Artikel 1
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder:
-
a.
de Minister: de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
-
b.
de gemeente: de gemeente Maastricht;
-
c.
archiefbescheiden: archiefbescheiden als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Archiefwet 1995;
-
d.
collecties: de verzameling historische voorwerpen, boeken en overige schriftelijke en elektronische
bescheiden in de meest ruime zin des woords, niet zijnde archiefbescheiden, in eigendom
van of in beheer bij de Minister en de gemeente voor zover het betreft voorwerpen
of bescheiden bij de rijksarchiefbewaarplaats in de provincie en de archiefbewaarplaats
van de gemeente;
-
e.
college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente, en
-
f.
provincie: de provincie Limburg.
Artikel 2
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
-
1 De regeling wordt getroffen met het doel de belangen van de Minister en het college
bij alle aangelegenheden betreffende de archiefbescheiden, collecties, individuele
documenten en dergelijke die berusten in de rijksarchiefbewaarplaats in de provincie
en de archiefbewaarplaats van de gemeente, in gezamenlijkheid te behartigen.
Artikel 2a
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
Artikel 2b
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
Aan het bestuur van het Regionaal Historisch Centrum Limburg zijn de navolgende werkzaamheden,
taken en bevoegdheden van het college en de Minister overgedragen:
-
a. de beheerstaken, te onderscheiden in het behouden, bewerken en benutten van de archiefbescheiden
die berusten in de in artikel 2 genoemde archiefbewaarplaatsen;
-
b. de taken en bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 15, derde lid, 16, tweede lid, 17, 18, 19, 20, 31 en 32, eerste en derde lid, van de Archiefwet 1995;
-
c. de bevoegdheid van de Minister om op grond van de artikelen 25 en 26, tweede lid, van de Archiefwet 1995 de rijksarchivaris in de provincie te benoemen, te schorsen en te ontslaan;
-
d. het adviseren en het doen van voorstellen aan de Minister en het college over de taken
en bevoegdheden, die door de Minister of het college worden uitgevoerd ingevolge de
artikelen 5, 6, 7, 8, 12, 13, 15, eerste en tweede lid, 30 en 32, tweede lid, van de Archiefwet 1995, en
-
e. het verrichten van door de Minister of het college opgedragen andere taken die verband
houden met de behartiging van de belangen, bedoeld in artikel 2.
Artikel 3
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
Het algemeen bestuur stelt de regels omtrent de kosten, bedoeld in artikel 19 Archiefwet 1995, vast bij unanimiteit en volgt daarbij zoveel mogelijk de regels die de Minister
op grond van artikel 19 Archiefwet 1995 heeft vastgesteld voor het Nationaal Archief.
Artikel 4
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
-
4 De Minister en het college kunnen voor ieder lid tevens één plaatsvervangend lid,
voor het college uit zijn midden, aanwijzen, dat het lid bij verhindering of ontstentenis
vervangt. Hetgeen in deze regeling is bepaald ten aanzien van een lid van het algemeen
bestuur is van overeenkomstige toepassing op het plaatsvervangend lid, tenzij de regeling
anders bepaalt.
Artikel 5
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
Artikel 6
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
-
3 Aan de bevoegdheden van het algemeen bestuur worden geen beperkingen opgelegd ingevolge
artikel 31 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, mits het totaal van de aangegane verplichtingen binnen de goedgekeurde begroting
valt. Voor het aangaan van verplichtingen door het algemeen bestuur buiten de goedgekeurde
begroting geldt de procedure van artikel 18, 18a en 19.
-
4 Het algemeen bestuur besluit slechts tot oprichting van en de deelneming in stichtingen,
maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen,
indien dat in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van
het daarmee te dienen belang. Het besluit wordt niet genomen dan nadat de raad van
de gemeente en de Minister in de gelegenheid zijn gesteld hun wensen en bedenkingen
ter kennis van het algemeen bestuur te brengen. Het besluit wordt genomen bij unanimiteit.
Artikel 7
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
Het algemeen bestuur verstrekt zo spoedig mogelijk schriftelijk aan de Minister, de
raad van de gemeente en het college de door hen gevraagde inlichtingen.
