Regeling bekostiging vo-scholen en samenwerkingsverbanden vo

Toekomstige wijziging(en) op 01-01-2025. Zie het overzicht van wijzigingen.
Geraadpleegd op 10-12-2024.
Geldend van 12-06-2024 t/m heden

Regeling van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 30 augustus 2021, nr. VO/29097500, houdende regels voor de bekostiging van vo-scholen en samenwerkingsverbanden VO in Europees en scholen in Caribisch Nederland (Regeling bekostiging vo-scholen en samenwerkingsverbanden vo)

§ 1. Bekostiging vo-scholen Europees Nederland

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 2. Bedragen bekostiging vo-scholen Europees Nederland kalenderjaar 2024

[Toekomstige wijziging(en) op 01-01-2025. Zie het overzicht van wijzigingen]

  • 2 De bedragen per leerling, bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, onderdeel b, van de wet, worden voor het kalenderjaar 2024 vastgesteld op:

    • a. € 9.053,51 per leerling in het vwo, havo, mavo of vbo, met uitzondering van leerlingen in het derde of vierde leerjaar van de basisberoepsgerichte en kaderberoepsgerichte leerweg van het vbo;

    • b. € 10.651,21 per leerling in het pro of in het derde of vierde leerjaar van de basisberoepsgerichte of kaderberoepsgerichte leerweg van het vbo.

Artikel 3. Aanvullende bekostiging lwoo en pro en regionale ondersteuning kalenderjaar 2024

[Toekomstige wijziging(en) op 01-01-2025. Zie het overzicht van wijzigingen]

  • 2 De aanvullende bekostiging voor lwoo en pro, bedoeld in artikel 5.13, eerste, derde en vierde lid, van de wet, alsmede het op de bekostiging van het samenwerkingsverband in mindering te brengen bedrag, bedoeld in artikel 5.13, zesde en zevende lid, van de wet, wordt voor het kalenderjaar 2024 vastgesteld op € 5.756,09 per leerling.

Artikel 4. Bedragen bekostiging vo-scholen Europees Nederland kalenderjaar 2025

[Toekomstige wijziging(en) op 01-01-2025. Zie het overzicht van wijzigingen]

  • 2 De bedragen per leerling, bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, onderdeel b, van de wet, worden per 1 januari 2025 vastgesteld op:

    • a. € 9.053,51 per leerling in het vwo, havo, mavo of vbo, met uitzondering van leerlingen in het derde of vierde leerjaar van de basisberoepsgerichte en kaderberoepsgerichte leerweg van het vbo;

    • b. € 10.651,21 per leerling in het pro of in het derde of vierde leerjaar van de basisberoepsgerichte of kaderberoepsgerichte leerweg van het vbo.

Artikel 5. Aanvullende bekostiging lwoo en pro en regionale ondersteuning kalenderjaar 2025

[Toekomstige wijziging(en) op 01-01-2025. Zie het overzicht van wijzigingen]

  • 1 De aanvullende bekostiging voor lwoo en pro, bedoeld in artikel 5.5, eerste en tweede lid, wordt voor het kalenderjaar 2025 vastgesteld op € 5.756,09 per leerling.

  • 2 De aanvullende bekostiging voor lwoo en pro, bedoeld in artikel 5.13, eerste, derde en vierde lid, van de wet, alsmede het op de bekostiging van het samenwerkingsverband in mindering te brengen bedrag, bedoeld in artikel 5.13, zesde en zevende lid, van de wet, wordt per 1 januari 2025 vastgesteld op € 5.756,09 per leerling.

Artikel 6. Betaalritme bekostiging vo-scholen Europees Nederland

De minister stelt de bekostiging, bedoeld in de artikelen 2 tot en met 5, in december voorafgaande aan het jaar waarop de bekostiging betrekking heeft vast. De bekostiging wordt betaald in maandelijkse termijnen van gelijke omvang. De eerste termijn wordt betaald in januari van het jaar waarop de bekostiging betrekking heeft.

§ 2. Bekostiging vo-scholen Caribisch Nederland

Artikel 7. Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

Artikel 8. Bedragen bekostiging vo-scholen Caribisch Nederland kalenderjaar 2024

[Toekomstige wijziging(en) op 01-01-2025. Zie het overzicht van wijzigingen]

  • 1 Het bedrag per school, bedoeld in artikel 11.56, eerste lid, onderdeel a, van de wet, wordt voor het kalenderjaar 2024 vastgesteld op:

    • a. USD 250.802,30 bij een leerlingen- en studentenaantal van 600 of minder;

    • b. USD 501.604,60 bij een leerlingen- en studentenaantal van 601 tot en met 1.200;

    • c. USD 752.406,90 bij een leerlingen- en studentenaantal van 1.201 en meer.

