Subsidieregeling energiebesparing eigen huis

[Regeling vervallen per 01-01-2023.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 02-09-2019 t/m 31-05-2020

Regeling van de Minister voor Wonen en Rijksdienst van 23 augustus 2016, nr. 2016-0000486646, houdende vaststelling van regels voor het verstrekken van subsidie aan individuele eigenaren-bewoners en VvE’s in verband met het stimuleren van omvangrijke energiebesparende maatregelen in bestaande koopwoningen (Subsidieregeling energiebesparing eigen huis)

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

  • 1 In deze regeling wordt verstaan onder:

    • aanvullende energiebesparende maatregelen: maatregelen, genoemd in artikel 5;

    • appartementsrecht: appartementsrecht, bedoeld in artikel 106, eerste lid, van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek;

    • bouwbedrijf: bedrijf dat in een handelsregister van een lidstaat van de Europese Unie of een van de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte is ingeschreven in de sectie bouwnijverheid;

    • certificaathouder: certificaathouder als bedoeld in BRL 9500, deel 02;

    • energiebesparende maatregelen: maatregelen, genoemd in artikel 4, eerste lid;

    • BRL 9500: door de Stichting Kwaliteit voor Installaties Nederland bindend verklaarde Nationale Beoordelingsrichtlijn 9500, zoals vastgesteld op 31 augustus 2011, inclusief latere wijzigingen;

    • EPA-adviseur: een persoon die voldoet aan de eisen aan de vakbekwaamheid van ‘EPA-adviseur’ conform bijlage 2 van BRL 9500, deel 2;

    • gebouw: bestaand, voor bewoning of mede voor bewoning bestemd gebouwde onroerende zaak of een gedeelte daarvan, waarvoor of mede waarvoor een vereniging van eigenaars of een wooncoöperatie is opgericht of waarvan de eigenaar een woonvereniging is;

    • Kaderbesluit: Kaderbesluit BZK-subsidies;

    • koopwoning: woning van een eigenaar-bewoner;

    • maatwerkadviesrapport: maatwerkadviesrapport als bedoeld in BRL 9500, deel 02;

    • minister: Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

    • mjop: meerjaren onderhoudsplan voor de delen van een gebouw of groep van gebouwen waarvoor een vereniging verantwoordelijk is voor het beheer en het onderhoud;

    • NulopdeMeterwoning: woning waarvan de som van de ingaande en uitgaande energiestromen voor gebouwgebonden energie bij een normaal leefpatroon op jaarbasis gelijk aan of lager is dan nul en met een additionele energieopwekkingscapaciteit voor gebruikersgebonden energie van ten minste 3.150 kWh indien het een vrijstaande of halfvrijstaande woning betreft, 2.700 kWh indien het een tussenwoning betreft of 1.780 kWh indien het een appartement betreft;

    • procesbegeleiding: externe begeleiding van het besluitvormingsproces binnen een vereniging;

    • vereniging: vereniging van eigenaars, woonvereniging of wooncoöperatie;

    • vereniging van eigenaars: vereniging van de eigenaars als bedoeld in artikel 112, eerste lid, onderdeel e, van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek;

    • woning: bestaande gebouwde onroerende zaak, die een zelfstandige woongelegenheid vormt alvorens renovatie plaatsvindt en in de basisregistratie als bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen met een woonfunctie is geregistreerd, niet zijnde een woonwagen of een woonboot, dan wel een bestaand appartement, dat een zelfstandige woongelegenheid vormt alvorens renovatie plaatsvindt en in voornoemde basisregistratie met een woonfunctie is geregistreerd;

    • woningcorporatie: woningcorporatie als bedoeld in artikel 19 van de Woningwet;

    • wooncoöperatie: wooncoöperatie als bedoeld in artikel 18a van de Woningwet;

    • woonvereniging: vereniging die eigenaar is van een of meer gebouwen en waarvan de leden het recht hebben om in een bepaalde woning die onderdeel uitmaakt van dat gebouw of die gebouwen te wonen;

    • wtw: warmteterugwinning;

    • zeer energiezuinig pakket: pakket, bedoeld in artikel 6.

