De Autoriteit Persoonsgegevens,
Gelet op artikel 57, eerste lid, onder a, f, h, en v, en artikel 58, eerste en tweede
lid, van de Algemene verordening gegevensbescherming, de artikelen 6, 14 en 15 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming, de artikelen 31a, 35, 35b en 35c, van de Wet politiegegevens, artikel 27 gelezen in samenhang met de artikelen 39r, 51, 51d en 51h, van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens en artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
-
AVG: verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016
betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van
persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking
van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PbEU 2016, L 119);
-
UAVG:
Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming;
-
Awb:
Algemene wet bestuursrecht;
-
Wpg:
Wet politiegegevens;
-
Wjsg:
Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens;
-
AP: Autoriteit Persoonsgegevens als bedoeld in artikel 6 van de UAVG;
-
Klacht: klacht als bedoeld in artikel 57, eerste lid, aanhef en onder f, en artikel 77, eerste
lid, van de AVG, artikel 31a, eerste lid, van de Wpg en artikel 26a, eerste lid, gelezen
in samenhang met artikel 39r, eerste lid, artikel 51, eerste lid, artikel 51d, eerste lid en artikel 51h, eerste lid, van de Wjsg;
-
Verzoek om handhaving: aanvraag als bedoeld in artikel 1:3, derde lid, van de Awb waarin de AP wordt verzocht om handhavend op te treden.
-
3 Indien uit de eerste beoordeling volgt dat mogelijk sprake is van een overtreding,
maar deze nog niet kan worden vastgesteld, maakt de AP een afweging of er aanleiding
is voor een nader onderzoek. Daarbij hanteert de AP de volgende, niet cumulatieve,
factoren:
-
a) De mate waarin de betrokkene wordt geraakt door de vermeende overtreding;
-
b) De bredere maatschappelijke betekenis van een eventueel optreden van de AP, mede bezien
vanuit de aandachtspunten die de AP op periodieke basis bekend maakt;
-
c) De mate waarin de AP in staat is doeltreffend en doelmatig op te treden.
Indien in het kader van het toezicht op de verwerking van persoonsgegevens overeenkomstig
het bij of krachtens de wet bepaalde een verzoek om handhaving, niet zijnde een klacht,
wordt ingediend, zijn op dat verzoek deze beleidsregels van overeenkomstige toepassing.
Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van de Staatscourant waarin zij worden geplaatst.
Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels prioritering klachtenonderzoek
AP.