Regeling meerjarige subsidies Fonds voor Cultuurparticipatie 2021–2024

[Regeling vervalt per 01-01-2026.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 16-11-2019 t/m heden

Regeling meerjarige subsidies Fonds voor Cultuurparticipatie 2021–2024

Het bestuur van Stichting Fonds voor Cultuurparticipatie,

gelet op artikel 10, vierde lid van de Wet op het specifiek cultuurbeleid,

gelet op artikel 4:23, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht,

gelet op het Algemeen Subsidiereglement van Stichting Fonds voor Cultuurparticipatie,

met goedkeuring van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 5 november 2019

besluit:

Paragraaf 1. algemene bepalingen

Artikel 1.1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a) actieve cultuurparticipatie: kunstzinnige of erfgoedactiviteiten die door een cultuurmaker in de vrije tijd worden beoefend;

  • b) adviescommissie: een externe adviescommissie zoals bedoeld in het Huishoudelijk Reglement van Stichting Fonds voor Cultuurparticipatie;

  • c) Algemeen Subsidiereglement: Algemeen Subsidiereglement Stichting Fonds voor Cultuurparticipatie;

  • d) cultuurmaker: persoon die in zijn of haar vrije tijd, niet in schoolverband, actief is als deelnemer op het gebied van kunst, e-cultuur, erfgoed of media, zonder daarmee primair in het levensonderhoud te willen voorzien;

  • e) erfgoeddomein: een van de vijf domeinen van het cultureel erfgoed, te weten: monumenten, collecties, cultuurlandschap, archeologie en immaterieel erfgoed;

  • f) erfgoedmanifestatie: reeks van onderling samenhangende activiteiten die gedurende een in de tijd beperkte periode en niet vaker dan één keer per jaar onder een gemeenschappelijke noemer in Nederland plaatsvindt, gericht op het op landelijke schaal bij een breed publiek onder de aandacht brengen van het belang van een erfgoeddomein door publieksparticipatie, uitwisseling en kennisontwikkeling te faciliteren en stimuleren;

  • g) Fonds: het bestuur van Stichting Fonds voor Cultuurparticipatie;

  • h) jong talent: cultuurmaker in de leeftijd van 8 tot en met 24 jaar die over voldoende potentieel beschikt om voor deelname aan het kunstvakonderwijs in aanmerking te komen;

  • i) kunstbeoefening: kunstzinnige activiteiten die door een cultuurmaker in de vrije tijd worden beoefend;

  • j) kunstfestival: reeks van onderling samenhangende activiteiten die gedurende een in de tijd beperkte periode en niet vaker dan één keer per jaar onder een gemeenschappelijke noemer in Nederland plaatsvindt, gericht op de presentatie van de (inter)nationale top in een amateurkunstdiscipline en de ontwikkeling van deze amateurkunstdiscipline door presentatie, uitwisseling en kennisontwikkeling te faciliteren en stimuleren;

  • k) Nederland: het land Nederland inclusief de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

  • l) talentontwikkelaar: een organisatie die primair gericht is op talentontwikkeling in de actieve cultuurparticipatie in Nederland;

  • m) talentontwikkeling: activiteiten gericht op de identificatie, selectie, begeleiding en ontwikkeling van jong talent ter voorbereiding op eventuele deelname aan het kunstvakonderwijs, of, daar waar het kunstvakonderwijs geen aanbod heeft, activiteiten als

  • onderdeel van een alternatieve opleidingsroute.

Artikel 1.2. Doel

Met deze regeling draagt het Fonds bij aan een kwalitatief hoogwaardig, eigentijds en pluriform aanbod van actieve cultuurparticipatie door de verstrekking van meerjarige subsidies aan landelijke talentontwikkelaars, kunstfestivals en erfgoedmanifestaties.

Artikel 1.3. Subsidieperiode

  • 1 Subsidie wordt verstrekt voor een periode van vier jaar.

  • 2 Op basis van deze regeling kan subsidie worden verstrekt voor de periode 2021–2024.

Artikel 1.4. Subsidieplafonds

  • 1 Voor de periode 2021–2024 is per kalenderjaar het volgende bedrag beschikbaar voor het verstrekken van subsidies voor talentontwikkelaars als bedoeld in paragraaf 3 van deze regeling: € 3.000.000.

  • 2 Voor de periode 2021–2024 is per kalenderjaar het volgende bedrag beschikbaar voor het verstrekken van subsidies voor kunstfestivals als bedoeld in paragraaf 4 van deze regeling: € 800.000.

