Tijdelijk besluit digitale toegankelijkheid overheid

Geraadpleegd op 06-10-2024.
Geldend van 01-07-2018 t/m heden

Besluit van 3 mei 2018, houdende tijdelijke regels betreffende de toegankelijkheid van de websites en mobiele applicaties van overheidsinstanties (Tijdelijk besluit digitale toegankelijkheid overheid)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 8 februari 2018, nr. 0000091712/CZW/SB;

Gelet op Richtlijn (EU) 2016/2102 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 inzake de toegankelijkheid van de websites en mobiele applicaties van overheidsinstanties (PbEU 2016, L 327) en artikel 89 van de Grondwet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 6 april 2018, No.W04.18.0021/I);

Gezien het nader rapport van Onze Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 00 april 2018 nr. 0000218242/CZW/SB;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • content: het geheel aan informatie dat een instantie via een website of mobiele applicatie wil overbrengen, waaronder tekst, downloadbare documenten en formulieren en interactie, zoals het verwerken van digitale formulieren en het afwikkelen van identificatieprocedures;

  • stukken uit erfgoedcollecties: in particulier bezit of overheidsbezit zijnde goederen die van historisch, artistiek, archeologisch, esthetisch, wetenschappelijk of technisch belang zijn en deel uitmaken van verzamelingen die worden bewaard door culturele instellingen, zoals bibliotheken, archieven en musea;

  • mobiele applicatie: toepassingssoftware die is ontworpen en ontwikkeld door of namens overheidsinstanties met het oog op gebruik door het algemene publiek op mobiele toestellen zoals smartphones en tablets. Zij omvat niet de besturingssoftware van die toestellen en de hardware;

  • Onze Minister: de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • overheidsinstantie: de staats-, regionale of lokale overheidsinstanties, publiekrechtelijke instellingen als gedefinieerd in artikel 2, lid 1, punt 4, van Richtlijn (EU) 2014/24, of samenwerkingsverbanden bestaande uit één of meer van deze overheidsinstanties of één of meer van deze publiekrechtelijke instellingen, indien die samenwerkingsverbanden worden opgericht met het specifieke doel te voorzien in andere behoeften van algemeen belang dan die van industriële of commerciële aard;

  • op tijd gebaseerde media: media van de volgende types: louter geluid, louter videobeeld, audio-video, audio en/of video in combinatie met interactie;

  • richtlijn (EU) 2016/2102: richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 inzake de toegankelijkheid van de websites en mobiele applicaties van overheidsinstanties (PbEU 2016, L 327);

  • standaard EN 301 549: verzameling van technische eisen, waaronder de WCAG 2.0 richtlijnen, toe te passen bij bouw en beheer van websites en mobiele applicaties, die content toegankelijk maken voor mensen met een functiebeperking;

  • toegankelijk: waarneembaar, bedienbaar, begrijpelijk en robuust;

  • website: verzameling samenhangende webpagina’s met content, zoals tekst, afbeeldingen of video’s.

Artikel 2. Reikwijdte

  • 2 Dit besluit is niet van toepassing op de volgende content van websites en mobiele applicaties:

    • a. kantoorbestandsformaten die zijn gepubliceerd voor 23 september 2018, tenzij dergelijke content nodig is voor actieve administratieve processen met betrekking tot de door de betrokken overheidsinstantie vervulde taken;

    • b. vooraf opgenomen, op tijd gebaseerde media die zijn gepubliceerd voor 23 september 2020;

    • c. live uitgezonden, op tijd gebaseerde media;

    • d. onlinekaarten en onlinekarteringsdiensten, mits essentiële informatie op navigatiekaarten op een toegankelijke, digitale wijze wordt verstrekt;

    • e. van derden afkomstige content die niet door de betrokken overheidsinstantie wordt gefinancierd of ontwikkeld en evenmin onder haar verantwoordelijkheid valt;

    • f. reproducties van stukken uit erfgoedcollecties die niet volledig toegankelijk kunnen worden gemaakt om redenen van bewaring, authenticiteit of het ontbreken van geautomatiseerde en kostenefficiënte oplossingen om toegankelijkheid te bewerkstelligen;

    • g. content die enkel beschikbaar is voor een gesloten gebruikersgroep en die is gepubliceerd voor 23 september 2019, tot de betreffende website ingrijpend wordt herzien;

    • h. content van websites en mobiele applicaties die niet noodzakelijk is voor actieve administratieve processen en die niet wordt aangepast na 23 september 2019.

