Wijzigingswet Wet langdurige zorg (toegang tot deze wet aan mensen die vanwege een [...] aan permanent toezicht of 24 uur per dag zorg nabij)

Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2019. Zie het overzicht van wijzigingen.
Geraadpleegd op 03-10-2024.
Geldend van 01-01-2021 t/m heden

Wet van 10 juli 2019 tot wijziging van de Wet langdurige zorg om toegang tot deze wet te bieden aan mensen die vanwege een psychische stoornis blijvend behoefte hebben aan permanent toezicht of 24 uur per dag zorg nabij

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo, Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is toegang tot de Wet langdurige zorg te bieden aan mensen die vanwege een psychische stoornis blijvend behoefte hebben aan permanent toezicht of 24 uur per dag zorg in de nabijheid;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2019. Zie het overzicht van wijzigingen]

[Red: Wijzigt de Wet langdurige zorg.]

Artikel Ia

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel II

  • 1 Het CIZ stelt voorafgaand aan 1 januari 2021 op aanvraag van de verzekerde het recht op zorg vast van de verzekerde die vanwege een psychische stoornis overeenkomstig artikel 3.2.1, eerste lid, van de Wet langdurige zorg, zoals dat artikel komt te luiden na het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I van deze wet, is aangewezen op zorg.

  • 2 Het CIZ stelt het recht op zorg, bedoeld in het eerste lid, vast in een indicatiebesluit als bedoeld in artikel 3.2.3 van de Wet langdurige zorg waarvan de geldigheidsduur ingaat op 1 januari 2021.

Artikel IIa

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel III

Indien een verzekerde ervoor kiest de zorg op grond van het indicatiebesluit als bedoeld in artikel II, tweede lid, tot gelding te brengen met verblijf in een instelling, en hij voor 1 januari 2021 reeds in een dergelijke instelling verblijft dan wel beschermd woont als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, spant de Wlz-uitvoerder zich ervoor in dat de verzekerde het verblijf bij die aanbieder kan voortzetten.

Artikel IIIa

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel IV

Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ten aanzien van aanspraken, rechten en verplichtingen van verzekerden waarvan het CIZ vaststelt dat zij vanwege een psychische stoornis overeenkomstig artikel 3.2.1, eerste lid, van de Wet langdurige zorg zijn aangewezen op zorg.

Artikel IVa

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel IVb

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel IVc

Tot bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip hebben verzekerden die niet verblijf alsmede behandeling als bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, onderdeel c, onder 1°, van de Wet langdurige zorg van eenzelfde instelling ontvangen, in afwijking van artikel I, onderdeel A, geen recht op zorg als bedoeld artikel 3.1.1, eerste lid, onderdeel c, onder 2°, van de Wet langdurige zorg.

Artikel V

  • 1 Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

  • 2 De voordracht voor een koninklijk besluit als bedoeld in het eerste lid wordt, indien het de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel C, betreft, niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

  • 3 De voordracht voor een koninklijk besluit als bedoeld in het eerste lid wordt, indien het de inwerkingtreding van artikel IA betreft, niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage, 10 juli 2019

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

P. Blokhuis

Uitgegeven de zesentwintigste november 2019

De Minister van Justitie en Veiligheid,

F.B.J. Grapperhaus