Hoofdstuk I. Algemene bepalingen
Terugwerkende kracht
Voor
dit
hoofdstuk is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Terugwerkende kracht
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Deze beleidsregels verstaan onder:
a.
het Zorginstituut: Zorginstituut Nederland, bedoeld in artikel 58, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet;
b.
zwaarte: het deel waarvoor de verzekerde meetelt in een betreffende klasse;
c.
macroverzekerden- raming: de raming van het aantal verzekerden op macroniveau op basis van de opgave van de zorgverzekeraars en trends van het CBS naar aantal inwoners in Nederland voor het jaar 2018;
d.
FKG GGZ: FKG’s psychische aandoeningen als bedoeld in artikel 1, onderdeel q, van het Besluit zorgverzekering;
e.
DKG GGZ: DKG’s psychische aandoeningen als bedoeld in artikel 1, onderdeel ee, van het Besluit zorgverzekering;
f.
PKB: persoonskenmerkenbestand. Een bestand dat bestaat uit de opgave van de zorgverzekeraar met per gepseudonimiseerd burgerservicenummer de persoonskenmerken geslacht, geboortemaand en geboortejaar, viercijferige postcode en gepseudonimiseerd adres. Dit bestand wordt jaarlijks opgesteld aan de hand van opgaven van de zorgverzekeraars. Voor het PKB 2017 is de peildatum 1 mei 2017 en de aanleverdatum 1 juni 2017;
g.
VPPKB: verzekerde periode en persoonskenmerkenbestand. Een bestand dat bestaat uit twee delen. Het eerste deel betreft de opgave van de zorgverzekeraar van verzekerden mét een geverifieerd gepseudonimiseerd burgerservicenummer dat per gepseudonimiseerd burgerservicenummer de verzekerde periode, de persoonskenmerken geslacht, geboortemaand en geboortejaar, viercijferige postcode en gepseudonimiseerd adres bevat. Het tweede deel betreft de opgave van de zorgverzekeraar van verzekerden zonder een geverifieerd burgerservicenummer en verzekerden zonder burgerservicenummer dat per verzekerde de verzekerde periode, de persoonskenmerken geslacht, geboortemaand en geboortejaar en viercijferige postcode bevat. Dit bestand wordt jaarlijks opgesteld aan de hand van opgaven van de zorgverzekeraars. Voor het VPPKB 2018 is de aanleverdatum 1 juni 2019;
h.
verzekerde woonachtig in het buitenland: een persoon die een zorgverzekering heeft afgesloten en geen ingezetene van Nederland is;
i.
vereveningsbijdrage: een bijdrage, bedoeld in de artikelen 32 en 34 van de Zorgverzekeringswet;
j.
wet: de Zorgverzekeringswet;
k.
Regeling:
Regeling risicoverevening 2018;
l.
trendtabel: door het Zorginstituut per criterium opgestelde tabel met trendfactoren die voor het betreffende criterium de geraamde prevalentieontwikkeling weergeeft, zoals gepubliceerd op de website van het Zorginstituut. De trendfactor geeft de mutatie van verzekerden per risicoklasse weer;
m.
jaarstaat: de jaarstaat, bedoeld in de regeling, bedoeld in artikel 90 van de wet.
Terugwerkende kracht
Artikel 2. Algemene bepaling
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Het Zorginstituut past de bepalingen uit het Besluit zorgverzekering en de Regeling met betrekking tot de toekenning en vaststelling van de vereveningsbijdrage aan de zorgverzekeraars toe met inachtneming van het bepaalde in deze beleidsregels.
Terugwerkende kracht
Artikel 3. Zorgverzekeraars
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Het Zorginstituut gaat bij de verdeling van de macro-deelbedragen 2018 en de berekening van de normatieve bedragen en de vereveningsbijdragen ervan uit dat alle zorgverzekeraars die gedurende 2017 actief zijn geweest ook in 2018 als zorgverzekeraar actief zullen zijn.
Terugwerkende kracht
Hoofdstuk II. Toekenning van de vereveningsbijdrage 2018 aan een zorgverzekeraar
Terugwerkende kracht
Voor
dit
hoofdstuk is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Terugwerkende kracht
Artikel 4. Algemene bepaling voor de raming van de verzekerdenaantallen
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Terugwerkende kracht
Artikel 5. De verzekerdenaantallen 2018 voor het macro-deelbedrag variabele zorgkosten
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
1 Het Zorginstituut deelt voor het macro-deelbedrag variabele zorgkosten verzekerden in bij de criteria leeftijd en geslacht, FKG’s, primaire DKG’s, secundaire DKG’s, HKG’s, AVI, regio, SES, PPA, MHK, FDG en VGG.
2 Het Zorginstituut deelt verzekerden woonachtig in het buitenland uitsluitend in bij de criteria leeftijd en geslacht, FKG’s, primaire DKG’s, secundaire DKG’s, HKG’s, AVI, MHK, FDG en VGG. Met inachtneming van artikel 6 van de Regeling deelt het Zorginstituut alle verzekerden woonachtig in het buitenland voor het criterium FKG’s in in de klasse 'Geen FKG', voor het criterium primaire DKG’s in de klasse ‘Geen primaire DKG’, voor het criterium secundaire DKG’s in de klasse ‘Geen secundaire DKG’, voor het criterium HKG’s in de klasse ‘Geen HKG’, voor het criterium MHK in de klasse ‘Geen MHK’, voor het criterium FDG in de klasse ‘Geen FDG’ en voor het criterium VGG in de klasse ‘Geen VGG’.
Terugwerkende kracht
Artikel 6. De verzekerdenaantallen 2018 voor het macro-deelbedrag kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
1 Het Zorginstituut deelt voor het macro-deelbedrag kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg verzekerden van achttien jaar en ouder in bij de criteria leeftijd en geslacht, FKG GGZ, DKG GGZ, AVI, GGZ-regio, SES, PPA en GGZ-MHK.
2 Het Zorginstituut deelt verzekerden woonachtig in het buitenland uitsluitend in bij de criteria leeftijd en geslacht, FKG GGZ, DKG GGZ, GGZ-MHK en AVI. Met inachtneming van artikel 6 van de Regeling deelt het Zorginstituut alle verzekerden woonachtig in het buitenland voor het criterium FKG GGZ in in de klasse 'Geen FKG psychische aandoeningen' en voor het criterium DKG GGZ in de klasse ‘Geen DKG psychische aandoeningen’.
Terugwerkende kracht
Artikel 7. De verzekerdenaantallen 2018 voor de normatieve eigen risico opbrengst
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
1 Het Zorginstituut deelt voor de normatieve eigen risico opbrengst verzekerden van achttien jaar en ouder die zowel onder de klasse ‘Geen FKG’, als onder de klassen ‘Geen primaire DKG’, ‘Geen secundaire DKG’, ‘Geen HKG’, en ‘Geen FDG’ vallen en niet worden ingedeeld bij MHK-klasse ‘2 voorafgaande jaren variabele zorgkosten in top 10 procent’ of hoger, in bij de criteria leeftijd en geslacht, AVI, regio en MHK.
2 Het Zorginstituut deelt voor het normatieve eigen risico verzekerden woonachtig in het buitenland uitsluitend in bij de criteria leeftijd en geslacht, AVI en MHK. Met inachtneming van artikel 8, derde lid van de Regeling deelt het Zorginstituut alle verzekerden woonachtig in het buitenland voor het criterium MHK in in de klasse ‘Geen MHK’.