Hoofdstuk 2. Toegankelijkheid

Artikel 3. Toepassing

  • 1 Overheidsinstanties maken hun websites en mobiele applicaties toegankelijk door toepassing van standaard EN 301 549. Een wijziging of vervanging van deze standaard volgens de procedure van artikel 6, eerste, tweede of vierde lid, van richtlijn (EU) 2016/2102 gaat voor de toepassing van dit besluit gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijziging uitvoering moet zijn gegeven.

  • 2 Een overheidsinstantie kan afzien van toepassing van het in het eerste lid gestelde, indien en voor zover dit een onevenredige last met zich mee brengt.

  • 3 Bij de beoordeling of sprake is van een onevenredige last, houdt de overheidsinstantie rekening met de relevante omstandigheden, waaronder:

    • a. de aard, omvang en financiële middelen van de betrokken overheidsinstantie, en

    • b. de geraamde kosten en baten voor de betrokken overheidsinstantie in verhouding tot de geraamde voordelen voor personen met een beperking, rekening houdend met de frequentie en de duur van het gebruik van de specifieke website of mobiele applicatie.

  • 4 Een overheidsinstantie die van mening is dat sprake is van een onevenredige last, maakt in de in artikel 4 bedoelde toegankelijkheidsverklaring kenbaar aan welke toegankelijkheidseisen niet wordt voldaan en biedt toegankelijke alternatieven.

Artikel 4. Toegankelijkheidsverklaring

Overheidsinstanties publiceren op hun website of bij het downladen van een mobiele applicatie, volgens het daartoe door Onze Minister vastgestelde en gepubliceerde model, een actuele verklaring over de conformiteit van hun website of mobiele applicatie met dit besluit.

Hoofdstuk 3. Monitoring en rapportage

Artikel 5. Monitoring en rapportage

  • 1 Onze Minister draagt zorg voor monitoring en rapportage inzake de naleving van dit besluit.

  • 2 De methodiek ten behoeve van de in het eerste lid bedoelde taak omvat in ieder geval de volgende elementen:

    • a. de frequentie van onderzoek naar de mate waarin websites en mobile applicaties van overheidsinstanties toegankelijk zijn;

    • b. het nemen van steekproeven en het doen van testen;

    • c. de aanwezigheid en de inhoud van de in artikel 4 bedoelde verklaring bij overheidsinstanties;

    • d. de wijze waarop naleving of niet-naleving van toegankelijkheid kan worden aangetoond;

    • e. het verstrekken van informatie aan overheidsinstanties bij geconstateerde tekortkomingen teneinde deze te verhelpen.

  • 3 De in het tweede lid bedoelde methodiek is gebaseerd op de methodiek die is vastgesteld op grond van artikel 8, tweede lid, van richtlijn (EU) 2016/2102 en gaat voor de toepassing van dit besluit gelden met ingang van de dag waarop aan het hanteren van de methodiek uitvoering moet zijn gegeven.

  • 4 Onze Minister rapporteert volgens de regels en procedure van artikel 8, vierde tot en met zesde lid, van richtlijn (EU) 2016/2102.

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

Artikel 6. Gefaseerde toepassing

Aan de artikelen 3 en 4 wordt:

  • a. wat betreft websites die zijn gepubliceerd vanaf 23 september 2018 uiterlijk met ingang van 23 september 2019 voldaan;

  • b. wat betreft websites die zijn gepubliceerd voor 23 september 2018 uiterlijk met ingang van 23 september 2020 voldaan;

  • c. wat betreft mobiele applicaties uiterlijk 23 juni 2021 voldaan.

Artikel 8. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijk besluit digitale toegankelijkheid overheid.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 3 mei 2018

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

R.W. Knops

Uitgegeven de vierentwintigste mei 2018

De Minister van Justitie en Veiligheid,

F.B.J. Grapperhaus