Regeling hoofdlijnen beleid en beheer meldkamers

Geraadpleegd op 04-10-2024.
Geldend van 01-07-2020 t/m heden

Regeling van de Minister van Justitie en Veiligheid, van 22 juni 2020, kenmerk 2944128, houdende de hoofdlijnen van beleid en beheer met betrekking tot de meldkamers, waaronder de multidisciplinaire sturing en de beleids- en beheercyclus voor de vaststelling van het beleids- en bestedingsplan (Regeling hoofdlijnen beleid en beheer meldkamers)

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 23a, eerste lid, van de Politiewet 2012;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. beheer: facilitaire dienstverlening, huisvesting, inrichting, onderhoud en ontwikkeling van gemeenschappelijke ICT-voorzieningen ten behoeve van de meldkamers en het ICT- beheer ten behoeve van de meldkamerfuncties;

  • b. beleids- en bestedingsplan: een jaarplan en een bestedingsplan inclusief meerjarig financieel kader op basis van de hoofdlijnen van beleid en beheer, bedoeld in artikel 23a van de Politiewet 2012;

  • c. partijen: de Minister voor Medische Zorg en de Regionale Ambulancevoorzieningen voor zover het de ambulancezorg betreft, de besturen van de veiligheidsregio’s voor zover het de brandweertaak, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening betreft, de Minister van Defensie voor zover het de Koninklijke marechaussee betreft, de Minister van Justitie en Veiligheid en de politie;

  • d. jaaraanschrijving: de jaaraanschrijving, bedoeld in artikel 45 van het Besluit beheer politie.

  • e. Landelijke Meldkamer Samenwerking: het onderdeel van de politie waar het beheer van de meldkamers, bedoeld in artikel 25a van de Politiewet 2012, is ondergebracht;

  • f. gebied: het werkgebied van een meldkamer, zoals aangewezen in artikel 1 van het Besluit aanwijzing meldkamers.

Artikel 2. Beleidsdoelen en beleidskaders

  • 1 De beleidsdoelen zijn:

    • a. het zoveel mogelijk in het eerste contact helpen van de burger;

    • b. één landelijk kwaliteitsniveau, waardoor de burger kan rekenen op dezelfde dienstverlening van de meldkamers ongeacht de locatie van de hulpvraag;

    • c. continue bereikbaarheid en beschikbaarheid van de meldkamers en het kunnen overnemen van elkaars meldkamerfunctie, zowel bij verstoringen als bij piekbelastingen;

    • d. een optimale informatie-uitwisseling tussen hulpverleningsdiensten en meldkamers;

    • e. een stelsel van tien operationeel en beheersmatig met elkaar verbonden meldkamers.

  • 2 De beleidskaders zijn:

    • a. de continuïteit van meldkamers voor melders en hulpverleners wordt geborgd door aansluiting van de samengevoegde meldkamers op één landelijke ICT-voorziening ten behoeve van het kunnen overnemen van elkaars meldkamerfunctie, met een uniforme inrichting van meldkamerapplicaties, koppelvlakken en een door partijen gestandaardiseerde werkwijze, alsmede door een continu proces van proactief en integraal risicomanagement;

    • b. de informatieveiligheid van de meldkamers en meldkamerfuncties voldoet aan de wettelijke kaders en aan de van toepassing zijnde normen van de partijen;

    • c. de informatievoorziening van de partijen en de uitwisseling van informatie tussen de meldkamerfuncties draagt bij aan de duiding van incidenten, rampen en crises, veiligheid van de inzet en van het ingezette personeel.

    • d. de ICT van de meldkamers draagt bij aan de bereikbaarheid van de meldkamers, en aan het uitwisselen van informatie tussen de meldkamerfuncties en de operationele uitvoering;

    • e. innovatieve ontwikkelingen worden gestimuleerd en zijn doelmatig verbonden aan de in het eerste lid genoemde beleidsdoelen.

  • 3 De Landelijke Meldkamer Samenwerking voert het beheer van de meldkamers uit volgens de in de artikelen 3, 4 en 5 opgenomen multidisciplinaire sturingslijn en met inachtneming van de in dit artikel opgenomen beleidsdoelen en beleidskaders.

Artikel 3. Het Bestuurlijk Meldkamer Beraad

  • 1 Er is een Bestuurlijk Meldkamer Beraad ten behoeve van de landelijke sturing op het beleid en beheer van de meldkamers.