Artikel 8
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
-
3 Het college, de raad van de gemeente en de Minister kunnen een lid van het algemeen
bestuur dat door het college of de Minister is aangewezen, nadat de inlichtingen in
een vergadering of schriftelijk zijn verstrekt of dienden te zijn verstrekt, ter verantwoording
roepen voor het door hem in het algemeen bestuur gevoerde beleid.
Artikel 9
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
De Minister en het college kunnen een door hen aangewezen lid van het algemeen bestuur,
dat hun vertrouwen niet meer geniet, ontslag verlenen.
Artikel 10
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
-
6 Indien het vereiste aantal leden niet tegenwoordig is, belegt de voorzitter, onder
verwijzing naar dit artikel, opnieuw een vergadering.
Artikel 11
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
Het dagelijks bestuur vergadert zo dikwijls als één of meer leden van het dagelijks
bestuur dit nodig oordelen.
Artikel 12
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
Het dagelijks bestuur stelt regels voor zijn vergaderingen vast.
Artikel 13
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
Het dagelijks bestuur is in ieder geval belast met:
-
a. het voeren van het dagelijks bestuur van het Regionaal Historisch Centrum Limburg;
-
b. beslissingen van het algemeen bestuur voorbereiden en uitvoeren;
-
c. regels vaststellen over de ambtelijke organisatie van het Regionaal Historisch Centrum
Limburg;
-
d. ambtenaren benoemen, schorsen en ontslaan;
-
e. besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen van het Regionaal Historisch Centrum
Limburg, met uitzondering van privaatrechtelijke rechtshandelingen als bedoeld in
artikel 6, vierde lid;
-
f. besluiten namens het Regionaal Historisch Centrum Limburg, het dagelijks bestuur of
het algemeen bestuur rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratief beroepsprocedures
te voeren of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, tenzij het algemeen
bestuur, voor zover het het algemeen bestuur aangaat, in voorkomende gevallen anders
beslist;
-
g. het nemen van alle conservatoire maatregelen zowel in als buiten rechte en het doen
van alles wat nodig is ter voorkoming van verjaring van recht of bezit;
-
h. het beheer van de activa en passiva van het Regionaal Historisch Centrum Limburg,
en
-
i. de zorg, voor zover deze van het dagelijks bestuur afhangt, voor de controle op het
geldelijk beheer en de boekhouding van het Regionaal Historisch Centrum Limburg.
Artikel 14
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
-
3 Uit de overige leden van het dagelijks bestuur, bedoeld in artikel 10, eerste lid, worden een of meerdere plaatsvervangend voorzitters aangewezen.
Artikel 15
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
-
1 Het algemeen bestuur kan besluiten dat de leden van het algemeen of dagelijks bestuur,
voor zover zij niet de functie vervullen van burgemeester of wethouder, of als ambtenaar
in rijks- of gemeentedienst werkzaam zijn, een vergoeding ontvangen voor hun werkzaamheden
ten behoeve van het Regionaal Historisch Centrum Limburg.
-
2 De leden van het algemeen en het dagelijks bestuur, bedoeld in het eerste lid, ontvangen
een tegemoetkoming in de kosten, waartoe worden gerekend reis- en verblijfkosten ten
behoeve van het bijwonen van de vergaderingen van het algemeen en dagelijks bestuur.
Artikel 16
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
-
1 De voor de uitvoering van deze regeling ter beschikking te stellen middelen worden
verschaft door de Minister en de gemeente, door het verstrekken van jaarlijkse bijdragen,
op basis van de begroting. Bij de aanvang van het Regionaal Historisch Centrum Limburg
luiden de bijdragen zoals vastgesteld in de bijlage bij deze regeling.
-
3 De bijdrage van de Minister kan jaarlijks worden aangepast in verband met de ontwikkeling
van lonen of prijzen met een percentage, zoals dit in voorkomend geval door de Minister
in de loop van het begrotingsjaar voor het geheel van zijn bijdrage wordt vastgesteld.
De gemeente volgt in deze de Minister in de aanpassing van zijn bijdrage.
-
7 Indien de Minister of de gemeente een bijzondere taak opdraagt als bedoeld in artikel 2b, onder e, waarvan de kosten niet zijn op te vangen in de begroting, wordt daarvoor door de
opdrachtgever in aanvulling op de jaarlijkse bijdrage een tevoren overeengekomen vergoeding
betaald.
