Artikel 1. Verlenging bij geen verwijt
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
De inburgeringsplichtige heeft aannemelijk gemaakt dat hem geen verwijt treft ter
zake van het niet tijdig afronden van het participatieverklaringstraject of het niet
tijdig afronden van de overige onderdelen van het inburgeringsexamen, als bedoeld
in artikel 7a, derde lid, en 7b, derde lid, onderdeel a, van de Wet inburgering, indien een of meer van de in deze beleidsregel beschreven omstandigheden zich voordoen.
Artikel 2. Langdurige ziekte
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
Bij langdurige ziekte van de inburgeringsplichtige, zijn partner of bloedverwant in
de eerste graad van ten minste drie aaneengesloten maanden wordt de termijn van het
participatieverklaringstraject of de termijn voor de overige onderdelen van het inburgeringsexamen
verlengd met een periode die gelijk is aan de duur van die ziekteperiode.
Om in aanmerking te komen voor de verlenging dient de inburgeringsplichtige een verzoek
in bij, en verstrekt een gerichte medische machtiging aan, DUO. Op deze machtiging
geeft de inburgeringsplichtige aan op wie de machtiging betrekking heeft en voor welk
doel DUO wordt gemachtigd om bij de behandelende arts of specialist informatie op
te vragen. Het beoordelen daarvan gebeurt door een door DUO aangewezen medisch adviseur.
Artikel 2a. Overlijden
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
Bij overlijden van de partner of een bloedverwant in de eerste graad van de inburgeringsplichtige
wordt de termijn van het participatieverklaringstraject of de termijn voor de overige
onderdelen van het inburgeringsexamen verlengd met een periode van drie maanden.
Om in aanmerking te komen voor de verlenging dient de inburgeringsplichtige een afschrift
van de ingeschreven akte van overlijden als bedoeld in artikel 19f van Boek 1 Burgerlijk Wetboek in bij de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (DUO).
Artikel 3. Bevalling
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
Bij bevalling van de inburgeringsplichtige wordt de termijn van het participatieverklaringstraject
of de termijn voor de overige onderdelen van het inburgeringsexamen verlengd met een
periode van 16 weken.
Om in aanmerking te komen voor de verlenging verstrekt de inburgeringsplichtige een
afschrift van de geboorteakte uit de basisregistratie personen aan DUO.
Artikel 4. Verblijf in Blijf van mijn lijf huis
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
Bij verblijf in een Blijf van mijn lijf huis door de inburgeringsplichtige voor een
periode van ten minste drie aaneengesloten maanden wordt de termijn van het participatieverklaringstraject
of de termijn voor de overige onderdelen van het inburgeringsexamen verlengd met een
periode die gelijk is aan de duur van dat verblijf.
Om in aanmerking te komen voor de verlenging verstrekt de inburgeringsplichtige aan
het college respectievelijk DUO een door het Blijf van mijn lijf huis afgegeven verklaring
van verblijf.
Artikel 5. Langdurig verblijf in AZC
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
De termijn voor de overige onderdelen van het inburgeringsexamen wordt verlengd indien
de asielmigrant na aanvang van de inburgeringstermijn langer dan acht weken heeft
moeten wachten op uitstroom uit het asielzoekerscentrum. Het aantal weken waarmee
de termijn dan wordt verlengd wordt vastgesteld in blokken van vier weken. Een ieder
die binnen acht weken na aanvang van de inburgeringstermijn is uitgestroomd uit het
asielzoekerscentrum komt niet in aanmerking voor verlenging wegens langdurig verblijf
in het asielzoekerscentrum.
Artikel 6. Late kennisgeving inburgeringsplicht
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
Door vertragingen in de aanlevering door de IND of in de verwerking van de door de
IND aangeleverde nieuwkomers komt het voor dat de inburgeringsplichtige de kennisgeving
inburgeringsplicht meer dan vier weken na het aanvang van de inburgeringstermijn ontvangt.
Het aantal weken waarmee de termijn voor de overige onderdelen van het inburgeringsexamen
dan wordt verlengd wordt vastgesteld in blokken van vier weken. Een ieder die de kennisgeving
binnen de redelijke termijn van vier weken ontvangt komt niet in aanmerking voor verlenging
wegens te late kennisgeving inburgeringsplicht.
Artikel 7. Geen tijdig aanbod door of namens het college van participatieverklaringstraject
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
Indien het college niet binnen het jaar waarbinnen het participatieverklaringstraject
moet zijn afgelegd een aanbod aan de inburgeringsplichtige voor een inleiding in de
kernwaarden en de ondertekening van de participatieverklaring heeft gedaan, wordt
de termijn voor het participatieverklaringstraject verlengd met een periode van ten
hoogste één jaar. Indien de gemeente ook in de verlengde termijn geen aanbod doet
wordt de termijn telkens verlengd met een periode van ten hoogste één jaar.
Artikel 8. Overige bijzondere omstandigheden waardoor het participatieverklaringstraject
niet tijdig kon worden afgerond
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
Indien de inburgeringsplichtige door een overige niet aan hem toe te rekenen omstandigheid
niet in staat is geweest om het participatieverklaringstraject af te ronden binnen
het jaar waarbinnen het participatieverklaringstraject moet zijn afgelegd heeft hij
recht op verlenging van de termijn van het participatieverklaringstraject met een
periode van maximaal één jaar.
Om in aanmerking te komen voor de verlenging verstrekt de inburgeringsplichtige een
verklaring aan het college. Deze verklaring is in het bezit van het college en is
opvraagbaar door DUO.
Artikel 9. Samenloop omstandigheden
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
Binnen de inburgeringstermijn kunnen op verschillende gronden verlengingen worden
toegekend. In het geval dat er sprake is van samenloop van verlengingsgronden wordt
de langstdurende verlenging verleend.
Artikel 10. Inwerkingtreding
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van de Staatscourant waarin hij wordt geplaatst.
Artikel 11. Citeertitel
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel verlenging inburgeringstermijnen
bij geen verwijt.