  • 2 Onder eigenaar-bewoner wordt in deze regeling verstaan een natuurlijke persoon die:

    • a. een woning in eigendom heeft waarin hij zijn hoofdverblijf heeft of direct na renovatie van deze woning, waaronder mede begrepen de realisatie van de activiteiten waarvoor subsidie op grond van deze regeling is aangevraagd, zal hebben;

    • b. gerechtigde is van een bestaand appartementsrecht en in het desbetreffende appartement zijn hoofdverblijf heeft of direct na renovatie van dat appartement, waaronder mede begrepen de realisatie van de activiteiten waarvoor subsidie op grond van deze regeling is aangevraagd, zal hebben;

    • c. zijn hoofdverblijf heeft of direct na renovatie van deze woning, waaronder mede begrepen de realisatie van de activiteiten waarvoor subsidie op grond van deze regeling is aangevraagd, zal hebben in een woning van een wooncoöperatie en in verband daarmee lid is van die wooncoöperatie, of

    • d. op basis van zijn lidmaatschap van een woonvereniging het recht heeft om in een woning te wonen en daarin zijn hoofdverblijf heeft of direct na renovatie van deze woning, waaronder mede begrepen de realisatie van de activiteiten waarvoor subsidie op grond van deze regeling is aangevraagd, zal hebben.

  • 3 Onder appartement wordt in deze regeling verstaan:

    • a. deel van een gebouw waarvoor een vereniging van eigenaars is opgericht, waarop een appartementsrecht rust;

    • b. woning in een gebouw, waarvoor een wooncoöperatie is opgericht, of

    • c. woning in een gebouw waarvoor een woonvereniging is opgericht.

Artikel 2. Doel van de subsidie

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Deze regeling heeft tot doel energiebesparing te stimuleren in bestaande koopwoningen in de particuliere sector alsmede in bestaande gebouwen van verenigingen van eigenaars, woonverenigingen en wooncoöperaties, waarvan een of meer leden eigenaar-bewoner zijn.

Artikel 3. Subsidieplafonds

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

  • 1 Voor subsidieverstrekking op grond van hoofdstuk III geldt tot 1 januari 2021 een subsidieplafond van € 84.000.000.

  • 2 Voor subsidieverstrekking op grond van hoofdstuk IV, paragraaf 1, geldt tot 1 januari 2023 een subsidieplafond van € 2.000.000.

  • 3 Voor subsidieverstrekking op grond van hoofdstuk IV, paragraaf 2, geldt tot 1 januari 2023 een subsidieplafond van € 12.000.000.

  • 4 Het beschikbare bedrag per subsidieplafond wordt verdeeld op volgorde van ontvangst van de aanvragen.

  • 5 Indien er meer aanvragen zijn ontvangen op één dag, waarbij toekenning van al deze aanvragen zou leiden tot overschrijding van het betreffende subsidieplafond wordt, in afwijking van het vierde lid, de onderlinge rangorde van die aanvragen door loting vastgesteld.

Hoofdstuk II. Maatregelen

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Artikel 4. Energiebesparende maatregelen

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

  • 1 Energiebesparende maatregelen zijn: spouwmuurisolatie, gevelisolatie, dakisolatie, vloer- of bodemisolatie en hoogrendementsglas, waarbij wordt verstaan onder:

    • spouwmuurisolatie: het isoleren van bestaande spouwmuren in de thermische schil met isolatiemateriaal met een minimale Rd-waarde van 1,1 [m2K/W];

    • gevelisolatie: het isoleren van de bestaande binnen- en buitengevel met isolatiemateriaal met een minimale Rd-waarde van 3,5 [m2K/W];

    • dakisolatie: het isoleren van het bestaande dak in de thermische schil of van de bestaande zolder- of vlieringvloer, indien de zolder of vliering onverwarmd is met isolatiemateriaal met een minimale Rd-waarde van 3,5 [m2K/W];

    • vloer- of bodemisolatie: het isoleren van de bestaande vloer of de bestaande bodem in de thermische schil met isolatiemateriaal met een minimale Rd-waarde van 3,5 [m2K/W];

    • hoogrendementsglas: het vervangen van glas in de thermische schil door HR++ glas, of door triple-glas in combinatie met het vervangen van het kozijn door een isolerend kozijn met een maximale U-waarde van 1,5 [W/m2K], al dan niet in combinatie met panelen;

    • HR++ glas: glas met een maximale U-waarde van 1,2 [W/m2K];

    • triple-glas: glas met een maximale U-waarde van 0,7 [W/m2K];

    • panelen: panelen met minimaal dezelfde U-waarde als de glassoort waarmee deze worden gecombineerd.

