Regeling specifieke uitkering stimulering sport

[Regeling vervallen per 01-01-2024.]
Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 01-05-2019 t/m 17-09-2019

Regeling van de Minister voor Medische Zorg van 12 juli 2018, kenmerk 1379613-177691-S, houdende regels voor de subsidiëring van gemeentelijke uitgaven aan sport (Regeling specifieke uitkering stimulering)

De Minister voor Medische Zorg,

Gelet op artikel 3 en 5 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

Artikel 1. Definities

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • minister: Minister voor Medische Zorg;

  • sport: activiteiten die worden gekenmerkt door een niet te verwaarlozen lichamelijk component.

Artikel 2. Activiteiten die in aanmerking komen voor specifieke uitkering

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 De minister kan aan een gemeente jaarlijks een specifieke uitkering verstrekken voor de gerealiseerde bestedingen in verband met activiteiten in het kader van sport.

  • 3 Een activiteit komt slechts eenmaal voor een uitkering op grond van de onderhavige regeling of een subsidie op grond van de Subsidieregeling stimulering bouw en onderhoud sportaccommodaties in aanmerking.

Artikel 3. Toepasselijkheid Kaderregeling en Awb

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Artikel 4. Hoogte van de uitkering

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

De specifieke uitkering bedraagt ten hoogste 17,5% van het begrote bedrag voor de activiteiten, bedoeld in artikel 2, eerste lid, in enig jaar.

Artikel 5. Voorwaarden voor uitkering

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 Een specifieke uitkering wordt voor ten hoogste een jaar verleend.

Artikel 6. Uitkeringsplafond

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 Het uitkeringsplafond bedraagt voor het jaar 2019 € 152.000.000.

  • 2 Het uit hoofde van het plafond beschikbare bedrag wordt naar rato verdeeld indien het totaal aangevraagde bedrag het plafond overschrijdt.

Artikel 7. Aanvraag tot verlening

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 Een specifieke uitkering wordt op aanvraag verstrekt.

  • 2 De aanvraag tot verlening van een specifieke uitkering wordt ingediend voor 1 juni in het boekjaar waarvoor de specifieke uitkering wordt aangevraagd.

  • 3 Indien de aanvraag tot verlening incompleet is, krijgt de aanvrager twee weken de tijd om de aanvraag te completeren.

  • 4 De aanvraag gaat vergezeld van een begroting.

  • 5 Voor de aanvraag tot verlening van de uitkering wordt een door de minister vastgesteld formulier gebruikt.

Artikel 8. Verlening

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 De minister neemt binnen 13 weken na 1 juni van het jaar waarvoor de specifieke uitkering wordt aangevraagd een besluit omtrent de verlening van de specifieke uitkering.

  • 2 Indien de ontvangen aanvraag op 1 juni incompleet is, kan de termijn van 13 weken, bedoeld in het eerste lid, met twee weken worden verlengd.

  • 3 Het besluit tot verlening vermeldt in elk geval de activiteiten waarvoor de uitkering wordt verleend, het bedrag van de uitkering, de wijze van verantwoording, de periode waarvoor de uitkering wordt verleend en de wijze waarop kan worden aangetoond dat de activiteiten zijn verricht.

Artikel 9. Aanvullende verplichtingen

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 De ontvanger van een specifieke uitkering draagt er zorg voor dat gedurende 10 jaren na afloop van de uitkeringsperiodeperiode voor de activiteiten waarvoor uitkering is ontvangen geen recht op aftrek van omzet op grond van de Wet omzetbelasting 1968, dan wel recht op compensatie op grond van de Wet op het btw-compensatiefonds, ontstaat.

  • 2 Indien niet aan de verplichtingen, bedoeld in het eerste lid, wordt voldaan doet de ontvanger van de uitkering onverwijld melding daarvan aan de minister.

  • 3 Aan een uitkering kunnen nadere verplichtingen worden verbonden.

Artikel 10. Bevoorschotting en betaling

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 De minister verleent bij het besluit tot verlening, bedoeld in artikel 8, eerste lid, een voorschot van 100%.

  • 2 De minister verleent bij het besluit tot verlening van een uitkering een voorschot dat gelijkmatig zal worden betaald over de resterende maanden van het jaar na het moment van verlening.

Artikel 11. Eindrapportage

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Artikel 12. Herziening verlening

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 Het besluit tot verlening, bedoeld in artikel 8, eerste lid, wordt, indien de gerealiseerde bestedingen in verband met de activiteiten van de aanvrager lager zijn dan het bedrag van de verleende uitkering, overeenkomstig herzien.

  • 2 Indien uitvoering is gegeven aan het bepaalde in artikel 6, tweede lid, kan de uitkering worden herzien tot maximaal het bedrag zoals opgenomen in de aanvraag tot verlening als bedoeld in artikel 7.

Artikel 13. Verdeling niet-uitgeputte middelen

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 Het besluit tot verlening, bedoeld in artikel 8, eerste lid, wordt tevens herzien indien het uitkeringsplafond, bedoeld in artikel 6, eerste lid, blijkens de verantwoordingsinformatie als bedoeld in artikel 11 niet volledig is uitgeput en blijkens de verantwoordingsinformatie, bedoeld in artikel 11, andere activiteiten in het kader van sport zijn verricht dan waarvoor de specifieke uitkering was verleend.

  • 2 Indien het uitkeringsplafond niet volledig wordt uitgeput, wordt het resterende deel naar rato verdeeld over de gemeenten die naast de activiteiten waarvoor de uitkering, bedoeld in artikel 8, is verleend blijkens de verantwoordingsinformatie, bedoeld in artikel 11, aanvullende activiteiten in het kader van sport hebben verricht.

  • 3 De verdeling naar rato, bedoeld in het tweede lid, geschiedt op basis van de verantwoordingsinformatie, bedoeld in artikel 11.

  • 4 In afwijking van artikel 4 bedraagt de specifieke uitkering, indien toepassing wordt gegeven aan dit artikel, ten hoogste 17,5% van de totale gerealiseerde bestedingen in verband met de aanvullende activiteiten, bedoeld in het tweede lid.

Artikel 14. Vaststelling van de specifieke uitkering

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 Indien de activiteiten waarvoor de uitkering is verleend geheel zijn verricht en daarnaast volledig is voldaan aan de verplichtingen die verbonden zijn aan de uitkering, wordt de uitkering vastgesteld op het bedrag dat is bepaald in de verlening dan wel herziene verlening van de uitkering.

  • 2 De minister besluit uiterlijk op 31 juli in het jaar na ontvangst van de verantwoordingsinformatie, bedoeld in artikel 11, over de vaststelling van de uitkering.

Artikel 15. Inwerkingtreding en vervaldatum

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2024.

Artikel 16. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling specifieke uitkering stimulering sport.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Medische Zorg,

B.J. Bruins

Naar boven