gebruik van opleidingsschepen, simulatoren en gespecialiseerde praktijklokalen; en

    • c. een bedrag per school ter hoogte van € 2.283.651,29 voor de kosten van de maritieme leeromgeving.

  • 4 De aanvullende bekostiging, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, en derde lid, onderdeel b, wordt berekend op basis van het aantal leerlingen dat op de teldatum staat ingeschreven op het vbo-profiel maritiem en techniek.

Artikel 5. Aanvullende bekostiging internationaal georiënteerd voortgezet onderwijs en Europees Baccalaureaat

  • 1 De minister verstrekt aanvullende bekostiging aan het bevoegd gezag van een school die een cursus internationaal georiënteerd voortgezet onderwijs of een cursus Europees Baccalaureaat aanbiedt.

  • 2 De hoogte van de aanvullende bekostiging in 2023 wordt vastgesteld op € 1.197,51 per bekostigde leerling die op de teldatum is toegelaten tot een cursus internationaal georiënteerd voortgezet onderwijs of een cursus Europees Baccalaureaat.

  • 3 De hoogte van de aanvullende bekostiging in 2024 wordt vastgesteld op € 1.197,51 per bekostigde leerling die op de teldatum is toegelaten tot een cursus internationaal georiënteerd voortgezet onderwijs of een cursus Europees Baccalaureaat.

Artikel 6. Aanvullende bekostiging leerlingen in gemengde leerweg

  • 1 De minister verstrekt aanvullende bekostiging aan het bevoegd gezag van een school die de gemengde leerweg aanbiedt.

  • 2 De hoogte van de aanvullende bekostiging in 2023 wordt vastgesteld op € 339,34 per leerling die op de teldatum staat ingeschreven in het derde of vierde leerjaar van de gemengde leerweg.

  • 3 De hoogte van de aanvullende bekostiging in 2024 wordt vastgesteld op € 339,34 per leerling die op de teldatum staat ingeschreven in het derde of vierde leerjaar van de gemengde leerweg.

Artikel 7. Beschikking en betaling

  • 1 De minister stelt de aanvullende bekostiging, bedoeld in artikel 2, in januari van het jaar waarop de bekostiging betrekking heeft vast. De minister stelt de aanvullende bekostiging, bedoeld in de artikelen 3 en 4 tot en met 6, uiterlijk in de maand maart van het jaar waarop de bekostiging betrekking heeft vast. De aanvullende bekostiging wordt betaald in maandelijkse termijnen van gelijke omvang.

  • 2 De beschikking en betaling van de aanvullende bekostiging bedoeld in artikel 3a vindt jaarlijks in één termijn plaats in november.

  • 3 De aanvullende bekostiging wordt, uiterlijk in de maand december van het jaar waarop de bekostiging betrekking heeft, herzien en wordt berekend op basis van:

    • a. het door de accountant goedgekeurde aantal leerlingen dat op de teldatum staat ingeschreven bij de school; en

    • b. de bijdrage voor loon- en prijsontwikkeling.

Artikel 8. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 15 november 2021.

Artikel 9. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanvullende bekostiging vo-scholen in uitzonderlijke omstandigheden.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

A. Slob

Bijlage behorende bij artikel 3a, vierde lid, van de Regeling aanvullende bekostiging vo-scholen in uitzonderlijke omstandigheden

Aanvraagformulier aanvullende bekostiging schoolcampus met een breed onderwijsaanbod

Dit formulier

Met dit formulier dient u een aanvraag in om in aanmerking te komen voor de aanvullende bekostiging voor een schoolcampus met een breed onderwijsaanbod. U dient dit formulier uiterlijk op 1 mei in of in 2022 uiterlijk op 1 juni. Uiterlijk op 1 augustus wordt een beslissing genomen over uw aanvraag. De beschikking en betaling vindt uiterlijk plaats in november.

Opsturen

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Directie Voortgezet Onderwijs

Postbus 16375

2500 BL Den Haag

Of per e-mail naar: dienstpostbus.povoko@minocw.nl.

Meer informatie

duo.nl/zakelijk

ICO/VO (070) 757 51 22 bereikbaar van 09:00-13:00 op werkdagen.

1. Gegevens bevoegd gezag

1.1 Bevoegd gezag-nummer

1.2 Naam bevoegd gezag

1.3 Correspondentieadres

1.4 Postcode en plaats

2. Gegevens contactpersoon

2.1 Achternaam

2.2 Voorletter(s)

2.3 Telefoon

2.4 E-mailadres

3. Aanvullende bekostiging schoolcampus met een breed onderwijsaanbod

Er zijn twee mogelijkheden waarop de aanvrager kan voldoen aan de voorwaarden om in aanmerking te komen. De eerste is door spreiding van het onderwijsaanbod over de twee dicht bij elkaar gelegen vestigingen. De tweede is door te motiveren dat leerlingen van verschillende onderwijssoorten elkaar in reguliere onderwijstijd ontmoeten op de vestigingen.