  • 2 Bij toepassing van artikel 7, eerste lid, onderdeel a, zijn de minimale oppervlakten waarover energiebesparende maatregelen in vrijstaande woningen worden uitgevoerd voor:

    • a. spouwmuurisolatie: 50 m2;

    • b. gevelisolatie: 55 m2;

    • c. dakisolatie: 57 m2;

    • d. vloer- of bodemisolatie: 44 m2;

    • e. hoogrendementsglas: 15 m2.

  • 3 Bij toepassing van artikel 7, eerste lid, onderdeel a, zijn de minimale oppervlakten waarover energiebesparende maatregelen in twee onder een kap of half vrijstaande woningen worden uitgevoerd voor:

    • a. spouwmuurisolatie: 33 m2;

    • b. gevelisolatie: 40 m2;

    • c. dakisolatie: 38 m2;

    • d. vloer- of bodemisolatie: 32 m2;

    • e. hoogrendementsglas: 12 m2.

  • 4 Bij toepassing van artikel 7, eerste lid, onderdeel a, zijn de minimale oppervlakten waarover energiebesparende maatregelen in tussenwoningen worden uitgevoerd voor:

    • a. spouwmuurisolatie: 15 m2;

    • b. gevelisolatie: 18 m2;

    • c. dakisolatie: 31 m2;

    • d. vloer- of bodemisolatie: 27 m2;

    • e. hoogrendementsglas: 10 m2.

  • 5 Bij toepassing van artikel 7, eerste lid, onderdeel a, zijn de minimale oppervlakten waarover energiebesparende maatregelen in etagewoningen worden uitgevoerd voor:

    • a. spouwmuurisolatie: 13 m2;

    • b. gevelisolatie: 13 m2;

    • c. dakisolatie: 15 m2;

    • d. vloer- of bodemisolatie: 20 m2;

    • e. hoogrendementsglas: 8 m2.

  • 6 Bij toepassing van artikel 11, eerste lid, onderdeel a, zijn de minimale oppervlakten waarover energiebesparende maatregelen in een gebouw worden uitgevoerd voor:

    • a. spouwmuurisolatie: 13 m2, vermenigvuldigd met het aantal appartementen in het gebouw;

    • b. gevelisolatie: 13 m2, vermenigvuldigd met het aantal appartementen in het gebouw;

    • c. dakisolatie: minimaal 70% van de oppervlakte van het gehele dak;

    • d. vloer- of bodemisolatie: minimaal 70% van de oppervlakte van de gehele vloer;

    • e. hoogrendementsglas: 8 m2, vermenigvuldigd met het aantal het aantal appartementen in het gebouw.

Artikel 5. Aanvullende energiebesparende maatregelen

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Aanvullende energiebesparende maatregelen zijn:

  • a. het vervangen van voor- en achterdeuren in de thermische schil door isolerende deuren met een maximale U-waarde van 1,5 [W/m2K];

  • b. het voor de eerste keer aanleggen van een systeem voor CO2-gestuurde ventilatie;

  • c. het voor de eerste keer aanleggen van een systeem voor balansventilatie met wtw met een rendement van ten minste 90%;

  • d. het waterzijdig inregelen van het verwarmingssysteem;

  • e. het in de woning plaatsen van een energiedisplay die verbonden is met een slimme meter en inzicht geeft in het gehele actuele energieverbruik in de woning of een thermostaat die het energieverbruik binnen de woning afstemt op het leefgedrag van de bewoners en verbonden is met een energiemanagementsysteem dat inzicht geeft in het gehele actuele energieverbruik in de woning, dan wel een thermostaat die voorzien is van een temperatuurregeling voor afzonderlijke ruimten in de woning.

