Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit directie Analyse, Programmering en Strategie 2017

Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 21-03-2024 t/m heden

Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 31 augustus 2017, 2017-0000141565, houdende de inrichting van de directie Analyse, Programmering en Strategie, alsmede de toedeling van taken en doorverlening van vertegenwoordigingsbevoegdheden aan de onder de directeur ressorterende functionarissen (Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit directie Analyse, Programmering en Strategie 2017)

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 5, onderdeel k, en 12 van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit inspecteur-generaal SZW 2017;

Besluit:

§ 1. Begripsbepaling

Artikel 1. Begrippen

In deze regeling en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • afdeling BDI: de afdeling Boete, Dwangsom en Inning;

  • afdeling BO: de afdeling Beleidsondersteuning;

  • afdeling COM: de afdeling Communicatie;

  • afdeling HH: de afdeling Handhaving;

  • afdeling PCF: de afdeling Planning, Control en Financiën;

  • afdeling PSO: de afdeling Programmering, Signalering en Onderzoek;

  • afdeling SPO: de afdeling Services, Personeelsontwikkeling en Ondersteuning;

  • directeur: de directeur van de directie Analyse, Programmering en Strategie;

  • directie: de directie Analyse, Programmering en Strategie;

  • team ISI: het team Inkoop, Secretariaat en Interne arbozorg;

  • team MOMA: het team Management, Ondersteuners en Assistenten;

  • team P&O: het team Personeel en Organisatieontwikkeling;

  • team S&O: het team Services en Ondersteunend cluster;

  • uitvoerende directies: de directie Toezicht, de directie Meldingen en Verzoeken, de directie Informatievoorziening en de directie Opsporing.

§ 2. Organisatie

Artikel 2. Organisatie directie

  • 1 De directie bestaat uit de volgende afdelingen:

    • a. de afdeling BDI, waarbinnen de volgende teams zijn ingericht:

      • 1°. twee teams voor de voorbereiding van bestuurlijke sancties, elk met een eigen teamleider;

      • 2°. een team voor inning en beheer;

    • b. de afdeling BO;

    • c. de afdeling COM;

    • d. de afdeling HH, waarbinnen meerdere teams zijn ingericht;

    • e. de afdeling PCF, waarbinnen de volgende teams zijn ingericht:

      • 1°. Control;

      • 2°. Financiële administratie;

      • 3°. Audit functie;

    • f. de afdeling PSO;

    • g. de afdeling SPO, waarbinnen de volgende teams zijn ingericht:

      • 1°. P&O;

      • 2°. ISI;

      • 3°. MOMA;

      • 4°. S&O.

  • 2 De afdelingen worden als volgt geleid:

    • a. aan het hoofd van iedere afdeling staat een afdelingshoofd;

    • b. aan het hoofd van ieder team staat een teamleider;

    • c. het afdelingshoofd BDI wordt bijgestaan door de onder het afdelingshoofd ressorterende teamleiders van de teams voor de voorbereiding van bestuurlijke sancties.

§ 3. Verantwoordelijkheden

Artikel 3. Verantwoordelijkheden afdelingshoofden

De afdelingshoofden zijn verantwoordelijk voor de volgende algemene taken:

  • a. het leiding geven aan de eigen afdeling, waaronder begrepen de HRM-taken ten aanzien van de medewerkers, coaching van de medewerkers en het bevorderen van de sociale cohesie van de eigen afdeling;

  • b. het afleggen van verantwoording en het rapporteren aan de directeur over bijdragen van de eigen afdeling aan de uitvoering van het jaarplan van de Nederlandse Arbeidsinspectie;

  • c. het doen van voorstellen aan de directeur met betrekking tot het aantrekken en ontslaan van personeel;

  • d. het bijdragen aan de totstandkoming van producten van de Nederlandse Arbeidsinspectie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdelen a, e, f, g, i en s, van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit inspecteur-generaal Nederlandse Arbeidsinspectie 2017, binnen de daarvoor geldende departementale kaders dan wel volgens door de inspecteur-generaal dan wel de directeur gegeven richtlijnen;

  • e. het als tactisch manager participeren in het ontwikkelen en implementeren van plannen van de Nederlandse Arbeidsinspectie;

  • f. het managen van vakinhoudelijke processen en het actief zoeken van samenwerking en afstemming met overige betrokkenen;

  • g. het zorg dragen voor de borging van afdelingsbrede vakkennis en van kwaliteit en innovatie van werkprocessen;

  • h. het bijdragen aan de ontwikkeling van de strategische personeelsplanning en zorg dragen voor de uitvoering daarvan binnen de afdeling;

  • i. het actief bijdragen aan het platform voor kennisuitwisseling en netwerkbeheer op het vakgebied van het afdelingshoofd.