Terugwerkende kracht
Artikel 8. Leeftijd en geslacht
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Terugwerkende kracht
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
2 Het Zorginstituut koppelt de opgaven, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, c en d, met behulp van het gepseudonimiseerde burgerservicenummer aan het PKB 2017 en bepaalt op basis hiervan en met inachtneming van artikel 9, tweede lid, van de Regeling en bijlage 1 van deze Beleidsregels, in welke FKG klassen de verzekerde valt. Aan de verzekerde koppelt het Zorginstituut een zwaarte van 1 voor de betreffende klassen.
3 Het Zorginstituut past per verzekerde per klasse van het criterium FKG’s 2018 de trendtabel voor dit criterium toe voor de geraamde prevalentieontwikkeling. Het Zorginstituut vermenigvuldigt de zwaarte, genoemd in het tweede lid, met de toepasselijke trendfactor uit de trendtabel.
4 Het Zorginstituut past op de verzekerden in de FKG klasse auto-immuunziekten op basis van add-on, de FKG klasse kanker op basis van add-on, de FKG klasse groeistoornissen op basis van add-on, de FKG klasse Extreem hoge kosten cluster 1, de FKG klasse Extreem hoge kosten cluster 2 en de FKG klasse Extreem hoge kosten cluster 3 een sterftecorrectie toe, waarbij de verzekerden een zodanige zwaarte krijgen dat de relatieve prevalentie constant blijft met het VPPKB 2016.
Terugwerkende kracht
Artikel 10. Primaire DKG’s
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
2 Het Zorginstituut koppelt de opgaven, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b en c, met behulp van het gepseudonimiseerde burgerservicenummer aan het VPPKB 2016 en bepaalt op basis hiervan en met inachtneming van bijlage 2 van deze Beleidsregels, in welke primaire DKG klasse ‘1’ tot en met ‘15’ de verzekerde valt. Als een verzekerde in meer primaire DKG klassen valt, deelt het Zorginstituut de verzekerde in de hoogste voor hem toepasselijke klasse in. Het Zorginstituut stelt voor de toepasselijke klasse waarin de verzekerde valt de zwaarte op 1.
3 Het Zorginstituut past per verzekerde per klasse van het criterium primaire DKG’s de trendtabel voor dit criterium toe voor de geraamde prevalentieontwikkeling. Het Zorginstituut vermenigvuldigt de zwaarte, genoemd in het vorige lid, twee keer met de toepasselijke trendfactor uit de trendtabel. Het Zorginstituut past op de verzekerden die in het VPPKB 2016 voor het eerst voorkomen per primaire DKG klasse de gemiddelde prevalentie van de overige verzekerden in het VPPKB 2016 toe. Vervolgens koppelt het Zorginstituut de verzekerden aan het PKB 2017, waarbij de verzekerden een zodanige zwaarte krijgen dat de relatieve prevalentie constant blijft.
Terugwerkende kracht
Artikel 11. Secundaire DKG’s
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
2 Het Zorginstituut koppelt de opgaven, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b en c, met behulp van het gepseudonimiseerde burgerservicenummer aan het VPPKB 2016 en bepaalt op basis hiervan en met inachtneming van bijlage 2 van deze Beleidsregels, in welke secundaire DKG klasse ‘1’ tot en met ‘7’ de verzekerde valt. Bij de indeling naar secundaire DKG klassen sluit het Zorginstituut declaraties die tot een primaire DKG hebben geleid uit. Als een verzekerde in meer secundaire DKG klassen valt, deelt het Zorginstituut de verzekerde in de hoogste voor hem toepasselijke klasse in. Het Zorginstituut stelt voor de toepasselijke klasse waarin de verzekerde valt de zwaarte op 1.
3 Het Zorginstituut past per verzekerde per klasse van het criterium secundaire DKG’s de trendtabel voor dit criterium toe voor de geraamde prevalentieontwikkeling. Het Zorginstituut vermenigvuldigt de zwaarte, genoemd in het vorige lid, twee keer met de toepasselijke trendfactor uit de trendtabel. Het Zorginstituut past op de verzekerden die in het VPPKB 2016 voor het eerst voorkomen per secundaire DKG klasse de gemiddelde prevalentie van de overige verzekerden in het VPPKB 2016 toe. Vervolgens koppelt het Zorginstituut de verzekerden aan het PKB 2017, waarbij de verzekerden een zodanige zwaarte krijgen dat de relatieve prevalentie constant blijft.
Terugwerkende kracht
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
2 Het Zorginstituut koppelt de opgave, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, met behulp van het gepseudonimiseerde burgerservicenummer aan het PKB 2017 en bepaalt op basis hiervan en met inachtneming van bijlage 3 van deze Beleidsregels, in welke HKG klasse de verzekerde valt. Als een verzekerde in meer HKG klassen valt, deelt het Zorginstituut de verzekerde in de hoogste voor hem toepasselijke klasse in. Het Zorginstituut stelt voor de toepasselijke klasse waarin de verzekerde valt de zwaarte op 1.
3 Het Zorginstituut past per verzekerde per klasse van het criterium HKG’s de trendtabel voor dit criterium toe voor de geraamde prevalentieontwikkeling. Het Zorginstituut vermenigvuldigt de zwaarte, genoemd in het vorige lid, met de toepasselijke trendfactor uit de trendtabel. Het Zorginstituut past op verzekerden die in het PKB 2017 voor het eerst voorkomen per HKG klasse de gemiddelde prevalentie van de overige verzekerden in het PKB toe.
Terugwerkende kracht
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
2 Het Zorginstituut koppelt de gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b tot en met e, met behulp van het gepseudonimiseerde burgerservicenummer aan het VPPKB 2016 en bepaalt op basis hiervan met inachtneming van artikel 9, derde lid, van de Regeling en bijlage 4 van deze Beleidsregels, in welke AVI klasse een verzekerde wordt ingedeeld.
Terugwerkende kracht
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
2 Het Zorginstituut koppelt de opgave, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, met behulp van het gepseudonimiseerde burgerservicenummer aan het PKB 2017 en bepaalt op basis hiervan en met inachtneming van bijlage 5 van deze Beleidsregels, in welke regioklasse de verzekerde wordt ingedeeld.
Terugwerkende kracht
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
2 Het Zorginstituut koppelt de gegevens, bedoeld in het eerste lid, met behulp van het gepseudonimiseerde burgerservicenummer aan het VPPKB 2016 en bepaalt op basis hiervan en met inachtneming van artikel 9, vijfde lid, van de Regeling, in welke SES klasse een verzekerde wordt ingedeeld.
Terugwerkende kracht
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
2 Het Zorginstituut koppelt de gegevens, bedoeld in het eerste lid, met behulp van het gepseudonimiseerde burgerservicenummer aan het VPPKB 2016 en bepaalt op basis hiervan in welke PPA klasse een verzekerde wordt ingedeeld.
Terugwerkende kracht
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
3 Het Zorginstituut bepaalt op basis van de declaraties, bedoeld in het eerste lid, de drempelbedragen uit het vorige lid en een koppeling met het VPPKB 2016 in welke MHK klasse een verzekerde wordt ingedeeld. Het Zorginstituut deelt verzekerden die drie voorafgaande jaren geen variabele kosten in de top 30 procent hadden in bij de klasse ‘Geen MHK’.