Artikel 17
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
-
3 Het dagelijks bestuur zendt het ontwerpbeleidsplan en de ontwerpmeerjarenbegroting
aan het algemeen bestuur. Het algemeen bestuur stelt ze vast. Dertien maanden voorafgaand
aan de periode waarop het beleidsplan en de meerjarenbegroting betrekking hebben,
worden deze toegezonden aan de Minister en de raad van de gemeente.
-
4 De Minister en het college maken, binnen twee maanden na ontvangst van de in het derde
lid genoemde stukken, gezamenlijk afspraken met het Regionaal Historisch Centrum Limburg
over te behalen resultaten voor de komende vier jaren.
Artikel 18
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
-
2 Het dagelijks bestuur biedt jaarlijks, ten minste acht weken voor de in artikel 18a, eerste lid, bedoelde vaststelling, de raad van de gemeente en de Minister een ontwerp aan voor
de begroting met toelichting van Regionaal Historisch Centrum Limburg en een meerjarenraming
met toelichting voor ten minste drie op het begrotingsjaar volgende jaren.
-
3 Bij het opstellen van het ontwerp voor de begroting, bedoeld in het eerste lid, neemt
het algemeen bestuur het archiefbeleid, bedoeld in artikel 2, tweede lid, de algemene aanwijzingen, bedoeld in artikel 2, derde lid, in acht en daarnaast
de afspraken, bedoeld in artikel 17, vierde lid.
-
4 In de toelichting op de ontwerpbegroting worden de aard en de omvang van de voorgenomen
activiteiten beschreven. Daarbij wordt aangegeven welke belangen en resultaten het
Regionaal Historisch Centrum Limburg met de activiteiten nastreeft, op welke wijze
de activiteiten zullen worden uitgevoerd en voor welke doelgroepen zij zijn bestemd.
Artikel 18a
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
-
2 Nadat deze is vastgesteld, zendt het algemeen bestuur de begroting aan de raad van
de gemeente en de Minister, die ter zake bij gedeputeerde staten van de provincie
hun zienswijze naar voren kunnen brengen.
-
3 Het dagelijks bestuur zendt de begroting binnen twee weken na de vaststelling, doch
in ieder geval vóór 1 augustus van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting
dient, aan gedeputeerde staten van de provincie.
Artikel 19
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
-
2 De artikelen 18 en 18a, eerste en tweede lid, zijn van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van die wijzigingen, waarbij
geen verandering wordt gebracht in de bijdragen, bedoeld in artikel 16, eerste lid. Het dagelijks bestuur zendt de begrotingswijziging binnen vier weken na de vaststelling
aan gedeputeerde staten van de provincie.
Artikel 20
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
Artikel 21
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
-
1 Het dagelijks bestuur zendt voor 15 april van het jaar na het jaar waarvoor de jaarrekening
dient, een voorlopige jaarrekening aan de Minister en de raad van de gemeente. De
voorlopige jaarrekening gaat vergezeld van een verklaring omtrent de getrouwheid en
de rechtmatigheid, afgegeven door een accountant als bedoeld in artikel 393 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
-
2 Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor dat medewerking wordt verleend aan door
of namens de accountant(s) van de Minister en de gemeente in te stellen onderzoeken
naar de door de accountant, bedoeld in het eerste lid, verrichte (controle)werkzaamheden.
-
3 Het dagelijks bestuur brengt jaarlijks aan de Minister en de raad van de gemeente
voor 15 april een inhoudelijk verslag uit van de werkzaamheden, het gevoerde beleid
in het algemeen en de doelmatigheid en doeltreffendheid van zijn werkzaamheden en
werkwijze in het bijzonder in het afgelopen kalenderjaar.
-
5 Het dagelijks bestuur zendt de jaarrekening binnen twee weken na de vaststelling,
doch in ieder geval vóór 15 juli van het jaar volgende op het jaar waarop de jaarrekening
betrekking heeft, aan gedeputeerde staten van de provincie, raad van de gemeente en
de Minister.
Artikel 22
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
-
1 Een batig saldo kan worden bestemd voor vorming van of toevoeging aan de reserve,
of kan worden uitbetaald. De hoogte van deze reserve wordt bepaald door het algemeen
bestuur, gehoord de Minister en de raad van de gemeente. Voor zover een batig saldo
niet wordt aangewend voor de reserve wordt het saldo naar rato van de jaarlijkse bijdrage
uitgekeerd aan de Minister en de gemeente.