Artikel 3a. Verantwoordelijkheden teamleiders

De teamleiders zijn verantwoordelijk voor de volgende algemene taken:

  • a. de aansturing van uitvoerende of ondersteunende medewerkers;

  • b. de organisatie van een professionele thuisbasis voor de medewerkers en het vormgeven van de werkgeversrol, gericht op de vakontwikkeling, continuïteit, vitaliteit en inzetbaarheid van de medewerkers, waaronder in ieder geval de volgende taken worden begrepen:

    • 1°. het bevorderen van de persoonlijke ontwikkeling;

    • 2°. het begeleiden van medewerkers met ziekteverzuim;

    • 3°. het voeren van functionerings- en personeelsgesprekken;

  • c. het zicht houden op de voortgang van de realisatie van teamdoelen en de afgesproken resultaten, het leveren van producten en diensten conform de geldende kaders en het zo nodig bijsturen;

  • d. het gestructureerd voeren van werkoverleg;

  • e. het zorg dragen voor de borging van kennis en kwaliteit binnen het team;

  • f. het rapporteren aan het afdelingshoofd en collega teamleiders met het oog op een optimale inzet van mensen, uniforme wijze van aansturen, kennismanagement en netwerkbeheer;

  • g. het zorg dragen voor de borging van uniformiteit en kwaliteit van vakspecifieke werkprocessen en het leveren van input voor richtlijnen en procedures;

  • h. het monitoren van de werkprocessen binnen het team;

  • i. het actief vormgeven aan ontwikkelingen, innovaties en verbetermogelijkheden en deze vertalen naar vakinhoudelijke producten en diensten;

  • j. het op tijdige en juiste wijze toepassen van personeelsinstrumenten, waaronder in ieder geval worden begrepen:

    • 1°. start-, functionerings- en personeelsgesprekken;

    • 2°. de ontwikkeling, opleiding en loopbaanbegeleiding van de medewerkers;

  • k. het analyseren van ontwikkelingen, innovaties en verbetermogelijkheden en vertalen naar nieuwe vakinhoudelijke producten en diensten;

  • l. het als operationeel manager participeren in het ontwikkelen en implementeren van plannen van de Nederlandse Arbeidsinspectie.

Artikel 4. Verantwoordelijkheden afdeling PSO

De afdeling PSO is verantwoordelijk voor de volgende taken:

  • a. het verrichten van de risicoanalyse van de Nederlandse Arbeidsinspectie en risicoanalyses voor onderdelen van de Nederlandse Arbeidsinspectie, waaronder mede begrepen rapportages betreffende de opsporing, zoals criminaliteitsbeelden, risicoanalyses en onderzoeksevaluaties;

  • b. het analyseren van de gemeten effecten betreffende de Nederlandse Arbeidsinspectie en haar activiteiten;

  • c. het verrichten van thematisch onderzoek naar onderwerpen, fenomenen en signalen op het terrein van de Nederlandse Arbeidsinspectie;

  • d. het verrichten van monitoronderzoek en nalevingsonderzoek;

  • e. het in samenwerking met de overige directies voorbereiden van beslissingen over de strategie en de programmering betreffende de werkzaamheden van de Nederlandse Arbeidsinspectie, waaronder het meerjarenplan, de programmering en de strategieën van de overige directies;

  • f. het in samenwerking met de overige directies initiëren en ontwikkelen van de strategische noties en uitgangspunten in het toezicht- en handhavingsbeleid van de Nederlandse Arbeidsinspectie, die de kaders vormen voor het uitvoeren van de werkzaamheden van de Nederlandse Arbeidsinspectie;

  • g. het op grond van al dan niet door overige directies aangeleverde toezichtbevindingen geven van beleidsmatige signalen aan de bewindspersonen, de overige onderdelen van het ministerie en externe instanties;

  • h. het faciliteren van het signaleringsproces binnen de gehele Nederlandse Arbeidsinspectie;

  • i. het leveren van inhoudelijke bijdragen aan en het coördineren van de totstandkoming van het jaarverslag en het jaarplan van de Nederlandse Arbeidsinspectie;

  • j. het in samenwerking met de overige directies bijdragen aan de Integrale Rapportage Handhaving van het ministerie over de realisatie van de afspraken uit het handhavingsarrangement, genoemd in artikel 11 van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten;

  • k. het op aanvraag van het Directieteam verrichten van het programma- en projectmanagement op de inhoudelijke thema’s en onderwerpen uit de programmering van de Nederlandse Arbeidsinspectie.

