Huidige financiële situatie
Per 1 januari 2019 treedt de provincie Utrecht toe tot deze gemeenschappelijke regeling.
Door deze toetreding wijzigt de financiële situatie van Het Utrechts Archief. In deze
bijlage zijn de afspraken over de structurele bijdragen van de deelnemers aan de Gemeenschappelijke
regeling Het Utrechts Archief nader gespecificeerd.
De grondslag voor het verlenen van de jaarlijkse financiële bijdrage van de deelnemers
aan Het Utrechts Archief is te vinden in het eerste en tweede lid van artikel 17 van deze gemeenschappelijke regeling. De bijdrage wordt vastgesteld bij begroting
en de deelnemers staan er voor in dat Het Utrechts Archief altijd aan zijn financiële
verplichtingen kan voldoen. Bij de begroting wordt aangegeven wat de aard en omvang
van de voorgenomen werkzaamheden voor het betreffende jaar zijn.
De bijdragen van de Minister en van het college worden zoveel mogelijk op basis van
pariteit ingericht. In de vastgestelde Programmabegroting 2019 wordt voor het Rijk
uitgegaan van een bijdrage van € 2.452.191 en voor de gemeente Utrecht € 2.882.193.
De provincie Utrecht heeft sinds 2012 een dienstverleningsovereenkomst met Het Utrechts
Archief. De bijdrage ad € 661.692, die jaarlijks op basis van deze overeenkomst is
verleend, is gebaseerd op afspraken gemaakt bij het Bestuursakkoord 2011–2015. In de Programmabegroting 2019 van Het Utrechts Archief wordt uitgegaan van ditzelfde
bedrag.
Uitgangspunten bij het bepalen van de jaarlijkse bijdragen
Met ingang van de beleidsplanperiode 2021-2024 worden de hierna genoemde uitgangspunten
gehanteerd bij het bepalen van de bijdragen van de deelnemers. Voor aanvang van nieuwe
(vierjarige) beleidsperioden worden de aandelen van de collecties van de partners
in de totale collectie van Het Utrechts Archief herijkt en wordt op basis daarvan
de deelnemersbijdrage berekend en vastgelegd.
Voor het archiefwettelijk beheer van fysieke of analoge archiefbescheiden en het beheer
van bij Het Utrechts Archief berustende collecties worden de kosten berekend naar
rato van het aandeel van de betreffende archiefbescheiden en collecties in relatie
tot de totale collectie van HUA. Wat onder collectie wordt verstaan staat beschreven
in artikel 1, onder d.
Voor het archiefwettelijk beheer van (overgebrachte) digitale archiefbescheiden in
het e-depot wordt, op basis van de verwachte hoeveelheid digitale archiefbescheiden,
conform het gezamenlijke, kostendekkende kostenmodel van Het Utrechts Archief en de
andere Regionaal Historische Centra voor de decentrale overheden gerekend. In de fase
van aansluiting op het e-depot zal een nog nader af te spreken opbouwtarief worden
gehanteerd. Na 4 jaar volgt een evaluatie van het kostenmodel wat tot bijstelling
van de gehanteerde tarieven en factoren kan leiden.
De bijdrage voor de toezichtstaken die Het Utrechts Archief uitvoert voor de provincie
en de gemeente, wordt berekend op basis van de hoeveelheid in te zetten uren, het
schaalniveau van de in te zetten functionaris(sen) en de overheadkosten.
In het geval er extra fysieke depotruimte voor archiefbescheiden van een deelnemer
moet worden gehuurd, wordt de bijdrage voor de geprognosticeerde groei berekend op
basis van de werkelijke kosten van de externe opslag en de transportkosten.
De kosten voor activiteiten in het kader van publieksbereik worden berekend naar rato
van het aandeel van de betreffende collectie in de totale collectie van Het Utrechts
Archief.
In de gemeenschappelijke regeling is de mogelijkheid voor gedeputeerde staten en het
college opgenomen om (onderdelen van) hun niet-overgebrachte archieven door Het Utrechts
Archief te laten beheren. Dit betreft een nieuwe activiteit, waarvoor nog geen uitgangspunten
voor het bepalen van de bijdrage zijn geformuleerd.
Financiële risico’s
Er kunnen zich calamiteiten of andere onvoorziene omstandigheden voordoen, die niet
binnen de eigen begroting van Het Utrechts Archief kunnen worden opgevangen en waarvoor
de deelnemers dienen te voorzien in de kosten die hieruit voortvloeien. De kosten
worden alsdan in beginsel verdeeld naar rato van het aandeel van elk van de deelnemers
in de totale bijdrage van de deelnemers in het betreffende jaar.
Bij aanvang van de provinciale deelname in de GR HUA, op 1 januari 2019, is deze verdeling
als volgt:
Rijk
|
€ 2.452.191
|
41%
|
Gemeente Utrecht
|
€ 2.882.193
|
48%
|
Provincie Utrecht
|
€ 661.692
|
11%
|
Totaal
|
€ 5.996.076
|
100%
|