Richtlijn voor strafvordering uitgeven enz. van vals geld

Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 01-01-2017 t/m heden

Richtlijn voor strafvordering uitgeven enz. van vals geld

Basiscasus/delict

Uitgeven, in voorraad hebben enz. van zelf vervalst biljet, of uitgeven van biljet met bekendheid van valsheid bij verkrijging (art 209 Sr)

Totaal bedrag valse biljetten

first offender

1 x recidive

meermalen recidive

€ 5–100

GS 4 mnd*

GS 6 mnd

GS 8–12 mnd ov

€ 100–500

GS 6 mnd

GS 9 mnd

GS 10–14 mnd ov

€ 500–5.000

GS 10 mnd

GS 15 mnd

GS 18–24 mnd ov

* Dit uitgangspunt ziet op het bewust uitgeven van meerdere valse biljetten.

Basiscasus/delict

Uitgeven van een vals biljet, dat te goeder trouw was ontvangen (art 213 Sr)

Totaal bedrag valse biljetten

first offender

 

1 x recidive*

meermalen recidive

€ 5–100

TS 60 uur

5j

2j

TS 90 uur

Idem of GS 6 wkn

GS 2 mnd ov

€ 100–500

TS 80 uur

5j

2j

TS 120 uur

Idem of GS 2 mnd

GS 11 wkn ov

€ 500–5.000

TS 120 uur

5j

2j

Eis TS 180 uur + GS 1 mnd vw

Idem of GS 4 mnd waarvan 1 vw

GS 4 mnd ov

Bijzonderheden:

Toelichting bij verschil in strafmaat: Bij artikel 209 gaat het om echte vervalsers die er aan beginnen om er beter van te worden. Bij 213kan het ook gaan om mensen die er achter komen dat ze een vals briefje hebben teruggekregen en het vervolgens uitgeven om de schade te ontlopen.

* Let op eventueel taakstrafverbod (art. 22b Sr) en of er sprake is van een (zeer actieve) veelpleger of stelselmatige dader

Legenda

Afkortingen

GB = Geldboete

TS = Taakstraf

GS = gevangenisstraf

vw = voorwaardelijk

ov = onvoorwaardelijk

5j = recidive binnen 5 jaar

2j = recidive binnen 2 jaar

Voor een toelichting op de onderstreepte begrippen zie de Aanwijzing kader voor strafvordering en OM-afdoeningen.

Naar boven