Artikel 6. Zeer energiezuinig pakket

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

  • 1 Een zeer energiezuinig pakket is een samenhangend pakket maatregelen, uitgevoerd in de gehele woning of het gehele gebouw, dat bestaat uit:

    • a. triple-glas in de thermische schil,

    • b. een systeem voor CO2-gestuurde ventilatie of balansventilatie met wtw,

    • c. de overige energiebesparende maatregelen en aanvullende energiebesparende maatregelen, waarvan de elementen voldoen aan de isolatiewaarden, genoemd in het tweede lid en

    • d. een kierdichtheid die blijkens een luchtdichtheidstest (Qv_10) kar [l/s m2] ten hoogste 0,4 bedraagt.

  • 2 De isolatiewaarden in een zeer energiezuinig pakket zijn:

    • a. voor het dak: ten minste Rc 6,5 [m2K/W];

    • b. voor de gevel: ten minste Rc 5,0 [m2K/W];

    • c. voor de vloer of bodem: ten minste Rc 4,0 [m2K/W]; en

    • d. voor de kozijnen en deuren in de gevel: ten hoogste U 1,5 [W/m2K].

Hoofdstuk III. Subsidie aan individuele eigenaren-bewoners

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Artikel 7. Activiteiten en voorwaarden: energiebesparende en aanvullende energiebesparende maatregelen, zeer energiezuinig pakket en maatwerkadviesrapport

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

  • 1 De minister kan aan een eigenaar-bewoner ten behoeve van zijn woning subsidie verstrekken voor:

    • a. het na 14 augustus 2019 door een bouwbedrijf laten uitvoeren van twee of meer energiebesparende maatregelen over de gehele daarvoor in aanmerking komende oppervlakten van de woning of over ten minste de oppervlakten, genoemd in artikel 4, tweede, derde, vierde of vijfde lid;

    • b. het na 14 augustus 2019 door een bouwbedrijf laten uitvoeren van een of meer aanvullende energiebesparende maatregelen;

    • c. het na 14 augustus 2019 door een bouwbedrijf laten uitvoeren van een zeer energiezuinig pakket, en

    • d. een na 14 augustus 2019 opgeleverd maatwerkadviesrapport.

  • 2 Subsidie op grond van het eerste lid, onderdelen b en d, wordt uitsluitend verstrekt in combinatie met subsidie op grond van het eerste lid, onderdeel a.

  • 3 Per woning wordt slechts eenmaal subsidie op grond van dit artikel verstrekt.

  • 4 Op grond van het eerste lid, onderdelen a, b en c, kan ook subsidie worden verstrekt, indien de in die onderdelen bedoelde activiteiten ook uit andere hoofde zijn of worden gesubsidieerd of gefinancierd.

  • 5 Voor een maatwerkadviesrapport wordt op grond van het eerste lid, onderdeel d, geen subsidie verstrekt, indien daarvoor reeds door een ander bestuursorgaan subsidie is verstrekt.

Artikel 8. Aanvraag subsidie voor energiebesparende en aanvullende energiebesparende maatregelen, zeer energiezuinig pakket en maatwerkadviesrapport

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

  • 1 Een aanvraag voor subsidie op grond van artikel 7, eerste lid, wordt ingediend met gebruikmaking van een door de minister elektronisch beschikbaar gesteld formulier.

  • 2 In plaats van de gegevens en bescheiden, bedoeld in artikel 11, derde lid, van het Kaderbesluit, bevat de aanvraag in ieder geval de volgende gegevens en verklaringen:

    • a. het adres, de postcode en het huisnummer en toevoeging van de woning ten behoeve waarvan subsidie wordt aangevraagd;

    • b. vermelding van het type woning ten behoeve waarvan subsidie wordt aangevraagd;

    • c. het bankrekeningnummer waarop het subsidiebedrag dient te worden overgemaakt;

    • d. indien van toepassing, de vermelding dat de aanvraag subsidie voor een zeer energiezuinig pakket betreft;

    • e. indien van toepassing, de naam en het adres van de EPA-adviseur die de woning heeft opgenomen ten behoeve van het maatwerkadviesrapport, alsmede de naam, het adres, het inschrijfnummer bij de Kamer van Koophandel en het nummer van het certificaat van de certificaathouder waarvoor hij werkt;

    • f. als ook subsidie wordt aangevraagd voor een maatwerkadviesrapport, een verklaring dat daarvoor niet reeds subsidie is aangevraagd bij of verstrekt door een ander bestuursorgaan.

