Artikel 1. Begripsbepalingen
[Regeling vervallen per 27-07-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2022]
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
In dit besluit wordt verstaan onder
-
a.
mandaat: het verlenen van (onder)mandaat, (onder)volmacht en (onder)machtiging;
-
b.
directieleden: de directeuren werkzaam voor de Raad voor de Kinderbescherming, anders dan de algemeen
directeur;
-
c.
raadsmedewerker: een voor de Raad voor de Kinderbescherming werkzame medewerker in de functie van
a. kernfunctionaris, b. gedragsdeskundige of c. juridisch deskundige, deel uitmakend
van, of werkzaam voor één of meer van de teams van de Raad voor de Kinderbescherming;
-
d.
kernfunctionaris: de werknemer van de Raad voor de Kinderbescherming die de functie van kernfunctionaris
vervult;
-
e.
juridisch adviseur: jurist werkzaam bij team juridische zaken van de landelijke staforganisatie;
-
f.
coördinator taakstraffen: de werknemer van de Raad voor de Kinderbescherming die de functie van coördinator
taakstraffen vervult.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2021, 36829, datum inwerkingtreding 30-07-2021, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2020.
Artikel 2. Algemeen mandaat aan directieleden
[Regeling vervallen per 27-07-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2022]
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2021, 36829, datum inwerkingtreding 30-07-2021, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2020.
Artikel 3. Plaatsvervanging algemeen directeur en directieleden
[Regeling vervallen per 27-07-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2022]
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2021, 36829, datum inwerkingtreding 30-07-2021, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2020.
Artikel 4. Personeels- en financieel mandaat
[Regeling vervallen per 27-07-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2022]
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
-
1 De functionarissen genoemd in kolom 1 van bijlage 1 bij dit besluit, zijn gemandateerd/ge(vol)machtigd tot het optreden als leidinggevende
in de zin van paragraaf 1.3 van de CAO Rijk ten aanzien van de onder hen ressorterende
functionarissen en voor zover het betreft de uitoefening van de bevoegdheden, vermeld
in kolom 2 van die bijlage.
-
2 Als bevoegd om te beschikken over bedragen voor het aangaan van verplichtingen en
voor het doen van uitgaven, worden aangewezen de functionarissen, genoemd in kolom
1 van bijlage 2 bij deze regeling voor zover het betreft de bedragen, genoemd in kolom 2 van die
bijlage.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2021, 36829, datum inwerkingtreding 30-07-2021, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2020.
Artikel 5. Mandaatverlening aan raadsmedewerkers in verband met het primaire proces
[Regeling vervallen per 27-07-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2022]
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
-
1 De raadsmedewerkers zijn ten behoeve van de uitvoering van de aan de Raad voor de
Kinderbescherming toevertrouwde (wettelijke) taken, in het kader van de uitoefening
van hun functie bevoegd tot het voorbereiden en uitvoeren van onderzoek, het nemen
van beslissingen aangaande te verrichten onderzoekshandelingen en de voorbereiding
van daarop te baseren rapportages, beslissingen, adviezen en verzoeken.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2021, 36829, datum inwerkingtreding 30-07-2021, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2020.
Artikel 6. Machtiging ten behoeve van juridische procedures en vertegenwoordiging
van de Raad voor de Kinderbescherming ter zitting
[Regeling vervallen per 27-07-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2022]
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
-
3 Directieleden zijn bevoegd om ook andere, één hiërarchisch niveau onder hen ressorterende,
medewerkers schriftelijk te machtigen om de in het eerste lid van dit artikel bedoelde
bevoegdheden uit te oefenen.
-
4 Kernfunctionarissen, juridisch deskundigen en juridisch adviseurs zijn gemachtigd
om de Raad voor de Kinderbescherming te vertegenwoordigen op zittingen in civiele
procedures en strafprocedures. De gemachtigde is bevoegd om zich te laten vergezellen
door andere raadsmedewerkers indien dat naar het oordeel van de gemachtigde wenselijk
is met het oog op een goede voorlichting over het standpunt van de Raad voor de Kinderbescherming.