  • 2 Het Bestuurlijk Meldkamer Beraad bestaat uit één vertegenwoordiger per partij, waarbij de besturen van de veiligheidsregio’s en de besturen van de regionale Ambulancevoorziening hiervoor respectievelijk één vertegenwoordiger aanwijzen.

  • 3 Het Bestuurlijk Meldkamer Beraad fungeert als bestuurlijk escalatieniveau voor het Strategisch Meldkamer Beraad.

  • 4 De leden van het Bestuurlijk Meldkamer Beraad worden gemandateerd door de partijen die zij vertegenwoordigen om het concept van het beleids- en bestedingsplan vast te stellen. Het Bestuurlijk Meldkamer Beraad adviseert jaarlijks de Minister van Justitie en Veiligheid over de vaststelling daarvan.

  • 5 Het Bestuurlijk Meldkamer Beraad monitort de werking van het beleid en beheer van de meldkamers aan de hand van de hoofdlijnen van beleid en beheer en beslist over voorstellen van het Strategisch Meldkamer Beraad die binnen het vastgestelde beleids- en bestedingsplan bestuurlijke borging behoeven.

  • 6 Het Bestuurlijk Meldkamer Beraad komt ten minste twee keer per jaar samen en besluit op basis van consensus.

  • 7 De leden leggen, indien zij niet tot overeenstemming komen, het beslispunt voor aan de Minister van Justitie en Veiligheid, onder vermelding van hun opvatting over het beslispunt.

  • 8 De vertegenwoordiger van de Minister Justitie en Veiligheid is voorzitter van het Bestuurlijke Meldkamer Beraad. De voorzitter van het Strategisch Meldkamer Beraad kan de vergadering van het Bestuurlijk Meldkamer Beraad bijwonen.

Artikel 4. Het Strategisch Meldkamer Beraad

  • 1 Er is een Strategisch Meldkamer Beraad ten behoeve van de landelijke strategische sturing op het beleid en beheer van de meldkamers.

  • 2 Het Strategisch Meldkamer Beraad bestaat uit één vertegenwoordiger per partij, waarbij de besturen van de veiligheidsregio’s en de besturen van de regionale Ambulancevoorziening hiervoor respectievelijk één vertegenwoordiger aanwijzen.

  • 3 Het Strategisch Meldkamer Beraad fungeert als een beleidsvormend multidisciplinair overleg voor het landelijke beleid en beheer van de meldkamers.

  • 4 Het Strategische Meldkamer Beraad fungeert als escalatieniveau voor het directieoverleg als bedoeld in artikel 5, eerste lid.

  • 5 Het Strategisch Meldkamer Beraad:

    • a. verzamelt de inbreng voor het beleids- en bestedingsplan;

    • b. draagt zorg voor het opstellen van het beleids- en bestedingsplan en de jaarverantwoording op landelijk niveau;

    • c. beslist binnen de kaders van het beleids- en bestedingsplan over de uitvoering van beleid en beheer;

    • d. bewaakt de uitvoering van het beleids- en bestedingsplan;

    • e. doet voorstellen voor de agenda van het Bestuurlijk Meldkamer Beraad;

    • f. adviseert het Bestuurlijk Meldkamer Beraad;

    • g. kan hulpstructuren instellen, die bijdragen aan het realiseren van de vastgestelde kaders voor beleid en beheer.

  • 6 Het Strategisch Meldkamer Beraad kiest uit zijn midden een voorzitter.

  • 7 Het Strategisch Meldkamer Beraad komt ten minste zes keer per jaar bijeen en besluit op basis van consensus.

  • 8 De leden leggen, indien zij niet tot overeenstemming komen, het beslispunt voor aan het Bestuurlijk Meldkamer Beraad, onder vermelding van hun opvatting over het beslispunt. Het Bestuurlijk Meldkamer Beraad neemt op basis van deze inbreng een besluit.

Artikel 5. Gebiedsniveau

  • 1 Een meldkamer heeft een directieoverleg op gebiedsniveau ten behoeve van de afstemming van het landelijke beleid met het beleid en beheer van de meldkamer en voor de samenwerking tussen de partijen in het werkgebied van de meldkamer.

  • 2 Het directieoverleg bestaat uit vertegenwoordigers van de partijen in het werkgebied van de meldkamer op directieniveau, en de directeur van de Landelijke Meldkamer Samenwerking.