  • 3 Bij de aanvraag wordt meegezonden een door de minister beschikbaar gesteld formulier dat is ingevuld en ondertekend door het bouwbedrijf dat een of meer in hoofdstuk II bedoelde maatregelen heeft uitgevoerd. Het formulier betreft een omschrijving van de op het adres van de subsidieaanvrager uitgevoerde maatregelen onder vermelding, voor zover van belang voor de subsidieverstrekking, van de aantallen en de oppervlakten waarover de onderscheiden maatregelen zijn uitgevoerd alsmede van de energetische kwaliteit van de uitgevoerde maatregelen.

  • 4 Bij de aanvraag wordt tevens een afschrift van de factuur of facturen, een betalingsbewijs of betalingsbewijzen van de uitgevoerde maatregelen en nader bewijs dat maatregelen zijn uitgevoerd meegezonden.

  • 5 Indien ook subsidie wordt aangevraagd voor een maatwerkadviesrapport, wordt bij de aanvraag tevens een afschrift van de factuur en een betalingsbewijs meegezonden.

Hoofdstuk IV. Subsidies aan verenigingen

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Paragraaf 1

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Artikel 9. Activiteiten en voorwaarden: energieadvies of mjop en procesbegeleiding

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

  • 1 De minister kan aan een vereniging ten behoeve van een gebouw of groep van gebouwen waarvoor de vereniging is opgericht of mede is opgericht subsidie verstrekken voor:

    • a. een energieadvies of een energieadvies en procesbegeleiding, mits het energieadvies voldoet aan de eisen, bedoeld in het tweede lid en de vergadering van eigenaars of de algemene ledenvergadering van de vereniging heeft besloten tot het binnen zestig maanden in uitvoering nemen van ten minste twee maatregelen, genoemd in het vierde lid;

    • b. een mjop en procesbegeleiding in combinatie met een energieadvies, mits het mjop voldoet aan de eisen, bedoeld in het derde lid, bij besluit van de vergadering van eigenaars of de algemene ledenvergadering van een vereniging is vastgesteld en het energieadvies voldoet aan de eisen, genoemd in het tweede lid, of

    • c. een energieadvies, mits het energieadvies voldoet aan de eisen, bedoeld in het tweede lid.

  • 2 Het energieadvies is na 1 september 2016 opgesteld door een certificaathouder en bevat een nauwkeurige omschrijving van de bestaande situatie op basis van een ter plekke door een EPA-adviseur uitgevoerde technische en bouwkundige beoordeling van de schil en de installaties van het gebouw of van de groep van gebouwen, alsmede een beschrijving van de mogelijke energiebesparingsmaatregelen met voor- en nadelen en de keuzemogelijkheden per maatregel, een inschatting van de investering en van de te realiseren energiebesparing. Een energieadvies maakt de terugverdientijd van de voorgenomen investeringen inzichtelijk en geeft een uitleg over de mogelijkheden voor het realiseren van een zeer energiezuinig pakket of een NulopdeMeter-woning met een beeld van de typen maatregelen die nodig zouden zijn om dit niveau in het betrokken gebouw of groep van gebouwen te bereiken.

  • 3 Het mjop is na 1 september 2016 vastgesteld en bevat, behalve de onderhouds-, herstel- en vernieuwingswerkzaamheden die gedurende de looptijd van het plan nodig worden geacht, ook de uitvoering binnen tien jaar van ten minste twee maatregelen, genoemd in vierde lid. Een mjop bevat tevens een kostenberekening van de geplande werkzaamheden en een gelijkmatige toerekening van de kosten aan de onderscheiden jaren.

  • 4 De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, en het derde lid zijn: energiebesparende maatregelen, het aanbrengen van zonnepanelen en het installeren van zonneboilers, biomassaketels, warmtepompen en pelletkachels.