  • 3 Voor de periode 2021–2024 is per kalenderjaar het volgende bedrag beschikbaar voor het verstrekken van subsidies voor erfgoedmanifestaties als bedoeld in paragraaf 5 van deze regeling: € 425.000.

  • 4

    • a. De in het eerste, tweede en derde lid genoemde bedragen gelden als subsidieplafond. Het Fonds kan de vastgestelde subsidieplafonds verhogen of verlagen.

    • b. Een besluit tot het vaststellen, verhogen of verlagen van een subsidieplafond wordt bekendgemaakt via de website van het Fonds.

Artikel 1.5. Weigeringsgronden

  • 1 Het Fonds weigert in ieder geval subsidie:

    • a. als reeds subsidie is of zal worden verleend op grond van de Regeling op het specifiek cultuurbeleid;

    • b. als voor dezelfde activiteiten reeds subsidie is of zal worden verleend door het Fonds of door één van de andere rijkscultuurfondsen.

  • 2 Het Fonds kan in ieder geval subsidie weigeren:

    • a) als de aanvraag onvoldoende concreet is met betrekking tot de uit te voeren activiteiten;

    • b) als de aanvrager geen rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid is;

    • c) als de aanvrager in de voorgaande jaren niet heeft voldaan aan een of meer aan een subsidie verbonden voorwaarden of verplichtingen, waaronder in elk geval ook vallen het juist en tijdig afronden van de gesubsidieerde activiteiten, het tijdig melden van relevante veranderingen in de uitvoering en het juist en tijdig verantwoorden van de activiteiten;

    • d) als de aanvrager in de aanvraag niet verklaart dat hij de navolgende codes onderschrijft: Fair Practice Code, Governance Code Cultuur en Code Diversiteit & Inclusie;

    • e) als de aanvraag niet aan het bepaalde in deze regeling voldoet;

    • f) als de aanvraag primair gericht is op activiteiten die plaatsvinden binnen het basisonderwijs, voortgezet of hoger onderwijs, inclusief de eigen vooropleidingen van het kunstvakonderwijs;

    • g) als de aanvraag gericht is op activiteiten die kunnen worden aangemerkt als reguliere activiteiten van een lokale of regionale kunsteducatie-instelling;

    • h) als sprake is van de (overige) in artikel 4:35 Awb opgenomen weigeringsgronden.

Artikel 1.6. Fusie

  • 1 Als er sprake is of zal zijn van een juridische fusie tussen twee of meer instellingen wordt bij het bepalen of de aanvraag voldoet aan het bepaalde in deze regeling uitgegaan van het totaal van de individuele prestaties.

  • 2 Aan de subsidieverlening kunnen verplichtingen worden verbonden met betrekking tot de termijn waarbinnen het in de aanvraag opgenomen voornemen tot fusie gerealiseerd moet zijn.

Paragraaf 2. procedure

Artikel 2.1. De aanvraag

  • 1 Een aanvraag wordt ingediend via de website van het Fonds middels een digitaal aanvraagformulier.

  • 2 Een aanvraag gaat ten minste vergezeld van de volgende documenten:

    • Aanvraagformulier

    • Activiteitenplan

    • Begroting 2021–2024

    • Bijlagen specifiek per onderdeel

  • 3 Een onvolledige aanvraag wordt niet in behandeling genomen, totdat de aanvraag is aangevuld. Het moment dat de aanvraag volledig is, wordt beschouwd als het moment waarop de aanvraag is ingediend.

  • 4 Een instelling kan maximaal één aanvraag indienen.

Artikel 2.2. Indiening aanvraag

  • 1 Aanvragen dienen uiterlijk maandag 2 maart 2020 om 13:00 uur te zijn ontvangen.

  • 2 Het Fonds beslist gelijktijdig op alle aanvragen op basis van een vergelijking van hun geschiktheid om bij te dragen aan de doelstellingen. De beoordeling van die geschiktheid wordt door de adviescommissie uitgevoerd, zoals bedoeld in artikel 2.3.

  • 3 Een te laat ingediende aanvraag wordt niet in behandeling genomen.

Artikel 2.3. Beoordeling

  • 1 Aanvragen die op de juiste wijze zijn ingediend, worden voor advies voorgelegd aan een adviescommissie.

  • 2 De ingediende aanvragen worden beoordeeld binnen het onderdeel waarbinnen zij vallen. De onderdelen zijn te vinden in paragrafen drie, vier en vijf.