Terugwerkende kracht
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
2 Het Zorginstituut koppelt de declaraties, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, met behulp van het gepseudonimiseerde burgerservicenummer aan het PKB 2017 en bepaalt op basis hiervan en met inachtneming van bijlage 7 van deze Beleidsregels, in welke FDG klasse de verzekerde valt. Als een verzekerde in meer FDG klassen valt, deelt het Zorginstituut de verzekerde in de hoogste voor hem toepasselijke klasse in. Het Zorginstituut stelt voor de toepasselijke klasse waarin de verzekerde valt de zwaarte op 1.
3 Het Zorginstituut past per verzekerde per klasse van het criterium FDG de trendtabel voor dit criterium toe voor de geraamde prevalentieontwikkeling. Het Zorginstituut vermenigvuldigt de zwaarte, genoemd in het vorige lid, met de toepasselijke trendfactor uit de trendtabel. Het Zorginstituut past op verzekerden die in het PKB 2017 voor het eerst voorkomen per FDG klasse de gemiddelde prevalentie van de overige verzekerden in het PKB toe.
Terugwerkende kracht
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
3 Het Zorginstituut bepaalt op basis van de declaraties, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, de drempelbedragen uit het vorige lid en een koppeling met het VPPKB 2016 per verzekerde in welke VGG klasse de verzekerde valt. Het Zorginstituut stelt voor de klasse waarin de verzekerde valt de zwaarte op 1.
4 Voor verzekerden met kosten gelijk aan het drempelbedrag verdeelt het Zorginstituut met inachtneming van artikel 9, zevende lid, van de Regeling de zwaarte van 1 naar rato over de betreffende klassen.
5 Indien de percentielgrens gelijk is aan nul euro deelt het Zorginstituut, met inachtneming van artikel 9, achtste lid, van de Regeling, verzekerden met kosten op de percentielgrens in bij de klasse ‘Geen VGG’.
Terugwerkende kracht
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
2 Het Zorginstituut koppelt de declaraties, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, met behulp van het gepseudonimiseerde burgerservicenummer aan het PKB 2017 en bepaalt op basis hiervan met inachtneming van artikel 9, vierde lid, van de Regeling en bijlage 8 van deze Beleidsregels, in welke FKG GGZ klassen de verzekerde wordt ingedeeld. Aan de verzekerde koppelt het Zorginstituut een zwaarte van 1 voor de betreffende klassen.
3 Het Zorginstituut past per verzekerde per klasse van het criterium FKG GGZ 2018 de trendtabel voor dit criterium toe voor de geraamde prevalentieontwikkeling. Het Zorginstituut vermenigvuldigt de zwaarte, genoemd in het tweede lid, met de toepasselijke trendfactor uit de trendtabel. Het Zorginstituut past voor verzekerden die in het PKB 2017 voor het eerst voorkomen per FKG GGZ klasse de gemiddelde prevalentie van de overige verzekerden in het PKB toe.
Terugwerkende kracht
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
2 Het Zorginstituut koppelt op basis van het gepseudonimiseerde burgerservicenummer de opgaven, bedoeld in het vorige lid, aan het VPPKB 2016. Het Zorginstituut bepaalt op basis hiervan en met inachtneming van bijlage 9 van deze Beleidsregels per verzekerde in welke DKG GGZ klasse de verzekerde valt. Als een verzekerde in meer DKG GGZ klassen valt, deelt het Zorginstituut de verzekerde in de hoogste voor hem toepasselijke klasse in. Het Zorginstituut stelt voor de toepasselijke klasse waarin de verzekerde valt de zwaarte op 1.
3 Het Zorginstituut past op de verzekerden die in het VPPKB 2016 voor het eerst voorkomen per DKG GGZ klasse de gemiddelde prevalentie voor de betreffende klasse van de overige verzekerden in het VPPKB 2016 toe. Vervolgens koppelt het Zorginstituut de verzekerden aan het PKB 2017, waarbij de verzekerden een zodanige zwaarte krijgen dat de relatieve prevalentie constant blijft.
Terugwerkende kracht
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
2 Het Zorginstituut koppelt de gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, met behulp van het gepseudonimiseerde burgerservicenummer aan het PKB 2017 en bepaalt op basis hiervan en met inachtneming van bijlage 10 van deze Beleidsregels per verzekerde in welke GGZ-regioklasse de verzekerde wordt ingedeeld.
Terugwerkende kracht
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
2 Het Zorginstituut herleidt de percentages van de risicoklassen GGZ-MHK met betrekking tot 2011, 2012, 2013, 2014 respectievelijk 2015 tot drempelbedragen GGZ-MHK 2011, 2012, 2013, 2014 respectievelijk 2015.
3 Het Zorginstituut bepaalt op basis van de declaraties, bedoeld in het eerste lid, de drempelbedragen uit het vorige lid en een koppeling met het VPPKB 2016 in welke GGZ-MHK klasse een verzekerde wordt ingedeeld. Het Zorginstituut stelt voor de klasse waarin de verzekerde valt de zwaarte op 1.
4 Voor verzekerden met kosten gelijk aan de percentielgrens ’Ten minste 1 van de 3 voorafgaande jaren kosten GGZ in top 98,5 procent met kosten GGZ > 10 euro’ verdeelt het Zorginstituut met inachtneming van artikel 9, zesde lid, van de Regeling de zwaarte van 1 naar rato over de betreffende klassen.
Terugwerkende kracht
Artikel 24. Gewichten voor het deelbedrag variabele zorgkosten
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Terugwerkende kracht
Artikel 25. De verdeling van het macro-deelbedrag variabele zorgkosten en de berekening van het deelbedrag variabele zorgkosten
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
1 Het Zorginstituut vermenigvuldigt per zorgverzekeraar, per criterium voor de criteria leeftijd en geslacht, FKG’s, primaire DKG’s, secundaire DKG’s, HKG’s, AVI, regio, SES, PPA, MHK, FDG en VGG de gewichten variabele zorgkosten 2018, bedoeld in artikel 24, per klasse met het geraamde aantal verzekerden in de overeenkomstige klasse.
Terugwerkende kracht
Artikel 26. De verdeling van het macro-deelbedrag vaste zorgkosten en de berekening van het deelbedrag vaste zorgkosten
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Terugwerkende kracht
Artikel 27. Gewichten voor het deelbedrag kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Terugwerkende kracht
Artikel 28. De verdeling van het macro-deelbedrag kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg en de berekening van het deelbedrag kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
1 Het Zorginstituut vermenigvuldigt per zorgverzekeraar, per criterium voor de criteria leeftijd en geslacht, FKG GGZ, DKG GGZ, AVI, GGZ-regio, SES, PPA en GGZ-MHK de gewichten geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2018, bedoeld in artikel 27, per klasse met het geraamde aantal verzekerden in de overeenkomstige klasse.
Terugwerkende kracht
Artikel 29. Gewichten en forfaitair bedrag voor de opbrengst van het eigen risico
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
1 Voor de berekening van de normatieve eigen risico opbrengst voor verzekerden die zowel onder de klasse ‘Geen FKG’, als onder de klassen ‘Geen primaire DKG’, ‘Geen secundaire DKG’, ‘Geen HKG’, en ‘Geen FDG’ vallen en niet worden ingedeeld bij de MHK-klasse ‘2 voorafgaande jaren variabele zorgkosten in top 10 procent’ of hoger, gaat het Zorginstituut uit van de gewichten genoemd in bijlage 3 van de Regeling.
