Regeling radioapparaten 2016

Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 23-02-2024 t/m heden

Regeling van de Minister van Economische Zaken van 13 december 2016, nr. WJZ/16152284, houdende nadere regels inzake radioapparaten (Regeling radioapparaten 2016)

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op richtlijn nr. 2014/53/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van radioapparatuur en tot intrekking van Richtlijn 1999/5/EG (PbEU 2014, L 153), artikel 10.1, vierde lid, van de Telecommunicatiewet en de artikelen 1, onderdeel l, 10, 12, tweede lid, en 13, vijfde lid, van het Besluit radioapparaten 2016;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. besluit: Besluit radioapparaten 2016;

  • b. beschikking nr. 2000/637/EG: beschikking nr. 2000/637/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 22 september 2000 over de toepassing van artikel 3, lid 3, onder e), van Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad op radioapparatuur die onder de regionale regeling betreffende de radiotelefoondienst op binnenwateren valt (PbEG L 269);

  • c. beschikking nr. 2001/148/EG: beschikking nr. 2001/148/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 21 februari 2001 betreffende de toepassing van artikel 3, lid 3, onder e), van Richtlijn 1999/5/EG op lawinebakens (PbEG L55);

  • d. beschikking nr. 2005/53/EG: beschikking nr. 2005/53/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 25 januari 2005 betreffende de toepassing van artikel 3, lid 3, onder e) van Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad op radioapparatuur die bedoeld is om deel te nemen aan het automatische identificatiesysteem (AIS) (PbEU L 22);

  • e. beschikking nr. 2005/631/EG: beschikking nr. 2005/631/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 29 augustus 2005 betreffende essentiële eisen zoals bedoeld in Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad om de toegang tot alarmdiensten via de Cospas-Sarsat-noodbakens te waarborgen (PbEU L 225);

  • f. besluit nr. 2013/638/EU: Besluit van de Commissie van 12 augustus 2013 betreffende essentiële eisen ten aanzien van radioapparatuur die bedoeld is om op niet-Solas-schepen te worden gebruikt voor deelname aan het wereldwijde maritieme nood- en veiligheidssysteem (GMDSS) (PbEU L 296);

  • g. Rijksinspectie Digitale Infrastructuur: Rijksinspectie Digitale Infrastructuur van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

Artikel 2

De overeenkomsten bedoeld in artikel 1, onderdeel l, van het Besluit radioapparaten 2016 zijn:

  • a. de Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika (PbEG 1999, L 31);

  • b. de Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning tussen de Europese Gemeenschap en Canada (PbEG 1998, L 280);

  • c. de Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning van overeenstemmingsbeoordeling, certificaten en markeringen tussen de Europese Gemeenschap en Australië (PbEG 1998, L 229);

  • d. de Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning van overeenstemmingsbeoordeling tussen de Europese Gemeenschap en Nieuw-Zeeland (PbEG 1998, L 229);

  • e. de Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning van overeenstemmingsbeoordeling, tussen de Europese Gemeenschap en Japan (PbEG 2001, L 284);

  • f. de Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning van overeenstemmingsbeoordeling tussen de Europese Gemeenschap en Zwitserland (PbEG 2002, L 114).

Artikel 3

  • 1 Radioapparaten als bedoeld in artikel 1 en artikel 2, eerste lid, van beschikking nr. 2000/637/EG voldoen aan artikel 2 van deze beschikking.

  • 2 Radioapparaten als bedoeld in artikel 1 van besluit nr. 2013/638/EU voldoen aan artikel 2 van dit besluit.

  • 3 De in artikel 1 van beschikking nr. 2001/148/EG bedoelde lawinebakens voldoen aan artikel 2 van deze beschikking.

  • 4 Radioapparaten, bedoeld in artikel 1, eerste alinea, van beschikking nr. 2005/53/EG voldoen aan artikel 1, tweede alinea, van deze beschikking.

  • 5 Radioapparaten als bedoeld in artikel 1 van beschikking nr. 2005/631/EG voldoen aan artikel 2 van deze beschikking.

Artikel 3a

  • 1 Indien een marktdeelnemer consumenten of andere eindgebruikers de mogelijkheid biedt een van de radioapparaten, genoemd in deel I van bijlage I bis van richtlijn nr. 2014/53/EU samen met een oplader aan te schaffen, biedt deze aan hen ook de mogelijkheid dat radioapparaat zonder oplader aan te schaffen, met dien verstande dat deze verplichting voor de radioapparaten, genoemd in deel I, punten 1.1 tot en met 1.12 respectievelijk punt 1.13 van bijlage I bis van richtlijn nr. 2014/53/EU van toepassing is vanaf 28 december 2024 respectievelijk 28 april 2026.

  • 2 Een marktdeelnemer verstrekt informatie die aangeeft of een oplader al dan niet is inbegrepen bij een radioapparaat, bedoeld in het eerste lid.

