Wijzigingsbesluit Besluit personenchauffeurs defensie, enz. (uitvoeringsovereenkomst [...] van bovensectorale loonruimteovereenkomst 2015–2016)

Geraadpleegd op 14-12-2024.
Geldend van 09-06-2016 t/m heden

Besluit van 14 april 2016 tot wijziging van enige besluiten, in het kader van de uitvoeringsovereenkomst voor de sector Defensie als gevolg van de bovensectorale loonruimteovereenkomst 2015–2016

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Minister van Defensie van 14 maart 2016, nr. BS/2016004338;

Gelet op artikel 125, eerste lid, van de Ambtenarenwet en artikel 12 van de Militaire ambtenarenwet 1931;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 30 maart 2016, nr. W07.16.0056/II);

Gezien het nader rapport van de Minister van Defensie van 11 april 2016, nr. BS/2016005711;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 1. Toekenning van een eenmalige uitkering 2015 aan het defensiepersoneel

Artikel 1

  • 1 De volgende betrokkenen hebben aanspraak op een eenmalige nominale bruto uitkering 2015 ter grootte van maximaal € 500:

    • a. de militair aangesteld bij het beroepspersoneel die op 1 september 2015 met aanspraak op bezoldiging in werkelijke dienst was alsmede de ambtenaar die op 1 september 2015 met aanspraak op bezoldiging was aangesteld in burgerlijke openbare dienst om bij de krijgsmacht als geestelijk verzorger doorlopend werkzaam te zijn;

    • b. de militair aangesteld bij het reservepersoneel die in de periode 1 januari 2015 tot en met 31 augustus 2015 met aanspraak op bezoldiging in werkelijke dienst is geweest;

    • c. de ambtenaar aangesteld in burgerlijke openbare dienst die op 1 september 2015 met aanspraak op salaris in dienst was van het Ministerie van Defensie;

    • d. de gewezen militair en de gewezen ambtenaar, die op 1 september 2015 een uitkering genoot ingevolge artikel 18, zesde lid, van het Besluit bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid voor de sector Defensie;

    • e. de gewezen ambtenaar die op 1 september 2015 een uitkering genoot op grond van het Besluit uitkering wegens functioneel leeftijdsontslag burgerlijke ambtenaren defensie;

    • f. de gewezen militair die op 1 september 2015 een uitkering genoot op grond van de Uitkeringswet gewezen militairen.

  • 2 De eenmalige uitkering 2015, bedoeld in het eerste lid, wordt toegekend ter grootte van:

    • a. voor de betrokkenen bedoeld in het eerste lid, onder a, € 500 maal de factor van het voor hem op 1 september 2015 voor deeltijdarbeid afwijkende salaris gedeeld door het voor hem op 1 september 2015 geldende salaris;

    • b. voor de betrokkenen bedoeld in het eerste lid, onder b, € 500 maal de factor aantal uren gewerkt in de periode 1 januari 2015 tot en met 31 augustus 2015 gedeeld door 1.320;

    • c. voor de betrokkenen bedoeld in het eerste lid, onder c, € 500 maal de deeltijdfactor op 1 september 2015;

    • d. voor de betrokkenen bedoeld in het eerste lid, onder d en e, € 500 maal de deeltijdfactor op de datum van ontslag;

    • e. voor de betrokkenen bedoeld in het eerste lid, onder f, € 500.

  • 3 In afwijking van artikel 1, eerste lid, is de aanspraak op de eenmalige uitkering 2015 ook van toepassing op de ambtenaar genoemd in artikel 1, eerste lid, onder a en onder c, die op 1 september 2015 ouderschapsverlof genoot. Het ouderschapsverlof heeft geen invloed op de hoogte van de eenmalige uitkering 2015.

  • 5 De eenmalige uitkering 2015 maakt voor de ambtenaar aangesteld in burgerlijke openbare dienst, alsmede voor de gewezen ambtenaar, die aanspraak heeft op deze uitkering, deel uit van de pensioengrondslag.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

Artikel 11

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en:

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 14 april 2016

Willem-Alexander

De Minister van Defensie,

J.A. Hennis-Plasschaert

Uitgegeven de achtste juni 2016

De Minister van Veiligheid en Justitie,

G.A. van der Steur