4 Voor de berekening van de normatieve eigen risico opbrengst voor verzekerden die niet zowel onder de klasse ‘Geen FKG’, als onder de klassen ‘Geen primaire DKG’, ‘Geen secundaire DKG’, ‘Geen HKG’, en ‘Geen FDG’ vallen en worden ingedeeld bij de MHK-klasse ‘2 voorafgaande jaren variabele zorgkosten in top 10 procent’ of hoger, hanteert het Zorginstituut de geraamde opbrengst per verzekerde van 361,61 euro, zoals genoemd in artikel acht van de Regeling als uitgangspunt.
Terugwerkende kracht
Artikel 30. De berekening van de normatieve eigen risico opbrengst
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
1 Het Zorginstituut vermenigvuldigt per zorgverzekeraar, per criterium voor de criteria leeftijd en geslacht, AVI, regio en MHK de gewichten eigen betaling ten gevolge van verplicht eigen risico 2018, bedoeld in artikel 29, per klasse met het geraamde aantal verzekerden in de overeenkomstige klasse.
3 Het Zorginstituut vermenigvuldigt per zorgverzekeraar de geraamde opbrengst per verzekerde met de verzekerden van achttien jaar en ouder die niet zowel onder de klasse ‘Geen FKG’, als onder de klassen ‘Geen primaire DKG’, ‘Geen secundaire DKG’, ‘Geen HKG’, en ‘Geen FDG’ vallen en worden ingedeeld bij de MHK-klasse ‘2 voorafgaande jaren variabele zorgkosten in top 10 procent’ of hoger. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat na toepassing van het tweede lid.
Terugwerkende kracht
Artikel 31. De berekening van het normatieve bedrag en de berekening en toekenning van de vereveningsbijdrage
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
4 Het Zorginstituut berekent de vereveningsbijdrage 2018 voor een zorgverzekeraar door op het normatieve bedrag 2018, bedoeld in het eerste lid, de normatieve eigen risico opbrengst 2018 zoals bepaald in artikel 30, vijfde lid en de op grond van het tweede en derde lid berekende opbrengst van de nominale rekenpremie 2018 in mindering te brengen.
6 Het Zorginstituut kent de vereveningsbijdrage 2018 ter hoogte van de bijdrage berekend op grond van het vierde lid, aangevuld met het bedrag, berekend op grond van het vijfde lid, aan de zorgverzekeraar toe.
Terugwerkende kracht
Hoofdstuk III. De herberekening van de toegekende bijdrage
Terugwerkende kracht
Voor
dit
hoofdstuk is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Terugwerkende kracht
Artikel 32. Herberekeningen als gevolg van splitsing van de zorgverzekeraar
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Indien een zorgverzekeraar na de toekenning van de vereveningsbijdrage 2018 besluit zich te splitsen, verzoekt het Zorginstituut de zorgverzekeraar om mee te delen hoe naar zijn verwachting de geraamde verzekerdenaantallen 2018 verdeeld zullen worden, over nieuwe dan wel bestaande zorgverzekeraars als gevolg van de splitsing. Het Zorginstituut kan de toegekende vereveningsbijdrage herzien en bijdragen aan nieuwe dan wel bestaande zorgverzekeraars toekennen, rekening houdend met de meegedeelde geraamde verzekerdenaantallen en het tijdstip waarop de splitsing wordt gerealiseerd.
Terugwerkende kracht
Artikel 33. De herberekening en herziening van de toegekende bijdrage 2018
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
2 Het Zorginstituut voert de herberekening van de toegekende vereveningsbijdrage 2018 als volgt uit: Het Zorginstituut deelt per zorgverzekeraar het totaal aantal verzekerden uit de opgaven in het eerste lid door het geraamde totaal aantal verzekerden 2018 en vermenigvuldigt per zorgverzekeraar de uitkomst hiervan met de vereveningsbijdrage 2018, zoals toegekend op grond van artikel 31, zesde lid.
Terugwerkende kracht
Hoofdstuk IV. De eerste voorlopige vaststelling van de vereveningsbijdrage voor een zorgverzekeraar
Terugwerkende kracht
Voor
dit
hoofdstuk is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Terugwerkende kracht
Artikel 34. Algemene bepaling verzekerdenaantallen
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Terugwerkende kracht
Artikel 35. Leeftijd en geslacht
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Terugwerkende kracht
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
2 Het Zorginstituut koppelt de opgaven bedoeld in het eerste lid, onderdeel b en c, met behulp van het gepseudonimiseerde burgerservicenummer aan het VPPKB 2018 en bepaalt op basis hiervan met inachtneming van artikel 9, tweede lid, van de Regeling en bijlage 1 van deze Beleidsregels, in welke FKG klassen de verzekerde valt.
Terugwerkende kracht
Artikel 37. Primaire DKG’s
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
2 Het Zorginstituut koppelt de opgaven, bedoeld in het vorige lid, onderdeel b en c, met behulp van het gepseudonimiseerde burgerservicenummer aan het VPPKB 2018 en bepaalt op basis hiervan met inachtneming van bijlage 2 van deze Beleidsregels per verzekerde in welke primaire DKG klasse ‘1’ tot en met ‘15’ de verzekerde wordt ingedeeld. Als de verzekerde in meerdere primaire DKG klassen valt, deelt het Zorginstituut de verzekerde in de hoogste voor hem toepasselijke primaire DKG klasse in.
Terugwerkende kracht
Artikel 38. Secundaire DKG’s
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
2 Het Zorginstituut koppelt de opgaven, bedoeld in het vorige lid, onderdeel b en c, met behulp van het gepseudonimiseerde burgerservicenummer aan het VPPKB 2018 en bepaalt op basis hiervan met inachtneming van bijlage 2 van deze Beleidsregels per verzekerde in welke secundaire DKG klasse ‘1’ tot en met ‘7’ de verzekerde wordt ingedeeld. Bij de indeling naar secundaire DKG klassen sluit het Zorginstituut declaraties die tot een primaire DKG hebben geleid uit. Als de verzekerde in meerdere secundaire DKG klassen valt, deelt het Zorginstituut de verzekerde in de hoogste voor hem toepasselijke secundaire DKG klasse in.
Terugwerkende kracht
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
2 Het Zorginstituut koppelt de opgave, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, met behulp van het gepseudonimiseerde burgerservicenummer aan het VPPKB 2018 en bepaalt op basis hiervan met inachtneming van bijlage 3 van deze Beleidsregels in welke HKG klasse de verzekerde wordt ingedeeld. Als de verzekerde in meerdere HKG klassen valt, deelt het Zorginstituut de verzekerde in de hoogste voor hem toepasselijke HKG klasse in.
Terugwerkende kracht
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
2 Het Zorginstituut koppelt de gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b tot en met g, met behulp van het gepseudonimiseerde burgerservicenummer aan het VPPKB 2018 en bepaalt op basis hiervan met inachtneming van artikel 9, derde lid, van de Regeling en bijlage 4 van deze Beleidsregels per verzekerde in welke AVI klasse de verzekerde wordt ingedeeld.