  • 5 Subsidie op grond van het eerste lid wordt slechts eenmaal per gebouw of groep van gebouwen verstrekt.

  • 6 Op grond van het eerste lid wordt geen subsidie verstrekt, indien voor in dat lid bedoelde activiteiten reeds door een ander bestuursorgaan subsidie is verstrekt.

Artikel 10. Aanvraag subsidie voor energieadvies of mjop en procesbegeleiding

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

  • 1 Een aanvraag voor subsidie op grond van artikel 9, eerste lid, wordt ingediend met gebruikmaking van een door de minister elektronisch beschikbaar gesteld formulier.

  • 2 In plaats van de gegevens en bescheiden, bedoeld in artikel 11, derde lid, van het Kaderbesluit, bevat de aanvraag in ieder geval de volgende gegevens, bescheiden en verklaring:

    • a. het inschrijfnummer van de vereniging bij de Kamer van Koophandel;

    • b. het adres of de kadastrale aanduiding van het gebouw of de gebouwen ten behoeve waarvan subsidie wordt aangevraagd;

    • c. het aantal appartementen in het gebouw of de groep van gebouwen dat een koopwoning is;

    • d. het bankrekeningnummer waarop het subsidiebedrag dient te worden overgemaakt;

    • e. de naam, het adres en het inschrijfnummer bij de Kamer van Koophandel van de certificaathouder die het energieadvies heeft opgesteld, alsmede het nummer van het certificaat;

    • f. de naam en het adres van de EPA-adviseur die het gebouw heeft opgenomen ten behoeve van het energieadvies alsmede de naam, het adres, het inschrijfnummer bij de Kamer van Koophandel en het nummer van het certificaat van de certificaathouder waarvoor hij werkt, indien dit niet de certificaathouder is, bedoeld in onderdeel f;

    • g. een factuur en een betalingsbewijs van het energieadvies en, indien van toepassing, het mjop en de procesbegeleiding;

    • h. een afschrift van het besluit van de vergadering van eigenaars of de algemene ledenvergadering, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel a of b, en

    • i. een verklaring dat niet reeds subsidie voor de activiteiten, bedoeld in artikel 9, eerste lid, is aangevraagd bij of verstrekt door een ander bestuursorgaan.

Paragraaf 2

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Artikel 11. Activiteiten en voorwaarden: energiebesparende en aanvullende energiebesparende maatregelen en zeer energiezuinig pakket

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

  • 1 De minister kan aan een vereniging ten behoeve van een gebouw waarvoor de vereniging is opgericht of mede is opgericht subsidie verstrekken voor het na de datum van indiening van de subsidieaanvraag door een bouwbedrijf laten uitvoeren van:

    • a. twee of meer energiebesparende maatregelen over de gehele daarvoor in aanmerking komende oppervlakten van het gebouw of over ten minste de oppervlakten, bedoeld in artikel 4, zesde lid;

    • b. een of meer aanvullende energiebesparende maatregelen, en

    • c. een zeer energiezuinig pakket.

  • 2 Subsidie op grond van het eerste lid, onderdeel b, wordt uitsluitend verstrekt in combinatie met subsidie op grond van het eerste lid, onderdeel a.

  • 3 Subsidie op grond van het eerste lid wordt slechts eenmaal per gebouw verstrekt.

  • 4 Op grond van het eerste lid, onderdelen a, b en c, kan ook subsidie worden verstrekt, indien de in die onderdelen bedoelde activiteiten ook uit andere hoofde zijn of worden gesubsidieerd of gefinancierd.

Artikel 12. Aanvraag subsidie voor energiebesparende en aanvullende energiebesparende maatregelen en zeer energiezuinig pakket

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

  • 1 Een aanvraag voor subsidie op grond van artikel 11, eerste lid, wordt ingediend met gebruikmaking van een door de minister elektronisch beschikbaar gesteld formulier.