Artikel 23
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
Bij het jaarverslag stelt het algemeen bestuur de definitieve bijdragen van de Minister
en de gemeente vast.
Artikel 24
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
Artikel 25
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
De Minister en de gemeente kunnen gezamenlijk nadere regels stellen over het financieel
en materieel beheer, over de inrichting van de begroting, het financieel verslag,
jaarverslag en aandachtspunten voor de accountantscontrole.
Artikel 26
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
-
1 Overeenkomstig door het algemeen bestuur vast te stellen regels, die aan gedeputeerde
staten van de provincie worden medegedeeld, draagt het dagelijks bestuur zorg voor
de archiefbescheiden van het Regionaal Historisch Centrum Limburg.
Artikel 27
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
-
1 Het college, de Minister en het Regionaal Historisch Centrum Limburg verstrekken elkaar
desgevraagd inlichtingen en gegevens welke zij nodig achten voor de uitoefening van
hun taak. De Minister en het college kunnen inzage vorderen van zakelijke gegevens
en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van hun taak redelijkerwijs nodig
is.
Artikel 28
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
-
1 Het college en de Minister doen het dagelijks bestuur mededeling van de bij hen in
voorbereiding zijnde maatregelen en plannen die voor de behartiging van de belangen,
bedoeld in artikel 2, voor het Regionaal Historisch Centrum Limburg van belang zijn.
-
2 Het college en de Minister kunnen, bij de in het eerste lid bedoelde mededeling, het
gevoelen vragen van het dagelijks bestuur. Ook ongevraagd kan het dagelijks bestuur
zijn zienswijze daaromtrent aan de gemeente of Minister kenbaar maken.
Artikel 29
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
Artikel 30
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
Artikel 31
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
-
2 Met inachtneming van artikel 14, vijfde lid, worden alle stukken, die van het algemeen of het dagelijks bestuur uitgaan door
de directeur mede ondertekend.
Artikel 32
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
Het overige personeel wordt in dienst genomen, geschorst of ontslagen door het dagelijks
bestuur.
Artikel 33
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
Artikel 34
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
Toetreding tot de regeling kan geschieden bij daartoe strekkende besluiten van de
Minister en het college, na verkregen toestemming van de raad van de gemeente, alsmede
de toe te treden bestuursorganen of rechtspersonen.
Artikel 35
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
Artikel 36
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
Artikel 37
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
Deze regeling kan worden opgeheven bij besluit van de Minister en het college. Het
algemeen bestuur stelt een liquidatieplan op dat voorziet in de verplichting van de
Minister en van de gemeente om alle rechten en plichten van het openbaar lichaam over
de Minister en de gemeente te verdelen op een in het plan te bepalen wijze.
Artikel 38
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
Artikel 39
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
Deze regeling wordt aangehaald als: Gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch
Centrum Limburg.
Artikel 40
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
Financiële bijlage
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
In deze bijlage zijn de afspraken rond de structurele en incidentele bijdragen van
partners aan het Regionaal Historisch Centrum Limburg nader gespecificeerd (art. 16, lid 1).
Er is afgesproken dat de beschikbare exploitatiebudgetten van de afzonderlijke instellingen
waaruit het Regionaal Historisch Centrum Limburg ontstaat, zullen worden samengevoegd.
Uit deze exploitatiebudgetten zullen de exploitatiekosten van de instelling worden
gefinancierd, waarbij de behaalde efficiencyvoordelen zullen worden aangewend voor
nieuw beleid ten behoeve van de publieksfunctie.
Structurele bijdragen
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
De jaarlijkse structurele bijdragen van de partners zijn, inclusief huurlasten, als
volgt:
-
– het Rijk € 2.985.000,– (prijspeil 2004)
-
– gemeente Maastricht € 815.000,– (prijspeil 2004)
De bijdragen van het Rijk en de gemeente Maastricht kunnen met ingang van 2005 jaarlijks
worden verhoogd met een nog nader vast te stellen percentage voor loon- en prijscompensatie.
