Subsidieregeling medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerden

[Regeling vervalt per 01-03-2027.]
Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 01-08-2022 t/m heden

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 15 februari 2017, kenmerk 997477-153689-Z, houdende regels voor de subsidieverstrekking aan zorgaanbieders voor het verlenen van medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerden (Subsidieregeling medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerden)

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

minister: Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Artikel 3

  • 2 Onder medisch noodzakelijke zorg wordt verstaan zorg of overige diensten als bedoeld in artikel 11 van de Zorgverzekeringswet met uitzondering van krachtens die wet uitgesloten vormen van zorg of diensten, en slechts voor zover de zorgaanbieder verstrekking ervan, gezien de aard van de zorg, medisch noodzakelijk acht.

  • 3 Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor zover zorgaanbieders als gevolg van het verlenen van die zorg inkomsten derven.

  • 4 Geen subsidie wordt verstrekt voor zover:

    • a. de kosten voor de verleende zorg op de onverzekerde persoon, bedoeld in het eerste lid kunnen worden verhaald,

    • b. de kosten voor de verleende zorg op grond van een andere wettelijke regeling of op grond van een verzekering tegen ziektekosten kunnen worden vergoed, of

    • c. de kosten voor de verleende zorg hoger zijn dan in de Nederlandse marktomstandigheden in redelijkheid passend is.

  • 5 Subsidie wordt uitsluitend verstrekt indien de zorgaanbieder met de Staat een overeenkomst sluit waarbij de Staat hem belast met en hij zich verplicht tot het verrichten van de dienst van algemeen economisch belang, bedoeld in artikel 4.

Artikel 3a

In afwijking van artikel 3, vierde lid, onderdelen a en b, kan subsidie worden verstrekt voor het verlenen van medisch noodzakelijke zorg aan een persoon, waarop de Richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen, van toepassing is, zonder na te gaan of:

  • a. de kosten voor de verleende zorg op de onverzekerde persoon, bedoeld in artikel 3, eerste lid, kunnen worden verhaald;

  • b. de kosten voor de verleende zorg op grond van een andere wettelijke regeling of op grond van een verzekering tegen ziektekosten kunnen worden vergoed.

Artikel 4

Het verlenen van medisch noodzakelijke zorg aan een onverzekerde persoon wordt aangewezen als een dienst van algemeen economisch belang in de zin van artikel 106, tweede lid, van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie.

Artikel 5

De subsidie bedraagt 100% van de kosten van de verleende zorg voor zover deze kosten niet op grond van artikel 3, vierde lid, zijn of kunnen worden betaald of buiten beschouwing dienen te blijven.

Artikel 6

  • 1 De subsidie wordt op aanvraag verstrekt.

  • 2 De subsidie wordt niet verstrekt voorafgaand aan de periode waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

  • 3 De aanvraag wordt uiterlijk twaalf maanden na afloop van het kwartaal waarin de medisch noodzakelijke zorg is verleend dan wel, indien het gaat om zorg die verleend is in een ziekenhuis, uiterlijk twaalf maanden na afloop van het kwartaal waarin de desbetreffende diagnose-behandelcombinatie is gesloten, door de minister ontvangen.

  • 4 Voor de aanvraag wordt een door de minister vastgesteld formulier gebruikt. Het formulier wordt zo mogelijk elektronisch ingediend.

  • 5 De zorgaanbieder verstrekt bij de aanvraag de volgende gegevens:

    • a. de beschrijving van de aan de onverzekerde persoon geleverde zorg;

    • b. het voor de verleende zorg in rekening gebrachte tarief;

    • c. de in verband met het in rekening gebrachte tarief ontvangen betalingen of vergoedingen van de onverzekerde persoon of derden;

    • d het burgerservicenummer van de onverzekerde persoon, tenzij dit niet beschikbaar is;

    • e. de leeftijd of het geboortejaar, de initialen, de nationaliteit en het geslacht van de onverzekerde persoon;

    • f. de datum van de verleende zorg en – indien er sprake is van een diagnose-behandelcombinatie – de datum van opening en sluiting ervan.

  • 6 De aanvraag wordt ondertekend door de aanvrager of door een persoon die bevoegd is de aanvrager te vertegenwoordigen.

Artikel 7

  • 1 De minister geeft binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag een beschikking tot vaststelling van de subsidie.

  • 2 Het besluit tot vaststelling van de subsidie vermeldt het bedrag van de subsidie.

  • 3 De minister betaalt het bedrag van de subsidie in één keer.

Artikel 8

De subsidieontvanger werkt, onder meer door het verschaffen van de daartoe benodigde inlichtingen, gegevens en bescheiden, mee aan door of namens de minister ingesteld onderzoek dat erop is gericht de minister inlichtingen te verschaffen die van belang zijn voor:

  • a. het nemen van een besluit over het verstrekken van de subsidie, of

  • b. de ontwikkeling van het beleid van de minister.

Artikel 9

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 maart 2017 en vervalt met ingang van 1 maart 2027.

Artikel 10

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerden.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E.I. Schippers

Naar boven