  • 2 In plaats van de gegevens en bescheiden, bedoeld in artikel 11, derde lid, van het Kaderbesluit bevat de aanvraag in ieder geval de volgende gegevens en bescheiden:

    • a. het inschrijfnummer van de vereniging bij de Kamer van Koophandel;

    • b. het adres of de kadastrale aanduiding van het gebouw ten behoeve waarvan subsidie wordt aangevraagd;

    • c. het aantal appartementen in het gebouw;

    • d. als het een vereniging betreft waarvan niet alle leden eigenaar-bewoner zijn, een opgave van het als percentage uitgedrukte aandeel appartements- of woonrechten in de vereniging van de leden die eigenaar-bewoner zijn, zulks gerelateerd aan het gebouw ten behoeve waarvan de subsidie wordt aangevraagd;

    • e. indien van toepassing, de vermelding dat de aanvraag subsidie voor een zeer energiezuinig pakket betreft;

    • f. als het een vereniging betreft waarvan niet alle leden eigenaar-bewoner zijn, het aantal appartementen in het gebouw dat koopwoning is;

    • g. het bankrekeningnummer waarop het subsidiebedrag dient te worden overgemaakt, en

    • h. een verklaring dat de vergadering van eigenaars of de algemene ledenvergadering van de vereniging besloten heeft tot uitvoering van de energiebesparende en, indien van toepassing, aanvullende energiebesparende maatregelen of het zeer energiezuinige pakket waarvoor subsidie wordt gevraagd en dat namens de vereniging met betrekking tot de uitvoering van die maatregelen of het zeer energiezuinig pakket overeenkomstig de omschrijving in het formulier, bedoeld in het derde lid, een offerte is geaccepteerd van het bouwbedrijf dat dit formulier heeft ondertekend.

  • 3 Bij de aanvraag wordt meegezonden een door de minister beschikbaar gesteld formulier dat is ingevuld en ondertekend door het bouwbedrijf dat een of meer in hoofdstuk II bedoelde maatregelen zal uitvoeren. Het formulier betreft een omschrijving van de in het gebouw van de vereniging uit te maatregelen onder vermelding, voor zover van belang voor de subsidieverstrekking, van de aantallen en de oppervlakten waarover de onderscheiden maatregelen worden uitgevoerd alsmede van de energetische kwaliteit van de uit te voeren maatregelen.

Hoofdstuk V. Hoogte subsidie

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Artikel 13. Maatwerkadviesrapport, energieadvies of mjop

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

  • 2 De subsidie, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel a, bedraagt 75% van de kosten (inclusief btw) van het energieadvies of van de totale kosten (inclusief btw) van het energieadvies en de procesbegeleiding, maar voor een gebouw of een groep van gebouwen met een of twee koopwoningen ten hoogste € 500 en voor een gebouw of groep van gebouwen met drie of vier koopwoningen ten hoogste € 1.000; voor een gebouw of groep van gebouwen met meer dan vier koopwoningen bedraagt die subsidie € 1.000 plus € 100 per extra koopwoning tot een maximumbedrag van € 3.600.

  • 3 De subsidie, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel b, bedraagt 75% van de totale kosten (inclusief btw) van het energieadvies en het mjop of van de totale kosten (inclusief btw) van het energieadvies, het mjop en de procesbegeleiding, maar voor een gebouw of groep van gebouwen met een of twee koopwoningen ten hoogste € 750 en voor een gebouw of groep van gebouwen met drie of vier koopwoningen ten hoogste € 1.500; voor een gebouw of groep van gebouwen met meer dan vier koopwoningen bedraagt die subsidie € 1.500 plus € 150 per extra koopwoning, tot een maximumbedrag van € 5.400.

  • 4 De subsidie, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel c, bedraagt 75% van de kosten (inclusief btw) van het energieadvies, maar voor een gebouw of een groep van gebouwen met een of twee koopwoningen ten hoogste € 200 en voor een gebouw of groep van gebouwen met drie of vier koopwoningen ten hoogste € 400; voor een gebouw of groep van gebouwen met meer dan vier koopwoningen bedraagt die subsidie € 400 plus € 80 per extra koopwoning tot een maximumbedrag van € 2.480.

