Besluit mandaat, volmacht en machtiging tijdelijke tolheffing RDW

Geraadpleegd op 15-10-2024.
Geldend van 08-05-2024 t/m heden

Besluit van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 18 juli 2021, nr. IENW/BSK-2021/199859, houdende regels inzake de verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan de Dienst Wegverkeer voor de uitvoering van de Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15 (Besluit mandaat, volmacht en machtiging RDW voor de uitvoering van de Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15)

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 10:3, 10:4, eerste lid, 10:9, eerste lid, en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gezien de schriftelijke instemming van de Dienst Wegverkeer van 12 juli 2021, kenmerk JBZ 2021-3109;

BESLUIT:

Artikel 1. (begripsbepalingen)

In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel 2. (bestuursrechtelijke bevoegdheden)

Aan de Dienst Wegverkeer wordt mandaat en machtiging verleend tot het nemen van besluiten en het verrichten van overige handelingen die verband houden met:

Artikel 3. (privaatrechtelijke rechtshandelingen en feitelijke handelingen)

  • 1 Aan de Dienst Wegverkeer wordt voor de uitvoering van werkzaamheden van de Minister in het kader van de wet en de Wet implementatie EETS-richtlijn volmacht en machtiging verleend voor het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en voor de daarmee samenhangende feitelijke handelingen, waaronder begrepen het verwerken van de persoonsgegevens voor de uitvoering van de hiervoor genoemde handelingen.

  • 2 In afwijking van het eerste lid omvat de volmacht en machtiging niet de handelingen, bedoeld in artikel 3 Besluit mandaat, volmacht en machtiging tijdelijke tolheffing CJIB.

Artikel 4. (bezwaar- en beroepschriften)

Aan de Dienst Wegverkeer wordt mandaat en machtiging verleend voor het behandelen van bezwaar- en beroepschriften gericht tegen besluiten als bedoeld in artikel 2, waaronder het nemen van beslissingen op bezwaarschriften en het instellen en behandelen van (hoger) beroep en namens de Minister in rechte op te treden.

Artikel 5. (ondermandaat)

  • 1 De Dienst Wegverkeer kan de aan hem gemandateerde bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 2 en 4, in ondermandaat verlenen aan een ambtenaar werkzaam voor zijn organisatie.

  • 2 Tenzij anders is bepaald omvat de verlening van ondermandaat mede de bevoegdheid tot het beslissen op bezwaar.

  • 3 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op volmacht en machtiging als bedoeld in artikel 3.

Artikel 6. (voorbehouden bevoegdheden secretaris-generaal)

Aan de secretaris-generaal is de bevoegdheid voorbehouden tot het doen van de mededeling, bedoeld in artikel 9:36, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht, dat een aanbeveling van de Nationale ombudsman niet wordt opgevolgd, voor zover deze aanbeveling betrekking heeft op de in dit besluit gemandateerde bevoegdheden.

Artikel 7. (mandaat en ondermandaat beslissen op bezwaar)

  • 1 In afwijking van de artikelen 4 en 5, tweede lid, mag de beslissing op bezwaar niet in mandaat of ondermandaat worden genomen door de degene die het besluit waartegen het bezwaar is gericht, heeft genomen.

  • 2 In afwijking van artikel 5, tweede lid, mag de beslissing op bezwaar niet in ondermandaat worden genomen door degene die in de hiërarchische verhoudingen ressorteert onder degene die het besluit waartegen het bezwaar zich richt, heeft genomen.

Artikel 8. (kaders uitoefening bevoegdheden)

De uitoefening van bevoegdheden die bij of krachtens dit besluit zijn verleend, geschiedt met inachtneming van:

  • a. de door de Minister gegeven algemene of bijzondere instructies;

  • b. de Aanbestedingswet 2012 en de Circulaire 'Grensbedragen voor procedures Aanbestedingswet 2012 onder de drempelwaarde' van het Ministerie van Binnenlandse Zaken Koninkrijkrelaties, 3 augustus 2015, kenmerk 2015-0000428359;

  • c. de gemaakte afspraken in de door de Minister en de Dienst Wegverkeer overeengekomen meerjarige uitvoeringsovereenkomst en de in dit verband toegekende financiële middelen.

Artikel 9. (informatieplicht)

  • 1 De Dienst Wegverkeer informeert de Minister over de gebruikmaking van de gemandateerde bevoegdheden. De Minister en de Dienst Wegverkeer informeren elkaar over zwaarwegende en politiek-bestuurlijk gevoelige omstandigheden en gebeurtenissen die betrekking hebben op of van invloed kunnen zijn op de gemandateerde bevoegdheden.

  • 2 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op bevoegdheden die zijn verleend op basis van volmacht en machtiging.

Artikel 10. (register)

In het register, bedoeld in artikel 31 van het Organisatie- en mandaatbesluit Infrastructuur en Waterstaat, worden opgenomen:

  • a. dit besluit;

  • b. alle krachtens dit besluit genomen besluiten waarbij ondermandaat, volmacht of machtiging wordt verleend;

  • c. alle besluiten tot wijziging of intrekking van de onder a en b genoemde besluiten.

Artikel 11. (wijze van ondertekening)

  • 1 Het in een document vastleggen van een besluit met uitzondering van een besluit als bedoeld in artikel 2, aanhef en onder f, een privaatrechtelijke rechtshandeling of een andere handeling, geschiedt op briefpapier van het ministerie met het hoofd:

    MINISTERIE VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT.

  • 2 In geval van mandaat, dan wel ondermandaat met uitzondering van een besluit als bedoeld in artikel 2, aanhef en onder f, luidt de ondertekening als volgt:

    DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

    namens deze,

    (gevolgd door de aanduiding van de (onder)gemandateerde functionaris).

  • 3 Het krachtens mandaat, dan wel ondermandaat met uitzondering van een besluit als bedoeld in artikel 2, aanhef en onder f, ondertekenen van automatisch gegenereerde stukken geschiedt als volgt:

    DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

    namens deze,

    (gevolgd door de aanduiding van de (onder)gemandateerde functionaris).

    Dit bericht is automatisch gegenereerd en bevat daarom geen handtekening.

  • 4 In geval van volmacht luidt de ondertekening als volgt:

    NAMENS DE STAAT DER NEDERLANDEN

    DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

    namens deze,

    (gevolgd door de aanduiding van de gevolmachtigde functionaris).

  • 5 Het krachtens volmacht ondertekenen van automatisch gegenereerde stukken geschiedt als volgt:

    NAMENS DE STAAT DER NEDERLANDEN

    DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

    namens deze,

    (gevolgd door de aanduiding van de gevolmachtigde functionaris).

    Dit bericht is automatisch gegenereerd en bevat daarom geen handtekening.

Artikel 12. (inwerkingtreding)

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 augustus 2021.

Artikel 13. (citeertitel)

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat, volmacht en machtiging tijdelijke tolheffing RDW.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

C. van Nieuwenhuizen Wijbenga