  • 3 De adviescommissie beoordeelt de aanvragen aan de hand van de beoordelingscriteria in deze regeling.

  • 4 De adviescommissie adviseert over de subsidiehoogte met inachtneming van het bepaalde in deze regeling.

Artikel 2.4. Hoogte subsidie

  • 1 De subsidie voor talentontwikkelaars als bedoeld in paragraaf 3 bedraagt ten minste € 50.000 per jaar en maximaal € 500.000 per jaar.

  • 2 De subsidie voor kunstfestivals als bedoeld in paragraaf 4 bedraagt ten minste € 50.000 per jaar en maximaal € 250.000 per jaar.

  • 3 De subsidie voor erfgoedmanifestaties als bedoeld in paragraaf 5 bedraagt ten minste € 25.000 per jaar en maximaal € 125.000 per jaar.

  • 4 De in het eerste, tweede en derde lid genoemde bedragen kunnen worden geïndexeerd.

  • 5 De subsidie van het Fonds bedraagt niet meer dan 50% van de totale lasten.

Artikel 2.5. Verdeling budget

  • 1 Aanvragen die aan de voorwaarden voldoen om voor subsidie in aanmerking te komen worden onderverdeeld in:

    • A: honoreren;

    • B: honoreren voor zover het budget dat toelaat; of

    • C: niet honoreren.

  • 2 Als een subsidieplafond ontoereikend is om alle aanvragen met het advies ‘honoreren voor zover het budget dat toelaat’ te honoreren, worden de aanvragen in een rangorde geplaatst op basis van de van toepassing zijnde criteria.

  • 3

    • a. Het Fonds honoreert eerst de aanvragen met het advies ‘honoreren’. Vervolgens worden de aanvragen met het advies ‘honoreren voor zover het budget dat toelaat’ gehonoreerd in volgorde van de rangorde. Het Fonds verdeelt het beschikbare budget volgens de rangorde, waarbij aanvragen worden toegewezen of gedeeltelijk toegewezen totdat het van toepassing zijnde subsidieplafond is bereikt. De resterende aanvragen worden afgewezen.

    • b. Indien sprake is van een gedeeltelijk toegewezen subsidie, dient de aanvrager met een aangepast projectplan aan te tonen, dat het toegewezen bedrag voldoende bijdraagt aan het realiseren van het projectplan. Indien het bedrag onvoldoende blijkt te zijn, komt de volgende in de rangorde in aanmerking voor de subsidie.

  • 4 Indien het Fonds een subsidieplafond verhoogt, wordt eerst de subsidie van een aanvraag die wegens ontoereikendheid van het budget gedeeltelijk was toegewezen alsnog verhoogd tot het geadviseerde bedrag, tenzij dat niet meer nodig blijkt te zijn. Vervolgens wordt steeds de eerstvolgende aanvraag toegewezen totdat het subsidieplafond is bereikt.

Artikel 2.6. Besluit

Het Fonds informeert de aanvrager schriftelijk over zijn besluit over de aanvraag. Het Fonds doet dat binnen 22 weken na de uiterlijke indiendatum van maandag 2 maart om 13:00 uur. Voor de motivering van het besluit wordt verwezen naar het advies, dat door de in artikel 2.3 bedoelde commissie is uitgebracht. Het besluit wordt tezamen met het advies aan de aanvrager toegezonden.

Paragraaf 3. talentontwikkelaars

Artikel 3.1. Wie kan aanvragen

Een aanvraag voor een meerjarige subsidie op grond van deze paragraaf kan uitsluitend worden ingediend door een culturele instelling met rechtspersoonlijkheid zonder winstoogmerk, die de organisatie van activiteiten op het gebied van talentontwikkeling in de actieve cultuurparticipatie als een kernactiviteit heeft en minimaal drie jaar als zodanig actief is.

Artikel 3.2. Waarvoor kan worden aangevraagd

Een aanvraag voor meerjarige subsidie kan worden ingediend voor een eigentijds talentontwikkelingsprogramma binnen de actieve cultuurparticipatie dat, vanwege de hoge kwaliteit en het landelijke belang ervan, divers jong talent aantrekt en bijdraagt aan diens ontwikkeling en toeleiding naar het kunstvakonderwijs, werkveld of een alternatieve vervolgroute.

Artikel 3.3. Drempelnorm

  • 1 Een aanvrager die in aanmerking wil komen voor een meerjarige subsidie dient aan te tonen dat in de jaren 2017, 2018 en 2019 de activiteiten van de instelling in ieder onderscheiden jaar, deelnemers hebben getrokken uit ten minste drie provincies.