Artikel 5. Verantwoordelijkheden afdeling BO

De afdeling BO is verantwoordelijk voor de volgende taken:

  • a. het coördineren van de beleidsontwikkeling en -uitvoering van de Nederlandse Arbeidsinspectie met de beleidsontwikkeling en -uitvoering van de andere onderdelen van het ministerie en van andere ministeries;

  • b. het faciliteren van het signaleringsproces binnen de gehele Nederlandse Arbeidsinspectie;

  • c. het verzorgen van de inhoudelijke ondersteuning met betrekking tot voorbereiding van overleg met interne en externe stakeholders ten behoeve van de inspecteur-generaal en de directeuren indien zij de inspecteur-generaal vervangen, het beantwoorden van vragen van het parlement, het voeren van het secretariaat van het besluitvormend overleg van het Directieteam en het verzorgen van de inhoudelijke ondersteuning ten behoeve van de bewindspersonen;

  • d. het in samenwerking met de overige directies fungeren als verbinding tussen de Nederlandse Arbeidsinspectie en de overige onderdelen van het ministerie, andere inspectiediensten, uitvoeringsorganisaties, gemeenten en andere voor de Nederlandse Arbeidsinspectie relevante organisaties, tenzij een andere afdeling van de Nederlandse Arbeidsinspectie op een specifiek terrein fungeert als verbinding als bedoeld in de eerste volzin;

  • e. het in samenwerking met de desbetreffende overige directies coördineren en uitvoeren van uitvoerbaarheids-, handhaafbaarheids- en toezichtbaarheidstoetsen;

  • f. het uitvoeren van de taken van het verbindingsbureau detacheringsarbeid, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie;

  • g. het in samenwerking met de overige directies coördineren en opstellen van het handhavingsarrangement, genoemd in artikel 11 van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten;

  • h. de regie op de calamiteitenorganisatie;

  • i. het tot stand brengen en onderhouden van convenanten en samenwerkingsovereenkomsten.

Artikel 6. Verantwoordelijkheden afdeling COM

De afdeling COM is verantwoordelijk voor het, in afstemming met de overige directies, verzorgen van de communicatie in brede zin van de Nederlandse Arbeidsinspectie, met name door:

  • a. het ontwikkelen en onderhouden van een meerjarige communicatiestrategie van de Nederlandse Arbeidsinspectie;

  • b. het zorg dragen voor een basisinfrastructuur op het gebied van communicatie voor de Nederlandse Arbeidsinspectie;

  • c. het ondersteunen en uitvoeren van nalevingscommunicatie door onder meer instrumentontwikkeling.

Artikel 7. Verantwoordelijkheden afdeling HH

De afdeling HH is verantwoordelijk voor:

  • a. het ondersteunen van inspecteurs en rechercheurs op het gebied van handhavings- en wetgevingskennis, waaronder in ieder geval begrepen:

    • 1°. het ontwikkelen en geven van opleidingen voor wat betreft het vakinhoudelijk, in het bijzonder juridische, gedeelte;

    • 2°. juridische adviesfunctie voor primair proces;

    • 3°. de ondersteuning en opleiding op handhavingterrein en aanpak van inspecteurs bij andere inspectiediensten, die als toezichthouders zijn aangewezen op terreinen van de Nederlandse Arbeidsinspectie;

  • b. het formuleren van een handhavingsbeleid van de Nederlandse Arbeidsinspectie;

  • c. het voeren van overleg met de directie WBJA en de afdeling BDI over concrete juridische vraagstukken en zaken betreffende openbaarheid en handhavingsbeleid van de Nederlandse Arbeidsinspectie;

  • d. de implementatie, vooral gericht op handhavingsbeleid en werkinstructies, van wetgevingstrajecten betreffende de Nederlandse Arbeidsinspectie, zoals de Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving en de Wet aanpak schijnconstructies;

  • e. het bijdragen aan adviezen aan beleidsdirecties van het kerndepartement van knelpunten in de vigerende wetgeving;

  • f. het beheren van de informatie, in het bijzonder betreffende handhaving, in de kennisbanken;

  • g. het op instigatie van een dienstonderdeel van de Nederlandse Arbeidsinspectie actualiseren van organisatie-, mandaat- en volmachtbesluiten van de Nederlandse Arbeidsinspectie;

  • h. het leveren van juridische bijstand bij het tot stand brengen en onderhouden van convenanten en samenwerkingsovereenkomsten.

