-
alternatieve brandstoffen: brandstoffen of energiebronnen die, althans gedeeltelijk, dienen als vervanging van
fossiele bronnen in de energievoorziening voor vervoer en die ertoe kunnen bijdragen
dat de energievoorziening koolstofvrij wordt en de milieuprestaties van de vervoersector
verbeteren, waarbij biobrandstoffen voldoen aan artikel 29 van de Richtlijn hernieuwbare
energie;
-
eerste inschrijving en tenaamstelling: eerste inschrijving en tenaamstelling als bedoeld in artikel 25 van het Kentekenreglement;
-
emissiearme mobiele machine voor gebruik op luchthaventerreinen: gemotoriseerd voertuig, bestemd voor het verrichten van werkzaamheden op land en
in de open lucht met uitzondering van landbouwwerkzaamheden, niet zijnde het vervoer
van personen of goederen over het spoor of de openbare weg, dat is voorzien van een
meerijdende bestuurdersplaats, en alleen op luchthaventerreinen wordt gebruikt, dat:
-
a. beschikt over een elektrische aandrijflijn;
-
b. beschikt over een hybride aandrijflijn, of
-
c. geschikt is voor het rijden op een brandstofmengsel dat voor ten minste 30 procent
bestaat uit een alternatieve brandstof, die volledig is gemaakt met behulp van hernieuwbare
energiebronnen;
-
emissiearm vaartuig: binnenschip als bedoeld in artikel 1 van de Binnenvaartwet, en vallend binnen de
CEMT-klasse I tot en met V, niet zijnde een schip bestemd voor het vervoer van personen,
of zeeschip, bestemd voor het vervoer van goederen, dat wordt ingezet voor short sea
shipping, met een tonnage van minder dan 5000 GT en een lengte van minder dan 80 meter,
dat:
-
a. beschikt over een elektrische aandrijflijn;
-
b. beschikt over een hybride aandrijflijn, of
-
c. geschikt is voor het varen op een brandstofmengsel dat voor ten minste 30 procent
bestaat uit een alternatieve brandstof, die volledig is gemaakt met behulp van hernieuwbare
energiebronnen;
-
emissiearm vervoermiddel voor vervoer over de weg:
-
– bestelbussen, met voertuigkwalificatie N, die beschikken over een elektrische aandrijflijn
of een hybride aandrijflijn of geschikt zijn voor het rijden op een brandstofmengsel
dat voor ten minste 30 procent bestaat uit een alternatieve brandstof die volledig
is gemaakt met behulp van hernieuwbare energiebronnen en die voldoen aan de emissienormen
van Euro 6d als bedoeld in Verordening (EG) nr. 715/2007 en Verordening (EG) nr. 692/2008, gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 2016/646, en
-
– vrachtauto’s met voertuigkwalificatie N, die beschikken over een elektrische aandrijflijn,
een hybride aandrijflijn, of geschikt zijn voor het rijden op een brandstofmengsel
dat voor ten minste 30 procent bestaat uit een alternatieve brandstof die volledig
is gemaakt met behulp van hernieuwbare energiebronnen, en voldoen aan de emissienormen
van Euro VI als bedoeld in Verordening (EG) nr. 595/2009, en
-
– personenbussen met voertuigkwalificatie M bestemd voor openbaar vervoer, die beschikken
over een elektrische aandrijflijn of een hybride aandrijflijn, en
-
– twee- en driewielige voertuigen, met voertuigkwalificatie L, die voorzien zijn van
een elektrische hoofdaandrijving;
-
emissiearm vliegtuig: vliegtuig of een subsysteem voor een vliegtuig dat beschikt over een volledig elektrische
aandrijflijn of hybride aandrijflijn of geschikt is voor een brandstofmengsel dat
voor ten minste 30 procent bestaat uit een alternatieve brandstof die volledig is
gemaakt met behulp van hernieuwbare energiebronnen en dat ingezet wordt voor bemand
goederen- of personenvervoer in de burgerluchtvaart;
-
emissiearm vervoermiddel: emissiearm vaartuig, emissiearm vervoermiddel voor vervoer over de weg en zero-emissie
mobiele machine;
-