De bijdrage vangt aan op het moment dat de Regeling Regionaal Historisch Centrum Limburg in werking treedt. Indien dit niet samenvalt met het begin van een kalenderjaar,
wordt de bijdrage naar evenredigheid toegekend met ingang van de eerste dag van de
maand, waarin de regeling in werking treedt.
Het Rijk en de gemeenten zullen er voor zorgdragen dat de bovengenoemde bijdragen
in hun respectievelijke begrotingen worden opgenomen.
Het Rijk bepaalt met betrekking tot de bovengenoemde bijdrage het volgende:
-
• Voor 2004 wordt de structurele bijdrage van € 2.985.000,– (78,5% van het totaal) verstrekt
op basis van het in de begroting van de Rijksarchiefdienst 2004 opgenomen en geïndexeerde
budget. Het budget is opgebouwd uit drie elementen: een algemene bijdrage van € 1.231.000;
een huurbudget van € 1.694.000; en een stelpost voor indexering van € 60.000,–. Deze
laatste post is afhankelijk van de feitelijke toekenning conform artikel 16 lid 2.
-
• Een eventuele aanpassing van de structurele bijdrage van het rijk aan de loon- en
prijsontwikkelingen vindt plaats in de loop van het begrotingsjaar met een percentage
dat door de Minister wordt vastgesteld.
De gemeente Maastricht bepaalt met betrekking tot de bovengenoemde bijdragen het volgende:
Voor 2004 wordt de structurele bijdrage van € 815.000,– (21,5% van het totaal) verstrekt
op basis van het in de gemeentebegroting 2004 opgenomen en geïndexeerde budget. Het
budget is opgebouwd uit drie elementen: een algemeen budget van € 746.000,–; een budgetverhoging
van € 20.000,–, (dit betreft een aanpassing van het budget van het Centre Ceramique
inzake schoonmaak/energie/huur, welke in verhouding wordt doorgegeven aan het GAM);
een bedrag van € 49.000,– zijnde een korting inzake het BTW compensatiefonds. Door
het Regionaal Historisch Centrum Limburg kan dit budget jaarlijks bij de gemeente
Maastricht worden geclaimd.
Incidentele bijdragen
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
Naast de structurele bijdragen verstrekken de partners de volgende incidentele bijdragen
(alle bedragen op prijspeil 2004):
Het Rijk
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
Behoudsgelden tot en met 2004, ad € 40.000,–, en een vergoeding voor afschrijfkosten
tot en met 2007, samenhangend met de eerste inrichting van de Sint Pietersraat in
1994/1995, ad € 118.000,– (in 2008 vallen de afschrijvingskosten weg).
De gemeente Maastricht
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
Een eenmalige bijdrage van € 80.000,– voor de verhuizing van archieven en medewerkers
van het GAM naar de Sint Pieterstraat (dit bedrag wordt aangepast op de werkelijke
kosten)
Taakstelling eigen baten
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
Het Rijksarchief Limburg heeft een taakstelling opgelegd gekregen van het Rijk om
minimaal € 73.000 eigen baten te realiseren. Deze taakstelling houdt verband met de
overcapaciteit die in het gebouw aan de Pieterstraat zit. Het budget van het rijk
is in het verleden aangepast op de mogelijkheid om deze overcapaciteit te vermarkten.
Het is aan het bestuur/directie om in 2004 invulling te geven aan de taakstelling.
Dit kan geschieden door verhuur van de depots (de bezettingscijfers geven aan dat
er minimaal 5 km depotruimte langdurig verhuurd kan worden), of via het afstoten cq
onderverhuren van een deel van het gebouw. Mede in het licht van een toekomstige samenwerking
met andere regionale erfgoedpartners zou er een huisvestingsplan opgesteld kunnen
worden dat voorziet in het reduceren van de overcapaciteit.
Inbreng vermogensbestanddelen
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
Door de partners worden de volgende vermogensbestanddelen ingebracht:
Het Rijk
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
Een bedrag van € 16.000,– voor voorzieningen en onderhoud met betrekking tot het pand
aan de Sint Pieterstraat. Dit met in achtneming van de toelichting op artikel 16 lid 4 van de regeling.
De gemeente Maastricht
[Regeling vervallen per 31-12-2019]
Een bedrag van € 25.000,–, (productiemiddelenfonds van het GAM) en een bedrag van
€ 14.000,– (het collectiebeheer fonds van het GAM).