Besluit vervangingsregeling tijdelijke afwezigheid minister

[Regeling vervallen per 19-01-2022 met terugwerkende kracht tot en met 10-01-2022.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 05-11-2017 t/m 22-03-2018

Besluit van 26 oktober 2017 nr. 2017001818, houdende de vervangingsregeling in geval van tijdelijke afwezigheid van een minister

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken d.d. 25 oktober 2017, nr. 3213957;

Gelet op de artikelen 44, 45 en 46 van de Grondwet;

Overwegende dat het wenselijk is een nieuwe regeling te treffen voor de vervanging van een minister voor het geval deze tijdelijk afwezig is;

HEBBEN GOEDGEVONDEN EN VERSTAAN:

  • 1. Een minister wordt bij tijdelijke afwezigheid vervangen door de staatssecretaris van hetzelfde ministerie voor zover en voor zolang de minister in de gelegenheid is om de staatssecretaris aanwijzingen dienaangaande te geven. De staatssecretaris kan in die gevallen tevens met raadgevende stem aan de vergadering van de ministerraad deelnemen.

  • 2. Bij gelijktijdige afwezigheid van een minister en staatssecretaris, alsmede bij afwezigheid van een minister in het geval er geen staatssecretaris van hetzelfde ministerie is, dan wel indien een minister door ziekte of om een andere reden tijdelijk niet in de gelegenheid is zijn taak uit te oefenen en aanwijzingen aan de staatssecretaris van hetzelfde ministerie te geven, wordt hij vervangen door een andere minister met dien verstande dat:

    • a. De Minister-President, Minister van Algemene Zaken wordt vervangen door H.M. de Jonge, bij diens afwezigheid door drs. K.H. Ollongren en bij diens afwezigheid door drs. C.J. Schouten;

    • b. De Minister van Buitenlandse Zaken door S.A.M. Kaag en bij diens afwezigheid door drs. A.Th.B. Bijleveld-Schouten;

    • c. De Minister van Justitie en Veiligheid door drs. S. Dekker;

    • d. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties door mr. dr. F.B.J. Grapperhaus;

    • e. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap door drs. A. Slob;

    • f. De Minister van Financiën door drs. W. Koolmees;

    • g. De Minister van Defensie door drs. H. Zijlstra en bij diens afwezigheid door S.A.M. Kaag;

    • h. De Minister van Infrastructuur en Waterstaat door ir. E.D. Wiebes;

    • i. De Minister van Economische Zaken en Klimaat door drs. C. van Nieuwenhuizen-Wijbenga;

    • j. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid door drs. C.J. Schouten;

    • k. De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport door mr. drs. B.J. Bruins;

    • l. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit door drs. W. Koolmees;

    • m. De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking door drs. H. Zijlstra en bij diens afwezigheid door drs. A.Th.B. Bijleveld-Schouten;

    • n. De Minister voor Rechtsbescherming door mr. dr. F.B.J. Grapperhaus;

    • o. De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media door mr. drs. I.K. van Engelshoven;

    • p. De Minister voor Medische Zorg door H.M. de Jonge.

  • 3. Bij gelijktijdige afwezigheid van een minister en diens hiervoor aangewezen vervanger zal de Minister-President vervangen, bij diens afwezigheid H.M. de Jonge, bij diens afwezigheid drs. K.H. Ollongren en bij diens afwezigheid drs. C.J. Schouten en bij diens afwezigheid de oudst aanwezige minister in jaren.

  • 4. In afwijking van artikel 1 en artikel 2, onder c, wordt, voor zover het terrorismebestrijding betreft, ten aanzien van aangelegenheden betreffende het werkterrein van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid, het Openbaar Ministerie en de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst en andere onder de verantwoordelijkheid van Onze Minister van Justitie en Veiligheid of Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ressorterende diensten en instellingen, bij tijdelijke afwezigheid Onze Minister van Justitie en Veiligheid vervangen door drs. K.H. Ollongren en Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties door mr. dr. F.B.J. Grapperhaus.

  • 5. De artikelen 3 en 4 zijn van overeenkomstige toepassing voor zover het gaat om de uitoefening van de taak van een minister ten aanzien van een bepaalde aangelegenheid waarbij deze tevens persoonlijk en direct betrokken kan zijn.

  • 6. Het koninklijk besluit van 5 november 2012, nr.12.002595, wordt ingetrokken.

  • 7. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 26 oktober 2017.

Onze Ministers zijn belast met de uitvoering van dit besluit dat zal worden geplaatst in de Staatscourant en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de in dit besluit genoemden, de Hoge Colleges van Staat, de ministerraad, de Gevolmachtigde Ministers van Aruba, van Curaçao en van Sint Maarten en de ministeries.

’s-Gravenhage, 26 oktober 2017

Willem-Alexander

De Minister-President,

Minister van Algemene Zaken,

M. Rutte

Naar boven