  • 3 Het directieoverleg:

    • a. bewaakt de uitvoering van het beleid en beheer op de meldkamer;

    • b. formuleert de behoeften voor het beleid en beheer en laat zich hierin ondersteunen door een operationeel overleg van de meldkamer, waarin vertegenwoordigers van partijen in het werkgebied van de meldkamer en de Landelijke Meldkamer Samenwerking deelnemen, en brengt deze behoeften ter kennis van de Landelijke Meldkamer Samenwerking;

    • c. draagt zorg voor de operationele afstemming tussen de partijen in het werkgebied van de meldkamer en het beheer;

    • d. stemt in met de benoeming van het hoofd meldkamer, tevens voorzitter van het operationele overleg van de meldkamer. De voordracht van deze functionaris vindt plaats door de politie.

  • 4 Het directieoverleg besluit op basis van consensus.

  • 5 Maatregelen in het beheer worden tijdig afgestemd in het operationele overleg van de meldkamer, zodat het effect van de maatregel op de uitoefening van de meldkamerfunctie en de hulpverlening beoordeeld kan worden. Indien de leden van het operationeel overleg niet tot overeenstemming komen, dan vindt over de maatregel besluitvorming plaats in het directieoverleg op gebiedsniveau voordat de maatregel wordt doorgevoerd.

  • 6 Bij bestuurlijk relevante incidenten draagt de Landelijke Meldkamer Samenwerking als beheerder zorg voor de beantwoording van vragen over het beheer van de meldkamer.

  • 7 De leden van het directieoverleg leggen, indien zij niet tot overeenstemming komen, het beslispunt voor aan het Strategisch Meldkamer Beraad, onder vermelding van hun opvatting over het beslispunt. Het Strategisch Meldkamer Beraad neemt op basis van deze inbreng een besluit.

Artikel 6. Beleids- en beheercyclus

  • 1 Het beleids- en bestedingsplan komt tot stand door middel van een beleids- en beheercyclus voor het beheer van de meldkamers, met inbreng van de partijen.

  • 2 Het beleid, het operationeel en tactisch beheer van de meldkamersystemen C2000 en GMS, alsmede de verdeling van de capaciteitsinzet en de inzet van de financiële middelen voor het beheer maken onderdeel uit van het beleids- en bestedingsplan.

  • 3 De beleids- en beheercyclus kent het volgende verloop:

    • a. de Minister van Justitie en Veiligheid geeft jaarlijks voor 1 december in de Jaaraanschrijving Politie de definitieve inhoudelijke beleids- en budgettaire kaders aan voor het beleids- en bestedingsplan meldkamers;

    • b. het Strategisch Meldkamer Beraad stelt tussen uiterlijk 1 december en 1 september het beleids- en bestedingsplan op;

    • c. het Bestuurlijk Meldkamer Beraad dient 1 september het beleids- en bestedingsplan ter vaststelling in bij de Minister van Justitie en Veiligheid;

    • d. het beleids- en bestedingsplan wordt gedurende het jaar uitgevoerd, en de voortgang daarvan wordt gemonitord middels een 4-, 8- en 12-maandsrapportage;

    • e. het beleids- en bestedingsplan wordt verantwoord middels het jaarverslag en de jaarrekening in het jaar erop.

  • 4 De totstandkoming van het beleids- en bestedingsplan kent het volgende verloop:

    • a. partijen dragen uiterlijk tussen 1 december en 1 maart hun wensen aan, die door de Landelijke Meldkamer Samenwerking ter kennis worden gebracht van het Strategisch Meldkamer Beraad;

    • b. de wensen worden tussen 1 maart en 15 april geanalyseerd, waarna de Landelijke Meldkamer Samenwerking voor het Strategisch Meldkamer Beraad een conceptplan opstelt voor het jaar daarop;

    • c. op basis van het conceptplan geeft het Strategisch Meldkamer Beraad tijdig een advies aan het Bestuurlijk Meldkamer Beraad, dat voor 1 september het conceptplan vaststelt en de Minister van Justitie en Veiligheid adviseert over de vaststelling van het plan.

  • 5 De hoofdlijnen van het beleids- en bestedingsplan worden opgenomen in de begroting en het beheerplan van de politie. De politie verantwoordt de werkelijk gemaakte kosten in de jaarrekening.

Artikel 8. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling hoofdlijnen beleid en beheer meldkamers.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Justitie en Veiligheid,

F.B.J. Grapperhaus