Artikel 8. Verantwoordelijkheden afdeling BDI

De afdeling BDI is verantwoordelijk voor:

  • a. het toetsen van boeterapporten, alsmede het vaststellen en uitvoeren van boetebeschikkingen, last onder bestuursdwang en last onder dwangsom, waaronder begrepen het innen en zo nodig bij dwangbevel invorderen van boetes of dwangsommen en in voorkomend geval het verrichten van handelingen om het faillissement aan te vragen van natuurlijke- en rechtspersonen;

  • b. het bewaken van de kwaliteit en consistentie van de boetebeschikkingen en toepassing van bestuursdwang en het zorg dragen voor de voortgang en bewaking van termijnen;

  • c. het geven van waarschuwingen inzake stillegging van werkzaamheden in verband met recidive, alsmede het voorbereiden en bekendmaken van beschikkingen tot stillegging van werkzaamheden in verband met recidive;

  • d. de actieve openbaarmaking op grond van de Wet open overheid van inspectiegegevens bij zware of ernstige asbestovertredingen binnen de kaders van het daaromtrent vastgestelde beleid.

Artikel 8a. Verantwoordelijkheden afdeling PCF

De afdeling PCF is verantwoordelijk voor:

  • a. het adviseren over en ondersteunen van de effectieve en efficiënte sturing en beheersing van de Nederlandse Arbeidsinspectie;

  • b. het zorg dragen voor een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering van de Nederlandse Arbeidsinspectie, voor periodieke evaluatie daarvan en voor de planning en bewaking van de productie van de eigen directie, door middel van een goede administratieve organisatie en een management control systeem;

  • c. het voorbereiden van de begroting, het jaarplan, het inspectieplan en het jaarverslag van de Nederlandse Arbeidsinspectie, in samenwerking en afstemming met de directies van de Nederlandse Arbeidsinspectie;

  • d. het adviseren over en het uitvoeren van de planning, administratie en control van de Nederlandse Arbeidsinspectie, waaronder mede begrepen het financiële beheer en het contractbeheer.

Artikel 8b. Verantwoordelijkheden afdeling SPO

De afdeling SPO is verantwoordelijk voor:

  • a. de personeelsontwikkeling van de Nederlandse Arbeidsinspectie, waartoe behoren de strategische personeelsplanning en het personeelsbeleid;

  • b. het opleidingsbeleid van de Nederlandse Arbeidsinspectie en het organiseren van specifieke opleidingen voor de Nederlandse Arbeidsinspectie;

  • c. het personeelsadvies en personeelsbeheer van de Nederlandse Arbeidsinspectie;

  • d. de inkoop van de Nederlandse Arbeidsinspectie;

  • e. het facilitymanagement van de Nederlandse Arbeidsinspectie;

  • f. de interne Arbozorg van de Nederlandse Arbeidsinspectie;

  • g. het vertegenwoordigen van de Nederlandse Arbeidsinspectie bij overleg met departementale en interdepartementale verantwoordelijken ten aanzien van zaken die het werkveld van SPO omvatten;

  • h. het inhoudelijk, administratief en secretarieel ondersteunen van topmanagers en managers van de Nederlandse Arbeidsinspectie;

  • i. het ambtelijk en bestuurlijk secretariaat ten behoeve van de medezeggenschap;

  • j. regie op uitvoering van de Participatiewet door de Nederlandse Arbeidsinspectie inclusief de zorg voor het aanvragen van de daartoe beschikbare subsidies;

  • k. het materieelbeheer overeenkomstig de Regeling materieelbeheer roerende zaken van het Rijk.

§ 4. Bevoegdheden

Artikel 9. Bevoegdheden afdelingshoofd en teamleiders BDI

Het hoofd en de teamleiders van de afdeling BDI zijn bevoegd om namens een bewindspersoon besluiten te nemen, privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten en handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn, voor zover zij verband houden met het werkterrein van hun organisatieonderdeel en voor zover zij niet zijn voorbehouden aan een bewindspersoon, de secretaris-generaal, de plaatsvervangend secretaris-generaal, de inspecteur-generaal of de directeur.