  • 2 Een aanvrager zendt complete activiteitenoverzichten, deelnemerslijsten en jaarrekeningen over de jaren 2017, 2018 en 2019 mee bij zijn aanvraag, tenzij deze al in het bezit zijn van het Fonds. De jaarrekening 2019 mag worden nagezonden, mits deze uiterlijk voor 1 april 2020 is ontvangen.

  • 3 Als een aanvrager geen jaarrekening kan overleggen over enig jaar dient hij een vergelijkbare opgave in. Het Fonds kan nadere eisen aan deze opgave stellen.

Artikel 3.4. Beoordelingscriteria

  • 1 Aanvragen worden beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

    • a. artistiek-inhoudelijke kwaliteit;

    • b. bedrijfsvoering en ondernemerschap;

    • c. geografische spreiding;

    • d. pluriformiteit.

  • 2 Deze criteria worden in de toelichting nader uitgelegd.

Paragraaf 4. kunstfestivals

Artikel 4.1. Wie kan aanvragen

Een aanvraag voor een meerjarige subsidie op grond van deze paragraaf kan uitsluitend worden ingediend door een culturele instelling met rechtspersoonlijkheid zonder winstoogmerk, die het organiseren van het kunstfestival als een kernactiviteit heeft.

Artikel 4.2. Waarvoor kan worden aangevraagd

Een aanvraag voor meerjarige subsidie kan worden ingediend voor het organiseren van minimaal één en maximaal vier edities van een in Nederland georganiseerde (inter)nationaal kunstfestival, gericht op de kunstbeoefening in de vrije tijd.

Artikel 4.3. Drempelnorm

  • 1 Een aanvrager die in aanmerking wil komen voor een meerjarige subsidie dient aan te tonen dat hij minimaal drie edities van het betreffende kunstfestival heeft georganiseerd.

  • 2 Een aanvrager zendt complete programmagegevens van de voorgaande drie edities van het kunstfestival en de jaarrekeningen over de jaren 2017, 2018 en 2019 mee bij zijn aanvraag, tenzij deze al in het bezit zijn van het Fonds. De jaarrekening 2019 mag worden nagezonden, mits deze uiterlijk voor 1 april 2020 is ontvangen.

  • 3 Als een aanvrager geen jaarrekening kan overleggen over enig jaar dient hij een vergelijkbare opgave in. Het Fonds kan nadere eisen aan deze opgave stellen.

Artikel 4.4. Beoordelingscriteria

  • 1 Aanvragen worden beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

    • a. artistiek-inhoudelijke kwaliteit;

    • b. bedrijfsvoering en ondernemerschap;

    • c. bereik en belang van het festival;

    • d. pluriformiteit.

  • 2 Deze criteria worden in de toelichting nader uitgelegd.

Paragraaf 5. erfgoedmanifestaties

Artikel 5.1. Wie kan aanvragen

Een aanvraag voor een meerjarige subsidie op grond van deze paragraaf kan uitsluitend worden ingediend door een culturele instelling met rechtspersoonlijkheid zonder winstoogmerk, die het organiseren van activiteiten binnen het erfgoeddomein waarop de erfgoedmanifestatie gericht is als een kernactiviteit heeft en minimaal drie jaar als zodanig actief is.

Artikel 5.2. Waarvoor kan worden aangevraagd

Een aanvraag voor meerjarige subsidie kan worden ingediend voor het organiseren van minimaal één en maximaal vier edities van een in Nederland georganiseerde landelijke erfgoedmanifestatie.

Artikel 5.3. Drempelnorm

  • 1 Een aanvrager die in aanmerking wil komen voor een meerjarige subsidie dient aan te tonen dat hij minimaal drie edities van de betreffende erfgoedmanifestatie heeft georganiseerd.

  • 2 Een aanvrager zendt complete programmagegevens van de voorgaande drie edities van de erfgoedmanifestatie en de jaarrekeningen over de jaren 2017, 2018 en 2019 mee bij zijn aanvraag, tenzij deze al in het bezit zijn van het Fonds. De jaarrekening 2019 mag worden nagezonden, mits deze uiterlijk voor 1 april 2020 is ontvangen.

  • 3 Als een aanvrager geen jaarrekening kan overleggen over enig jaar dient hij een vergelijkbare opgave in. Het Fonds kan nadere eisen aan deze opgave stellen.

