-
a. het doen vormgeven van het programmaplan, de doorontwikkeling en de realisatie van
de aan hem toegewezen programma’s, met bijzondere aandacht voor de invulling van de
politiek-bestuurlijke visie van de programma’s en het zorg dragen voor initiatie,
bestuurlijke haalbaarheid en interventies ten behoeve van het bereiken van beoogde
maatschappelijke effecten;
-
b. actieve afstemming op strategisch niveau met onder meer departementale vertegenwoordigers
en externe belanghebbenden ten behoeve van de doorontwikkeling en realisatie van de
toezichtsprogramma’s;
-
c. het onderkennen en tijdig melden van politiek-bestuurlijke of maatschappelijke risico’s
voortkomend uit de toezichtsprogramma’s en het besluiten tot beheersmaatregelen;
-
d. het onderkennen en agenderen van programma-overstijgende vraagstukken en risico’s,
waaronder allocatie- en portfoliovraagstukken;
-
e. het toezicht op de naleving door werkgevers van wet- en regelgeving op het gebied
van de arbeidsmarkt en arbeidsverhoudingen, met name ten aanzien van illegale tewerkstelling
van vreemdelingen, allocatie van arbeidskrachten door intermediairs, gelijke behandeling
en beloning van mannen en vrouwen en de betaling van het minimumloon en de minimumvakantiebijslag,
alsmede het in verband daarmee opsporen van strafbare feiten;
-
f. het toezicht op de naleving door werkgevers en werknemers van wet- en regelgeving
op het gebied van arbeidstijden en arbeidsomstandigheden, met inbegrip van stralingsbescherming,
gewasbeschermingsmiddelen en biociden, gevaarlijke werktuigen en stoffen, en daaraan
gerelateerd milieubeheer, alsmede het in verband daarmee opsporen van strafbare feiten;
-
g. het toezicht op de naleving van wet- en regelgeving ten aanzien van het in de handel
brengen van producten, genoemd in artikel 1, eerste lid, onderdeel d, onder 2°, van de Warenwet, die bestemd zijn voor de Europese Economische Ruimte alsmede het in verband daarmee
opsporen van strafbare feiten;
-
h. het toezicht op de naleving door werkgevers en werknemers van wet- en regelgeving
op het terrein van arbeidsomstandigheden, met name op het terrein van risico’s op
zware ongevallen en – waar voorgeschreven – het beschikken over aanvullende risico-
inventarisaties en -evaluaties, alsmede het in verband daarmee opsporen van strafbare
feiten, dit mede ter zake van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;
-
i. het behandelen van klachten, meldingen, signalen en verzoeken over het niet naleven
van wet- en regelgeving door werkgevers en werknemers betreffende het werkterrein
van de directie Toezicht, waaronder in ieder geval worden begrepen:
-
j. het verrichten van onderzoek bij arbeidsongevallen, waaronder begrepen arbeidsongevallen
in bedrijven met een hoog risico op zware ongevallen;
-
k. de uitvoering van de taken, genoemd in hoofdstuk 7 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, met uitzondering van de taken, genoemd in artikel 38, eerste en tweede lid, en artikelen 40 en 41 van voornoemde wet, voor zover zij behoren tot de verantwoordelijkheden van de directeur Analyse, Programmering
en Strategie en de directeur Mensen & Middelen;
-
l. het namens de minister uitvoeren van de volgende aan de minister opgedragen taken
op grond van wet- en regelgeving op het terrein van arbeidsveiligheid, arbeidsgezondheid
en productveiligheid:
-
1°. het op hun verzoek aanwijzen van instellingen als certificatie- of keuringsinstelling
die zijn belast met het verstrekken van certificaten dan wel het verrichten van keuringen
in het belang van veiligheid en gezondheid in de arbeid, waaronder mede zijn begrepen
beslissingen tot wijziging, schorsing en intrekking van aanwijzingen;
-
2°. het uitoefenen van toezicht op en doen van onderzoek naar certificatie- en keuringsinstellingen;
-
3°. het verrichten van onderzoek naar de werking van het stelsel van certificering en
keuringen.