Bij gebruik van de machtiging verzoekt de gemachtigde om schorsing of aanhouding van
de zitting met het oog op overleg met (andere) raadsmedewerker(s) in gevallen waarin
de gemachtigde dat nodig oordeelt naar aanleiding van het verloop van de zitting en/of
het daar verhandelde.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2021, 36829, datum inwerkingtreding 30-07-2021, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2020.
Artikel 7. Algemene aan het mandaat verbonden instructies en informatie over uitoefening
van mandaat
[Regeling vervallen per 27-07-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2022]
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
-
2 De houders van een mandaat stellen het directielid, respectievelijk de algemeen directeur
in kennis van krachtens mandaat te nemen of reeds genomen beslissingen, respectievelijk
te verrichten of verrichte handelingen waarvan moet worden aangenomen dat kennisneming
door het directielid, of de algemeen directeur gewenst is. Hier is in ieder geval
sprake van als de houder van het mandaat het noodzakelijk acht af te wijken van de
vastgestelde richtlijnen, beleidsregels en dergelijke.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2021, 36829, datum inwerkingtreding 30-07-2021, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2020.
Artikel 8. Mandaat van bevoegdheid tot het opvragen van afschriften op grond van de
Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens en gegevens uit de basisregistratie personen
[Regeling vervallen per 27-07-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2022]
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Raadsmedewerkers en de functionarissen die raadsmedewerkers administratief ondersteunen,
waaronder de ‘medewerker administratie’ zijn bevoegd tot het namens de algemeen directeur
opvragen van afschriften als bedoeld in artikel 42 lid 4 onder c van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens en gegevens uit de basisregistratie personen, op de grondslag van het daartoe afgegeven
autorisatiebesluit van de Minister van Justitie en Veiligheid (te weten het besluit
van 22 januari 2014, met kenmerk: 2014-0000035702 en de besluiten dit het laatstgenoemde
besluit vervangen).
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2021, 36829, datum inwerkingtreding 30-07-2021, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2020.
Artikel 9. Voorbereiding van bestuursrechtelijke besluiten
[Regeling vervallen per 27-07-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2022]
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2021, 36829, datum inwerkingtreding 30-07-2021, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2020.
Artikel 10. Klachtafhandeling
[Regeling vervallen per 27-07-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2022]
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2021, 36829, datum inwerkingtreding 30-07-2021, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2020.
[Regeling vervallen per 27-07-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2022]
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
De Mandaatregeling Raad voor de Kinderbescherming 2016 wordt ingetrokken.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2021, 36829, datum inwerkingtreding 30-07-2021, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2020.
Artikel 12. Inwerkingtreding
[Regeling vervallen per 27-07-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2022]
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de
Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2020.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2021, 36829, datum inwerkingtreding 30-07-2021, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2020.
Artikel 13. Citeertitel
[Regeling vervallen per 27-07-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2022]
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit Raad voor de Kinderbescherming 2021.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2021, 36829, datum inwerkingtreding 30-07-2021, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2020.
Bijlage 1. Mandaatbesluit Raad voor de Kinderbescherming 2021
[Regeling vervallen per 27-07-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2022]
Terugwerkende kracht
Voor
deze
bijlage is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Behorend bij en deel uitmakend van artikel 4, eerste lid van het Mandaatbesluit Raad voor de Kinderbescherming 2021.
De functionarissen bij wie in de kolom 2 de letter A is geplaatst, zijn, onverminderd
artikel 4 van dit besluit bevoegd tot uitoefening van alle bevoegdheden die in of krachtens
het Burgerlijk Wetboek (BW) en de CAO Rijk aan de werkgever zijn toegekend.