Artikel 10. Volmacht en machtiging betreffende personeelsaangelegenheden

  • 1 Aan de afdelingshoofden en de teamleiders van de directie wordt volmacht en machtiging verleend tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het vaststellen en ondertekenen van stukken die betrekking hebben op de personeelsaangelegenheden ten behoeve van medewerkers van de eigen organisatorische eenheid, voor zover het betreft:

    • a. het opmaken, niet zijnde vaststellen, van een beoordeling van medewerkers;

    • b. het houden van personeelsgesprekken;

    • c. het beslissen over verlof van medewerkers;

    • d. het toekennen van kleine beloningen, niet zijnde gratificaties, ten bedrage van minder dan € 250,– per medewerker, onder gelijktijdige mededeling daarvan aan de directeur;

    • e. het accorderen van buitenlandse dienstreizen en declaraties van kosten in verband met buitenlandse dienstreizen op grond van de CAO Rijk.

  • 2 In aanvulling op het eerste lid wordt aan de afdelingshoofden ook volmacht en machtiging verleend met betrekking tot het vaststellen van een beoordeling van een medewerker die rechtstreeks ressorteert onder een onder hem ressorterende teamleider, die is opgesteld door een teamleider die rechtstreeks onder hem ressorteert.

Artikel 11. Volmachten afdelingshoofden

De afdelingshoofden zijn binnen de daarvoor geldende departementale, dan wel door de inspecteur-generaal vastgestelde financiële kaders gevolmachtigd tot het aangaan van overeenkomsten ter waarde van ten hoogste € 75.000,– inclusief BTW per overeenkomst betreffende:

  • a. het opleiden van medewerkers van de eigen afdeling binnen de kaders van het door het Directieteam goedgekeurde opleidingsplan;

  • b. activiteiten ten behoeve van sociale en functionele cohesie, representatieve aangelegenheden, vergaderingen en recepties voor de eigen afdeling.

Artikel 11a. Volmacht teamleiders

De teamleiders zijn gevolmachtigd tot het aangaan van overeenkomsten ter waarde van ten hoogste € 5.000,– inclusief BTW per overeenkomst betreffende activiteiten ten behoeve van sociale en functionele cohesie, representatieve aangelegenheden, vergaderingen en recepties voor het eigen team binnen de daarvoor geldende departementale, dan wel door de inspecteur-generaal vastgestelde financiële kaders.

Artikel 12. Volmacht afdelingshoofd COM

Het hoofd van de afdeling COM is gevolmachtigd tot het aangaan van overeenkomsten en bestellingen met betrekking tot de communicatie van de Nederlandse Arbeidsinspectie met een waarde van ten hoogste € 75.000,– inclusief BTW per overeenkomst of bestelling.

Artikel 12a. Volmachten hoofd en teamleiders SPO

  • 1 Het hoofd van de afdeling SPO is gevolmachtigd tot het aangaan van overeenkomsten en bestellingen met betrekking tot het materieelbeheer, het facilitymanagement en de huisvesting van en het personeelsadvies voor de Nederlandse Arbeidsinspectie, met een waarde van ten hoogste € 75.000,– inclusief BTW per overeenkomst of bestelling.

  • 2 De teamleiders S&O en ISI zijn gevolmachtigd tot het aangaan van overeenkomsten en bestellingen met betrekking tot het materieelbeheer, het facilitymanagement en de huisvesting van de Nederlandse Arbeidsinspectie met een waarde van ten hoogste € 75.000,– inclusief BTW per overeenkomst of bestelling.

Artikel 13. Plaatsvervanging

  • 1 Bij afwezigheid of verhindering van de directeur worden, voor de duur van de afwezigheid of verhindering, de taken en bevoegdheden van de directeur geheel of gedeeltelijk waargenomen door een daartoe aan te wijzen plaatsvervanger.

  • 2 Bij afwezigheid of verhindering van een afdelingshoofd of teamleider worden, voor de duur van de afwezigheid of verhindering, de taken en bevoegdheden van het afdelingshoofd of de teamleider geheel of gedeeltelijk waargenomen door een daartoe aan te wijzen plaatsvervanger.

§ 5. Slotbepalingen

Artikel 15. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 2017.

Artikel 16. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit directie Analyse, Programmering en Strategie 2017.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 31 augustus 2017

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

R.G. de Boer,

directeur Analyse, Programmering en Strategie

Naar boven