    Indien een dergelijk radioapparaat beschikbaar wordt gesteld aan consumenten of andere eindgebruikers, wordt daartoe een gebruiksvriendelijk en gemakkelijk te begrijpen pictogram als bedoeld in deel III van bijlage I bis van richtlijn nr. 2014/53/EU gebruikt. Het pictogram wordt op de verpakking afgedrukt of als sticker op de verpakking aangebracht en is goed zichtbaar en goed leesbaar. Bij verkoop op afstand bevindt het pictogram zich bovendien dicht bij de prijsaanduiding. Voor de radioapparaten, genoemd in deel I, punten 1.1 tot en met 1.12 respectievelijk punt 1.13 van bijlage I bis van richtlijn nr. 2014/53/EU zijn deze verplichtingen van toepassing vanaf 28 december 2024 respectievelijk 28 april 2026.

Artikel 4

  • 1 Een marktdeelnemer deelt, op verzoek, aan de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur de identiteit mee van:

    • a. elke marktdeelnemer die een radioapparaat aan hem heeft geleverd;

    • b. elke marktdeelnemer aan wie hij een radioapparaat heeft geleverd.

  • 2 De informatie, bedoeld in het eerste lid, moet gedurende tien jaar nadat het radioapparaat is geleverd, door de betreffende marktdeelnemer kunnen worden verstrekt.

Artikel 5

Artikel 6

  • 2 De aanvraag, bedoeld in het eerste lid, bevat:

    • a. gegevens waaruit blijkt dat de instantie waarop de aanvraag betrekking heeft voldoet aan het bij of krachtens artikel 13 van het Besluit radioapparaten 2016 bepaalde;

    • b. de categorieën radioapparaten waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 7

Indien de aanwijzing van een aangemelde instantie wordt beperkt, geschorst of ingetrokken of indien een aangemelde instantie haar activiteiten heeft gestaakt, draagt zij alle relevante dossiers ten aanzien van conformiteitsbeoordelingsactiviteiten in het kader van die aanwijzing over aan diens rechtsopvolger, of, indien niet aanwezig, aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat.

Artikel 8

De Minister van Economische Zaken en Klimaat wijst slechts een instantie aan als een overeenstemmingsbeoordelingsorgaan als bedoeld in artikel 13, eerste lid, van het Besluit radioapparaten 2016 voor een in kolom 2 genoemd land indien voldaan is aan de bepalingen genoemd in kolom 4 van de overeenkomst genoemd in kolom 3.

1

2

3

4

Nr.

Land

Overeenkomst

Aanwijzingsprocedure

1

Australië

Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning van overeenstemmingsbeoordeling, certificaten en markeringen tussen de Europese Gemeenschap en Australië (PbEG 1998, L 229)

Bijlage, onderdelen A en B, en sectorbijlage betreffende eindapparatuur voor telecommunicatie, afdelingen I en IV

2

Nieuw-Zeeland

Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning van overeenstemmingsbeoordeling tussen de Europese Gemeenschap en Nieuw-Zeeland (PbEG 1998, L 229)

Bijlage, onderdelen A en B, en sectorbijlage betreffende eindapparatuur voor telecommunicatie, afdelingen I en IV

3

Canada

Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning tussen de Europese Gemeenschap en Canada (PbEG 1998, L 280)

Sectorbijlage betreffende eindapparatuur voor telecommunicatie computerapparatuur en radiozenders, paragraaf 5.2, en bijvoegsel 1 van de sectorbijlage

4

Verenigde Staten

Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika (PbEG 1999, L 31)

Sectorbijlage betreffende telecommunicatieapparatuur, afdelingen I en VI

5

Japan

Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning van overeenstemmingsbeoordeling, tussen de Europese Gemeenschap en Japan (PbEG 2001, L 284)

Sectorbijlage betreffende eindapparatuur voor telecommunicatie en radioapparatuur, deel b, afdeling IV

6

Zwitserland

Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning van overeenstemmingsbeoordeling tussen de Europese Gemeenschap en Zwitserland (PbEG 2002, L 114)

Bijlage 1, hoofdstuk 7 afdelingen I en IV, en bijlage 2, onderdelen A en B

Artikel 10

[Red: Wijzigt de Regeling gebruik van frequentieruimte zonder vergunning en zonder meldingsplicht 2015.]

Artikel 11

[Red: Wijzigt de Regeling gebruik van frequentieruimte met meldingsplicht 2015.]

Artikel 12

[Red: Wijzigt de Regeling aftappen openbare telecommunicatienetwerken en -diensten.]

Artikel 13

[Red: Wijzigt de Regeling universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen.]

Artikel 15

[Red: Wijzigt de Regeling gegevensverstrekking medegebruik omroepzendernetwerken.]

Artikel 16

[Red: Wijzigt de Regeling breedbeeldtelevisiediensten en normen digitale consumentenapparaten.]

Artikel 18

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet van 3 februari 2016 tot wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met de implementatie van richtlijn 2014/30/EU en richtlijn 2014/53/EU in werking treedt.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 13 december 2016

De

Minister

van Economische Zaken,

H.G.J. Kamp

Naar boven