De ambtenaren bij wie in kolom 2 de letter B is geplaatst, zijn, onverminderd artikel 4 van dit besluit bevoegd tot uitoefening van alle bevoegdheden die in of krachtens
het BW en de CAO Rijk aan de werkgever zijn toegekend, met uitzondering van:
-
a. de bevoegdheid van werkgever tot het sluiten van een arbeidsovereenkomst als bedoeld
in hoofdstuk 2 CAO Rijk;
-
b. de bevoegdheid tot het opzeggen van de arbeidsovereenkomst als bedoeld in het BW en het verzoeken om ontbinding van een arbeidsovereenkomst aan de kantonrechter als
bedoeld in het BW;
-
c. het opleggen van straffen als bedoeld in hoofdstuk 5 van de CAO Rijk; en
-
d. de bevoegdheid tot het bevorderen van een medewerker naar een hogere salarisschaal.
|
Kolom 1
|
Kolom 2
|
Kolom 3
|
|
Bevoegd gezag
|
|
|
|
|
|
|
1.0
|
algemeen directeur
|
A
|
|
1.1
|
directeur
|
A
|
|
1.2
|
directeur bedrijfsvoering
|
A
|
|
1.3
|
Medewerker operationele ondersteuning personeel en andere door de algemeen directeur
daartoe aan te wijzen functionarissen
|
|
B
|
De medewerker operationele ondersteuning personeel en andere door de algemeen directeur
daartoe aan te wijzen functionarissen (= bevoegd gezag B) zijn bevoegd tot het nemen
van besluiten over ouderschapsverlof, buitengewoon verlof, adoptie- en pleegzorgverlof,
zwangerschaps- en bevallingsverlof, PAS en wijzigingen arbeidsduur/werktijd, overige
kostendeclaraties en IKB.
De algemeen directeur van de Raad voor de Kinderbescherming van het Ministerie van
Justitie en Veiligheid,
H.B.P.
Elbers
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2021, 36829, datum inwerkingtreding 30-07-2021, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van deze bijlage. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2020.
Bijlage 2. Mandaatbesluit Raad voor de Kinderbescherming 2021
[Regeling vervallen per 27-07-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2022]
Terugwerkende kracht
Voor
deze
bijlage is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Behorend bij en deel uitmakend van artikel 4, tweede lid van het Mandaatbesluit Raad voor de Kinderbescherming 2021.
De functionarissen genoemd in kolom 1 zijn bevoegd in overeenstemming met artikel 3.3 van de Comptabiliteitswet 2016, tot het aangaan van verplichtingen en het doen van uitgaven.
Indien in kolom 2 een bedrag is opgenomen betreft dit het maximumbedrag waarvoor de
functionaris telkens een verplichting of uitgave mag doen. Indien in kolom 2 geen
bedrag is opgenomen, geldt geen maximumbedrag.
|
Kolom 1
|
Kolom 2
|
|
Bevoegd gezag
|
|
|
|
|
1.0
|
algemeen directeur
|
|
1.1
|
directeur
|
€ 144.000
|
1.2
|
directeur bedrijfsvoering
|
€ 144.000
|
1.3
|
door de algemeen directeur aangewezen functionarissen
|
€ 15.000
|
De algemeen directeur van de Raad voor de Kinderbescherming van het Ministerie van
Justitie en Veiligheid,
H.B.P.
Elbers
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2021, 36829, datum inwerkingtreding 30-07-2021, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van deze bijlage. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2020.
Mandaatinstructie Raad voor de Kinderbescherming 2021
[Regeling vervallen per 27-07-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2022]
Terugwerkende kracht
Voor
deze
bijlage is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Deze mandaatinstructie geeft aanwijzingen hoe de aan de gemandateerde medewerkers
van de Raad voor de Kinderbescherming doorgegeven bevoegdheden moeten worden uitgeoefend.
Deze instructie is niet uitputtend. De mandaatgever kan, in aanvulling op deze schriftelijke
instructie, aan de gemandateerde medewerkers in het algemeen of per geval nadere instructies
geven.
Algemene bepalingen
[Regeling vervallen per 27-07-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2022]
-
1. Deze instructie is van toepassing op mandaat, volmacht en machtiging (verder: mandaat)
op grond van het Mandaatbesluit Raad voor de Kinderbescherming 2021 (verder: mandaatbesluit).
-
2. Medewerkers die werkzaam zijn op basis van een andere titel dan aanstelling verkrijgen
het mandaat dat behoort bij de functie die zij uitoefenen, tenzij daarover andere
afspraken worden gemaakt.
-
3. Het op grond van het mandaatbesluit toegekende mandaat wordt uitgeoefend met inachtneming
van deze mandaatinstructie en van eventuele nadere aanwijzingen van de mandaatgever.