Artikel 14. Energiebesparende – en aanvullende energiebesparende maatregelen

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

  • 1 Onverminderd artikel 17 en met inachtneming van het tweede lid, bedraagt de subsidie voor:

    • a. spouwmuurisolatie: € 5 per m2;

    • b. gevelisolatie: € 25 per m2;

    • c. isolatie van het dak in de thermische schil: € 20 per m2;

    • d. isolatie van de zolder- of vlieringvloer, indien de zolder of vliering onverwarmd is: € 5 per m2;

    • e. vloerisolatie: € 7 per m2;

    • f. bodemisolatie eventueel in combinatie met vloerisolatie: € 4 per m2;

    • g. HR++ glas: € 35 per m2;

    • h. triple-glas in combinatie met het vervangen van het kozijn door een isolerend kozijn met een maximale U-waarde van 1,5 [W/m2K]: € 100 per m2;

    • i. het vervangen van voor- en achterdeuren in de thermische schil overeenkomstig artikel 5, onderdeel a: € 80 per m2;

    • j. het aanleggen van een ventilatiesysteem overeenkomstig artikel 5, onderdelen c, of d, per woning of als, het een vereniging betreft, per appartement 20% van de kosten van het ventilatiesysteem met een maximum van: € 800;

    • k. panelen in combinatie met HR++ glas: € 15 per m2;

    • l. panelen in combinatie met triple-glas: € 75 per m2;

    • m. het waterzijdig inregelen van een verwarmingssysteem overeenkomstig artikel 5, onderdeel d, per woning of als, het een vereniging betreft, per appartement: € 60;

    • n. het plaatsen van een energiedisplay of een thermostaat overeenkomstig artikel 5, onderdeel e: € 100.

  • 2 Indien het subsidie aan een vereniging betreft, wordt het bedrag dat berekend is op grond van het eerste lid vermenigvuldigd met een breuk waarvan de teller het percentage, bedoeld in artikel 12, tweede lid, onderdeel d, is en de noemer 100.

Artikel 15. Zeer energiezuinig pakket

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Voor realisatie van een zeer energiezuinig pakket wordt de subsidie met overeenkomstige toepassing van artikel 14 berekend en vervolgens verhoogd met € 4.000 per koopwoning.

Artikel 17. Maximale subsidie aan een vereniging

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

  • 1 De totale subsidie voor een eigenaar-bewoner op grond van artikel 7, eerste lid, bedraagt ten hoogste € 10.000 en op grond van artikel 6 ten hoogste € 15.000.

  • 2 De subsidie voor een vereniging bedraagt per koopwoning gemiddeld ten hoogste € 10.000 op grond van artikel 11, eerste lid, en ten hoogste € 15.000 op grond van artikel 6.

  • 3 De totale subsidie voor een vereniging op grond van artikel 11, eerste lid, bedraagt ten hoogste € 2.500.000.

Hoofdstuk VI. Wijze van subsidieverstrekking

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Artikel 18

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Hoofdstuk VII. Subsidieverplichtingen

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Artikel 19. Subsidieverplichtingen

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

  • 1 Indien de subsidieontvanger een vereniging is, is hij verplicht, te rekenen vanaf de datum van de dagtekening van de subsidiebeschikking:

    • a. de energiebesparende maatregelen en de aanvullende energiebesparende maatregelen waarvoor subsidie wordt verstrekt, te laten uitvoeren binnen een termijn van twaalf maanden, en

    • b. het zeer energiezuinige pakket waarvoor subsidie wordt verstrekt, te laten uitvoeren binnen een termijn van vierentwintig maanden.

  • 2 Indien de uitvoering van de maatregelen binnen de termijn, genoemd in het tweede lid, buiten de schuld van de subsidieontvanger niet mogelijk is, kan de minister die termijn op schriftelijk en gemotiveerd verzoek van de subsidieontvanger een maal met ten hoogste twaalf maanden verlengen.

Hoofdstuk VII*. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Artikel 21. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 15 september 2016 en vervalt op 1 januari 2024, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op subsidies die op grond van deze regeling vóór laatstgenoemde datum zijn verstrekt.

Artikel 22. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling energiebesparing eigen huis.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

voor Wonen en Rijksdienst,

S.A. Blok

Naar boven