groep: een economische eenheid, waarin twee of meer natuurlijke of privaatrechtelijke rechtspersonen
financieel of organisatorisch zijn verbonden en waarbij een natuurlijke persoon of
privaatrechtelijke rechtspersoon, direct of indirect:
-
a. meer dan de helft van het geplaatste kapitaal verschaft aan,
-
b. volledig aansprakelijk vennoot is voor, of
-
c. overwegende zeggenschap heeft over,
de gezamenlijke natuurlijke of rechtspersonen in de groep;
-
grote onderneming: onderneming als bedoeld in artikel 2, onderdeel 24, van de algemene groepsvrijstellingsverordening;
-
haveninfrastructuur: infrastructuur en faciliteiten, als bedoeld in artikel 2, onderdeel 157 van de algemene
groepsvrijstellingverordening, voor het verrichten van vervoer gerelateerde havendiensten,
zoals ligplaatsen die voor het afmeren van schepen worden gebruikt, kademuren, aanlegsteigers
en drijvende pontons in getijdegebieden, dokken, gedempte gronden en landaanwinningen,
infrastructuur voor alternatieve brandstoffen en ontvangstvoorzieningen voor scheepsafval
en ladingresiduen;
-
hernieuwbare energiebronnen: energie uit hernieuwbare, niet-fossiele bronnen, te weten wind- en zonne-energie,
aerothermische, geothermische en hydrothermische energie en energie uit de oceanen,
waterkracht, biomassa, stortgas, gas van rioolzuiveringsinstallaties en biogas;
-
investering haveninfrastructuurvoorziening: een investering in haveninfrastructuurvoorzieningen als bedoeld in de artikelen 56
ter en 56 quater van de algemene groepsvrijstellingsverordening, waarbij sprake is
van bouwen, vervangen of moderniseren van haveninfrastructuur of toegangsinfrastructuur;
-
investering lokale infrastructuurvoorziening: een investering in lokale infrastructuurvoorzieningen als bedoeld in artikel 56 van
de algemene groepsvrijstellingsverordening, waarbij sprake is van het bouwen of upgraden
van lokale infrastructuurvoorzieningen voor infrastructuur die op het lokale niveau
bijdraagt tot het verbeteren van het ondernemings- en consumentenklimaat en het moderniseren
en ontwikkelen van de industriële basis;
-
investering milieubescherming: een project inhoudende een investering in milieubescherming als bedoeld in artikel
36 en artikel 2, onderdeel 101, van de algemene groepsvrijstellingsverordening, waarbij
sprake is van een maatregel die is gericht op preventie of herstel van aantastingen
van de natuurlijke omgeving of de natuurlijke hulpbronnen door de eigen activiteiten
van een begunstigde, op beperking van het risico op dergelijke aantastingen, dan wel
op aanmoediging van een rationeler gebruik van die hulpbronnen, daaronder begrepen
energiebesparende maatregelen en het gebruik van hernieuwbare energiebronnen;
-
Kaderbesluit:
Kaderbesluit subsidies I en M;
-
kleine of middelgrote onderneming: kleine of middelgrote onderneming als bedoeld in artikel 2, onderdeel 2, van de algemene
groepsvrijstellingsverordening;
-
lbu: learning by using;
-
lbu-samenwerkingsverband: een geen rechtspersoonlijkheid bezittend verband, bestaande uit ten minste twee niet
in een groep verbonden deelnemers, dat is opgericht ten behoeve van de uitvoering
van activiteiten;
-
luchthaveninfrastructuur: infrastructuur en uitrusting als bedoeld in artikel 2, onderdeel 144, van de algemene
groepsvrijstellingsverordening, voor het verrichten van luchthavendiensten door de
luchthaven voor luchtvaartmaatschappijen en de diverse dienstverrichters, met inbegrip
van start- en landingsbanen, terminals, platforms, taxibanen, gecentraliseerde grondafhandelingsinfrastructuur
en alle andere voorzieningen die de luchthavendiensten rechtstreeks ondersteunen,
evenwel met uitsluiting van infrastructuur en uitrusting die in hoofdzaak noodzakelijk