Terugwerkende kracht
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
2 Het Zorginstituut koppelt de gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b en c met behulp van het gepseudonimiseerde burgerservicenummer aan het VPPKB 2018 en bepaalt op basis hiervan met inachtneming van bijlage 5 van deze Beleidsregels, per verzekerde in welke regioklasse de verzekerde wordt ingedeeld.
Terugwerkende kracht
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
2 Het Zorginstituut koppelt de gegevens, bedoeld in het eerste lid, met behulp van het gepseudonimiseerde burgerservicenummer aan het VPPKB 2018 en bepaalt op basis hiervan met inachtneming van artikel 9, vijfde lid, van de Regeling per verzekerde in welke SES klasse de verzekerde wordt ingedeeld.
Terugwerkende kracht
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
2 Het Zorginstituut koppelt de gegevens, bedoeld in het eerste lid, met behulp van het gepseudonimiseerde burgerservicenummer aan het VPPKB 2018 en bepaalt op basis hiervan per verzekerde in welke PPA klasse de verzekerde wordt ingedeeld.
Terugwerkende kracht
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
3 Het Zorginstituut bepaalt op basis van de declaraties, bedoeld in het eerste lid, de drempelbedragen uit het vorige lid en een koppeling met het VPPKB 2018 in welke MHK klasse een verzekerde wordt ingedeeld.
Terugwerkende kracht
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
2 Het Zorginstituut koppelt de declaraties, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, met behulp van het gepseudonimiseerde burgerservice nummer aan het VPPKB 2018 en bepaalt op basis hiervan met inachtneming van bijlage 7 van deze Beleidsregels, per verzekerde in welke FDG klasse de verzekerde valt. Als de verzekerde in meerdere FDG klassen valt, deelt het Zorginstituut de verzekerde in de hoogste voor hem toepasselijke FDG klasse in.
Terugwerkende kracht
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
3 Het Zorginstituut bepaalt op basis van de declaraties bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, de drempelbedragen, bedoeld in het tweede lid, en een koppeling met het VPPKB 2018 per verzekerde in welke VGG klasse de verzekerde wordt ingedeeld.
5 Indien de percentielgrens gelijk is aan nul euro deelt het Zorginstituut, met inachtneming van artikel 9, achtste lid, van de Regeling, verzekerden met kosten op de percentielgrens in bij de klasse ‘Geen VGG’.
Terugwerkende kracht
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
2 Het Zorginstituut koppelt de opgave bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, met behulp van het gepseudonimiseerde burgerservicenummer aan het VPPKB 2018 en bepaalt op basis hiervan met inachtneming van artikel 9, vierde lid, van de Regeling en bijlage 8 van deze Beleidsregels in welke FKG GGZ klassen de verzekerde wordt ingedeeld.
Terugwerkende kracht
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
2 Het Zorginstituut koppelt op basis van het gepseudonimiseerde burgerservicenummer de opgaven, bedoeld in het vorige lid, aan het VPPKB 2018. Het Zorginstituut bepaalt op basis hiervan met inachtneming van bijlage 9 van deze Beleidsregels per verzekerde in welke DKG GGZ klasse de verzekerde valt. Als de verzekerde in meerdere DKG GGZ klassen valt, deelt het Zorginstituut de verzekerde in de hoogste voor hem toepasselijke DKG GGZ klasse in.
Terugwerkende kracht
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
2 Het Zorginstituut koppelt de gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b en c, met behulp van het gepseudonimiseerde burgerservicenummer aan het VPPKB 2018 en bepaalt op basis hiervan en met inachtneming van bijlage 10 van deze Beleidsregels per verzekerde in welke GGZ-regioklasse de verzekerde wordt ingedeeld.
Terugwerkende kracht
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
2 Het Zorginstituut herleidt de percentages van de risicoklassen GGZ-MHK met betrekking tot 2013, 2014, 2015, 2016 en 2017 tot respectievelijk drempelbedragen GGZ-MHK 2013, 2014, 2015, 2016 en 2017.
4 Het Zorginstituut deelt met inachtneming van artikel 9, zesde lid, van de Regeling verzekerden met kosten gelijk aan de percentielgrens ’Ten minste 1 van de 3 voorafgaande jaren kosten GGZ in top 98,5 procent met kosten GGZ >10 euro’ naar rato in bij de betreffende klassen.
Terugwerkende kracht
Artikel 51. De voorlopige herberekening van het deelbedrag variabele zorgkosten 2018
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
1 Op basis van de opgave jaarstaat 2018 per 1 mei 2019 en met inachtneming van de artikelen 12, 13 en 14 van de Regeling bepaalt het Zorginstituut de variabele zorgkosten 2018 voor iedere zorgverzekeraar afzonderlijk, alsmede voor het totaal van de zorgverzekeraars.
2 Het Zorginstituut herberekent het gewicht van de klasse ‘Geen FKG’ zodanig dat het voor de klassen ‘Auto-immuunziekten o.b.v. add-on’, ‘Kanker o.b.v. add-on’, ‘Groeistoornissen o.b.v. add-on’, ‘Extreem hoge kosten cluster 1’, ‘Extreem hoge kosten cluster 2’ en ‘Extreem hoge kosten cluster 3’ gesommeerde verschil tussen de vermenigvuldiging van het gerealiseerde aantal verzekerden met het gewicht in tabel 1.2 van de Regeling en de vermenigvuldiging van het bij toekenning van de vereveningsbijdrage verwachte aantal verzekerden met het gewicht in tabel 1.2 van de Regeling, teniet wordt gedaan. Het Zorginstituut rondt het herberekende gewicht af op twee decimalen.
6 Het Zorginstituut herberekent met inachtneming van de op grond van artikel 34 bepaalde verzekerdenaantallen het normatieve bedrag variabele zorgkosten 2018 voor iedere zorgverzekeraar afzonderlijk, overeenkomstig artikel 24 en 25, alsmede voor het totaal van de verzekerden 2018 van alle zorgverzekeraars.
7 Het Zorginstituut berekent de schalingsfactor voor variabele zorgkosten 2018 door de variabele zorgkosten 2018 voor het totaal van de zorgverzekeraars, zoals bepaald in het eerste lid, te delen door het op grond van het zesde lid herberekende normatieve bedrag variabele zorgkosten 2018 voor het totaal van de verzekerden 2018 van alle zorgverzekeraars.
11 Het Zorginstituut vermindert per zorgverzekeraar het product voor die zorgverzekeraar, berekend in het achtste lid, met het product voor die zorgverzekeraar, berekend in het tiende lid. Het resultaat wordt aangeduid als het voorlopige herberekende deelbedrag variabele zorgkosten 2018.
Terugwerkende kracht
Artikel 52. De voorlopige herberekening van het deelbedrag vaste zorgkosten 2018
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
2 Het Zorginstituut herberekent het deelbedrag vaste zorgkosten door het totaal aantal verzekerden 2018 per zorgverzekeraar, vastgesteld met toepassing van artikel 34 te vermenigvuldigen met het normbedrag vaste zorgkosten 2018, berekend in artikel 26, eerste lid.
3 Het Zorginstituut calculeert per zorgverzekeraar 100 procent na op het verschil tussen de vaste zorgkosten 2018, verkregen in het eerste lid, en het deelbedrag vaste zorgkosten, verkregen in het tweede lid.
