Besluit mandaat en machtiging pgb-zorgbonus voor pgb-zorgverleners COVID-19

Geraadpleegd op 07-10-2024.
Geldend van 15-06-2021 t/m 26-07-2024

Besluit van de Minister voor Medische Zorg van 15 februari 2021, kenmerk 1825181-218196-MEVA, houdende verlening van mandaat en machtiging aan de Sociale verzekeringsbank (Besluit mandaat en machtiging pgb-zorgbonus voor pgb-zorgverleners COVID-19)

De Minister voor Medische Zorg,

Gelet op artikelen 10:3, eerste lid, 10:4, eerste lid en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 8 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen;

Gelezen de instemmingsbrief van 27 januari 2021 van de Raad van Bestuur van de Sociale verzekeringsbank en de instemmingsbrief van 27 januari 2021 van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. minister: de Minister voor Medische Zorg;

  • b. mandaat: de bevoegdheid om in naam van de minister besluiten te nemen;

  • c. machtiging: de bevoegdheid om in naam van de minister handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn;

  • d. Sociale verzekeringsbank: de Sociale verzekeringsbank, genoemd in artikel 3 van de Wet structuur uitvoeringsorganisaties werk en inkomen;

  • e. voorzitter: de voorzitter van de Raad van Bestuur van de Sociale verzekeringsbank.

Artikel 2

Aan de voorzitter wordt mandaat verleend tot:

  • a. het nemen van besluiten als bedoeld in hoofdstuk 3 en hoofdstuk 5 van de Subsidieregeling bonus zorgprofessionals COVID-19;

  • b. het beslissen op bezwaarschriften tegen besluiten als bedoeld onder a, voor zover het besluit waartegen het bezwaar zich richt niet door hem in mandaat is genomen.

Artikel 3

Aan de voorzitter wordt machtiging verleend:

  • a. tot het verrichten van feitelijke handelingen en rechtshandelingen in verband met de uitvoering van hoofdstuk 3 en hoofdstuk 5 van de Subsidieregeling bonus zorgprofessionals COVID-19;

  • b. ten aanzien van verweer- en beroepschriften in administratiefrechtelijke procedures, ten behoeve van het vertegenwoordigen van de minister in deze procedures en tot het afdoen van alle stukken en het verrichten van alle feitelijke handelingen die daarop betrekking hebben.

Artikel 4

  • 1 De voorzitter kan ondermandaat en machtiging verlenen aan onder hem ressorterende functionarissen tot het geheel of gedeeltelijk uitoefenen van zijn op grond van dit besluit toegekende bevoegdheden.

  • 2 Besluiten tot verlening van ondermandaat en machtiging worden in afschrift gezonden aan het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ten behoeve van het centraal register, bedoeld in artikel 17 van de Mandaatregeling VWS.

Artikel 5

Ondertekening van besluiten en stukken op grond van mandaat en machtiging vindt plaats op de volgende wijze:

De Minister voor Medische Zorg,

namens deze,

(handtekening)

(naam)

(functie)

De Sociale verzekeringsbank

Artikel 7

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat en machtiging pgb-zorgbonus voor pgb-zorgverleners COVID-19.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Medische Zorg,

T. van Ark