is voor het uitoefenen van niet-luchtvaart gebonden activiteiten;
-
Minister: Minister van Infrastructuur en Milieu;
-
niet-gouvernementele organisatie: een niet op winst gerichte organisatie die onafhankelijk is van de overheid en beschikt
over rechtspersoonlijkheid;
-
onderzoeksorganisatie: organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding als bedoeld in artikel 2, onderdeel
83, van de algemene groepsvrijstellingsverordening, die voldoet aan een van de volgende
voorwaarden:
-
a. de organisatie is onder a, b, g of h van de bijlage van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek genoemd als instelling voor hoger onderwijs;
-
b. de organisatie is een andere dan de onder a bedoelde geheel of gedeeltelijk door de
rijksoverheid gefinancierde onderzoeksorganisatie die activiteiten verricht met als
doel de algemene wetenschappelijke en technische kennis uit te breiden;
-
c. de organisatie is een geheel of gedeeltelijk door een andere staat gefinancierde openbare
instelling voor hoger onderwijs gelijkwaardig aan een instelling als bedoeld onder
a, of
-
d. de organisatie is een geheel of gedeeltelijk door een andere staat gefinancierde onderzoeksinstelling
die activiteiten verricht met als doel de algemene wetenschappelijke en technische
kennis uit te breiden;
-
project cofinanciering: een investering in lokale infrastructuurvoorzieningen of een investering in haveninfrastructuurvoorzieningen
die valt binnen het niet gesubsidieerde deel van een plan waarvoor ten dele subsidie
vanuit een Europees subsidieprogramma van de Europese Unie is toegekend;
-
project experimentele ontwikkeling: een project inhoudende experimentele ontwikkeling, bedoeld in artikel 2, onderdeel
86, van de algemene groepsvrijstellingsverordening waarbij sprake is van het verwerven,
combineren, vormgeven en gebruiken van bestaande wetenschappelijke, technologische,
zakelijke en andere relevante kennis en vaardigheden, gericht op het ontwikkelen van
nieuwe of verbeterde producten, procedés of diensten;
-
project haalbaarheidsstudie: een project inhoudende een haalbaarheidsstudie als bedoeld in artikel 2, onderdeel
87, van de algemene groepsvrijstellingsverordening, waarbij sprake is van een onderzoek
of analyse van het potentieel van een project, met als doel de besluitvorming te ondersteunen
door objectief en rationeel de sterke en de zwakke punten van een project, de kansen
en risico’s in kaart te brengen, waarbij ook wordt aangegeven welke middelen nodig
zijn om het project te kunnen doorvoeren en wat de uiteindelijke slaagkansen zijn;
-
project innovatiecluster: het organiseren van een innovatiecluster als bedoeld in artikel 2, onderdeel 92,
en artikel 27 van de algemene groepsvrijstellingsverordening, waarbij sprake is van
een structuur of georganiseerde groepering van onafhankelijke partijen die tot doel
hebben innovatieve activiteiten te stimuleren door het delen van faciliteiten en de
uitwisseling van kennis en deskundigheid te bevorderen, en door daadwerkelijk bij
te dragen aan technologieoverdracht, netwerking, informatieverspreiding en samenwerking
tussen de ondernemingen en andere organisaties binnen het cluster;
-
project learning by using: een project experimentele ontwikkeling, dat bestaat uit het ontwikkelen van een nieuw
of verbeterd procedé dat wordt gecombineerd met een investering milieubescherming
of dat wordt gecombineerd met een investering milieubescherming en een investering
lokale infrastructuur;
-
project proeftuin: een project experimentele ontwikkeling, dat bestaat uit het ontwikkelen van een nieuw
of verbeterd product of nieuwe of vernieuwde dienst dat wordt gecombineerd met een
investering lokale infrastructuur, een investering haveninfrastructuur, een investering