Terugwerkende kracht
Artikel 53. De voorlopige herberekening van het deelbedrag kosten geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2018
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
1 Op basis van de opgave jaarstaat 2018 per 1 mei 2019 en met inachtneming van de artikelen 12 en 13 van de Regeling, bepaalt het Zorginstituut de kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2018 voor iedere zorgverzekeraar afzonderlijk, alsmede voor het totaal van de zorgverzekeraars.
2 Het Zorginstituut herberekent het gewicht voor de klasse ‘Geen DKG psychische aandoeningen’ van het criterium DKG’s psychische aandoeningen door het totaal aantal verzekerden in een andere klasse dan ‘Geen DKG psychische aandoeningen’ per klasse van het criterium DKG’s psychische aandoeningen te vermenigvuldigen met het overeenkomstige gewicht en de som van het resultaat vervolgens te delen door het totaal aantal verzekerden in de klasse ‘Geen DKG psychische aandoeningen’, dat af te ronden op twee decimalen en van een negatief teken te voorzien.
3 Het Zorginstituut herberekent met inachtneming van het op grond van artikel 34 bepaalde aantal verzekerden van achttien jaar en ouder het normatieve bedrag kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2018 voor iedere zorgverzekeraar afzonderlijk, overeenkomstig artikel 27 en 28, alsmede voor het totaal van de verzekerden van achttien jaar en ouder 2018 van alle zorgverzekeraars.
4 Het Zorginstituut berekent de schalingsfactor voor kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2018 voor verzekerden van achttien jaar en ouder 2018 door de kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2018 voor het totaal van de zorgverzekeraars, zoals bepaald in het eerste lid, te delen door het in het derde lid herberekende normatieve bedrag kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2018 voor het totaal van de verzekerden van achttien jaar en ouder 2018 van alle zorgverzekeraars.
Terugwerkende kracht
Artikel 54. De voorlopige herberekening van de normatieve opbrengst van het eigen risico 2018
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
1 Uitgangspunt voor de herberekening van de normatieve opbrengst van het eigen risico zijn de opgaven, bedoeld in artikel 34, derde lid, van de verzekerdenaantallen van de zorgverzekeraar.
Terugwerkende kracht
Artikel 55. De voorlopige herberekening van het normatieve bedrag 2018 en de voorlopige herberekening en voorlopige vaststelling van de vereveningsbijdrage 2018
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
5 Het Zorginstituut herberekent de vereveningsbijdrage 2018 voorlopig door de som van het herberekende normatieve bedrag 2018, bedoeld in het eerste lid en de aanvulling voor uitvoeringskosten van verzekerden jonger dan achttien jaar, bedoeld in het vorige lid, te verminderen met de voorlopig herberekende normatieve eigen risico opbrengst, bedoeld in artikel 54, en de opbrengst van de nominale rekenpremie, bedoeld in het tweede en derde lid.
Terugwerkende kracht
Hoofdstuk V. De tweede voorlopige vaststelling van de vereveningsbijdrage 2018 voor een zorgverzekeraar
Terugwerkende kracht
Voor
dit
hoofdstuk is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Terugwerkende kracht
Artikel 56. Algemene bepaling
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Het Zorginstituut herberekent het normatieve bedrag voor de tweede keer voorlopig met inachtneming van de kosten 2018 uit de opgave jaarstaat 2020 per 1 mei 2021, de correcties die de Nederlandse Zorgautoriteit heeft toegepast en de bepalingen uit dit hoofdstuk.
Terugwerkende kracht
Artikel 57. Bepaling van de verzekerdenaantallen 2018
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
3 Voor het criterium MHK betrekt het Zorginstituut bij de verzekerdenaantallen de declaraties 2017 per gepseudonimiseerd burgerservicenummer voor het deelbedrag variabele zorgkosten exclusief declaraties geriatrische revalidatiezorg en exclusief declaraties verpleging en verzorging tot en met 31 december 2019, zoals zorgverzekeraars die op 1 mei 2020 bij het Zorginstituut hebben aangeleverd.
5 Voor het criterium GGZ-MHK betrekt het Zorginstituut bij de verzekerdenaantallen de declaraties 2017 per gepseudonimiseerd burgerservicenummer voor het deelbedrag kosten van geneeskundige GGZ tot en met 31 december 2019, zoals zorgverzekeraars die op 1 mei 2020 bij het Zorginstituut hebben aangeleverd.
Terugwerkende kracht
Artikel 58. De tweede voorlopige herberekening van het deelbedrag variabele zorgkosten 2018
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
1 Het Zorginstituut bepaalt met inachtneming van de artikelen 12, 13 en 14 van de Regeling, de variabele zorgkosten 2018 voor iedere zorgverzekeraar afzonderlijk, alsmede voor het totaal van de zorgverzekeraars.
2 Het Zorginstituut herberekent het gewicht van de klasse ‘Geen FKG’ zodanig dat het voor de klassen ‘Auto-immuunziekten o.b.v. add-on’, ‘Kanker o.b.v. add on’, ‘Groeistoornissen o.b.v. add-on’, ‘Extreem hoge kosten cluster 1’, ‘Extreem hoge kosten cluster 2’ en ‘Extreem hoge kosten cluster 3’ gesommeerde verschil tussen de vermenigvuldiging van het gerealiseerde aantal verzekerden met het gewicht in tabel 1.2 van de Regeling en de vermenigvuldiging van het bij toekenning van de vereveningsbijdrage verwachte aantal verzekerden met het gewicht in tabel 1.2 van de Regeling, teniet wordt gedaan. Het Zorginstituut rondt het herberekende gewicht af op twee decimalen.
6 Het Zorginstituut herberekent met inachtneming van de op grond van artikel 57 bepaalde verzekerdenaantallen het normatieve bedrag variabele zorgkosten 2018 voor iedere zorgverzekeraar afzonderlijk, overeenkomstig artikel 24 en 25, alsmede voor het totaal van de verzekerden 2018 van alle zorgverzekeraars.
7 Het Zorginstituut berekent de schalingsfactor voor variabele zorgkosten 2018 door de variabele zorgkosten 2018 voor het totaal van de zorgverzekeraars, zoals bepaald in het eerste lid, te delen door het op grond van het zesde lid herberekende normatieve bedrag variabele zorgkosten 2018 voor het totaal van de verzekerden 2018 van alle zorgverzekeraars.
Terugwerkende kracht
Artikel 59. De tweede voorlopige herberekening van het deelbedrag vaste zorgkosten 2018
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Het Zorginstituut herberekent voor de tweede keer voorlopig het deelbedrag vaste zorgkosten 2018 overeenkomstig artikel 52, met inachtneming van artikel 56 en 57.
Terugwerkende kracht
Artikel 60. De tweede voorlopige herberekening van het deelbedrag geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2018
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
1 Het Zorginstituut bepaalt met inachtneming van artikel 12 en 13 van de Regeling, de kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2018 voor iedere zorgverzekeraar afzonderlijk, alsmede voor het totaal van de zorgverzekeraars.