Artikel 5.4. Beoordelingscriteria

  • 1 Aanvragen worden beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

    • a. inhoudelijke kwaliteit;

    • b. bedrijfsvoering en ondernemerschap;

    • c. bereik en belang van de manifestatie;

    • d. pluriformiteit.

  • 2 Deze criteria worden in de toelichting nader uitgelegd.

Paragraaf 6. verplichtingen en verantwoording

Artikel 6.1. Aan de subsidie verbonden verplichtingen

  • 1 De subsidieontvanger meldt direct aan het Fonds als:

    • a. de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt niet of niet geheel doorgaan;

    • b. niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan; of

    • c. er aanzienlijke artistiek-inhoudelijke of zakelijke wijzigingen zijn ten opzichte van het plan op basis waarvan subsidie is verstrekt.

  • 2 De subsidieontvanger plaatst het logo of de naam van het Fonds op alle publiciteitsuitingen die betrekking hebben op de gesubsidieerde activiteiten.

  • 3 Het Fonds kan bij beschikking andere dan de in het eerste en tweede lid opgenomen verplichtingen aan de subsidie verbinden.

  • 4 De subsidieontvanger is verplicht tot kennisdeling, monitoring en evaluatie van de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt, zet in het projectplan uiteen op welke wijze hij uitvoering geeft aan kennisdeling en het individuele monitoring- en evaluatietraject en reserveert op de begroting minimaal 2% van de totale activiteitenlasten voor monitoring en evaluatie.

  • 5 De subsidieontvanger kan verplicht worden deel te nemen aan uitwisselingsbijeenkomsten en een professionaliseringstraject.

Artikel 6.2. Verantwoording

  • 1 De subsidieontvanger stuurt jaarlijks voor 1 mei een verantwoording in van de uitgevoerde activiteiten in het vorige kalenderjaar.

  • 2 De verantwoording omvat een inhoudelijk en een financieel deel. De inhoudelijke verantwoording bestaat uit een verslag over de verrichte activiteiten waarmee kan worden aangetoond dat de gesubsidieerde activiteiten volgens plan hebben plaatsgevonden.

  • 3 De financiële verantwoording sluit aan op de ingediende begroting en gaat indien de subsidie gelijk is aan of hoger is dan € 125.000 per jaar, vergezeld van een verklaring omtrent de getrouwheid en de rechtmatigheid afgegeven door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. De verklaring dient te zijn opgesteld overeenkomstig een door het Fonds vast te stellen protocol. Titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, met uitzondering van de afdelingen 1, 7, 11, 12, 14 en 15, is van toepassing op de financiële verantwoording, met dien verstande dat de winst- en verliesrekening wordt vervangen door een exploitatierekening.

  • 4 Het Fonds stelt nadere voorwaarden aan de inrichting van de verantwoording. Die nadere voorwaarden zijn terug te vinden in het Handboek Verantwoording.

  • 5 De subsidieontvanger werkt mee dan wel draagt er zorg voor dat de accountant meewerkt aan onderzoeken naar de door de accountant verrichte (controle)werkzaamheden door een door het Fonds aan te wijzen partij. De daaraan voor de subsidieontvanger verbonden kosten komen voor zijn rekening.

Artikel 6.3. Vaststelling subsidie

  • 1 Het Fonds stelt de subsidie vast na ontvangst van de complete verantwoording over de subsidie-periode.

  • 2 Als de activiteiten volgens plan zijn uitgevoerd en is voldaan aan alle aan de subsidie verbonden verplichtingen stelt het Fonds de subsidie binnen 22 weken overeenkomstig de verlening vast.

Paragraaf 7. overige bepalingen

Artikel 7.1. Begrotingsvoorbehoud

Subsidie wordt verleend onder voorbehoud van verstrekking van de bijbehorende middelen door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Artikel 7.2. Hardheidsclausule

Het Fonds kan in uitzonderlijke gevallen ten gunste van een belanghebbende van bepalingen in dit reglement afwijken indien toepassing daarvan leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 7.4. Inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2 Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2026. Op bezwaar- en beroepsprocedures die op dat moment nog niet zijn afgerond, blijft het bepaalde in deze regeling van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7.5. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling meerjarige subsidies Fonds voor Cultuurparticipatie 2021–2024.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Het bestuur van Stichting Fonds voor Cultuurparticipatie,

namens deze,

H.G.G.M. Verhoeven

directeur-bestuurder

Naar boven