  • 2 De bedragen per leerling, bedoeld in artikel 11.56, eerste lid, onderdeel b, van de wet, worden voor het kalenderjaar 2024 vastgesteld op:

    • a. een bedrag van USD 8.531,26:

      • 1°. wat betreft een school op Bonaire: voor leerlingen in het vwo, havo, mavo of vbo, met uitzondering van leerlingen in het derde of vierde leerjaar van de basisberoepsgerichte en kaderberoepsgerichte leerweg van het vbo, ISK-leerlingen en leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte; en

      • 2°. wat betreft een school als bedoeld in artikel 1 van het Besluit Saba Comprehensive School en Gwendoline van Puttenschool BES: voor leerlingen in de lower forms of leerlingen die CSEC en CAPE volgen;

    • b. een bedrag van USD 10.037,02:

      • 1°. wat betreft een school op Bonaire: voor leerlingen in het praktijkonderwijs of in het derde of vierde leerjaar van de basisberoepsgerichte of kaderberoepsgerichte leerweg van het vbo, alsmede ISK-leerlingen en leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte; en

      • 2°. wat betreft een school als bedoeld in artikel 1 van het Besluit Saba Comprehensive School en Gwendoline van Puttenschool BES: voor leerlingen in het praktijkonderwijs of leerlingen die CVQ volgen.

  • 6 Het bedrag per school, bedoeld in artikel 9.25, tweede lid, onderdeel e, van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020, wordt voor het kalenderjaar 2024 vastgesteld op:

    • a. USD 0 bij een leerlingenaantal van 301 of meer;

    • b. USD 184.926,39 bij een leerlingenaantal van 201 tot en met 300;

    • c. USD 431.494,91 bij een leerlingenaantal van 151 tot en met 200;

    • d. USD 678.063,44 bij een leerlingenaantal van 101 tot en met 150;

    • e. USD 924.631,96 bij een leerlingenaantal van 51 tot en met 100;

    • f. USD 1.171.200,50 bij een leerlingenaantal van 50 of minder.

Artikel 9. Bedragen bekostiging vo-scholen Caribisch Nederland kalenderjaar 2025

[Toekomstige wijziging(en) op 01-01-2025. Zie het overzicht van wijzigingen]

  • 1 Het bedrag per school, bedoeld in 11.56, eerste lid, onderdeel a, van de wet, wordt per 1 januari 2025 vastgesteld op:

    • a. USD 250.802,30 bij een leerlingen- en studentenaantal van 600 of minder;

    • b. USD 501.604,60 bij een leerlingen- en studentenaantal van 601 tot en met 1.200;

    • c. USD 752.406,90 bij een leerlingen- en studentenaantal van 1.201 en meer.

  • 2 De bedragen per leerling, bedoeld in artikel 11.56, eerste lid, onderdeel b, van de wet, worden per 1 januari 2025 vastgesteld op:

    • a. een bedrag van USD 8.531,26:

      • 1°. wat betreft een school op Bonaire: voor leerlingen in het vwo, havo, mavo of vbo, met uitzondering van leerlingen in het derde of vierde leerjaar van de basisberoepsgerichte en kaderberoepsgerichte leerweg van het vbo, ISK-leerlingen en leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte; en

      • 2°. wat betreft een school als bedoeld in artikel 1 van het Besluit Saba Comprehensive School en Gwendoline van Puttenschool BES: voor leerlingen in de lower forms of leerlingen die CSEC en CAPE volgen;

    • b. een bedrag van USD 10.037,02:

      • 1°. wat betreft een school op Bonaire: voor leerlingen in het praktijkonderwijs of in het derde of vierde leerjaar van de basisberoepsgerichte of kaderberoepsgerichte leerweg van het vbo, alsmede ISK-leerlingen en leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte; en

      • 2°. wat betreft een school als bedoeld in artikel 1 van het Besluit Saba Comprehensive School en Gwendoline van Puttenschool BES: voor leerlingen in het praktijkonderwijs of leerlingen die CVQ volgen.

  • 6 Het bedrag per school, bedoeld in artikel 9.25, tweede lid, onderdeel e, van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020, wordt per 1 januari 2025 vastgesteld op:

    • a. USD 0 bij een leerlingenaantal van 301 of meer;

    • b. USD 184.926,39 bij een leerlingenaantal van 201 tot en met 300;

    • c. USD 431.494,91 bij een leerlingenaantal van 151 tot en met 200;

    • d. USD 678.063,44 bij een leerlingenaantal van 101 tot en met 150;

    • e. USD 924.631,96 bij een leerlingenaantal van 51 tot en met 100;

    • f. USD 1.171.200,50 bij een leerlingenaantal van 50 of minder.

Artikel 10. Betaalritme bekostiging vo-scholen Caribisch Nederland

De minister stelt de bekostiging, bedoeld in de artikelen 8 en 9, in december voorafgaande aan het jaar waarop de bekostiging betrekking heeft vast. De bekostiging wordt betaald vanaf januari van het jaar waarop de bekostiging betrekking heeft conform de percentages in tabel 1.

Tabel 1. Betaalritme bekostiging vo-scholen Caribisch Nederland

januari

9,72%

juli

7,62%

februari

9,25%

augustus

6,69%

maart

8,58%

september

6,69%

april

8,58%

oktober

6,69%

mei

12,28%

november

6,69%

juni

10,52%

december

6,69%

§ 3. Slotbepalingen

Artikel 11. Verhouding personeel en exploitatie bij kabinetsbijdrage voor loon- en prijsontwikkeling

Bij de verwerking van de kabinetsbijdrage voor loon- en prijsontwikkeling in de bedragen die in deze regeling zijn opgenomen, wordt een verhouding gehanteerd van 85 procent voor loonontwikkeling en 15 procent voor prijsontwikkeling.

Artikel 12. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 15 november 2021.

Artikel 13. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling bekostiging vo-scholen en samenwerkingsverbanden vo.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

A. Slob