a.
minister: Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
b.
ministerie: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
b.
secretaris-generaal: secretaris-generaal van het ministerie;
c.
hoofd van dienst: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, aanhef en onder f, van de Mandaatregeling personele aangelegenheden VWS 2007;
d.
EC O&P: het Expertisecentrum Organisatie en Personeel, onderdeel van de Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
e.
medewerker: degene die werkzaamheden verricht of heeft verricht bij het ministerie;
f.
vertrouwenspersoon: de in artikel 3, eerste lid, bedoelde, als zodanig aangewezen persoon;
g.
vermoeden van een misstand: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, aanhef en onder d, van de Wet Huis voor klokkenluiders;
h.
ongewenste omgangsvormen: elke vorm van discriminatie, intimidatie, seksuele intimidatie, agressie, geweld en pesten, direct of indirect, die stress in de arbeidsituatie teweeg brengt;
i.
klacht: schriftelijke klacht over ongewenste omgangsvormen;
j.
betrokkene: degene op wie het vermoeden van schending van de integriteit of een misstand, de melding of de klacht betrekking heeft;
k.
commissie: de in artikel 9 ingestelde klachtencommissie;
l.
klager: de medewerker die een klacht heeft ingediend bij de commissie.