Lees verder in de toelichting

3.1. Gegevens van de twee vestigingen die hemelsbreed gemeten maximaal 300 meter van elkaar gelegen zijn en samen een breed onderwijsaanbod bieden.

Vestiging 1

BRIN-vestigingsnummer

Straat en huisnummer

Postcode en plaats

Geef in de tabel aan in welke leerjaren van welke onderwijssoorten bekostigde leerlingen zijn ingeschreven op teldatum t-1 op vestiging 1 zet een kruisje in het bijbehorende vakje:

 

Leerjaar 1

Leerjaar 2

Leerjaar 3

Leerjaar 4

Leerjaar 5

Leerjaar 6

Vbo

           

Mavo

           

Havo

           

Vwo

           

Vestiging 2

BRIN-vestigingsnummer

Straat en huisnummer

Postcode en plaats

Geef in de tabel aan in welke leerjaren van welke onderwijssoorten bekostigde leerlingen zijn ingeschreven op teldatum t-1 op vestiging 2, zet een kruisje in het bijbehorende vakje:

 

Leerjaar 1

Leerjaar 2

Leerjaar 3

Leerjaar 4

Leerjaar 5

Leerjaar 6

Vbo

           

Mavo

           

Havo

           

Vwo

           

Let op: Uit de gegevens die DUO tot zijn beschikking heeft wordt gecontroleerd of wordt voldaan aan de voorwaarden in artikel 3a, eerste lid, onderdeel b, onder 1° of 2°, van de Regeling aanvullende bekostiging vo-scholen in uitzonderlijke omstandigheden.

3.2. Motivatie bevoegd gezag

Mochten de opgegeven vestigingen niet voldoen aan artikel 3a, eerste lid, onderdeel b, onder 1° of 2°, dan kunt u motiveren waarom wordt voldaan aan het volgende criterium:

Minimaal 50% van de leerlingen volgt minimaal 20% van hun onderwijstijd onderwijs op beide vestigingen.

4. Ondertekening

Het bevoegd gezag verklaart bij wijzigingen de Minister schriftelijk op de hoogte te stellen indien er niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van de regeling.

4.1 Nummer bevoegd gezag

4.2 Achternaam tekenbevoegde

4.3 Voorletter(s) tekenbevoegde

4.4 Telefoon

4.5 E-mail

4.6 Plaats

4.7 Datum

4.8 Handtekening

Toelichting

Algemeen

De aanvraag voor aanvullende bekostiging schoolcampus met een breed aanbod is gebaseerd op de Regeling aanvullende bekostiging vo-scholen in uitzonderlijke omstandigheden.

Een scholengemeenschap heeft een schoolcampus met een breed onderwijsaanbod indien op de betreffende vestigingen op de teldatum leerlingen staan ingeschreven in:

  • a. de eerste twee leerjaren van het voortgezet onderwijs;

  • b. het vierde leerjaar van het vbo;

  • c. het vierde leerjaar van het mavo;

  • d. het vijfde leerjaar van het havo; en

  • e. het zesde leerjaar van het vwo.

De afstand wordt gebaseerd op de gegevens zoals vastgelegd in RIO en berekend op basis van de formule opgenomen in artikel 3a, tweede lid, van de regeling.

Om in aanmerking te komen voor de aanvullende bekostiging moet tevens voldaan worden aan de volgende voorwaarden:

  • 1. De twee vestigingen moeten dichtbij elkaar gelegen zijn op hemelsbreed een gemeten afstand van maximaal 300 meter;

  • 2. De leerlingen van vbo tot en met vwo komen samen in reguliere onderwijstijd.

Onder de tweede voorwaarde wordt het volgende verstaan:

  • 1. De eerste twee leerjaren van het vbo tot en met het vwo wordt verzorgd op één van de vestigingen; of

  • 2. Het vierde leerjaar van het vbo en mavo, het vijfde leerjaar van het havo en het zesde leerjaar van het vwo worden verzorgd op één van de vestigingen; of

  • 3. Het bevoegd gezag toont aan dat minimaal 50% van de leerlingen minimaal 20% van hun onderwijstijd gedurende het schooljaar onderwijs volgt op beide vestigingen.

Onderdelen één en twee worden door DUO gecontroleerd op basis van de gegevens die vastgelegd zijn in RIO en BAG. Mochten de vestigingen in uw aanvraag niet aan deze voorwaarden voldoen dan moet u aannemelijk maken waarom het derde onderdeel voor deze vestigingen opgaat.