milieubescherming of een combinatie hiervan;
-
Richtlijn hernieuwbare energie:
Richtlijn 2018/2001/EU van het Europees parlement en de raad van 11 december 2018 ter bevordering van
het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen (herschikking) (PbEU 2018, L 328);
-
Verordening (EG) nr. 715/2007 en Verordening (EG) nr. 692/2008, gewijzigd bij Verordening
(EU) nr. 2016/646:
Verordening (EG) nr. 715/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 betreffende de typegoedkeuring
van motorvoertuigen met betrekking tot emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen
(Euro 5 en Euro 6) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie (PbEU 2007,
L 171) en Verordening (EG) nr. 692/2008 van de Commissie van 18 juli 2008 tot uitvoering en wijziging van Verordening (EG) nr. 715/2007 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen
met betrekking tot emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 5 en
Euro 6) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie (PbEU 2008, L 199), als
gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 2016/646 van de Commissie van 20 april 2016 tot
wijziging van Verordening (EG) nr. 692/2008 wat de emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 6) betreft (PbEU
2016, L 109);
-
Verordening (EG) 595/2009:
Verordening (EG) nr. 595/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de typegoedkeuring
van motorvoertuigen en motoren met betrekking tot emissies van zware bedrijfsvoertuigen
(Euro VI) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie, tot wijziging van
Verordening (EG) nr. 715/2007 en Richtlijn 2007/46/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 80/1269/EEG, 2005/55/EG en 2005/78/EG (PbEU 2009, L 188);
-
voertuigkwalificaties L, L1 en L2: voertuigkwalificatie L als bedoeld in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 168/2013
van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2013 betreffende de goedkeuring
van en het markttoezicht op twee- of driewielige voertuigen en vierwielers (PbEU 2013,
L 60);
-
Voertuigkwalificaties M, M2, M3, N, N1, N2 en N3: de voertuigkwalificaties M en N als bedoeld in bijlage II, onderdeel A, van de Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 tot vaststelling van een
kader voor de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen,
onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd (Kaderrichtlijn)(PbEU
2007, L 263);
-
voertuig voor gebruik op luchthaventerreinen: emissiearme mobiele machine, die alleen op luchthaventerreinen wordt gebruikt;
-
zero-emissie mobiele machine: voer- of vaartuig, dat door ten minste een persoon in, op of naast het voertuig wordt
bestuurd:
-
a. waarvoor geldt dat het voer- of vaartuig, bestemd is voor het verrichten van bouwwerkzaamheden
op land, op water en in de open lucht met uitzondering van landbouwwerkzaamheden;
-
b. waarvoor geldt dat het voer- of vaartuig niet bestemd is voor het vervoer van personen
of goederen over spoor, water of openbare weg;
-
c. waarvoor geldt dat het voer- of vaartuig voorzien is van een of meer aandrijfmotoren,
maar geen uitstoot heeft van verontreinigende gassen of deeltjes, zoals gedefinieerd
in verordening 2016/1628 EU, waarbij de vergelijkbare gangbare modellen wel onder de werkingssfeer van deze
verordening vallen en wel deze uitstoot hebben, en
-
d. ook zijn inbegrepen voertuigen, die bestaan uit een of meer mobiele machines, die
zijn gemonteerd op het chassis van voertuigen bestemd voor goederenvervoer over de
weg in de voertuigcategorieën N2 of N3, waarbij voor de opbouw het onder c bepaalde
van toepassing is en ook het chassisvoertuig geen schadelijke stoffen uitstoot.