-
4. Het mandaat wordt uitgeoefend voor zover het valt binnen de taken van de gemandateerde
functionaris.
-
5. Indien voorafgaande afstemming met de mandaatgever noodzakelijk is, wordt het mandaat
alleen uitgeoefend nadat de gemandateerde functionaris uit die afstemming is gebleken
dat tegen die uitoefening geen bezwaar bestaat.
-
6. Onverminderd hetgeen hiervoor in onderdelen 3 en 5 is opgemerkt, is voorafgaande afstemming
met de mandaatgever noodzakelijk als:
-
a) verwacht wordt of kan worden dat de uitoefening van het mandaat grote personele, financiële,
organisatorische, bestuurlijke, politieke of maatschappelijke gevolgen heeft of kan
hebben;
-
b) er gerede twijfel over kan bestaan of de uitoefening van het mandaat binnen de grenzen
van het mandaat valt;
-
c) de mandaatnemer enig persoonlijk belang heeft bij de uitoefening van het mandaat,
of anderszins de schijn van belangenverstrengeling zou kunnen worden opgewekt.
-
7. De algemeen directeur maakt ter invulling van het mandaat werkafspraken met de directieleden.
-
8. De directieleden worden elk voor één of meer gebiedsteams, ondersteunende teams of
stafteams aangemerkt als bevoegd gezag in de zin van paragraaf 1.3 van de CAO Rijk.
-
9. De algemeen directeur is bestuurder in de zin van artikel 1 WOR.
-
10. De landelijke staforganisatie draagt zorg voor het opstellen van de besluiten tot
individuele ondermandaatverlening en actueel en toegankelijk houden van het overzicht
van de bevoegdheden van de functionarissen uit hoofde van het mandaatbesluit.
P-mandaat
-
1. Voor bevoegd gezag A en bevoegd gezag B gelden onderstaande instructies betreffende
besluiten via het P-Direkt-Portaal:
-
a) Beslissingen die uitsluitend de A-bevoegdheden aangaan, worden digitaal ondertekend
door bevoegd gezag A en worden gevoegd in het betreffende digitale personeelsdossier.
-
b) Bij beslissingen van bevoegd gezag B die voorafgaande afstemming behoeven met bevoegd
gezag A wordt door bevoegd gezag B in het P-Direktportaal vermeld dat het besluit
na en in overeenstemming met die afstemming wordt genomen.
-
2. De zorgverplichtingen van artikel 3 Arbowet liggen bij de directieleden voor de onder hen ressorterende gebiedsteams en ondersteunende
(staf)teams.
-
3. De bevoegdheid tot het beslissen op een bezwaar of op een klacht wordt belegd bij
het bevoegd gezag op het hiërarchische niveau direct boven degene die in mandaat het
bestreden besluit heeft genomen.
-
4. De bevoegdheid tot het nemen van besluiten in het kader van de uitvoering van het
Van Werk Naar Werk Beleid berust bij de algemeen directeur. Deze kan de bevoegdheid,
behoudens de toekenning van een stimuleringspremie en hetgeen reeds elders is voorbehouden
(zoals toekennen van schadevergoeding), doorgeven (bij afzonderlijk besluit) aan de
functionarissen met een A-mandaat.
F-mandaat
-
1. Het mandaat wordt uitgeoefend met inachtneming van de financiële grenzen zoals gesteld
door de mandaatgever en door het toegekende budget.
-
2. In aanvulling op het Mandaatbesluit Raad voor de Kinderbescherming 2021 wordt voor
het F-mandaat in een zogenoemde competentietabel aangegeven bij wie de bevoegdheid
berust. De competentietabel is voorzien van naam en functie van degene aan wie de
bevoegdheid (inclusief bedrag) is verleend. In de competentietabel kan naar beneden
worden afgeweken van de in de mandaatbesluit genoemde maximumbedragen. Het beheer
van de competentietabel berust bij (de afdeling financiële administratie) concern
control.
De algemeen directeur van de Raad voor de Kinderbescherming van het Ministerie van
Justitie en Veiligheid,
H.B.P.
Elbers
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2021, 36829, datum inwerkingtreding 30-07-2021, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van deze bijlage. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2020.