2 Het Zorginstituut herberekent het gewicht voor de klasse ‘Geen DKG psychische aandoeningen’ van het criterium DKG’s psychische aandoeningen door het totaal aantal verzekerden in een andere klasse dan ‘Geen DKG psychische aandoeningen’ per klasse van het criterium DKG’s psychische aandoeningen te vermenigvuldigen met het overeenkomstige gewicht en de som van het resultaat vervolgens te delen door het totaal aantal verzekerden in de klasse ‘Geen DKG psychische aandoeningen’, dat af te ronden op twee decimalen en van een negatief teken te voorzien.
3 Het Zorginstituut herberekent met inachtneming van de op grond van artikel 57 bepaalde verzekerdenaantallen het normatieve bedrag kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2018 voor iedere zorgverzekeraar afzonderlijk, overeenkomstig artikel 27 en 28, alsmede voor het totaal van de verzekerden van achttien jaar en ouder 2018 van alle zorgverzekeraars.
4 Het Zorginstituut berekent de schalingsfactor voor kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2018 door de kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2018 voor het totaal van de zorgverzekeraars, zoals bepaald op grond van het eerste lid, te delen door het op grond van het derde lid herberekende normatieve bedrag kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2018 voor het totaal van alle zorgverzekeraars.
5 Het Zorginstituut vermenigvuldigt voor iedere zorgverzekeraar afzonderlijk, alsmede voor het totaal van de zorgverzekeraars, het herberekende normatieve bedrag kosten van geneeskundige gezondheidszorg op grond van het derde lid, met de schalingsfactor berekend op grond van het vierde lid.
Terugwerkende kracht
Artikel 61. De tweede voorlopige herberekening van de normatieve eigen risico opbrengst 2018
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Het Zorginstituut herberekent voor de tweede keer voorlopig de normatieve eigen risico opbrengst 2018 overeenkomstig artikel 54, met inachtneming van artikel 56 en 57.
Terugwerkende kracht
Artikel 62. De tweede voorlopige herberekening van het normatieve bedrag 2018 en de tweede voorlopige herberekening en de vaststelling van de vereveningsbijdrage 2018
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
1 Het Zorginstituut herberekent het normatieve bedrag 2018 voor de tweede keer voorlopig als de som van het tweede voorlopige deelbedrag variabele zorgkosten 2018, het tweede voorlopige deelbedrag vaste zorgkosten 2018 en het tweede voorlopige deelbedrag geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2018.
3 Het Zorginstituut vermindert de uitkomst, berekend op grond van het tweede lid, met het bedrag dat de zorgverzekeraar verantwoordt in zijn jaarstaat 2018 per 1 mei 2019 als gederfde inkomsten voor verzekerden van achttien jaar en ouder waarvoor als gevolg van de toepasselijkheid van artikel 24 van de wet geen nominale premies worden ontvangen.
5 Het Zorginstituut berekent de vereveningsbijdrage 2018 voor de tweede keer voorlopig door de som van het tweede voorlopige normatieve bedrag 2018 bedoeld in het eerste lid en de aanvulling voor uitvoeringskosten van verzekerden jonger dan achttien jaar, bedoeld in het vorige lid, te verminderen met de tweede voorlopige normatieve eigen risico opbrengst, bedoeld in artikel 61 respectievelijk de opbrengst van de nominale rekenpremie, bedoeld in het tweede en derde lid.
Terugwerkende kracht
Hoofdstuk VI. De vaststelling van de vereveningsbijdrage 2018 voor een zorgverzekeraar
Terugwerkende kracht
Voor
dit
hoofdstuk is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Terugwerkende kracht
Artikel 63. Algemene bepaling
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Het Zorginstituut herberekent de vereveningsbijdrage definitief met inachtneming van de correcties die de Nederlandse Zorgautoriteit heeft gerapporteerd over de declaraties 2017 per gepseudonimiseerd burgerservicenummer en kosten 2018 uit de jaarstaat 2020.
Terugwerkende kracht
Artikel 64. De definitieve herberekening van het deelbedrag variabele zorgkosten 2018
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Het Zorginstituut herberekent definitief het deelbedrag variabele zorgkosten 2018 overeenkomstig artikel 58, met inachtneming van artikel 63.
Terugwerkende kracht
Artikel 65. De definitieve herberekening van het deelbedrag vaste zorgkosten 2018
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Het Zorginstituut herberekent definitief het deelbedrag vaste zorgkosten 2018 overeenkomstig artikel 59, met inachtneming van artikel 63.
Terugwerkende kracht
Artikel 66. De definitieve herberekening van het deelbedrag geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2018
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Het Zorginstituut herberekent definitief het deelbedrag geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2018 overeenkomstig artikel 60, met inachtneming van artikel 63.
Terugwerkende kracht
Artikel 67. De definitieve herberekening van de normatieve eigen risico opbrengst 2018
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Het Zorginstituut herberekent definitief het deelbedrag normatieve eigen risico opbrengst overeenkomstig artikel 61, met inachtneming van artikel 63.
Terugwerkende kracht
Artikel 68. De definitieve herberekening van het normatieve bedrag 2018 en de definitieve herberekening en de vaststelling van de bijdrage 2018
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Terugwerkende kracht
Hoofdstuk VII. De betalingen aan de zorgverzekeraars
Terugwerkende kracht
Voor
dit
hoofdstuk is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Terugwerkende kracht
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
1 Het Zorginstituut betaalt de zorgverzekeraars de vereveningsbijdrage, bedoeld in artikel 31, vierde lid, uit. Het Zorginstituut maakt bij de betaling onderscheid naar de volgende bestanddelen:
a. het deelbedrag variabele zorgkosten 2018;
b. het deelbedrag vaste zorgkosten 2018;
c. het deelbedrag geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2018;
d. een aftrekpost voor de normatieve eigen risico opbrengst 2018.
2 Het Zorginstituut betaalt de zorgverzekeraars de uitkering in verband met uitvoeringskosten van verzekerden jonger dan achttien jaar, bedoeld in artikel 31, vijfde lid, gelijktijdig met de betaling genoemd in het eerste lid uit.
Terugwerkende kracht
Artikel 70. Betalingsschema
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
2 Het Zorginstituut berekent per zorgverzekeraar de som van de vereveningsbijdrage 2018, bedoeld in artikel 31, zesde lid, en de normatieve eigen risico opbrengst 2018, zoals bepaald in artikel 30, vijfde lid, en deelt het resultaat door het resultaat na toepassing van het eerste lid.
3 Het Zorginstituut vermenigvuldigt per zorgverzekeraar ieder van de bestanddelen genoemd in artikel 69, eerste lid, onder a tot en met c, en de uitkering bedoeld in artikel 69, tweede lid, met de uitkomst op grond van het tweede lid.
5 Het Zorginstituut vermindert de som van de netto te betalen bedragen, bedoeld in het vierde lid, onderdeel a tot en met d, met de aftrekpost voor de normatieve eigen risico opbrengst 2018, bedoeld in artikel 69, eerste lid, onder d.
7 Het Zorginstituut saldeert de maandelijks te betalen termijnen, bedoeld in het vorige lid, met de resterende te betalen termijnen van de overeenkomstige maand van de op grond van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2017 te betalen termijnen.
9 Indien na de saldering bedoeld in het zevende lid, de te betalen termijn per maand op enig moment tot een negatief bedrag leidt, stelt het Zorginstituut dit negatieve bedrag vast en vordert het Zorginstituut het bedrag op de eerste werkdag van de betreffende maand in.
12 Het Zorginstituut kan, indien naar zijn oordeel uit nieuwe informatie blijkt dat de verwachting is dat bij de eerstvolgende herberekening of herziening van de vereveningsbijdrage, de vereveningsbijdrage meer dan 5 procent hoger zal zijn dan bij de laatst toegekende of voorlopig vastgestelde vereveningsbijdrage, afwijken van de vorige leden en de betalingen aan een zorgverzekeraar aanpassen.
Terugwerkende kracht
Artikel 71. Aanpassing betalingen
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
2 Bij gelegenheid van de eerste voorlopige vaststelling van de bijdrage, op grond van hoofdstuk IV, herziet het Zorginstituut voor de tweede keer de te betalen termijnen overeenkomstig artikel 70. Het Zorginstituut verrekent het verschil tussen de reeds betaalde termijnen en de voor de tweede keer herziene termijnen.
3 Bij gelegenheid van de tweede voorlopige vaststelling van de bijdrage, op grond van hoofdstuk V, herziet het Zorginstituut de te betalen termijnen voor de derde keer overeenkomstig artikel 70. Het Zorginstituut verrekent het verschil tussen de reeds betaalde termijnen en de voor de derde maal herziene termijnen.
4 Bij gelegenheid van de definitieve vaststelling van de bijdrage, op grond van hoofdstuk VI, stelt het Zorginstituut de te betalen termijnen definitief vast overeenkomstig artikel 70. Het Zorginstituut verrekent het verschil tussen de reeds betaalde termijnen en de definitief te betalen termijnen.
5 Indien toepassing van onderscheidenlijk het eerste, tweede, derde en vierde lid, resulteert in een positief saldo voor de zorgverzekeraar, betaalt het Zorginstituut dat saldo ineens aan de zorgverzekeraar.
6 Indien toepassing van onderscheidenlijk het eerste, tweede, derde en vierde lid, resulteert in een negatief saldo voor de zorgverzekeraar, betaalt de betreffende zorgverzekeraar dat saldo in één keer terug aan het Zorginstituut.
Terugwerkende kracht
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
2 De rente, bedoeld in het eerste lid, wordt bij de eerste voorlopige, tweede voorlopige en de definitieve vaststelling van de uitkering door het Zorginstituut verwerkt en zo mogelijk verrekend met andere betalingen die uit deze vaststellingen voortvloeien.
Terugwerkende kracht
Artikel 73. Renteberekening
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
1 Bij de verrekening van verschillen, bedoeld in artikel 71, tweede, derde en vierde lid, berekent het Zorginstituut rente over het verschil vanaf de datum waarop het verschil is ontstaan tot de datum waarop de verschillen worden verrekend.
2 Bij de verrekening van de verschillen, bedoeld in artikel 71, tweede lid, berekent het Zorginstituut rente vanaf de betaaldata, genoemd in artikel 70 en artikel 71, eerste en tweede lid tot de datum van de voorlopige vaststelling van de bijdrage.
3 Bij de verrekening van de verschillen, bedoeld in artikel 71, derde lid, berekent het Zorginstituut rente vanaf de betaaldata, genoemd in artikel 70 en artikel 71, eerste, tweede en derde lid tot de datum van de tweede voorlopige vaststelling van de bijdrage.
4 Bij de verrekening van de verschillen, bedoeld in artikel 71, vierde lid, berekent het Zorginstituut rente vanaf de betaaldata, genoemd in artikel 70 en artikel 71 eerste, tweede, derde en vierde lid tot de datum van de definitieve vaststelling van de bijdrage.
5 Voor een zorgverzekeraar waarvoor krachtens artikel 70, negende en tiende lid, afwijkende betalingen hebben plaatsgevonden, kan het Zorginstituut bij de renteberekening afwijken van de vorige leden.
6 Het Zorginstituut deelt het bedrag dat de zorgverzekeraar heeft terugbetaald op grond van artikel 71, zesde lid, voor de renteberekening naar rato toe aan de eerste dag van de maand waarin is terugbetaald en de eerste dag van de daaropvolgende maand, waarbij het uitgangspunt is de dag van terugbetaling.
Terugwerkende kracht
Hoofdstuk VIII. Slotbepalingen
Terugwerkende kracht
Voor
dit
hoofdstuk is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Terugwerkende kracht
Artikel 74. Ter inzage leggen referentiebestanden
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Het Zorginstituut legt de referentiebestanden, bedoeld in bijlage 1 tot en met 10, te zijner kantore ter inzage en publiceert deze op zijn website.
Terugwerkende kracht
Artikel 75. Inwerkingtreding
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij worden geplaatst en werken terug tot en met 1 oktober 2017.
Terugwerkende kracht
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2018.
Terugwerkende kracht
Bijlage 1. Referentiebestand FKG’s 2018
Terugwerkende kracht
Voor
deze
bijlage is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
[Red: Ligt ter inzage bij het Zorginstituut Nederland en is gepubliceerd op de zijn website.]
Terugwerkende kracht
Bijlage 2. Referentiebestand primaire en secundaire DKG’s 2018
Terugwerkende kracht
Voor
deze
bijlage is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
[Red: Ligt ter inzage bij het Zorginstituut Nederland en is gepubliceerd op de zijn website.]
Terugwerkende kracht
Bijlage 3. Referentiebestand HKG’s 2018
Terugwerkende kracht
Voor
deze
bijlage is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
[Red: Ligt ter inzage bij het Zorginstituut Nederland en is gepubliceerd op de zijn website.]
Terugwerkende kracht
Bijlage 4. Referentiebestand AVI 2018
Terugwerkende kracht
Voor
deze
bijlage is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
[Red: Ligt ter inzage bij het Zorginstituut Nederland en is gepubliceerd op de zijn website.]
Terugwerkende kracht
Bijlage 5. Referentiebestand Regio 2018
Terugwerkende kracht
Voor
deze
bijlage is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
[Red: Ligt ter inzage bij het Zorginstituut Nederland en is gepubliceerd op de zijn website.]
Terugwerkende kracht
Bijlage 6. Referentiebestand PPA 2018
Terugwerkende kracht
Voor
deze
bijlage is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
[Red: Ligt ter inzage bij het Zorginstituut Nederland en is gepubliceerd op de zijn website.]
Terugwerkende kracht
Bijlage 7. Referentiebestand FDG 2018
Terugwerkende kracht
Voor
deze
bijlage is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
[Red: Ligt ter inzage bij het Zorginstituut Nederland en is gepubliceerd op de zijn website.]
Terugwerkende kracht
Bijlage 8. Referentiebestand FKG GGZ 2018
Terugwerkende kracht
Voor
deze
bijlage is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
[Red: Ligt ter inzage bij het Zorginstituut Nederland en is gepubliceerd op de zijn website.]
Terugwerkende kracht
Bijlage 9. Referentiebestand DKG GGZ 2018
Terugwerkende kracht
Voor
deze
bijlage is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
[Red: Ligt ter inzage bij het Zorginstituut Nederland en is gepubliceerd op de zijn website.]
Terugwerkende kracht
Bijlage 10. Referentiebestand GGZ Regio 2018
Terugwerkende kracht
Voor
deze
bijlage is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
[Red: Ligt ter inzage bij het Zorginstituut Nederland en is gepubliceerd op de zijn website.]
Terugwerkende kracht